Paragrafen

Lokale heffingen

Lokale heffingen

Terug naar navigatie - Lokale heffingen

Lokale heffingen hebben als doel middelen te verwerven waarmee de gemeente uitgaven kan doen om gemeentelijke taken uit te voeren. Ze vormen daarmee een belangrijke bron van inkomsten voor de gemeente. De lokale lasten worden vooral door inwoners maar ook door bedrijven opgebracht. De invoering, wijziging of intrekking van een lokale heffing vindt plaats via een door de gemeenteraad vast te stellen verordening. De lokale heffingen bestaan uit gemeentelijke belastingen, rechten en retributies.

Gemeentelijke belastingen kunnen worden onderscheiden in algemene dekkingsmiddelen en gebonden heffingen.

  • De onroerendzaakbelasting (OZB) rekenen we tot de algemene dekkingsmiddelen, omdat zij niet aan een inhoudelijk begrotingsprogramma zijn gerelateerd. De besteding ervan is niet gebonden aan een bepaalde taak.
  • Gebonden heffingen, zoals de afvalstoffen- en rioolheffing, worden verantwoord op het betreffende programma en worden niet tot de algemene dekkingsmiddelen gerekend. Hiervoor geldt het uitgangspunt dat ze kostendekkend zijn.
  • Rechten en retributies zijn vergoedingen voor door de gemeente verrichte diensten. De kosten van de gemeentelijke dienstverlening worden doorberekend in deze rechten en retributies. Het beleid is gericht op een rechtvaardige verdeling van deze kosten.

De tarieven voor de riool- en afvalstoffenheffingen worden geraamd op basis van het uitgangspunt dat wordt gestreefd naar 100% kostendekking. 

De voor 2025 geldende tarieven voor de overige belastingen en rechten stijgen met een inflatiecorrectie van 2,8%, uiteraard met uitzondering van die tarieven, die het Rijk heeft vastgesteld of gemaximeerd. De overige uitzonderingen worden toegelicht in het voorstel tot vaststelling van de belasting- en legesverordeningen 2025.

Lokale belastingen en heffingen
x € 1.000 2023 Begr. 2024 (incl wijz.) Begroting 2025 Mut.Begr. 2024/2025
0 Leges publiekszaken 323 313 313 -
0 Onroerendezaakbelasting 4.830 4.962 5.101 139
1 Algemeen plaatselijke verordening 15 18 18 -
3 Toeristenbelasting 239 220 220 -
7 Begrafenisrechten 148 150 168 18
7 Afvalstoffenheffing (excl. kwijtscheldingen) 3.058 3.095 3.184 89
7 Rioolheffing, baten 3.272 3.342 3.141 -202
8 Leges omgevingsvergunning 1.068 682 432 -250
Totaal 12.954 12.783 12.577 -206

Kostendekkendheid

Terug naar navigatie - Kostendekkendheid

De mate van kostendekkendheid wordt in de onderstaande tabellen weergegeven.

Soort Begroting 2023 Begr. 2024 (incl wijz.) Begroting 2025
Afval 96% 100% 99%
Riolering 97% 108% 100%
Omgevingsvergunningen 102% 60% 38%

Afval

Terug naar navigatie - Afval

Onze gemeente heeft als vastgesteld beleid dat de tarieven afvalstoffenheffing kostendekkend moet zijn.

Afval
Door stijgende kosten en lagere opbrengsten stijgt het tarief 2025 met € 11 ten opzichte van 2024 naar € 168. 

Afval
x € 1.000 Werkelijk 2023 Begroting 2024 Begroting 2025
Totaal van de gemeentelijke lasten 3.013 2.841 3.268
Totaal van de gemeentelijke baten; niet zijnde heffingen -612 -445 -433
Netto directe kosten taakveld 2.401 2.396 2.835
Indirecte kosten
Btw 619 560 650
Overhead en rente 58 39 18
Kwijtscheldingen 105 100 100
Netto indirecte kosten taakveld 782 699 768
Totale lasten 3.183 3.095 3.603
Totale heffingen
Afvalstoffenheffing 2.026 2.025 2.175
Nog te ontvangen voorgaande jaren Ned Vang 390
Verrekening overdekking 2022 - 61
Afvalstoffenheffing Restafval 997 967 967
Afvalstoffenheffing GFT 35 42 42
Totale heffingen 3.058 3.095 3.574
Dekkingspercentage 96% 100% 99%

Riolering

Terug naar navigatie - Riolering

Onze gemeente heeft als vastgesteld beleid dat de tarieven rioolheffing in de planperiode 100% kostendekkend moeten zijn. 

Riolering
Op basis van het nieuwe GWP 2024 dalen de tarieven voor de rioolheffing met € 18 (6,5%) ten opzichte van 2024 naar € 259

Riolering
x € 1.000 Begroting 2023 Begroting 2024 primair Begr. 2024 (incl wijz.) Begroting 2025
Directe kosten
Totaal van de gemeentelijke lasten 2.460 2.637 2.361 2.429
Totaal van de gemeentelijke baten; niet zijnde heffingen - -
Netto directe kosten taakveld 2.460 2.637 2.361 2.429
Indirecte kosten
Btw 388 403 371 387
Overhead en rente 439 500 424 187
Kwijtscheldingen 120 120
Netto indirecte kosten taakveld 827 903 914 694
Totale lasten 3.287 3.540 3.276 3.123
Totale heffingen
Rioolheffing 3.180 3.539 3.342 3.125
Totale heffingen 3.180 3.539 3.540 3.125
Dekkingspercentage 97% 100% 108% 100%

Omgevingsvergunningen

Terug naar navigatie - Omgevingsvergunningen

Berekening van kostendekkendheid leges
In onderstaande tabel staan de berekeningen van kostendekkendheid van de heffingen omgevingsvergunningen. De kostendekkendheid komt uit op 51%. De kostendekkendheid varieert jaarlijks door de omvang van bouwactiviteiten. De berekening van de tarieven geschiedt extracomptabel. Bij de kosten zijn de directe personeelskosten en de materiële kosten opgenomen die samenhangen met het verstrekken van de diensten waarvoor leges geheven wordt. Denk hierbij aan de uren van van de medewerkers bij Vergunningen, Toezicht en Handhaving (VTH) en Ruimtelijke Ordening (RO). De basis voor de toerekening van deze kosten zijn de teamplannen en historische cijfers. De overhead wordt via een opslag op de directe personeelskosten toegerekend. BTW is niet als kostenelement mee te wegen, daar het overgrote deel van de kosten de eigen personele kosten betreft, waarvoor geen BTW verschuldigd is. De wel toerekenbare BTW maakt slechts een klein onderdeel uit van de kosten.

Omgevingsvergunningen
x € 1.000 Realisatie 2023 Primaire begroting 2024 Begroting 2024 Begroting 2025
Directe kosten
Totaal van de gemeentelijke lasten 845,0 630,3 861,4 902
Totaal van de gemeentelijke baten; niet zijnde heffingen - - -
Netto directe kosten taakveld 845 630 861 902
Indirecte kosten
Btw - - -
Overhead en rente 158 281 281 222
Netto indirecte kosten taakveld 158 281 281 222
Totale lasten 1.003 911 1.142 1.124
Totale heffingen
Heffingen 1.027 432 682 432
Totale heffingen 1.027 432 682 432
Dekkingspercentage 102% 47% 60% 38%

Lokale lastendruk

Terug naar navigatie - Lokale lastendruk

De lokale lastendruk 2025 kan niet eerder vastgesteld worden dan na vaststelling van de tarieven. Bij het vaststellen van de tarieven zal rekening worden gehouden met de uitgangspunten uit het coalitieakkoord en de aangekondigde maatregelen.

De tarieven van afval en riolering voor het jaar 2025 zijn al wel bekend:

  • Afval vast tarief                  € 168,-     (2024 € 157, 2023 € 158,50, 2022 € 179,50)
  • Rioolheffing                          € 259,-      (2024 € 277, 2023 € 277, 2022 € 256)

In 2025 stijgen de lasten voor afval met € 11 de rioolheffing daalt met € 18. Vanwege toegenomen kosten en tegelijkertijd dalende baten bij de afvalverwerking moet het tarief stijgen om kostendekkend te blijven. De tariefstijging blijft beperkt door een nog te ontvangen bedrag uit het afvalfonds over voorgaande jaren.

De “Atlas van de lokale lasten 2024” (COELO) geeft voor onze gemeente het volgende rangnummer (nummer 1 heeft de laagste woonlasten, nummer 345 de hoogste):

  • Woonlasten meerpersoonshuishouden eigenaar-bewoner rangnummer 24 (2023 nr. 49, 2022 nr. 66)

Kwijtscheldingsbeleid
Voor de onroerendezaakbelastingen en de heffingen voor riool- en afvalstoffenheffing, zoals die elk jaar gecombineerd worden opgelegd, kan kwijtschelding worden verkregen. Bij kwijtschelding vindt een vermogenstoets en een inkomenstoets plaats. De gemeente moet hiervoor een norm vaststellen. Deze norm wordt gerelateerd aan de bijstandsnorm. In onze gemeente is de kwijtscheldingsnorm gelijk aan de bijstandsnorm (100%).

Weerstandsvermogen en risicobeheersing

Inleiding

Terug naar navigatie - Inleiding

Het weerstandsvermogen bestaat uit de relatie tussen de weerstandscapaciteit, zijnde de middelen en mogelijkheden waarover de gemeente beschikt of kan beschikken om niet begrote kosten te dekken en alle risico's waarvoor geen maatregelen zijn getroffen en die van materiële betekenis kunnen zijn in relatie tot de financiële positie. Een juist oordeel over de toereikendheid van de weerstandscapaciteit kan alleen maar worden gegeven als er een juist en volledig beeld bestaat van de risico’s, de kans hierop en de eventuele financiële gevolgen. Daartoe wordt jaarlijks een risicoprofiel opgesteld.

Kaderstellende documenten
Beleidskader reserves en voorzieningen
Beleidskader vaststelling bedrag post onvoorzien

Risicobeheersing

Terug naar navigatie - Risicobeheersing

In onderstaande tabel benoemen we de risico’s en schatten daarbij de factoren "kans" (dat het risico zich voordoet) en "invloed" (de impact als het risico zich voordoet) in. De genoemde maximale financiële gevolgen zijn relatief. Een risico met een groot maximaal financieel gevolg kan op basis van de “kans” en “invloed” een relatief beperkte invloed op het aan te houden minimale weerstandscapaciteit hebben. Omgekeerd kan een klein maximaal financieel gevolg een grote invloed hebben. De grootste risico’s, op basis van de invloed op de weerstandscapaciteit, zijn:

De belangrijkste risico's met de geschatte "kans" en de "invloed"
x €1.000
Risico Kans Max fin. effect Invloed Totaal risico
1 Algemene uitkering (gemeentefonds) fluctueert 50% 1.000 15% 500
2 Onzekerheid werving personeel 45% 500 7% 225
3 Effecten invoering Omgevingswet en Wet kwaliteitsborging voor bouwen (Wkb) 60% 750 14% 450
4 Borgstellingen 1% 21.960 7% 220
5 Mogelijke WW-verplichtingen personeel 25% 1.200 9% 300
6 Financiële tegenvallers projecten 60% 10.000 5% 150
7 Effect fluxtuerende energieprijzen 50% 300 5% 150
8 Tegenvallende resultaten grondexploitaties 15% 1.000 5% 150
9 Effecten hoge inflatie op exploitatielasten 40% 1.000 12% 400
10 Afwijking inschattingen ramingen 70% 1.000 20% 700
Totaal 37.710 100% 3.245

Toelichting op de risico's

  1. Algemene uitkering fluctueert: De omvang van de algemene uitkering (het gemeentefonds) is niet constant. Elk jaar wordt de groei of krimp van de basisomvang gebaseerd op uitgaven die het Rijk verwacht te gaan doen in het begrotingsjaar. Het gevolg hiervan is dat de omvang dus kan fluctueren. Een krimp van het gemeentefonds is in het lopende begrotingsjaar vaak niet meer op te vangen met bezuinigingen en kan tot een negatief rekeningresultaat leiden.
  2. Onzekerheid werving personeel: De arbeidsmarkt is overspannen. Dat maakt het moeilijk om als gemeente tijdig nieuwe medewerkers aan te trekken. Ook het vasthouden van medewerkers is een uitdaging. Het mogelijk risico is dat er niet voldoende eigen personeel beschikbaar is voor het uitvoeren van het vastgestelde beleid. Om toch de doelen te realiseren is dan aanvullende inhuur noodzakelijk wat meer kosten met zich meebrengt dan eigen personeel.
  3. Effecten invoering omgevingswet en Wet kwaliteitsborging voor bouwen (Wkb): De Omgevingswet en de Wkb zijn definitief ingevoerd. Een effect is dat door de wijziging een aantal legesinkomsten vervallen maar dat een deel van de werkzaamheden (o.a. registratie) wel moeten worden uitgevoerd. Omdat alleen voor de aanvragen na invoering van de nieuwe wetgeving de nieuwe legestarieven gelden. 
  4. Borgstellingen: De gemeente staat borg voor de leningen die de Stichting Waarborg Woningbouw de woningcorporaties verstrekt. Deze borgstelling is in breed landelijk verband met alle gemeenten afgesproken. Het optreden van het risico is echter zeer beperkt. 
  5. Mogelijke WW-verplichtingen personeel: Als een arbeidsovereenkomst met wederzijdse goedkeuring wordt ontbonden of het contract niet wordt verlengd dan kan er sprake zijn van een WW-verplichting. De gemeente is hier niet voor verzekerd en is dus zelf WW-risicodrager. Op voorhand is niet bekend of en zo ja in welke mate er sprake is van een WW-verplichting en daarom is deze ook niet begroot.
  6. Financiële tegenvallers projecten: Projecten kennen risico's. Deze risico's worden in de projecten zelf benoemd. Het risico op de risico's is niet financieel afgedekt in de projecten. Een aantal risico's, zoals hyperinflatie, rampen en oorlogen, zijn te generiek en daarom worden ze op een hoger niveau algemeen afgedekt. De reden dat ondanks de omvang van het risico het effect beperkt is komt doordat de meeste projecten in 40 of 50 jaar worden afgeschreven. Hierdoor is het af te dekken risico een stuk lager, een factor 40 c.q. 50, uit dan het effect.
  7. Effecten fluctuerende energieprijzen: Het risico richt zich op uitschieters die nu niet te voorzien zijn maar als ze zich voordoen onontkoombaar zijn. 
  8. Tegenvallende resultaten grondexploitaties: Het resultaat van de grondexploitaties is afhankelijk van de mate waarin er verkocht kan worden en of er gronden beschikbaar zijn. Ook externe ontwikkelingen zoals de stikstof problematiek en hogere bouwkosten kunnen het resultaat beïnvloeden.
  9. Effecten inflatie op exploitatielasten: Een hoge inflatie wordt gedeeltelijk vertaald in een bijstelling in de algemene uitkering. Hierdoor kan er in het lopende jaar een verschil ontstaan die tot een tegenvaller bij het opstellen van jaarrekening kan leiden.
  10. Afwijking inschattingen ramingen: Door strakker te begroten wordt het risico op afwijkingen van de begroting groter. Er wordt niet zonder meer vanuit gegaan dat mogelijke ontwikkelingen zich voor zullen doen, door monitoring en tussentijdse rapportages.

Weerstandsvermogen

Terug naar navigatie - Weerstandsvermogen

Beheersing van de hiervoor genoemde risico's
Financiële consequenties die voortvloeien uit het actueel worden van bovengenoemde risico's worden opgenomen in de jaarstukken (verantwoording) en komen via het resultaat ten laste van de algemene reserve. Zoals hierna aangegeven is het niveau van de algemene reserve voldoende.

Bepalen weerstandscapaciteit
De benodigde weerstandscapaciteit is berekend op € 3,2 miljoen. De weerstandscapaciteit is € 27,8 miljoen. Dit betekent dat wij in staat zijn om met de huidige weerstandscapaciteit ook grotere risico’s het hoofd te bieden. Naast de incidentele weerstandscapaciteit is er ook een structurele weerstandscapaciteit in de begroting opgenomen namelijk de post onvoorzien (€ 37.500). In onderstaande tabellen wordt de (incidentele) weerstandscapaciteit en het verloop van de algemene reserve weergegeven. De bedragen zijn geactualiseerd tot het moment van opstellen van de begroting.

Het beleid betreffende de weerstandscapaciteit en de risico's
Jaarlijks worden de risico’s geïnventariseerd. Daarnaast berekenen we het beschikbare weerstandsvermogen. Het weerstandsvermogen moet minimaal de berekende risico’s kunnen dekken.

x € 1.000
Incidenteel weerstandsvermogen
Algemene reserve ultimo 2023 26.704
Mutaties 2024
Resultaat 2023 1.602
Resultaatbestemming -583
Totaal algemene reserve 27.722
Totaal incidenteel weerstandvermogen 1-1-2025 27.722

Kengetallen

Terug naar navigatie - Kengetallen

Kengetallen hebben een signalerende functie, geven inzicht in de financiële positie en over de weerbaarheid en wendbaarheid van een gemeente. Ons streven is minimaal te voldoen aan categorie B. Over het algemeen kan worden gesteld dat categorie A het minst risicovol is en categorie C het meest.

Als de uitkomst van één van de kengetallen uit de pas schiet, wil dat niet zeggen dat we financieel niet (langer) gezond zijn. Het is een mogelijke indicatie dat er (aanvullende) beheersmaatregelen moeten worden getroffen of herijkt.

Kengetal Categorie A Categorie B Categorie C
Netto schuldquote a. zonder correctie doorgeleende gelden < 90% 90 - 130% > 130%
b. met correctie doorgeleende gelden < 90% 90 - 130% > 130%
Solvabiliteitsratio > 50% 20 - 50% < 20%
Structurele exploitatieruimte Eerste jaar en meerjarig > 0% Begroting en meerjarig 0% Begroting en meerjarig < 0%
Grondexploitatieruimte < 20% 20 - 35% > 35%
Belastingcapaciteit < 95% 95 - 105% > 105%
Kengetallen Real. 2023 Begr. 2024 (Primair) Begr. 2024 (incl wijz.) Begr. 2025 MJB 2026 MJB 2027 MJB 2028
Netto schuldquote 3,5% 11,8% 14,4% 36,6% 44,0% 47,1% 49,9%
Netto schuldquote excl. verstrekte leningen 3,5% 12,1% 14,6% 36,8% 44,3% 47,4% 50,2%
Solvabiliteit 41,2% 41,9% 42,7% 40,3% 42,6% 39,8% 42,4%
Structurele exploitatieruimte 0,5% 3,7% -0,6% 1,4% -2,9% -2,2% -0,9%
Grondexploitatie -0,1% 0,2% 0,8% 0,2% 1,1% 0,0% 0,0%
Belastingcapaciteit 86,4% 78,5% 82,0% 81,3% 81,3% 81,3% 81,3%

Toelichting kengetallen

Terug naar navigatie - Toelichting kengetallen

Beoordeling van de onderlinge verhouding tussen de kengetallen in relatie tot de financiële positie:

Netto Schuldquote

We verwachten dat de netto schuldquote in 2024 daalt ten opzichte van 2023. De schuldquote van Opsterland bevindt zich ruim binnen de in de theorie genoemde (en door de VNG gehanteerde) grens van 130 procent.

Netto Schuldquote (gecorrigeerd voor alle verstrekte leningen aan derden)

Het kengetal van de netto schuldquote (gecorrigeerd voor alle verstrekte leningen aan derden) is bij Opsterland gelijk aan het kengetal netto schuldquote.

Solvabiliteitsratio

We verwachten dat de solvabiliteit van de gemeente stijgt ten opzichte van de begroting 2023 en de komende jaren ook blijft stijgen. Solvabiliteit is de verhouding tussen leningen en eigen vermogen (reserves). De stijging komt doordat de gemeente de komende jaren een positief resultaat heeft waardoor het eigen vermogen stijgt. Het solvabiliteitspercentage is aanvaardbaar.

Structurele exploitatieruimte

Een positief percentage betekent dat incidentele lasten deels uit structurele middelen wordt gedekt. Een negatief percentage houdt in dat structurele lasten incidenteel gedekt worden. Het kengetal drukt dus niet uit of sprake is van een begrotingstekort of –overschot. Een overzicht van de incidentele lasten en baten is opgenomen in de financiële begroting.

Grondexploitatie

Het kengetal grondexploitatie geeft inzicht in de waarde van de gronden ten opzichte van de totale baten van de gemeente. Het percentage geeft aan dat Opsterland geen bovenmatige risico’s op de grondexploitaties loopt afgezet tegen de omvang van de begroting. Daar komt bij dat de gemeente met de algemene reserve ook nog over voldoende weerstandsvermogen beschikt.

Belastingcapaciteit

De belastingcapaciteit wordt berekend met de tarieven voor een meerpersoonshuishouden. Bij een percentage hoger dan 100 zijn de woonlasten hoger dan het landelijk gemiddelde. Bij een percentage lager dan 100 zijn ze lager. De woonlasten bevinden zich op een stabiel en landelijk gezien laag niveau.

Frauderisico's en continuïteit

Terug naar navigatie - Frauderisico's en continuïteit

Bij de beoordeling van de continuïteit is sprake van formele continuïteit en een materiele beoordeling. 

De formele continuïteit gaat over het voortbestaan van de organisatie.  Op dat vlak heeft het Rijk harde waarborgen getroffen. De continuïteit staat niet ter discussie. In het uiterste geval kan een artikel 12 Financiële-verhoudingswet besluit genomen worden. Daar is bij de gemeente Opsterland geen sprake van. 

Materieel kan het wel zo zijn dat activiteiten niet of anders moeten worden vormgegeven. Dat kan leiden tot aanpassing in taken, activiteiten, beleid, projecten of doelstellingen. Politieke keuzes daarin kunnen leiden tot bijvoorbeeld afwaardering van activa of de noodzaak om voorzieningen te treffen. Als dat grote financiële effecten heeft, moeten deze punten in de jaarstukken (continuïteitsbeoordeling of risicoparagraaf) worden betrokken. 

Om misbruik en oneigenlijk gebruik te constateren is er een Misbruik en oneigenlijk gebruik beleid. Het Misbruik en oneigenlijk gebruik beleid wordt actueel gehouden en jaarlijks toegepast. Om fraude te kunnen constateren zijn er frauderisicoanalyses en controles. Bij de jaarstukken worden de bevindingen weergegeven. 

Onderhoud kapitaalgoederen

Onderhoud kapitaalgoederen

Terug naar navigatie - Onderhoud kapitaalgoederen

Inleiding

De gemeente is verantwoordelijk voor het beheer en onderhoud van een groot deel van de openbare ruimte. Deze ruimte is opgebouwd uit onze kapitaalgoederen. Dit zijn onder andere de wegen, riolering, bruggen, verlichting, openbaar groen en gebouwen. De kwaliteit van deze kapitaalgoederen heeft invloed op de beleving door inwoners, bezoekers en ondernemers bij hun activiteiten in de openbare ruimte. Daarnaast vertegenwoordigen de kapitaalgoederen een aanzienlijke waarde en brengt vroegtijdige vervanging onnodige kosten met zich mee. Het is daarom belangrijk dat we goed op deze kapitaalgoederen passen om de leefbaarheid en veiligheid te waarborgen en kapitaalverlies te voorkomen.

De kaders voor het onderhouden van de arealen verhardingen, openbare verlichting, civiele kunstwerken en het openbare groen zijn vastgelegd in het Beeldkwaliteitsplan Beheer Openbare Ruimte 2021-2025. Het onderhoud van deze arealen is daarbij gedifferentieerd naar gebruik; netjes waar het moet, sober waar het kan. Hierin is gezocht naar een verantwoorde balans tussen kosten enerzijds en een prettige leefomgeving anderzijds.

De kaders voor het beheren onderhouden van de riolering en daarbij horende (zuiverings)installaties zijn vastgelegd in het Watertakenprogramma 2020-2025. Naast de verankering van de zorgplicht voor de inzameling van het afvalwater, hemelwater en grondwater voorziet het plan in kaders voor de klimaatadaptatie en andere gemeentelijke watertaken.

Het gemeentelijke vastgoed dat nog in overeenstemming met de functie in gebruik is wordt in stand gehouden door preventief onderhoud binnen de daarvoor gestelde bestekskwaliteit.

Kaderstellende documenten

Beeldkwaliteitsplan Beheer Openbare Ruimte 2021-2025
Watertakenprogramma 2020-2025
Notitie licht in de duisternis (2009)

Verharding en openbare verlichting

Terug naar navigatie - Verharding en openbare verlichting

Kerncijfers en kwaliteitsambitie

De gemeente heeft ongeveer 2,81 miljoen m2 verharding in beheer. Deze bestaat voor 51% uit dicht asfaltbeton, 41% elementenverharding (klinkers, tegels e.a.), 3 % cementbeton en 5% overige soorten verharding. De totale verharding vertegenwoordigt een geschatte waarde van € 175 mln. In de gemeente staan ongeveer 4.400 lantaarnpalen, waarvan 4.121 in beheer en eigendom van de gemeente. De overige palen zijn in beheer en eigendom van de Provincie Fryslân, Rijkswaterstaat, woningcorporaties en VvE’s. De ondergrondse infrastructuur die hierbij hoort is voor het grootste deel in eigendom van netbeheerder Liander. Van het areaal bestaat ongeveer 80% uit energiezuinige LED-armaturen. De totale vervangingswaarde van de installatie bedraagt ongeveer € 6 mln.

In onderstaande tabel is het gemeentelijke areaal van verhardingen en openbare verlichting weergegeven met daarbij de vastgestelde kwaliteitsambitie.

Verharding en openbare verlichting Hoeveelheid
Bedrijventerrein Begraafplaats Buitengebied Centrum Groengebied Hoofdstructuur Woongebied
Rijbanen 204 ha Basis Basis Basis Basis Basis Basis Basis
Parkeerstroken / overig 17 ha Basis Basis Basis Basis Basis Basis Basis
Fietspaden 26 ha Basis N.v.t. Basis Basis Basis Basis Basis
Voetpaden 34 ha Basis Basis Basis Basis Basis Basis Basis
Openbare verlichting 4.121 stuks Basis Basis Basis Basis Basis Basis Basis

Toekomst

Uit de laatste inspectie is naar voren gekomen dat het areaal er op plaatsen onvoldoende bijligt. Op deze plekken zijn schadebeelden geconstateerd die volgens de verwachte levensduur van de betreffende wegvakken niet zijn voorzien. Deze schades zijn voornamelijk aangetroffen op de wegen in het westen van de gemeente (veengronden) en zijn gerelateerd aan de lange droge periodes van de afgelopen jaren. Voor het aanpakken van deze schades zijn met het vaststellen van het Beeldkwaliteitsplan aanvullende middelen beschikbaar gesteld. We blijven de schadebeelden nauwlettend monitoren en voeren proeven uit om ervaring op te doen met lichtere wegen.

Riolering

Terug naar navigatie - Riolering

Kerncijfers

De gemeente is voor een (groot) deel verantwoordelijk voor de inzameling, transport en verwerking van afvalwater, hemelwater en grondwater. Hiervoor zijn drie verschillende systemen in de gemeente aanwezig: vrijevervalriolering, drukriolering en individuele systemen voor de behandeling van afvalwater (IBA's). Van de vrijevervalriolering bestaat nog ongeveer 70% uit een gemengd systeem. Bij de rest is sprake van scheiding tussen hemelwater (HWA) en afvalwater (DWA). Het totale systeem vertegenwoordigt een geschatte waarde van € 186 mln.

In de tabel hieronder is een overzicht weergegeven van het volledige areaal.

Riolering Hoeveelheid
Vrijvervalriolering 215.003 m1
Putten 4.582 stuks
Straatkolken 10.796 stuks
Bergbezinkvoorzieningen 5 stuks
Overstorten 34 stuks
Drukriolering / persleiding 137.082 m1
Minigemalen 522 stuks
Opvoer- / tussengemalen 28 stuks
Gemalen overig 8 stuks
IBA-systeem (individuele behandeling afvalwater)* 112 stuks

Kwaliteitsambitie

Het gewenste kwaliteitsniveau van de installatie is vastgelegd in het Watertakenprogramma 2020-2025. Met het voortzetten van het huidige beleid wordt de installatie op de vastgestelde niveaus onderhouden.

Kwaliteitsambitie Riool
Centrum Woongebied Bedrijventerrein Buitengebied
Afvalwater Inzameling Hoog > Basis Hoog > Basis Hoog > Basis Basis
Transport Basis > Hoog Basis > Hoog Basis > Hoog Basis > Hoog
Hemelwater Inzameling (overtollig) Basis > Hoog Basis > Hoog Basis > Hoog Basis
Verwerking (in riolering) Basis Basis Basis Basis
Verwerking (in openbare ruimte) Basis Basis Basis Basis
Grondwater Inzameling Basis Basis Basis Basis
Verwerking Basis Basis Basis Basis

Toekomst

De voorziening geeft voldoende dekking voor de uitvoering van de gestelde ambities. Bij de te nemen onderhoudsmaatregelen wordt rekening gehouden met de klimaatverandering. Gestreefd wordt naar het voorkomen of beperken van wateroverlast en hittestress. In 2024 wordt verder gewerkt aan een nieuw Watertakenprogramma voor de periode vanaf 2025.

Vaarwegen en kunstwerken (water)

Terug naar navigatie - Vaarwegen en kunstwerken (water)

Kerncijfers en kwaliteitsambitie

In de gemeente liggen twee grote vaarroutes. De civiele kunstwerken die hierbij horen zijn deels in beheer en eigendom van de gemeente. Daarbuiten zijn diverse (kleinere) civiele kunstwerken. Van drie tunnels die in eigendom zijn van de Provincie Fryslân of Rijkswaterstaat heeft de gemeente het dagelijkse beheer. Het totale areaal vertegenwoordigd een vervangingswaarde van ongeveer € 165 mln.

In onderstaande tabel is het gemeentelijke areaal voor de civiele kunstwerken weergegeven met daarbij de vastgestelde kwaliteitsambitie.

Civiele kunstwerken
Hoeveelheid Bedrijventerrein Begraafplaats Buitengebied Centrum Groengebied Hoofdstructuur Woongebied
Bruggen (vast) 31 stuks Basis N.v.t. Basis Basis N.v.t. Basis Basis
Bruggen (hout) 85 stuks N.v.t. N.v.t. Basis N.v.t. Basis Basis Basis
Bruggen (beweegbaar) 17 stuks N.v.t. N.v.t. Basis Basis N.v.t. Basis Basis
Vaarrecreatieve voorzieningen 33 stuks Basis N.v.t. Basis N.v.t. N.v.t. N.v.t. Basis
Waterwerken 7 stuks N.v.t. N.v.t. Basis Basis N.v.t. N.v.t. N.v.t.
Tunnels* 7 stuks N.v.t. N.v.t. Basis N.v.t. N.v.t. N.v.t. N.v.t.
Kademuren 6838 m1 Basis N.v.t. Basis Basis N.v.t. N.v.t. Basis
Beschoeiingen 5791 m1 N.v.t. N.v.t. Basis N.v.t. Basis N.v.t. Basis

Toekomst

Voor kunstwerken is geen verwachte vervangingspiek. Tot en met 2040 betreft de theoretische vervanging ongeveer €19 mln. Op dit moment is er geen sprake van kapitaalvernietiging aan vaste en houten bruggen. 

Groen

Terug naar navigatie - Groen

Kerncijfers en kwaliteitsambities

Opsterland is een groene gemeente met een diversiteit aan openbaar groen. De werkzaamheden aan het openbaar groen worden deels uitgevoerd door de eigen dienst en Caparis.

In onderstaande tabel is het gemeentelijke areaal voor groen weergegeven met daarbij de vastgestelde kwaliteitsambitie.

Openbaar groen
Hoeveelheid Bedrijventerrein Begraafplaats Buitengebied Centrum Groengebied Hoofdstructuur Woongebied
Bomen 51.337 stuks Basis (bio) Basis (bio) Basis (bio) Basis (bio) Basis (bio) Basis (bio) Basis (bio)
Natuurlijke beplanting 9.600 are Laag (bio) Basis (bio) Laag (bio) Basis (bio) Laag (bio) Laag (bio) Basis (bio)
Cultuurlijke beplanting 702 are Laag Hoog Laag Basis Basis Basis Basis
Hagen 106 are Basis Hoog Laag Basis Laag Basis Basis
Gras 30.338 are Laag (bio) Hoog Laag (bio) Basis Laag (bio) Laag (bio) Laag (bio)
Bermen Basis (bio) Basis (bio) Basis (bio) N.v.t. Basis (bio) Basis (bio) Basis (bio)
Watergangen (waterlopen en sloten) 442 km Basis (bio) Basis (bio) Basis (bio) Basis (bio) Basis (bio) Basis (bio) Basis (bio)
Watervlakte (vijvers) 1.423 are Basis (bio) Basis (bio) Basis (bio) Basis (bio) Basis (bio) Basis (bio) Basis (bio)
Parkmeubilair 559 stuks Basis Hoog Basis Basis Basis Basis Basis

Gebouwen

Terug naar navigatie - Gebouwen

Kerncijfers en beheer

De gemeente heeft divers vastgoed in eigendom en beheer en heeft een herbouwwaarde van ongeveer € 63 mln. Het grootste deel (90%) van de gebouwen wordt onderhouden op basis van de kwaliteit ‘instandhouding’. Dit betekent dat aan de gebouwen werkzaamheden worden verricht om het gebouw te behouden in de staat waarin het zich bevindt. Deze gebouwen voldoen wat betreft het onderhoud aan de gestelde bestek kwaliteit. De overige gebouwen (10%) zijn niet meer in gebruik of zullen binnenkort niet meer in gebruik zijn en worden verkocht of gesloopt. Aan deze gebouwen wordt het minimaal noodzakelijke onderhoud gepleegd. Deze gebouwen zijn meestal al geheel afgeschreven, als dit niet het geval is, is de boekwaarde lager dan de marktwaarde.

Voor het planmatig onderhoud van de gemeentelijke gebouwen is een voorziening beschikbaar. Er is jaarlijks een zodanige dotatie aan de voorziening dat deze toereikend is voor het gemiddelde van het planmatig onderhoud voor de komende 10 jaar.

In onderstaande tabel is het gemeentelijke areaal voor gebouwen weergegeven.

Gemeentelijk vastgoed Aantal
Bedrijfsvoering 11
Maatschappelijk 15
Monumentaal 8
Voormalige scholen en leegstaande gebouwen 2
Dorpshuizen 7
Overig 9
Totaal 52

Toekomst

Overbodig vastgoed wordt afgestoten (sloop of verkoop). Voor het in stand houden van de gemeentelijke gebouwen is een voorziening beschikbaar.

Financiering

Financiering

Terug naar navigatie - Financiering

Inleiding

Deze paragraaf gaat over de taken financiering, cashmanagement en renterisicobeheer. Deze taken hebben als doel de gemeente te voorzien van voldoende vreemd vermogen tegen zo laag mogelijke kosten en de gemeente te beschermen tegen ongewenste financiële risico’s.

Beleid ten aanzien van het risicobeheer van de financieringsportefeuille

In de financiële verordening heeft de raad het college bestuurlijk mandaat gegeven voor het uitoefenen van de financieringsfunctie. Het college zorgt daarbij voor:

  1. Het aantrekken van voldoende financiële middelen en het uitzetten van tijdelijke overtollige gelden;
  2. Het beheersen van de risico’s verbonden aan de financieringsfunctie, zoals renterisico’s, koersrisico’s en kredietrisico’s.
  3. Het beperken van de kosten van leningen en het bereiken van voldoende rendement op uitzettingen.
  4. Het beperken van de interne verwerkingskosten en externe kosten bij het beheren van de geldstromen en financiële posities.

Kaderstellende documenten

Financiële verordening ex artikel 212 Gemeentewet (2023).
Beleidskader reserves en voorzieningen (2016).

Rentelasten, rentebaten, renteverdeling

De door de gemeente betaalde en ontvangen rente wordt per saldo verantwoord op Algemene dekkingsmiddelen.

Financieringsbehoefte

De financieringsbehoefte is vastgesteld op basis van ongewijzigd beleid. Voor komend jaar wordt niet verwacht dat er een nieuwe langlopende lening aangetrokken hoeft te worden.

Renteverwachtingen 2025

Een belangrijke variabele bij de uitvoering van het financieringsbeleid is de toekomstige renteontwikkeling. De keuze tussen korte en lange looptijden wordt mede bepaald door de verwachte renteontwikkelingen. Het gewogen gemiddelde rentepercentage in 2025 is 0,51% (2024 0,51%).

Renterisicobeheer

Het renterisico is het volume aan uitstaande schuld, dat aan renteherziening onderhevig is. De wetgever heeft in de Wet financiering decentrale overheden (Fido) eisen gesteld aan het renterisico dat een gemeente in enig jaar mag lopen. Deze eisen komen tot uitdrukking in de kasgeldlimiet (voor leningen met een looptijd tot 1 jaar) en de renterisiconorm (voor leningen met een looptijd vanaf 1 jaar). Het college zorgt ervoor dat de gemeente verantwoord en goedkoop financiert binnen de gegeven normen.

Kasgeldlimiet
De kasgeldlimiet houdt in, dat maximaal 8,5% van de totale begroting met kort geld gefinancierd mag zijn. Voor 2025 is dit voor onze gemeente maximaal € 8,4 miljoen (2024 € 8,1 miljoen). Normaliter wordt getracht tot aan de kasgeldlimiet via kortlopende leningen te financieren omdat de rente voor kortlopende leningen lager is dan die van langlopende leningen. Eind 2020 hebben we echter een langlopende lening afgesloten waardoor we verwachten in 2025 nog steeds geen kortlopende lening te hoeven afsluiten.

Renterisiconorm
De renterisiconorm houdt in dat maximaal 20% van het totaal van de begroting aan een renteherziening onderhevig mag zijn. Dit betekent dat we maximaal over € 19,7 miljoen (2023 € 19 miljoen) renterisico mogen lopen. Het totaal op de langlopende leningen af te lossen bedrag in 2025 bedraagt € 3,8 miljoen (gelijk aan 2024). We voldoen aan de renterisiconorm.

Renteschema
Er is voor 2025 geen rente geen toegerekend aan de verschillende taakvelden op basis van de boekwaarde van de activa. Dit doordat het verplicht schatkistbankieren op dit moment meer oplevert dan dat we kwijt zijn aan de rentes voor de lopende leningen. Deze situatie is van tijdelijke aard door de geplande investeringen in de komende jaren. Rente aan het grondbedrijf is toegerekend op basis van het gewogen gemiddelde rentepercentage afgezet tegen de waarde van de bouwgrondexploitaties.

Liquiditeiten

Ook in de toekomst zullen wij een beroep moeten blijven doen op de kapitaalmarkt. Aan de hand van de vastgestelde begroting 2025 wordt een meerjarige liquiditeitenplanning opgesteld. Op deze wijze hebben we sturing op onze financieringsbehoefte en de daaraan verbonden kosten.

Schatkistbankieren
Door de wet over schatkistbankieren zijn de decentrale overheden verplicht het grootste deel van hun liquide middelen aan te houden in de schatkist. De hoogte van deze drempel bedraagt 0,75% van het jaarlijkse begrotingstotaal en bedraagt voor onze gemeente voor 2025 ongeveer € 741.000,- (2024 ongeveer € 713.000).

Renterisico vaste schuld over de jaren 2025 t/m 2028 2025 2026 2027 2028
x € 1.000
Omvang begroting (stand primaire begroting) 98.610 90.500 88.713 90.037
Grondslagpercentage 20% 20% 20% 20%
Renterisiconorm 19.722 18.100 17.743 18.007
Renteherziening 0 0 0 0
Aflossingen 3.800 2.550 2.550 3.300
Rente risico 3.800 2.550 2.550 3.300
Toets renterisico
Renterisiconorm 19.722 18.100 17.743 18.007
Totaal rente risico 3.800 2.550 2.550 3.300
Ruimte (+)/Overschrijding (-) 15.922 15.550 15.193 14.707

Bedrijfsvoering

Bedrijfsvoering

Terug naar navigatie - Bedrijfsvoering

De hoofdpunten van beleid worden beschreven in de programma’s van de begroting. Het realiseren van die beleidsdoelen kan alleen met de inzet van diverse middelen als personele inzet, financiële middelen en administratie, communicatie, ICT, onderzoek, informatievoorziening en archivering, juridische adviezen, inkoop, huisvesting en andere ondersteunende faciliteiten. De inzet dient effectief, efficiënt en integer te zijn.

De bedrijfsvoering en de ontwikkeling daarvan hangt nauw samen met vraagstukken rondom sturing en control. Met de woorden: "zijn we in control” wordt bedoeld of de besturing van de ambtelijke organisatie beheerst wordt. Lopen de processen zoals ze moeten lopen en zijn ze efficiënt ingericht, worden de processen en de kosten beheerst en zijn (financiële) risico’s benoemd, zijn risicobeheersmaatregelen tijdig getroffen, zijn de te behalen resultaten helder en smart geformuleerd, boeken we de resultaten die zijn afgesproken, wordt er op de juiste momenten verantwoording afgelegd? Al deze zaken hebben permanent aandacht.

Bedrijfsvoering gaat daarnaast ook over innovatie: kunnen we de processen slimmer organiseren en kan het beter en goedkoper? In deze paragraaf wordt inzicht gegeven in de belangrijkste ontwikkelingen die in de gemeentelijke bedrijfsvoering spelen.

Kaderstellende documenten

Terug naar navigatie - Kaderstellende documenten

Organisatiebesluit (2021)
OWO-Visie (2021)
Bestuursovereenkomst OWO-samenwerking 2024
Inkoop en aanbestedingsbeleid OWO 2018
Uitvoeringsnotitie inkoop en aanbestedingen 2021
Normenkader rechtmatigheid (wordt jaarlijks door het college vastgesteld)

Accountantscontrole en rechtmatigheid

Terug naar navigatie - Accountantscontrole en rechtmatigheid

Goedkeurings- en rapporteringstolerantie
De raad heeft een kaderstellende rol met betrekking tot de accountantscontrole. In het Besluit accountantscontrole decentrale overheden staan de wettelijke goedkeurings- en rapporteringstoleranties in een percentage van de omvangsbasis (de totale lasten van de gemeente) vermeld. De raad kan een lager percentage voor deze toleranties vaststellen. De uitgangspunten voor de accountantscontrole 2025 zijn ongewijzigd ten opzichte van voorgaande jaren:

De goedkeuringstolerantie is vastgesteld op de wettelijke norm van 1% voor fouten en 3% voor onzekerheden.
De rapporteringstolerantie is vastgesteld op 0,5% voor fouten en 1,5% voor onzekerheden.

Normenkader
Het normenkader bestaat uit alle wet- en regelgeving, die van belang zijn voor de rechtmatigheidsverantwoording en de accountantscontrole. Het normenkader per 31 december wordt jaarlijks door de raad vastgesteld.

Controleplan
Het controleplan van de accountant wordt met de auditcommissie van de raad afgestemd.
Met het vaststellen van de begroting worden ook de bovenvermelde uitgangspunten voor de accountantscontrole vastgesteld.

Rechtmatigheidsverantwoording
In de rechtmatigheidsverantwoording licht het college van burgemeester en wethouders toe in hoeverre het begrotings-, voorwaarden- en misbruik en oneigenlijk gebruik criterium zijn nageleefd.

Begrotingscriterium: De financiële handelingen moeten passen binnen door de raad vastgestelde budgetten, zoals opgenomen in de begroting.

Voorwaardencriterium: Het gaat daarbij om toetsing of de financiële beheershandelingen (recht, hoogte en duurbepalingen) zijn verricht in overeenstemming met (externe en interne) wet- en regelgeving.

Misbruik en oneigenlijk gebruik: Het gaat om bijvoorbeeld toetsing op juistheid en volledigheid van gegevens die door derden zijn verstrekt met het oog op het voorkomen van misbruik en oneigenlijk gebruik van regelingen.  Dit kan zowel intern als extern gebeuren.

Om uitspraken over de rechtmatigheid te kunnen doen, is er onder andere een interne controle ingericht. Jaarlijks worden de materiële geldstromen gecontroleerd. De accountant beoordeelt de rechtmatigheidsverantwoording bij de jaarrekening op getrouwheid. Dat betekent dat de accountant controleert of de uitspraken in de rechtmatigheidsverantwoording een goed beeld geven.

Ontwikkelingen
Waarschijnlijk komen er aanpassingen in wet- en regelgeving rondom de rechtmatigheidsverantwoording. Zo wordt mogelijk het Besluit accountantscontrole decentrale overheden aangepast met één percentage voor fouten en onzekerheden van gezamenlijk 2%. Ook wordt de kadernota rechtmatigheid aangepast. Dergelijke wijzigingen worden, zodra deze inwerking treden en waar relevant, met de raad afgestemd.

Informatiebeveiliging

Terug naar navigatie - Informatiebeveiliging

De gemeente heeft een grote hoeveelheid aan informatie van onder andere: inwoners, medewerkers en samenwerkingspartners. Informatie is een van de belangrijkste bedrijfsmiddelen van de gemeente. Het beschermen van deze informatie is van groot belang in de huidige digitale samenleving. De ontwikkelingen in de digitale wereld vragen om een continue doorontwikkeling van onze informatiebeveiliging.

Als gemeente werken we met de Baseline Informatiebeveiliging Overheid (BIO). De BIO bestaat uit maatregelen op organisatorisch, fysiek en technisch gebied en geldt voor de gehele overheid. Daarnaast zijn er specifieke wetten die eisen stellen op het gebied van privacy en informatiebeveiliging, zoals: de Wet basisregistratie personen (BRP), de Paspoortuitvoeringsregeling Nederland (PUN), de Wet structuur uitvoeringsorganisatie werk en inkomen (Suwinet). De eisen uit de BIO, aangevuld met eisen uit specifieke nationale wetten & Europese richtlijnen en verordeningen, zijn de basis voor de ontwikkeling van nieuw beleid voor de gemeente op het gebied van informatiebeveiliging. De ontwikkelingen in wet- en regelgeving volgen wij nauwgezet en vertalen wij naar de eigen organisatie. Zoals de doorontwikkeling van de BIO en de komst van de NIS2-richtlijn.

ENSIA-audit
Met de ENSIA-audit zijn we als gemeente in staat om te kijken hoe de organisatie ervoor staat op het gebied privacy en informatiebeveiliging. De audit wordt jaarlijks uitgevoerd en bestaat uit een zelfevaluatie en een toetsing door een externe IT-auditor. Door het zicht op de stand van zaken kunnen concrete acties worden genomen om de beveiliging van de informatie van onze inwoners verder te versterken. ENSIA sluit aan op de gemeentelijke planning & control-cyclus en heeft tot doel het verantwoordingsproces over informatieveiligheid bij gemeenten verder te professionaliseren. Ook in 2025 wordt de ENSIA-audit uitgevoerd.

Openbaarheidsparagraaf

Inleiding

Terug naar navigatie - Inleiding

De Wet open overheid (Woo) kent drie doelstellingen: 
1.    Het openbaar maken van informatie op verzoek.
2.    Het actief openbaar maken van informatie.
3.    Het in goede, geordende en toegankelijke staat brengen en houden van alle overheidsdocumenten. 

Het openbaar maken van informatie op verzoek en het in goede, geordende en toegankelijke staat brengen en houden van overheidsdocumenten zijn geen nieuwe verplichtingen. Deze bestonden al onder de Wet openbaarheid van bestuur, de voorganger van de Woo.  Ook de Archiefwet geeft aan dat overheidsdocumenten in goede en geordende staat moeten zijn. We werken in OWO-verband samen aan de invoering van het actief openbaar maken van informatie en het in goede, geordende en toegankelijke staat brengen en houden van documenten.

Waar staan we?

Terug naar navigatie - Waar staan we?

Vanaf 1 november 2024 moeten voor de gemeenten onderstaande informatiecategorieën van de Wet open overheid (Woo) verplicht openbaar gemaakt worden, onder voorbehoud dat de Koninklijke Besluiten genomen zijn.

Dit betreft:
•    Wetten en algemeen verbindende voorschriften  
•    Overige besluiten van algemene strekking 
•    Organisatie en werkwijze 
•    Bereikbaarheidsgegevens 

Aan de eerste twee van de vier informatiecategorieën wordt al voldaan. Voor de laatste twee, organisatie en werkwijze en de bereikbaarheidsgegevens, zorgen de OWO-gemeenten ervoor dat dit uiterlijk 1 november geregeld is.

Wat gaan we in 2025 doen?

Terug naar navigatie - Wat gaan we in 2025 doen?

Het openbaar maken van informatie op verzoek
Het afhandelen van Woo-verzoeken wordt door de gemeenten uitgevoerd. Woo verzoeken hoeven op dit moment nog niet actief openbaar gemaakt worden. Daarvoor zullen in 2025 acties ondernomen worden om hierop voor te bereiden.

Het actief openbaar maken van informatie
Het is op dit moment nog niet bekend wanneer de volgende informatiecategorieën actief openbaar moeten worden gemaakt. We volgen het Rijk en de VNG actief om zo bekend te zijn met deze planning om daar vervolgens ook aan te gaan voldoen om zo ook de overige informatiecategorieën tijdig openbaar te maken. Voor actieve bekendmaking van informatiecategorieën, waaronder bijvoorbeeld Woo-verzoeken, wordt onderzocht hoe, waar en op welke manier deze in de toekomst gepubliceerd kunnen worden.

Het in goede, geordende en toegankelijke staat brengen en houden van alle overheidsdocumenten
We werken aan het verbeteren van de informatiehuishouding. Dit doen we o.a. door het wegwerken van de achterstanden en het implementeren van een kwaliteitssysteem voor informatie- en archiefbeheer. We zetten (de komende jaren) vervolgstappen naar een e-depotvoorziening. De Visie e-depot OWO-samenwerking is in het voorjaar 2024 vastgesteld.

Verbonden partijen

Verbonden partijen

Terug naar navigatie - Verbonden partijen

Het doel van deze paragraaf

In de verschillende programma’s worden maatschappelijke effecten beoogd die (mede) door externe organisaties worden verwezenlijkt. In een aantal daarvan heeft de gemeente een bestuurlijk en een financieel belang. In deze paragraaf wordt daarvan een overzicht gegeven.

Definitie verbonden partijen

Een verbonden partij is een privaatrechtelijke of publiekrechtelijke organisatie waarin de gemeente een bestuurlijk én een financieel belang heeft.

Van een financieel belang is sprake als:

  • Een aan de verbonden partij ter beschikking gesteld bedrag niet verhaalbaar is als de verbonden partij failliet gaat.
  • De gemeente voor bedragen aansprakelijk kan worden gesteld als de verbonden partij haar verplichtingen niet nakomt.

Van een bestuurlijk belang is sprake als de gemeente zeggenschap heeft, hetzij door vertegenwoordiging in het bestuur, hetzij door stemrecht. Dit betekent concreet dat er sprake is van een bestuurlijk belang als de burgemeester, een wethouder of een raadslid van de gemeente namens de gemeente in het bestuur van de partij plaatsneemt of namens de gemeente stemt.

 Visie op en de beleidsvoornemens betreffende verbonden partijen

De gemeente heeft met het oog op het beperken van regelgeving geen afzonderlijke Kadernota verbonden partijen vastgesteld. Visie en beleid op verbonden partijen zijn daarom terug te vinden in deze paragraaf. De gemeente voert overheidstaken uit en wil doelen bereiken in de samenleving. Dit moet effectief en efficiënt. In een aantal gevallen kan de gemeente deze taken en doelen niet of moeilijk zelf uitvoeren en is er een noodzaak om met andere gemeenten, provincie of waterschap samen te werken. De gemeente Opsterland voert hierbij een terughoudend beleid. Verbonden partijen worden alleen aangegaan als dit door de wet verplicht wordt gesteld of als er een ondubbelzinnig gemeentelijk belang is, gerelateerd aan grensoverschrijdende belangen en/of de kwaliteit en efficiëntie van de uitvoering van de taken.

Bij deelname aan een verbonden partij moet aan de volgende voorwaarden worden voldaan:

  1. De op te richten verbonden partij moet bij uitstek het instrument zijn om het gemeentelijke doel te realiseren.
  2. Er moet een gedegen afweging plaatsvinden met betrekking tot de vorm van de verbonden partij (praktisch en beperken van bestuurlijke drukte).
  3. De verdeling van taken, verantwoordelijkheden en bevoegdheden moet helder en duaal omschreven worden.
  4. Bij het aangaan van verbonden partijen moet volstrekte duidelijkheid bestaan over zaken als werkwijze, zeggenschapsverhoudingen, winst- en risicoverdeling en te leveren (toetsbare) prestaties.
  5. Er moeten duidelijke afspraken worden gemaakt over de inzichtelijkheid en beheersbaarheid van (financiële) risico’s.
  6. Er moeten voldoende waarborgen in de regeling worden opgenomen voor democratische legitimatie (bij overdracht raadsbevoegdheden) en voor controle en beïnvloeding door o.a. inzichtelijke en transparante begrotingen en verantwoordingen, het verstrekken van relevante en adequate informatie (nieuwsbrieven en tussenrapportages) en door controlemechanismen als financiële adviescommissies en rekenkameronderzoek.

 Kaderstellende documenten

De diverse gemeenschappelijke regelingen en daaraan ten grondslag liggende collegebesluiten en raadsbesluiten.

Overzicht verbonden partijen

Terug naar navigatie - Overzicht verbonden partijen

Lijst verbonden partijen

  • Gemeenschappelijke regelingen:
    • Veiligheidsregio Fryslân te Leeuwarden
    • Fryske Utfieringstsjinst Miljeu en Omjouwing (FUMO) te Grou
    • Sociale werkvoorziening Fryslân te Drachten
    • Recreatieschap De Marrekrite te Leeuwarden
    • Adviescommissie Ruimtelijke Kwaliteit (voorheen Hûs en Hiem) te Leeuwarden
    • Exploitatiemaatschappij Bedrijvenpark Drachten te Drachten
  • Vennootschappen:
    • Caparis NV te Drachten
    • NV Afvalsturing Fryslân
    • NV Fryslân Miljeu
    • NV Bank Nederlandse Gemeenten te Den Haag
    • BV Publiek Belang Elektriciteitsproductie te Den Bosch
    • CSV Amsterdam BV Den Bosch
Lijst van verbonden partijen
1. Gemeenschappelijke regelingen
Belang
Gemeenschappelijke regeling Vestigingsplaats Portefeuille (eigenaar / inhoud) Bestuurlijk belang Aandeel
1.1 samenwerking sociaal domein Friese gemeenten Leeuwarden Libbe de Vries
1.2 Veiligheidsregio Fryslân (VRF) Leeuwarden Andries Bouwman Libbe de Vries
1.3 Recreatieschap Marrekritte Uitwellingerga Rob Jonkman
1.4 Fryske Utfieringstsjinst Miljeu en Omjouwing (FUMO) Grou Marcel van Opzeeland
1.5 Adviescommissie Ruimtelijke Kwaliteit (voorheen Hûs en Hiem) Leeuwarden Marcel van Opzeeland
1.6 Exploitatiemaatschappij Bedrijvenpark Drachten Drachten Marcel van Opzeeland
1.7 Sociale Werk Voorziening Drachten Libbe de Vries
Vermogensstructuur en resultaat
Gemeenschappelijke regeling Eigen vermogen per 1-1 2023 Eigen vermogen per 31-12 2023 Vreemd vermogen per 1-1 2023 Vreemd vermogen per 31-12 2023 Resultaat 2023 Lening per 31-12 2021 Garantstelling 0,001
1.1 samenwerking sociaal domein Friese gemeenten in € 1.000,- - - - - -
1.2 Veiligheidsregio Fryslân (VRF) in € 1.000,- 9.527 8.868 81.045 82.448 562 - -
1.3 Recreatieschap Marrekritte in € 1.000,- 4.704 4.328 4.813 4.894 0
1.4 Fryske Utfieringstsjinst Miljeu en Omjouwing (FUMO) in € 1.000,- 1.207 1.279 3.824 5.327 72
1.5 Adviescommissie Ruimtelijke Kwaliteit (voorheen Hûs en Hiem) in € 1.000,- 338 257 483 453 -84
1.6 Exploitatiemaatschappij Bedrijvenpark Drachten in € 1.000,- 6.083 6.531 2.220 1.538 488
1.7 Sociale Werk Voorziening in € 1.000,- - - 3.719 4.210 -
2. Vennootschappen en coöperaties
Belang
Vennootschappen en coöperaties Vestigingsplaats Portefeuille (eigenaar / inhoud) Bestuurlijk belang Aandeel Nominale waarde Gestort Boekwaarde
2.1 a. Afvalsturing Friesland N.V. (OMRIN) Leeuwarden Rob Jonkman € 54.000 (120 aandelen) 54000
2.2 b. N.V. Fryslân Miljeu Leeuwarden Rob Jonkman € 51.670 (11.381 aandelen) 52000
2.3 Caparis NV Drachten Rob Jonkman &Libbe de Vries 12,5% aandelenkapitaal, 25% zeggenschap 3000
2.4 N.V. Bank Nederlandse gemeenten(BNG) Den Haag Rob Jonkman 66.651 aandelen a € 2,50 nominaal. Het brutodividend over 2023 was € 143,966 151000
2.5 Publiek Belang Elektriciteitsproductie BV Den Bosch Rob Jonkman 34.746 aandelen in de PBE (0,02 %). 0
2.6 CSV Amsterdam BV Den Bosch Rob Jonkman 464 aandelen in de BV (0,02 %). 0
Vermogensstructuur en resultaat
Vennootschappen en coöperaties Eigen vermogen per 1-1 2023 Eigen vermogen per 31-12 2023 Vreemd vermogen per 1-1 2023 Vreemd vermogen per 31-12 2023 Resultaat 2023
2.1 Afvalsturing Friesland N.V. (OMRIN) in € 1.000,- 70.303 78.528 119.141 109.366 10.322
2.2 N.V. Fryslân Miljeu in € 1.000,- 11.303 11.572 23.497 26.299 1.007
2.3 Caparis NV in € 1.000,- 8.174 7.594 20.697 20.089 -580
2.4 N.V. Bank Nederlandse gemeenten(BNG) in € 1.000.000,- 4.615 4.721 107.471 110.819 240
2.5 Publiek Belang Elektriciteitsproductie BV in € 1.000,- 1.480.014 1.444 9.941 31.981 -36
2.6 CSV Amsterdam BV in € 1.000,- 210 84 13 64 -126
Veiligheidsregio Fryslân te Leeuwarden
Gemeenschappelijke regeling
Deelnemers Een gemeenschappelijke regeling met de 18 Friese gemeenten. Zowel bestuurlijk als ambtelijk bestaan er gremia waarin (één van de) OWO-gemeente(n) vertegenwoordigd is/zijn:
·         Deelname in Algemeen Bestuur (AB) van de VRF (drie burgemeesters);
·         Deelname in Dagelijks Bestuur (DB) van de VRF (burgemeester Ooststellingwerf);
·         Deelname in Bestuurscommissie Veiligheid van de VRF (drie burgemeesters);
·         Deelname in Agendacommissie Veiligheid van de VRF (burgemeester Ooststellingwerf);
·         Deelname in Bestuurscommissie Gezondheid (drie portefeuillehouders);
·         Deelname in Agendacommissie Gezondheid (Heerenveen);
·         Deelname in POOK (Plenair Overleg Oranje Kolom) drie gemeentesecretarissen;
. Deelname in ambtelijk regionaal overleg (zowel VRF-breed als in district Zuidoost)
Ambtenaren Openbare Orde en Veiligheid (AOV’ers)).
Gemeentelijk belang en openbaar belang Veiligheidsregio Fryslân (VRF) is een samenwerkingsverband van de Friese gemeenten, Brandweer Fryslân, GGD Fryslân en andere partners. In de VRF werken zij samen aan brandweerzorg, publieke gezondheidszorg, rampenbestrijding en crisisbeheersing. Zo willen we (gezondheids)risico’s zo veel mogelijk beperken en het beleid van gemeenten op het gebied van gezondheid en veiligheid bevorderen.
Financieel belang Bijdrage 2025 € 3.834.304:
1. Gezondheid € 1.563.916
2. Veiligheid € 179.360
3. Brandweer € 2.091.034
Omvang van het vermogen x € 1.000 Eigen vermogen: Vreemd vermogen:
1-1-2023 € 9.527 1-1-2023 € 81.045
31-12-2023 € 8.868 31-12-2023 € 82.448
Resultaat x € 1.000 €562 (2023)
Risico's Als de VRF afwijkt van afspraken over de begroting, krijgen de gemeenten achteraf alsnog de rekening gepresenteerd. Dit risico beheersen we intern door periodiek de uitgaven te monitoren en bij bestuurlijk en ambtelijk overleg input te leveren. Daarnaast bespreken we de begroting en de jaarrekening van de VRF in de planning- en controlcyclus van de VRF. Daarnaast is zien we jaarlijks een verder toenemende gemeentelijke bijdrage, veelal veroorzaakt door autonome ontwikkelingen die ook de VRF raken. De prijsstijgingen gecombineerd met een takendiscussie blijven onderwerp van gesprek.
Programma 1 Veiligheid; 4 Onderwijs; 6 Sociaal domein; 7 Volksgezondheid en milieu
Portefeuillehouder Andries Bouwman
Fryske Utfieringstsjinst Miljeu en Omjouwing (FUMO) te Grou
Gemeenschappelijke regeling
Deelnemers Alle Friese gemeenten, de provincie Fryslân en het Wetterskip Fryslân.
Vertegenwoordiging in algemeen bestuur door wethouder Marcel Opzeeland.
Gemeentelijk belang en openbaar belang Deelname aan de FUMO is wettelijk verplicht gesteld voor alle Friese gemeenten. Hiermee wordt beoogd de uitvoering van de milieuregelgeving te professionaliseren, te uniformeren en de afstemming met andere handhavingspartners (Justitie) te verbeteren. In het basistakenpakket is vastgelegd voor welke activiteiten (van bedrijven en instellingen) de FUMO haar werkzaamheden moet uitvoeren. De gemeente blijft het bevoegd gezag.
De FUMO voert voor de gemeente gedeeltelijk het omgevingsrecht uit: de vergunningverlening en het toezicht van het milieucomponent van grote en complexe bedrijven en instellingen.
Financieel belang Bijdrage 2025 € 525.892
Omvang van het vermogen x € 1.000 Eigen vermogen: Vreemd vermogen:
1-1-2022 € 1.207 1-1-2022 € 3.824
31-12-2022 € 1.279 31-12-2022 € 5.327
Resultaat x € 1.000 € 72 (2023)
Risico's De Gemeenschappelijke Regeling brengt een inherent risico mee, dat alle deelnemers moeten bijspringen bij eventuele tekorten.
We voeren toezicht op de uitvoering van de taken door de FUMO. Op bestuurlijk niveau in het Algemeen Bestuur. Op ambtelijk niveau door deelname aan de Controllersgroep en het Opdrachtgeversoverleg. We hebben enkel de wettelijk verplichte basistaken in de FUMO ondergebracht. Niet de plustaken. Daarmee zijn we niet aansprakelijk voor de risico’s die met de uitvoering van plustaken gepaard gaan. Dat er risico's kleven aan een dergelijke regeling blijkt uit de laatste wijziging van de regeling. Er wordt vanaf 2022 door de deelnemers betaald voor de verkregen diensten in plaats van het huidige abonnementstarief per aantal bedrijven. Hiermee wordt er dus alleen betaald als er ook daadwerkelijk een dienst van de FUMO wordt verkregen. Deze wijziging in de financieringssystematiek heeft voor onze gemeente een forse verhoging van de bijdrage betekend.
Programma 7 Volksgezondheid en milieu; 8 Bouwen, wonen en gronden
Portefeuillehouder Marcel van Opzeeland
Gemeenschappelijke Regeling Sociale Werkvoorziening Fryslân te Drachten
Gemeenschappelijke regeling
Deelnemers Er nemen naast Opsterland nog 7 gemeenten deel. Vertegenwoordiging in dagelijks en algemeen bestuur: wethouder de Vries
Gemeentelijk belang en openbaar belang De taken vanuit de voormalige Wet sociale werkvoorziening (WSW) moeten door ons als gemeente worden uitgevoerd. Op basis van efficiency en financiële redenen zijn deze taken uitbesteed aan de GR. Vanaf 1 januari 2015 is nieuwe instroom in de WSW niet meer mogelijk. Dit heeft tot gevolg dat de WSW alleen nog van kracht blijft voor de huidige werknemers met een vaste aanstelling. Voor de toekomst heeft de GR besloten de WSW verantwoord en versneld af te bouwen, met aandacht voor de positie van de huidige werknemers. Dit doen we door een gezamenlijk beschutwerkbedrijf (met 8 deelnemende gemeenten) in stand te houden.
Vanaf 1-1-2020 zijn de activiteiten van de GR veranderd waarbij geen sprake meer is van de uitvoering van de WSW. Door de gemeente is een DVO (dienstverleningsovereenkomst) afgesloten met Caparis voor de uitvoering van deze activiteiten. Vanaf 2020 is daarom de bijdrage aan de GR vrijwel nihil.
Financieel belang Bijdrage 2023 opgenomen bij Caparis NV
Omvang van het vermogen x € 1.000 Eigen vermogen: Vreemd vermogen:
31-12-2022 € 0 31-12-2022 € 3.719
31-12-2023 € 0 31-12-2023 € 4.210
Resultaat x € 1.000 € 0 (2023)
Risico's Als gemeente zijn we verantwoordelijk voor uitstaande geldleningen van de GR.
Programma 6 Sociaal domein
Portefeuillehouder Libbe de Vries
Marekritte
Gemeenschappelijke regeling
Deelnemende partijen Provincie Fryslân en 13 Friese gemeenten. Vertegenwoordiging in het dagelijks bestuur door wethouder Jonkman
Gemeentelijk belang en openbaar belang Het behartigen van de gemeenschappelijke belangen van 13 deelnemende Friese gemeenten (excl. Ooststellingwerf en de vier eilanden) en de provincie Fryslân met als doel een uniforme, toeristische recreatieve infrastructuur op water en land te bewerkstelligen. Voor waterrecreatie betreft dit onderhoud en beheer van aanlegvoorzieningen, boeien en bakens, het baggeren van waterwegen en de afvoer van recreatieafval. Voor landrecreatie worden Toeristische Overstap Punten (TOP's) en het fiets-en wandelknooppuntennetwerk beheerd.
Financieel belang bijdrage 2025: € 28.759
Omvang van het vermogen x € 1.000 Eigen vermogen: Vreemd vermogen:
0 1-1-2023 € 4.704 1-1-2023 € 4.813
0 31-12-2023 € 4.328 31-12-2023 € 4.894
Resultaat x € 1.000 Resultaat 2023 € 91,waarvan ontrekking uit de reserve € 257
Risico's De risico’s zijn in beginsel niet heel groot. Wel is er een inherent risico bij een gemeenschappelijke regeling dat de deelnemers moeten bijspringen bij eventuele tekorten.
Portefeuillehouder Rob Jonkman
Adviescommissie Ruimtelijke Kwaliteit (voorheen Hûs en Hiem) te Leeuwarden
Gemeenschappelijke regeling
Deelnemers Een Gemeenschappelijke Regeling van deelnemende gemeenten op het gebied van de bouwkundige, stedenbouwkundige en landschappelijke schoonheid in de provincie Fryslân. Vertegenwoordiging in het dagelijks bestuur door wethouder van Opzeeland.
Gemeentelijk belang en openbaar belang De commissie Ruimtelijke Kwaliteit Hûs en Hiem, welstandadvisering en monumentenzorg heeft als doel de gemeenschappelijke belangen van de deelnemende gemeente te behartigen op het gebied van de bouwkunstige, stedenbouwkundige en landschappelijke schoonheid in de provincie Friesland. Betrokken gemeenten moeten op grond van de nieuwe Omgevingswet een onafhankelijke commissie benoemen die zich uitspreekt over verbouwingen, sloop of verplaatsing van rijksmonumenten. Daarnaast adviseert deze commissie ook over meer kwaliteitsvragen dan monumenten alleen.
Financieel belang Voor de dienstverlening biedt de gemeente geen vergoeding aan deze GR. Leges die de GR - Hûs en Hiem bij de gemeente in rekening brengt worden één op één doorberekend naar de aanvrager. De Gemeenschappelijke Regeling is budgetneutraal.
Omvang van het vermogen x € 1.000 Eigen vermogen: Vreemd vermogen:
1-1-2022 € 338 1-1-2022 € 483
31-12-2023 € 257 31-12-2022 € 453
Resultaat x € 1.000 € -84 (2023)
Risico's In feite loopt de gemeente geen risico. Kosten gemaakt door de commissie worden één-op-één in rekening gebracht bij de aanvrager. Daarnaast is de financiële positie van de regeling gezond. Wel is het zaak alert te blijven bij maatschappelijke ontwikkelingen.
Programma 8 Bouwen, wonen en gronden
Portefeuillehouder Marcel van Opzeeland
Exploitatiemaatschappij Bedrijvenpark Drachten
Gemeenschappelijke regeling
Deelnemers Gemeenten Opsterland en Smallingerland
Bestuurlijk belang Het te behartigen belang is het ontwikkelen en exploiteren van het bedrijvenpark Drachten en het verzorgen van een optimale afstemming van alle hiermee samenhangende aspecten en bevoegdheden van de beide deelnemers, de gemeenten Smallingerland en Opsterland.
Zeggenschap 50%
Financieel belang Er wordt geen exploitatiebijdrage betaald. De activiteiten binnen de GR worden door medewerkers van de beide gemeenten verricht.
Omvang van het vermogen x € 1.000 Eigen vermogen: Vreemd vermogen:
1-1-2022 € 6.083 1-1-2022 € 2.220
31-12-2023 € 6.531 31-12-2022 € 1.538
Resultaat x € 1.000 € 488 (2023)
Risico's De prognoses van de resultaten zijn gebaseerd op aannames (restant looptijd, tempo van verkopen, fasering woonrijp maken). De verwachtingen, waar de resultaten op zijn gebaseerd zijn zo goed mogelijk onderbouwd. Echter hoe langer de looptijd van de exploitatie, hoe minder betrouwbaar de prognoses en dus ook het berekende resultaat zijn. Beide gemeenten zijn op basis van de afgesproken verdeelsleutel aansprakelijk voor eventuele verliezen. We gaan er op basis van de huidige verwachtingen vanuit dat er sprake is van een winstgevende exploitatie.
Programma 3 Economie
Portefeuillehouder Marcel van Opzeeland
Caparis NV
Vennootschappen en Coöperaties Naamloze vennootschap
Deelnemers Heerenveen, Leeuwarden,Opsterland, en Smallingerland
Bestuurlijk belang De gemeente Opsterland is aandeelhouder van het sociaal ontwikkelbedrijf Caparis NV. Caparis helpt de gemeente bij de bemiddeling van mensen naar regulier werk of biedt mensen een beschutte werkplek (sociale werkvoorziening, afspraakbanen en beschut werk). De gemeente Opsterland heeft hiervoor dienstverleningsovereenkomsten afgesloten voor de uitvoering van deze activiteiten.
Zeggenschap 12,5% aandelenkapitaal, 25% zeggenschap
Financieel belang Bijdrage € 3.218 (2024) € 0
(x1.000)
Omvang van het vermogen x € 1.000 Eigen vermogen: Vreemd vermogen:
1-1-2022 € 8.174 1-1-2022 € 20.697
31-12-2023 € 7.594 31-12-2022 € 20.089
Financieel resultaat €-580 (2023)
(x1.000)
Risico's Caparis NV is omgevormd naar een sociale onderneming. We blijven aansprakelijk voor mogelijke tekorten op de bedrijfsvoering die ontstaan bij de NV. Door ons geringe aandeel (12,5%) in de nieuwe NV blijft het risico qua omvang beperkt. Onze invloed wordt wel groter omdat in de nieuwe NV de vier eigenaren elk een gelijke stem krijgen.
Ontwikkelingen Caparis wil hét Talentbedrijf van Fryslân worden. De komende jaren ligt het accent op drie centrale thema’s: talentontwikkeling, rendement en leiderschap. Doelstelling is om in 2030 het eerste circulaire talentbedrijf van Nederland te zijn. Door de nieuwe cao Sociale Werkvoorziening (SW) kunnen medewerkers nog eerder met vroegpensioen, waardoor de krimp van de voormalige sociale werkvoorziening nog harder gaat. Om blijvend ontwikkelkansen te geven aan zowel de nieuwe doelgroep vanuit de Participatiewet als de huidige sociale werkvoorziening-medewerkers is instroom van nieuwe doelgroepen (zowel afspraakbanen als beschut werk) noodzakelijk om de infrastructuur overeind te kunnen houden. Hiervoor zijn nieuwe afspraken gemaakt om meer mensen vanuit de Participatiewet bij Caparis te plaatsen. Indien dit niet lukt zullen er andere keuzes moeten worden gemaakt voor de toekomst van Caparis.
Programma 6 Sociaal domein
Portefeuillehouder Rob Jonkman
Omrin:
a. Afvalsturing Friesland N.V. (OMRIN) te Leeuwarden
b. N.V. Fryslân Miljeu te Leeuwarden
Vennootschappen en Coöperaties Naamloze vennootschappen
Invloed Gemeente is vertegenwoordigd in de Algemene Vergadering van Aandeelhouders door wethouder Jonkman.
Gemeentelijk belang en openbaar belang Omrin (Afvalsturing (a)en Fryslân Miljeu(b)) is het bedrijf van en voor gemeenten voor de reinigingstaken. Zij verwerkt het ingezamelde huishoudelijke afval en exploiteert de gemeentelijke milieustraat. Het bedrijf wil als totaaloplosser de gehele afvalketen bestrijken (van kringloop tot storten). Samen met de aandeelhouders wordt het beleid bepaald.
Financieel belang Aandelenkapitaal:
a. € 54.000 (120 aandelen)
b. € 51.670 (11.381 aandelen)
Dividend
€ 60.111 Afvalsturing Fryslan (bruto dividend2023)
€ 57.821 Fryslan Milieu (bruto dividend 2022, 2023 nnb)
Omvang van het vermogen x € 1.000 Afval sturing
Eigen vermogen: Vreemd vermogen:
31-12-2022 € 70 31-12-2022 € 119
31-12-2023 € 79 31-12-2023 € 109
Fryslân Miljeu
Eigen vermogen: Vreemd vermogen:
1-1-2022 € 11 1-1-2022 € 23
31-12-2023 € 12 31-12-2023 € 26
Resultaat x € 1.000 Afvalsturing Fryslan 2023 € 10
Fryslan Milieu 2023 € 1
Risico's De risico’s zijn beperkt. Op beleidsniveau is voor ons voldoende vertegenwoordiging en beslissingsbevoegdheid aanwezig. De onderneming heeft een gezonde financiële positie.
Programma 7 Volksgezondheid en milieu
Portefeuillehouder Rob Jonkman
N.V. Bank Nederlandse gemeenten te Den Haag
Vennootschappen en Coöperaties Naamloze vennootschap
Gemeentelijk belang en openbaar belang De kerntaak van de BNG is om tegen lage tarieven krediet te verstrekken aan of onder garantie van Nederlandse overheden. Daarmee speelt de bank een essentiële rol in de financiering van door overheden gewenste maatschappelijke investeringen. De aandeelhouders van de BNG zijn uitsluitend overheden. De Staat is houder van de helft van de aandelen. De andere helft is in handen van gemeenten, provincies en een hoogheemraadschap.
Financieel belang 66.651 aandelen a € 2,50 nominaal. Het brutodividend over 2023 was € 143,966
Vermogen x € 1.000 Eigen vermogen: Vreemd vermogen:
1-1-2023 € 4.615 1-1-2023 € 107.471
31-12-2023 € 4.721 31-12-2023 € 110.819
Resultaat x € 1.000 € 254.000 (2023)
Risico's Het aangaan en beheersen van risico’s is inherent aan de bedrijfsvoering van een bank. Zonder het accepteren van een bepaalde mate van krediet-, markt-, liquiditeits- en operationeel risico is het voeren van een bankbedrijf niet mogelijk. BNG Bank kent alleen een bankenboek en geen handelsboek. Het risicobeheer van BNG Bank is gericht op handhaving van het veilige risicoprofiel van de bank. Dit profiel komt tot uitdrukking in hoge externe kredietratings. Om deze reden hanteert BNG Bank een strak kapitalisatiebeleid, met ondergrenzen voor de leverage ratio en de Tier 1-ratio. Deze grenzen bepalen in combinatie met de beperking van de dienstverlening zoals vastgelegd in haar statuten het werkgebied en de actieradius van de bank. In haar jaarverslag beschrijft en rapporteert de Bank uitgebreid haar risicomanagement. Dit jaarverslag is beschikbaar via www.bngbank.nl/jaarverslag.
Programma 0 Bestuur en ondersteuning
Portefeuillehouder Rob Jonkman
Publiek Belang Elektriciteitsproductie BV
Vennootschappen en Coöperaties Besloten Vennootschap
Deelnemende partijen Enkele gemeenten en provincies (oa. Voormalig aandeelhouders Essent)
Bestuurlijk belang Geen.
Zeggenschap De aandeelhouders hebben zeggenschap via het stemrecht op de aandelen. Opsterland bezit 34.746 aandelen in de PBE (0,02 %).
Financieel belang Bijdrage voor verrichte diensten is niet van toepassing.
Vermogen Eigen vermogen: Vreemd vermogen:
1-1-2023 € 1.480.014 1-1-2023 € 10
31-12-2023 € 1.444 31-12-2023 € 31.981
Financieel resultaat 2022 € -36.040
Risico's De boekwaarde van de aandelen is verwaarloosbaar, namelijk € 1. Het risico is nihil.
Ontwikkelingen Het bestuur van de vennootschap heeft met het Ministerie van Klimaat en Energie, ZEH Energy BV en Energy Resources Holding BV in februari 2024 overeenstemming bereikt over de terugtreding van PBE als contractpartij uit het Convenant Borging Publiek Belang Kerncentrale Borssele uit 2009. Daarmee resteren er geen openstaande contractuele verplichting meer en kan PBE als vennootschap worden ontbonden. Het bestuur van de vennootschap treft (status 20-8-24) voorbereidingen voor het definitief opheffen van de vennootschap en om de resterende liquide middelen na de Algemene Vergadering van Aandeelhouders op 26 september 2024 uit te keren aan de aandeelhouders naar rato van het aandelenbelang. Het risico en daarmee de aansprakelijkheid voor de aandeelhouders is relatief gering en beperkt tot de hoogte van het gestort aandelenkapitaal en het resterend werkkapitaal in deze vennootschap.
Programma 0 Bestuur en ondersteuning
Portefeuillehouder Rob Jonkman
CSV Amsterdam BV
Vennootschappen en Coöperaties Besloten Vennootschap
Deelnemende partijen Enkele gemeenten en provincies (oa. Voormalig aandeelhouders Essent)
Bestuurlijk belang Deze BV is van tijdelijke aard en handelt reserveringen voor risico’s en verstrekte leningen aan derden van het voormalige Essent af.
Zeggenschap De aandeelhouders hebben zeggenschap via het stemrecht op de aandelen. Opsterland bezit 464 aandelen in de BV (0,02 %).
Financieel belang Bijdrage voor verrichte diensten is niet van toepassing.
Vermogen Eigen vermogen: Vreemd vermogen:
1-1-2023 € 210 1-1-2023 € 13
31-12-2023 € 84 31-12-2023 € 64
Resultaat -/-€ 125.730 (2023)
Risico's De boekwaarde van de aandelen is verwaarloosbaar, namelijk € 5. Het risico en daarmee de aansprakelijkheid voor de aandeelhouders is relatief gering en beperkt tot de hoogte van het gestort aandelenkapitaal en het resterend werkkapitaal van deze vennootschap.
Ontwikkelingen CSV zal voorlopig nog voortbestaan om op eigen kosten en risico namens DeponieZuid B.V. (vennootschap onder Attero Holding B.V.), in overleg met de aandeelhoudersommissie, de gerechtelijke procedure te voeren tegen de Belastingdienst ten aanzien van de naheffingsaanslag afvalstoffenbelasting. In februari 2024 heeft CSV de motivering beroepschrift tegen de naheffingsaanslag afvalstoffenbelasting bij de Rechtbank ingediend. De Rechtbank heeft de Belastingdienst een termijn gesteld tot 22 maart 2024 voor het indienen van zijn verweerschrift. Afhankelijk van de uitspraak van de Rechtbank (verwachting eind 2024/begin 2025) zal, in overleg met aandeelhouderscommissie van CSV, de procedure al dan niet worden voortgezet. Na afwikkeling van deze gerechtelijke procedure of eventuele voortijdige beëindiging van deze procedure (bijvoorbeeld door een mogelijk compromis tussen de Belastingdienst en CSV of een besluit van de aandeelhouderscommissie de procedure niet verder voort te zetten) zal CSV kunnen worden opgeheven en de resterende liquide middelen kunnen worden uitgekeerd aan de aandeelhouders naar rato van het aandelenbelang. In april 2024 zal het bestuur van de vennootschap een aanvullende kapitaalstorting vragen aan de aandeelhouders. Deze aanvullende kapitaalstorting zal op voorstel van het bestuur van de vennootschap worden verrekend met de vrijval als gevolg van de opheffing van Publiek Belang Elektriciteitsproductie BV. Het risico en daarmee de aansprakelijkheid voor de aandeelhouders is relatief gering en beperkt tot de hoogte van het gestort aandelenkapitaal en het resterend werkkapitaal van deze vennootschap.
Programma 0 Bestuur en ondersteuning
Portefeuillehouder Rob Jonkman

Grondbeleid

Grondbeleid

Terug naar navigatie - Grondbeleid

Uitgangspunten

De hoofdlijnen van het grondbeleid zijn vastgelegd in de nota Grondbeleid. Dit beleid staat ten dienste van de programma’s 3 Economie (bedrijventerreinen) en 8 Bouwen, Wonen en Gronden (niet-bedrijventerreinen). Volgens de nota Grondbeleid wordt de keuze voor het voeren van een actief of faciliterend grondbeleid bij het ontwikkelen van nieuwe locatieplannen jaarlijks vastgelegd in de paragraaf grondbeleid.

In de begroting zijn de baten en lasten van de bouwgrondexploitatie, en de daarmee samenhangende financiële risico’s, als incidenteel opgenomen. Doordat (bouw-)grond een grote (boek-)waarde vertegenwoordigt, heeft het grondbeleid invloed op het weerstandsvermogen (hoogte van eigen vermogen). Door de grond marktconform te waarderen en door voorzieningen te vormen voor verwachte tekorten, zijn de financiële risico’s beheersbaar.

In de nota Grondbeleid is vastgesteld dat de keuze voor het voeren van een actief of faciliterend grondbeleid bij het ontwikkelen van nieuwe locatieplannen jaarlijks gedaan wordt in deze paragraaf grondbeleid. In tegenstelling tot voorgaande jaren zal in 2025 een actiever grondbeleid worden gevoerd over ruimtelijke ontwikkelingen op gemeentelijke grond om de woningbouw te stimuleren. Bij ontwikkelingen op particuliere gronden zal de gemeente faciliterend en ondersteunend optreden.

In nagenoeg alle dorpen zijn op dit moment gronden in eigendom voor woningbouw. De ontwikkelingen op het gebied van bedrijfsvestigingen concentreren zich in de dorpen Gorredijk en (in mindere mate) Wijnjewoude. Het bedrijventerrein Drachten-Azeven is onderdeel van de gemeenschappelijke regeling Exploitatiemaatschappij Bedrijvenpark Drachten en valt daarom buiten het kader van deze paragraaf.

In financieel opzicht wordt een gedegen koers gevaren. Dit uit zich in de navolgende zaken:
- Exploitaties worden zorgvuldig en behoedzaam opgezet. Zo wordt bijvoorbeeld bij het investeren in het bouw- en woonrijp maken van locatie(s) rekening gehouden met de verwachte grondopbrengsten. Het streven is betalingen optimaal gedekt te houden door inkomsten; dit verlaagt het (rente-)risico.
- Winstbepaling en winstneming vindt plaats volgens de geldende verslaggevingsvoorschriften (BBV);
- De buffer van de algemene reserve geeft dekking voor de financiële risico’s.

Kaderstellende documenten
Financiële verordening ex artikel 212 Gemeentewet (2023)
Nota Grondbeleid 2018-2021

Ontwikkelingen grondbedrijf

Terug naar navigatie - Ontwikkelingen grondbedrijf

1. Economische situatie en meerjarenperspectief

In 2024 en de daaropvolgende jaren zal de prognose van het financiële resultaat zich stabiliseren ten opzichte van de prognose in de begroting van 2023. Door de aantrekkende woningmarkt is er een toename van de vraag naar (koop-)woningen. Zowel in de begroting van 2024 als in het meerjarenperspectief 2025-2027 zijn de verkopen behoedzaam geraamd.

2. Bouwgrond in exploitatie (BIE)

Er zijn, verspreid over de verschillende dorpen, zeven bouwgrondcomplexen in exploitatie bestaande uit woningbouwlocaties en het bedrijventerrein Gorredijk industrie (Overtoom en Tolbaas). De boekwaarde was per 31 december 2023 circa - 0,3 miljoen inclusief de gevormde voorziening voor het complex Gorredijk industrie (€ 0,2 miljoen).

Prognose van het meerjarige resultaat

Het verwachte nog te realiseren resultaat voor de BIE is € 0,0 miljoen  (nihil) en is gebaseerd op recente verkoopprognoses. In de tijd uitgezet zullen de resultaten naar verwachting als volgt worden gerealiseerd:

Verwachte exploitatieresultaten (x € mln)
In het begrotingsjaar 2025 0,4
In de jaren 2026 t/m 2028 -0,4
In de jaren ná 2028 0
Totaal 0

3. Belangrijke ontwikkelingen/wijzigingen in de prognose van het resultaat

Het begrote saldo op de bouwgrondexploitatie is in het jaar 2025 € 85.000 lager dan begroot in 2024. Dit wordt veroorzaakt doordat de positieve resultaten van de grondexploitaties Wijnjewoude (Meester Geertswei 6): + € 23.000 en Siegerswoude (Uthôf): + € 141.000 nadelig beïnvloed worden door de vertraagde kavelverkopen in Ureterp (Noord): - € 116.000 en lagere winstnemingen in Gorredijk (Loevestein 4 west): - € 37.000 en Ureterp (Hege Kamp): - € -96.000. In de laatste twee complexen zijn alle kavels al verkocht waardoor er minder winst genomen kan worden. 

De toename van de lasten wordt veroorzaakt doorat er meer woonrijp gemaakt is: + € 157.000.  Zie Programma 8 Bouwen, wonen en gronden (8.2 Grondexploitatie niet-bedrijventerreinen).

Het begrote nog te realiseren resultaat vanaf 2025 voor de BIE is € 0,1 miljoen lager dan in het begrotingsjaar 2024. Dit wordt veroorzaakt door het verwachte negatieve resultaat op de grondexploitatie Terwispel Kolderveen fase 2.

4. Algemene risico’s in de grondexploitatie

Het nemen van risico’s is inherent aan grondexploitaties. De volgende risico’s zijn van belang:

  • Conjunctuur- en renterisico’s, waardoor de vraag naar bouwgrond kan afnemen en extra rentekosten kunnen ontstaan.
  • Verandering in woon- en werkvoorkeuren en behoeftes, tussen het tijdstip van het tot stand komen van het plan en het moment van aanbieden van de bouwgrond, waardoor het product niet meer aansluit op de vraag.
  • Het niet tijdig kunnen verwerven van gronden en het stijgen van aankoopprijzen.
  • Milieurisico’s.
  • Planschadeclaims.
  • Hogere prijsstijgingen en lagere opbrengststijgingen dan voorzien in exploitatieberekeningen.
  • Archeologische risico’s
  • Onvoldoende mogelijkheden in de met de provincie overeengekomen woningbouwruimte.

De risico’s worden beheerst door het uitvoeren van (markt)onderzoeken, door te zorgen voor flexibiliteit in het proces en door vroegtijdige verwerving van grond tijdens de planontwikkeling. Daarnaast wordt de financiële ontwikkeling van de onderhanden complexen jaarlijks beoordeeld ten opzichte van de door de gemeenteraad vastgestelde exploitaties (kredieten). Als de risico’s leiden tot verwachte negatieve resultaten, zijn hiervoor voorzieningen gevormd.

Actuele risico’s in de bouwgrond in exploitatie

In de lopende grondexploitaties is het risico aanwezig dat toekomstige gebiedsontwikkelingen minder winstpotentie zullen hebben dan verwacht, bijvoorbeeld doordat de boekwaarden hoog opgelopen zijn door de gemaakte kosten, zoals bouwrijp maken, of door tegenvallende verkoopopbrengsten.

5. Nog te realiseren resultaten bouwgrond in exploitatie

Eind juni 2024 waren nog 13 gemeentelijke kavels voor woningbouw te koop in lopende bouwgrond exploitaties (BIE), waarvan 4 kavels in Siegerswoude (Uthôf), 8 kavels in Wijnjewoude (Meester Geertswei) en 1 kavel in Ureterp (Noord). Er was toen 6.191 m2 bouwgrond beschikbaar voor woningbouw. Dit is exclusief 11.000 m2 grond in Terwispel Kolderveen waarop een geurcirkel (milieucirkel) van een boerderij ligt. Hierdoor is deze grond voor onbepaalde tijd niet beschikbaar voor woningbouw. Ten westen van dit gebied wordt het plan Terwispel Kolverveen fase 2 ontwikkeld door de gemeente.

Op bedrijventerrein Tolbaas in Gorredijk waren eind juni 2024 nog 7 kavels (16.368 m2) te koop. Enkele kavels zijn gereserveerd of onder optie. Op bedrijventerrein Overtoom zijn alle kavels verkocht.

Nog te realiseren resultaten onderhanden complexen
x € 1.000 Verwacht Verwacht Totaal nog te Looptijd
resultaat resultaat realiseren
2025 ná 2025 resultaat
Woningbouwlocaties:
Frieschepalen  - De Skâns afgesloten in 2022
Gorredijk - Loevestein fase 4 - west 5.000 96.724 101.724 2026
Gorredijk - Loevestein fase 4 - oost afgesloten in 2022
Hemrik - Fabryksleane afgesloten in 2022
Lippenhuizen - De Wiken afgesloten in 2021
Siegerswoude - Uthôf 141.164 141.164 2026
Terwispel – Kolderveen fase 1 10.076 410 10.486 2026
Terwispel – Kolderveen fase 2 -401.286 -401.286 2027
Ureterp - Noord 138.000 140.607 278.607 2026
Ureterp - De Hege Kamp 60.326 60.326 2025
Wijnjewoude - Zuidwest afgesloten in 2022
Wijnjewoude - Meester Geertswei 6 (vm OBS It Twaspan) 22.497 22.497 2025
Totaal woningbouwlocaties 377.063 -163.955 213.518
Bedrijventerreinen: *)
Gorredijk - Industrie - -240.373 -240.373 2027
Totaal bedrijventerreinen - -240.373 -240.373
Totaal nog te realiseren resultaat 377.063 -404.328 -26.855
*)  Het verwachte verlies wordt veroorzaakt door het complex Gorredijk Industrie en is afgedekt door een voorziening. Dit verwachte verlies is ontstaan door meerjarige vertraging in de verkopen terwijl de kosten doorliepen.

Investeringen

Inleiding

Terug naar navigatie - Inleiding

De komende jaren staan grote investeringen op de agenda die vragen om een goed afwegingskader en inzicht in de financiële gevolgen, zowel voor de exploitatie als voor onze vermogenspositie. Hiertoe gaan werken met een Meerjaren Investeringsprogramma (MIP). Met dit MIP houden wij inzicht in de toekomstige investeringsbehoefte(n) van de gemeente en de financiële consequenties.

De jaarschijven uit het MIP zijn op basis van huidige inzichten voor prijspeil en fasering in onderstaand overzicht opgenomen. Vooralsnog is het volledige krediet in het uitvoeringsjaar opgenomen, later zal dit nader worden gespecificeerd wanneer een beter beeld van voorbereiding en uitvoeringsperiode bekend is.

A = Investering wordt direct beschikbaar gesteld bij de vaststelling van de begroting.
B = Volgt een apart raadsvoorstel of investering wordt opgenomen in latere begroting.
  
De kapitaallasten en mutaties in reserves en voorzieningen zijn volledig verwerkt in de meerjarenbegroting. Onder de tabel worden de geplande investeringen voor 2025 nader toegelicht.

Overzicht geplande investeringen
bedragen x 1.000
Omschrijving 2025 2026 2027 2028 2029 2030
B IHP: De Finne BG 4.057
B Nieuwbouw Burg. Harmsma school 4.328
B OBS Wjukslach-De Hoekstien LG 2.552
B IHP: Betrouwen en de Oanrin BN 2.770
B IHP: De Arke & De Jasker 3.060
B IHP: De Sinnewizer WE 3.293
B IHP: School Lyndensteyn BG 8.356
B SUVIS School Lyndensteyn binnenmilieu 624
A Vervangen fietspad Boerestreek Ln, Binnenwei Hk, Weinterp We 500
B Vervangen beton Leppedyk Nijbeets 200
B Vervangen rijbaan Hegedyk Langezwaag / Gorredijk 200
A Tractie 2025 360
B Tractie 2026 230
B Tractie 2027 230
B Tractie 2028 230
B Tractie 2029 230
B Tractie 2030 230
B Kunstwerken 2025 (conform mjop) 3.530
B Kunstwerken 2026 (conform mjop) 1.301
B Kunstwerken 2027 (conform mjop) 1.492
B Kunstwerken 2028 (conform mjop) 3.993
B Kunstwerken 2029 (conform mjop) 639
B Kunstwerken 2029 (conform mjop) 5.238
A riolering 2025 (conform GWP 2024) 8.810
B riolering 2026 (conform GWP 2024) 5.720
B riolering 2027 (conform GWP 2024) 5.292
B riolering 2028 (conform GWP 2024) 1.588
B riolering 2029 (conform GWP 2024) 788
B riolering 2030 (conform GWP 2024) 854
B (Kunst)grasvelden 2025 (op te stellen mjop) nb
B (Kunst)grasvelden 2026 (op te stellen mjop) nb
B (Kunst)grasvelden 2027 (op te stellen mjop) nb
B (Kunst)grasvelden 2028 (op te stellen mjop) nb
B (Kunst)grasvelden 2029 (op te stellen mjop) nb
B (Kunst)grasvelden 2030 (op te stellen mjop) nb
Totaal 24.138 7.651 15.994 5.811 4.426 12.674

De Finne

Terug naar navigatie - De Finne

Medio 2023 is de vaststellingsovereenkomst ondertekend tussen gemeente, Comprix, VV De Sweach en Kinderwoud over eigendom, exploitatie en gebruik van het gebouw. Comprix heeft aangegeven bouwheerschap op zicht te nemen. Nu deze overeenkomst is vastgelegd, zit dit project in de fase van uitwerking van het daadwerkelijke ontwerp. In het huidige ontwerp zit een vierde lokaal voor kinderopvang, in 2023 werd nog uitgegaan van drie lokalen. Op dit moment zijn er echter ook vier lokalen kinderopvang in gebruik. Zodra het ontwerp gereed is en de daaraan gekoppelde bouwkosten bekend zijn, kan het uitvoeringskrediet voor de bouw van het kindcentrum en de inrichting van het openbaar gebied aangevraagd worden. Hiermee wordt de realisatiefase in 2025 opgestart.

Burgemeester Harmsma school

Terug naar navigatie - Burgemeester Harmsma school

De Singelland Burgemeester Harmsma School (BHS) in Gorredijk is een school voor voortgezet onderwijs in de gemeente Opsterland. In het IHP is rekening gehouden met vernieuwbouw van (een deel van) het schoolgebouw. Het voorste bouwdeel heeft een functiewijziging gekregen en wordt geschikt gemaakt voor De Skâns. De gemeenteraad heeft hierover op 18 september 2023 een besluit genomen. Hiermee kan de BHS de plannen voor de vernieuwbouw concretiseren. Het schoolbestuur heeft echter besloten geen gebruik te willen maken van een voorbereidingskrediet. Zij stellen voor eigen risico en kosten een aanbestedingsgereed bouwplan op, waarna een bouwkrediet bij de gemeenteraad wordt aangevraagd. Daarbij houden we rekening met de besluiten die al zijn genomen over De Skâns. Hiermee kan de realisatiefase in 2025 worden opgestart.

It Aventoer

Terug naar navigatie - It Aventoer

De scholen De Hoekstien in Luxwoude en De Wjukslach in Langezwaag zijn gefuseerd. Zij gaan verder onder de naam 'It Aventoer', waarbij alle leerlingen nu zijn gehuisvest in het gebouw van de Wjukslach in Langezwaag. It Aventoer is de tijdelijke huisvestingssituatie voor de leerlingen, omdat het voornemen is om een nieuwe school te realiseren. Het schoolbestuur en PB hebben als voorkeurslocatie De Boenders aangegeven. Hiervoor moet planologische medewerking worden verleend door de provincie. Vervolgens wordt de locatiekeuze en bijbehorende afweging nog voorgelegd aan het college. Comprix is als schoolbestuur bouwheer voor de nieuwbouw en hiervoor is er een voorbereidingskrediet beschikbaar gesteld door de raad. Na planologische medewerking vanuit de provincie en gemeente start het schoolbestuur met de ontwerpfase.

Vervangen fietspad Boerestreek, Binnenwij, Weinterp

Terug naar navigatie - Vervangen fietspad Boerestreek, Binnenwij, Weinterp

Met het vaststellen van de perspectiefbrief 2024 is het vervangen van het fietspad Boerestreek Lippenhuizen, Binnenwei Hemrik, Weinterp Wijnjewoude in de begroting 2025 verwerkt. Door tijdig periodiek onderhoud uit te voeren worden de wegen zo lang als mogelijk in stand gehouden. Als een weg aan het einde is van de levensduur, is steeds meer onderhoud nodig. Dit brengt onevenredig veel kosten met zich mee. Op zo’n moment is het tijd om een weg te vervangen. Dit wordt gedaan door de weg tot aan het fundament weg te halen en weer op nieuw op te bouwen.

Kunstwerken

Terug naar navigatie - Kunstwerken

Vervangingsmaatregelen voor kunstwerken die als investering worden uitgevoerd worden apart aan u voorgelegd op basis van een budgetraming. 
Volgens het meerjaren onderhoudsprogramma kunstwerken worden de volgende werkzaamheden in 2025 uitgevoerd:

Bleekersbrêge OD_018
Nije Kompanjonsbrêge  OD_129
Pôlebrêge  OD_023

Houten damwand OD_318, 329, 330, 301, 379
Steiger  OD_220 , 221

Walbeschoeiing  OD_474
Langpaed  OD_009
Brug hout  OD_079

Riolering

Terug naar navigatie - Riolering

Op basis van het Gemeentelijk Watertaken Programma worden de volgende werkzaamheden uitgevoerd:

Project 2: Bakkeveen - Mjumster Wei e.o.
Project 4: Beetsterzwaag - Gebied ten westen van It Merkelân
Project 5: Beetsterzwaag - Gebied ten oosten van It Merkelân
Project 11: Gorredijk - Geert de Zwaagstrjitte e.o.
Jaarlijks budget voor afkoppelen - planperiode
Jaarlijks budget renovatie riolering (groot onderhoud) planperiode
Reserveringsbudget vervanging gemalen mechanische riolering

Overzicht lopende investeringen

Terug naar navigatie - Overzicht lopende investeringen

In onderstaand overzicht worden de lopende investeringen weergegeven met een doorlooptijd in 2025 en verder.

Overzicht lopende investeringen
bedragen x 1.000
jaartal afronding Krediet Realisatie t/m 2022 Realisatie 2023 Totaal realisatie Restant
IHP: de Opdracht voorbereidingskosten 2025 153 153 153 -
IHP: de verbinding openbare ruimte 2025 86 86
IHP: de verbinding UP school en kov 2025 3.847 180 3 182 3.665
IHP: Nwbw de Twirre UP (de opdracht) 2025 1.096 3 3 1.093
Kortezwaag bouwkundig 2025 7.165 197 512 709 6.456
Kortezwaag installaties 2025 4.782 4.782
Kortezwaag onderzoeken en leges 2025 270 270
Kortezwaag openbare ruimte 2025 589 5 5 584
Kortezwaag vaste inrichting 2025 210 210
Pilot Tiny houses GK 2025 182 6 5 12 171
Verv.fietsp. Boerestr. Binnenw. Weinterp 2025 500 500
Vervangen 5 fiets-voetgangersbruggen 2025 172 172
Vervangen verkeersbrug Langpaed 2025 950 950
Vervangen verkeersbrug Poostweg 2025 850 850
Wijkvernieuwing Gorredijk herstr elkien 2025 650 650
Finne openbare ruimte 2026 60 60
Kindcentrum de Finne BG 2026 263 80 3 83 180
Nieuwbouwaccomodatie V.V. De Sweach BG 2026 369 4 4 365
Vervangen beton Leppedyk Nijbeets 2026 200 200
Vervangen rijbaan Hegedyk LG-GK 2026 200 200
De Skans GK 2027 953 10 10 943
SUVIS School Lyndensteyn binnenmilieu 2027 624 624
Doorfietsroute Drachten-Heerenveen 2029 1.800 30 30 1.770
MFA Gorredijk gebied naast De Treffer 2029 400 400
Verduurzaming gemeentelijke gebouwen 2029 3.000 3.000

OWO samenwerking

Inleiding

Terug naar navigatie - Inleiding

De OWO-samenwerking is uniek te noemen. De samenwerking in de drie afdelingen, de samenwerking op het regionale of provinciale speelveld én de samenwerking op terreinen waar dit vanzelfsprekend of kostenefficiënt is, werkt. En daar mogen we trots op zijn.

Algemene ontwikkelingen

Terug naar navigatie - Algemene ontwikkelingen

Betrokkenheid gemeenteraden bij de OWO-samenwerking 
De OWO-samenwerking leeft niet alleen bij de medewerkers, maar zeker ook bij de drie gemeenteraden. De grote betrokkenheid van de raden geeft aan welk belang zij aan de samenwerking hechten. Via OWO-themabijeenkomsten, de OWO-klankbordgroep en raadsinformatiebrieven blijven we de gemeenteraden betrekken bij de OWO-samenwerking.

Samenwerking, innoveren en wanneer het kan ook harmoniseren 
Samenwerken waar het kan is uitgangspunt bij de OWO. Medewerkers zoeken elkaar actief op, zoeken afstemming en delen kennis met elkaar. Bij nieuwe, beleidsmatige opgaven wordt nagedacht of deze in OWO-verband opgepakt kan worden. Hiervoor is in 2024 het afwegingskader ontwikkeld om zo aan de voorkant heldere afspraken te maken over het doel en de wijze van samenwerken.  
In 2025 wordt voor de eerste maal een OWO-uitwisselingsweek georganiseerd. Tijdens deze week zoeken medewerkers elkaar actief op om kennis te maken met elkaar, informatie uit te wisselen én samen te werken. De drie gemeenteraden worden gedurende de OWO-uitwisselingsweek uitgedaagd elkaar ook actief op te zoeken.

Onze prioriteiten voor 2025

Terug naar navigatie - Onze prioriteiten voor 2025

Implementatie bodemplaatonderzoeken B&R en VTH 
In 2024 is onderzoek gedaan naar de bodemplaat van de OWO-afdelingen B&R en VTH met als doel inzichtelijk te krijgen wat er nodig is om deze afdelingen toekomstbestendig te houden. De uitkomsten worden eind 2024, begin 2025 verwacht.

Onze digitale dienstverlening
De inrichting van de digitale dienstverlening is een continu proces. Het gaat hierbij om een goed, werkbaar en veilige ICT-omgeving voor zowel medewerkers als inwoners waar informatie digitaal gemakkelijk doorgestuurd, gevonden én gearchiveerd kan worden.
In 2025 voldoen we aan de minimale varianten zoals die door de Wet Open Overheid (WOO) en de Wet Modernisering elektronisch bestuurlijk verkeer (WMEBV) aan de gemeenten is opgelegd. We ronden in 2025 de aanbesteding van de nieuwe kernapplicaties af waarna in vier domeinen een geheel nieuwe applicatie is gerealiseerd. Het betreft de vervanging van de kernapplicaties van Financiën, Belastingen en BAG, Dienstverlening en tot slot Sociaal domein.

In 2025 gaan we ook aan de slag met de inrichting van steunpunten in de drie huizen zodat we de OWO-gemeenten nog beter kunnen ondersteunen op het gebied van dienstverlening, ICT en informatievoorziening (archief, post, recordbeheer etc.). In deze begroting is de uitbreiding van formatie voor de bemensing van deze steunpunten verwerkt.

Datagedreven werken en informatieveiligheid  
In 2025 gaat het cluster datamanagement verder met het efficiënter inzetten van ons data- en informatieplatform en het ontwikkelingen van nieuwe informatieproducten, zoals bijvoorbeeld de monitoring voor de WMO en Participatiewet.
Daarnaast gaat het cluster aan de slag met aan het vergroten van de datavolwassenheid binnen de OWO-gemeenten. Datavolwassenheid betekent de hoeveelheid kennis en vaardigheden die de OWO-gemeenten beschikken om effectief datagedreven te werken. Een eerste stap is het training van medewerkers om data goed te kunnen lezen, er mee te werken en er over te communiceren.
Verder wordt een start gemaakt met het opstellen van een Data uitvoeringsplan dat beschrijft hoe de OWO-gemeenten data effectief verzamelt, beheert en optimaal inzet bij het realiseren van maatschappelijke doelen.

Inkoop, aanbesteden en verzekeren 
In OWO-verband werken we nauw samen op het gebied van inkoop en aanbesteding. Om inzicht te krijgen in de aanbestedingen, wordt gewerkt met een aanbestedingskalender. Hiermee wordt inzichtelijk welke aanbestedingen gaan lopen en welke capaciteit er benodigd is van zowel van het team inkoop als uit de organisaties.
Een aantal verzekeringen moet de komende periode worden aanbesteed. Samen met team inkoop en de betreffende gemeentelijke onderdelen wordt er gelijktijdig gekeken naar meer uniformering zowel in de dekking als in de voorwaarden van verzekeringen. Tot slot willen we meer inzetten op het verhalen van schade veroorzaakt door een derde partij.

De omgevingswet, APV en omgevingsplannen 
Het afgelopen jaar heeft vooral in het teken gestaan ervaring op te doen met de nieuwe Omgevingswet, ondersteuning te bieden aan inwoners bij het aanvragen van een omgevingsvergunning en het begrijpelijker inrichten van het landelijke aanvraagsysteem (DSO). In 2025 werken we in OWO-verband verder aan het opstellen van omgevingsplannen, het opstellen van nieuw evenementenbeleid en nieuwe APV. Deze nieuwe beleidsnota’s proberen we zoveel als mogelijk te harmoniseren en ontvangt u vervolgens voor besluitvorming (APV in het 1e kwartaal 2025, het evenementenbeleid in de 2e helft van 2025).  

Het VTH beleidsplan 
Het VTH beleidsplan loopt in 2024 af. We stellen begin 2025 aan u voor het beleidsplan – met kleine wijzigingen – te verlengen tot het einde van de raadsperiode. We gebruiken vervolgens 2025 om het nieuwe VTH beleidsplan voor te bereiden en de nieuwe Omgevingswet en de uitkomsten van het bodemplaatonderzoek hierin op te nemen.

Ondermijning en veiligheid  
De veranderende maatschappij en oprukkende ondermijning door de verwevenheid van criminaliteit met de bovenwereld heeft gevolgen voor de werkzaamheden binnen VTH. De afgelopen jaren wordt in OWO-verband al hard gewerkt aan de bewustwording van met name ondernemers en agrariërs op het thema ondermijning. Ook de bestrijding van ondermijning heeft veel aandacht. Samen met ketenpartners zoals politie, RIEC, belastingdienst en anderen boeken we succes en is OWO een voorbeeld voor de regio.
Ook in 2025 blijft ondermijning en veiligheid een prioriteit en zetten we ons samen met onze ketenpartners in op bewustwording (denk aan het organiseren van Jachtseizoen voor jongeren), controles (in bijvoorbeeld horeca en bij vakantieparken) en zo nodig handhaving.