Inleiding
De waarderingsgrondslagen en de grondslagen voor het bepalen van het resultaat zijn bedoeld als leidraad om de gepresenteerde financiële gegevens in de jaarrekening juist te interpreteren.
Algemeen
De jaarrekening is opgemaakt met inachtneming van de voorschriften van het Besluit Begroting en Verantwoording provincies en gemeenten (BBV).
Schattingen
Om de grondslagen en regels voor het opstellen van de jaarrekening te kunnen toepassen, is het nodig dat de leiding van de instelling over verschillende zaken zich een oordeel vormt en dat de leiding schattingen maakt die essentieel kunnen zijn voor de in de jaarrekening opgenomen bedragen. Inherent aan het maken van schattingen is dat de werkelijke uitkomst kan afwijken.
Grondslagen voor waardering en resultaat
De waarderingsgrondslagen van de jaarrekening zijn gebaseerd op het BBV en vastgelegd in de Financiële Verordening. De activa worden gewaardeerd op basis van verkrijgings- of vervaardigingsprijs, dan wel nominale waarde. De passiva worden gewaardeerd tegen de nominale waarde. Voor de jaarrekening is het lasten en-batenstelsel gebruikt. Dat betekent dat we lasten en baten hebben toegerekend aan het jaar waarin de diensten of goederen zijn geleverd. Winsten worden alleen in aanmerking genomen als ze gerealiseerd zijn. Verliezen en risico’s die hun oorsprong hebben in het boekjaar, worden opgenomen als zij bekend zijn geworden voor opstelling van de jaarcijfers.
Vaste activa
Immateriële vaste activa
De immateriële vaste activa zijn gewaardeerd tegen verkrijgingsprijs. Op de bijdragen aan activa in eigendom van derden wordt lineair afgeschreven. De afschrijvingstermijn is dezelfde als die wordt gehanteerd voor soortgelijke eigen materiële activa.
Materiële vaste activa
Alle materiële vaste activa zijn gewaardeerd tegen de oorspronkelijke verkrijgingsprijs (de inkoopprijs en de bijkomende kosten) of vervaardigingsprijs (de aanschaffingskosten van de gebruikte grond- en hulpstoffen en de overige directe kosten), verminderd met de ontvangen subsidies en bijdragen die direct gerelateerd zijn aan het actief.
Materiële vaste activa zijn fysiek aanwezige activa. De materiële vaste activa zijn naar de volgende categorieën in te delen:
• Activa met een economisch nut;
• Activa met een economisch nut, waarvoor ter bestrijding van de kosten een heffing kan worden geheven (heffings-gerelateerd economisch nut);
• Activa in de openbare ruimte met maatschappelijk nut.
Financiële vaste activa
De waardering van de financiële vaste activa is gebaseerd op de historische kostprijs c.q. nominale waarde. Indien de marktwaarde van een financieel vast actief duurzaam lager is dan de aanschafwaarde vindt afwaardering tot de lagere marktwaarde plaats. Bij (dreigende) oninbaarheid van leningen wordt een voorziening gevormd die in mindering wordt gebracht op de boekwaarde van de lening. Op deelnemingen en effecten wordt niet afgeschreven. De werkelijke waarde kan afwijken van de nominale waarde.
Vlottende activa
Voorraden
De als onderhanden werken opgenomen bouwgronden in exploitatie zijn gewaardeerd tegen de vervaardigingsprijs dan wel de lagere marktwaarde. De vervaardigingsprijs omvat de kosten die rechtstreeks aan de vervaardiging kunnen worden toegerekend (zoals grondaankopen en kosten van bouw- en woonrijp maken). Rente op grondexploitaties wordt geactiveerd en is daarmee ook onderdeel van de vervaardigingsprijs. Voor tussentijdse winstneming wordt de Percentage of Completion methode toegepast. Deze methode houdt in dat naar rato van de gerealiseerde opbrengsten en kosten de winst wordt berekend.
Uitzettingen met een rente typische looptijd korter dan één jaar
De vorderingen worden gewaardeerd tegen nominale waarde. Voor verwachte oninbaarheid wordt een voorziening gevormd die in mindering wordt gebracht. Volgens de gekozen beleidslijn wordt er voor de vordering op openbare lichamen geen voorziening getroffen. Voor alle “overige debiteuren” wordt op basis van de ouderdomsanalyse een percentage van de hoofdsom als voorziening berekend.
Liquide middelen en overlopende activa
Deze activa worden tegen nominale waarde opgenomen.
Vaste passiva
Eigen vermogen
Reserves worden gewaardeerd tegen nominale waarde.
Voorzieningen
Volgens het BBV mag er een voorziening worden gemaakt in deze vier gevallen:
• Er zijn verplichtingen en verliezen waarvan de hoogte op de balansdatum niet zeker is, maar die wel redelijk ingeschat kunnen worden;
• Er zijn op de balansdatum risico’s die kunnen leiden tot verplichtingen of verliezen, waarvan de hoogte al redelijk in te schatten is;
• Er zullen kosten worden gemaakt in een volgend begrotingsjaar. Hiervoor mag een voorziening worden gevormd als het maken van die kosten zijn oorsprong mede in het huidige of in voorafgaande begrotingsjaren vindt en de voorziening is bedoeld om de lasten gelijk te verdelen over een aantal begrotingsjaren;
• Er worden bijdragen verstrekt aan toekomstige vervangingsinvesteringen, waarvoor een heffing wordt geheven als bedoeld in artikel 35, eerste lid, onder b.
De voorzieningen worden gewaardeerd tegen nominale of contante waarde.
Vaste schulden > 1 jaar
Onder vaste schulden worden verstaan de schulden met een rente typische looptijd van 1 jaar of langer. De vaste schulden worden gewaardeerd tegen de nominale waarde verminderd met de aflossingen.
Vlottende passiva
De vlottende passiva worden gewaardeerd tegen nominale waarde.
Niet uit de balans blijkende verplichtingen
In de categorie niet uit de balans blijkende verplichtingen worden de meerjarige inkoopcontracten opgenomen tegen de resterende contractwaarde.
Grondslagen voor resultaatbepaling
Volledigheid opbrengsten CAK
Omdat de gemeente afhankelijk is van het CAK kan de gemeente zelf de volledigheid van de opbrengsten uit de eigen bijdragen van het CAK niet garanderen. Intern worden controles uitgevoerd om vast te stellen of het CAK cliënten volledig in hun administratie heeft opgenomen (waaronder controle melding cliënt en opgave CAK).
Personeelslasten
Personeelslasten worden in principe toegerekend aan het boekjaar waarop ze betrekking hebben. Als gevolg van het formele verbod op het opnemen van voorzieningen c.q. schulden uit hoofde van jaarlijks terugkerende arbeidskosten gerelateerde verplichtingen van vergelijkbaar volume, worden sommige personele lasten echter toegerekend aan de periode waarin uitbetaling plaatsvindt; daarbij moet worden gedacht aan componenten zoals ziektekostenpremie ten behoeve van gepensioneerden en overlopende verlofaanspraken.
Algemene uitkering
Met betrekking tot de verwerking van de algemene uitkering heeft de commissie BBV een stellige uitspraak gedaan. Deze uitspraak houdt in dat in de jaarrekening de algemene uitkering wordt opgenomen conform de in het jaar laatst gepubliceerde accresmededeling.
Dividend
Dividendopbrengsten van deelnemingen worden als bate genomen op het moment waarop het dividend vastgesteld wordt.
Continuïteit
De jaarrekening is opgesteld uitgaande van de continuïteitsveronderstelling.
Normenkader
De Kadernota Rechtmatigheid (november 2023) van de commissie besluit begroting en verantwoording geeft instructies voor het opstellen van het normenkader. Het normenkader is de inventarisatie van wet- en regelgeving van hogere overheden en van de gemeente zelf met betrekking tot financiële beheershandelingen. Het normenkader is het gehele jaar actueel gehouden en op 29 januari 2024 vastgesteld. Bij de controles is de praktijk getoetst aan de wet- en regelgeving.
Rechtmatigheid
De in de jaarrekening opgenomen rechmatigheidsverantwoording is opgesteld volgens de Kadernota rechtmatigheid van de commissie BBV van november 2023 en de financiele- en controleverordeningen van de gemeente Opsterland zoals vastgesteld in december 2023. Daarnaast geldt het door de raad op 29 januari 2024 vastgestelde normenkader van de gemeente Opsterland als toetsingskader voor de rechtmatigheidsverantwoording.
Na het vaststellen van de financiele verordening door de gemeenteraad van de gemeente Opsterland heeft de commissie BBV nog veranderingen aangebracht in de kadernota rechtmatigheid uit november 2023. Én van de aanpassingen is de mogelijkheid om 'spelregels' te maken met de raad over het tijdig melden van onderschrijdingen van lasten of investeringsbudgetten en/of lagere of hogere baten dan begroot. Als deze afwijkingen tijdig gemeld zijn, bijvoorbeeld door deze in de jaarstukken te melden, tellen die niet mee voor de rechtmatigheidsverantwoording.
In de kadernota staat nu de zin: Deze spelregels zijn veelal in de financiele verordening art. 212 Gemeentewet opgenomen. De financiele verordening wordt op dit punt nog geactualiseerd. Vooruitlopend op het vaststellen van de financiele verordening interpreteren wij het woord 'veelal' als ruimte om afwijkingen die zijn opgenomen in de jaarrekening 2023 als tijdig gemeld te beschouwen.