Programma 3 | Economie

Programma 3 | Economie

Terug naar navigatie - Programma 3 | Economie

Doelstelling

Opsterland heeft een gezonde lokale economie.

Introductie op het programma en relevante trends en ontwikkelingen

De gemeente kent een goed economisch en ondernemingsklimaat waarbij ruimte is voor kwaliteit, innovatie, duurzaamheid en circulariteit. Het MKB, de industrie, de detailhandel, horeca, en ook de sectoren agrarisch, welzijn & zorg en recreatie & toerisme zijn belangrijke pijlers van de lokale economie en dragen hier positief aan bij. Zij zorgen niet alleen voor werkgelegenheid maar ook voor bestedingen. Ze leveren een bijdrage aan de instandhouding van het voorzieningenniveau en daarmee van de Brede Welvaart/ Leefbaarheid.
Met ons economisch beleid werken we aan een duurzame en evenwichtige groei van de Opsterlandse economie. Dat is van belang voor het behoud van de bestaande werkgelegenheid en het creëren van nieuwe. 
De lokale economie is steeds in beweging, omdat de omgeving verandert. Goed en structureel overleg tussen gemeente en bedrijfsleven is van groot belang voor de vitaliteit van de Opsterlandse economie. Ons economisch beleid willen we daarom gestalte geven in nauwe samenspraak met ondernemers in de gemeente. Samen met het bedrijfsleven werken wij aan behoud van duurzame werkgelegenheid en het bevorderen daarvan.
Hoewel de economie zich herstelt zijn de (definitieve) gevolgen van de coronacrisis nog niet geheel duidelijk. Waar dat binnen onze mogelijkheden ligt bieden we informatie, advies en ondersteuning.
In het overleg met de respectievelijke ondernemersverenigingen is de toekomstbestendigheid en duurzaamheid van bedrijventerreinen een vast agendapunt; expertise en knowhow worden dan uitgewisseld. Want de transformatie van bedrijventerreinen is iets dat zich niet leent voor een top-down benadering; samenwerking is noodzakelijk.
Door de drie noordelijke provincies is onder de noemer van Deltaplan voor het Noorden input geleverd aan het kabinet. In samenhang met een positief adviesrapport over de Lelylijn is Zuidoost Fryslân daarmee op de noordelijke en landelijke agenda gekomen.  De ruimtelijke en economische potentie van de regio langs de A7-as is nadrukkelijk naar voren gebracht. Wanneer we deze intrinsieke kwaliteiten koppelen aan de regionale samenwerking van de Regio Deal Zuidoost Friesland zien we goede perspectieven voor ruimtelijk economische ontwikkeling.

Thema Ondernemen en werkgelegenheid

Wat willen we bereiken?

Terug naar navigatie - Wat willen we bereiken?

Opsterland kent een goed economisch- en ondernemersklimaat.

Terug naar navigatie - Opsterland kent een goed economisch- en ondernemersklimaat.

Zo gaan we dat doen

Thema Grondexploitatie - bedrijventerreinen

Thema Grondexploitatie - bedrijventerreinen

Terug naar navigatie - Thema Grondexploitatie - bedrijventerreinen

In Opsterland zijn anno 2022 de kavels voor bedrijven (nagenoeg) “uitverkocht”. Door de provincie is geanalyseerd welke behoefte er is en welke mogelijkheden er zijn in de regio Zuidoost Fryslân voor uitbreiding van bedrijventerreinen tot 2030. Beleidsmatig en planologisch wordt nu ruimte geboden. De hoofdlijnen van het grondbeleid zijn vastgelegd in de nota Grondbeleid.

Op de bedrijventerreinen Overtoom en Tolbaas in Gorredijk zijn bouwrijpe bedrijventerreinen te koop. Op Tolbaas gebeurt dit in combinatie met wonen. In de paragraaf Grondbeleid wordt de begroting voor dit thema nader toegelicht.

De ontwikkelingen op het gebied van bedrijfsvestigingen concentreren zich in de dorpen Gorredijk en (in mindere mate) Wijnjewoude. Het bedrijventerrein Drachten-Azeven is onderdeel van de gemeenschappelijke regeling Exploitatiemaatschappij Bedrijvenpark Drachten en valt daarom buiten het kader van de paragraaf Grondbeleid.

Beleidsindicatoren

Terug naar navigatie - Beleidsindicatoren

   

Opsterland Nederland
 Beleidsindicatoren Eenheid 2018 2019 2020 2021 2018 2019 2020 2021
Functiemenging % 46,0% 46,8% 47,3% 47,9% 52,9% 53,3% 53,2% 53,3%
Vestigingen (van bedrijven) Aantal per 1.000 inwoners (tussen 15 t/m 64 jaar) 155,1 158,2 160,7 167,2 145,5 151,3 158,4 165,1
De functiemengingsindex (FMI) weerspiegelt de verhouding tussen banen en woningen, en varieert tussen 0 (alleen wonen) en 100 (alleen werken). Bij een waarde van 50 zijn er evenveel woningen als banen.
* voor deze periode zijn (nog) geen cijfers bekend (gemaakt).
Bron: www.waarstaatjegemeente.nl - Bron geraadpleegd op 5 september 2022

Wat mag het kosten

Terug naar navigatie - Wat mag het kosten

Mutaties in de reserves worden verwerkt in programma 0 maar niet alle reserves hebben betrekking op programma 0. Om een juiste financiële analyse per programma te kunnen maken zijn in onderstaande tabel de mutaties van programma 3 reserves meegenomen.

x € 1.000
Exploitatie Realisatie 2021 Begroting 2022 (incl wijzigingen) Begroting 2023 MJB 2024 MJB 2025 MJB 2026
Lasten 1.223 2.265 1.542 908 672 377
Baten 1.407 1.991 1.194 686 179 179
Saldo voor bestemming 184 -274 -348 -222 -493 -197
Mutaties reserves
Lasten 180 155 155 155 155 155
Baten 34 35 - - - -
Saldo na bestemming 38 -395 -503 -377 -648 -352
Specificatie per taakveld
x € 1.000
Specificatie Begroting 2022 Begroting 2023 Mutatie begroting 2022/2023
Saldo per taakveld
3.1 Economische ontwikkeling -183 -119 64
3.2 Fysieke bedrijfsinfrastructuur -96 -275 -179
3.3 Bedrijvenloket en bedrijfsregelingen -72 -37 35
3.4 Economische promotie 77 83 6
Saldo voor bestemming -274 -348 -74
Stortingen reserves
Recreatie en toerisme -155 -155 -
Totaal stortingen reserves -155 -155 -
Onttrekkingen reserves
Onttrekking AR vrije deel tbv Samenwerking onderwijs bedrijfsleven 7 - -7
Onttrekking AR vrije deel tbv Transformatie bedrijventerreinen 28 - -28
Totaal onttrekkingen reserves 35 - -35
Saldo na bestemming -395 -503 -109

Toelichting op de financiën

Terug naar navigatie - Toelichting op de financiën

Het saldo op dit programma is in 2023 €109.000 nadeliger dan in 2022.

Taakveld 3.1 Economische ontwikkeling geeft in 2023 een voordeel van €64.000 ten opzichte van 2022.

De doorberekening van de personeelslasten geeft een voordeel van €59.000.  Een structurele verhoging van het werkbudget €15.000 en de eenmalige aanschaf van een Customer Relationship Managementsysteem (CRM) €15.000 geven beide een nadeel.  De kosten van de inhuur van de veenweiden adviseur €10.000 en het detailhandelsbeleid €25.000 waren alleen voor 2022 geraamd. Daarom ontstaat er op dit onderdeel in 2023 een voordeel van €35.000 ten opzichte van 2022.  

Taakveld 3.2 Fysieke bedrijfsinfrastructuur geeft in 2023 een nadeel van €179.000 ten opzichte van 2022.

In de paragraaf Grondbeleid wordt dit taakveld toegelicht.

Taakveld 3.3 Bedrijvenloket en bedrijfsregelingen geeft in 2023 een voordeel van €35.000 ten opzichte van 2022.

Door de resultaatbestemmingen jaarrekening 2021 is het budget in 2022 voor samenwerking onderwijs & bedrijf  €7.000 en bedrijvenloket en bedrijfsregeling €28.000 verhoogd. Dit geeft in 2023 lagere kosten ten opzichte van 2022.  Dit is een voordeel in het taakveld. Het effect op programmaniveau wordt geneutraliseerd door de onttrekking uit de algemene reserve.

Taakveld 3.4 Economische promotie geeft in 2023 een voordeel van €6.000 ten opzichte van 2022.

De doorberekening van de personeelslasten geeft een voordeel van €6.000.

De mutatie in de reserves wordt toegelicht in taakveld 3.3.