Inleiding

Inleiding

Terug naar navigatie - Inleiding

De begroting 2023 is de eerste begroting van de in 2022 gekozen gemeenteraad. De begroting is gebaseerd op visiedocumenten zoals “Romte en ferskaat 2013” en het coalitieakkoord 2022 – 2026, "Mei-inoar foarút", aangevuld met de specifieke beleidskaders die de raad in het verleden heeft vastgesteld. Per programma is de koppeling gelegd met de van toepassing zijnde (wettelijke) taakvelden. Door deze opbouw is een beter inzicht in de eerste twee zogenaamde Wat-vragen: “Wat willen we bereiken? “ en “Wat gaan we ervoor doen?”. Daarnaast zijn de relevante beleidsindicatoren en actieve verbonden partijen genoemd. Elk programma sluit af met de derde Wat-vraag “Wat mag het kosten?” gevolgd door een toelichting hierop. In de paragrafen worden de beleidslijnen vastgelegd met betrekking tot relevante beheersmatige aspecten, evenals de lokale heffingen en de overhead.

Voor het eerst sinds lange tijd kent het komende jaar voldoende financiële ruimte om de ambities uit het coalitieakkoord vorm te geven. Daardoor kunnen we stevig inzetten op het vormgeven van de energietransitie. Op de lange termijn blijft de financiële situatie van de gemeenten en dus ook van Opsterland, onzeker. Dit komt omdat het rijk werkt aan een wijziging in de financieringssystematiek voor gemeenten. Hoe dat precies wordt vormgegeven is nog niet bekend. Financieel neemt het rijk er al wel een voorschot op.

Ook voor onze inwoners zijn het onzekere tijden. De kosten van levensonderhoud zijn fors gestegen en stijgen nog steeds. Om onze inwoners te ontzien kiezen wij ervoor om de totale lasten van de rioolheffing en afvalstoffenheffing in 2023 niet te laten stijgen. Daarnaast blijven we die inwoners die onze hulp nodig hebben ondersteunen bij het vinden van een oplossing voor actuele problemen door stijging van de kosten van levensonderhoud.

Ondanks de onzekerheden kijken we ook uit naar 2023. We gaan samen met raad en inwoners aan de slag met de invoering van de Omgevingswet, we zetten verdere stappen op weg naar een energieneutraal Opsterland en nemen actief deel aan de discussie rondom de invulling van de stikstofproblematiek. Zo willen we blijven zorgen voor een gemeente waarin het goed wonen en ondernemen is, waar mensen naar elkaar omkijken en samen de schouders zetten onder een vitale, leefbare en duurzame samenleving.

Begrotingsstrategie

Terug naar navigatie - Begrotingsstrategie

Afgelopen juli vertelden we in de Perspectief 2022 over de onzekerheden waar we als gemeente mee te maken hebben. Zo is de herijking van het verdeelmodel voor de algemene uitkering toch per 2023 ingevoerd, ondanks de bezwaren van de VNG en de adviezen van de Raad voor het Openbaar Bestuur (ROB) om daarmee te wachten totdat de onderzoeken zijn afgerond. In het verlengde van het besluit voor 2021 en 2022 is de opschalingskorting opnieuw opgeschort en wel tot en met 2025.

In de raming van de algemene uitkering voor 2026 is de opschalingskorting volledig doorgevoerd voor het origineel geraamde bedrag. Daarnaast is het accres van de algemene uitkering (de jaarlijkse indexatie) vastgezet op een plus van 1 miljard t.o.v. het niveau 2022. Hiermee wordt al geanticipeerd op de uitbreiding van het gemeentelijk belastinggebied zonder dat duidelijk is hoe dat zal worden vormgegeven. Beide beslissingen hebben als effect dat het structurele ruimte voor 2026 ongeveer € 5 miljoen lager is dan de ruimte voor 2025.

Deze forse teruggang heeft het college voor een dilemma gesteld. Aan de ene kant zijn er namelijk veel opgaven waarin de gemeente een actieve rol moet gaan spelen en waarvoor in 2023, 2024 en 2025 ook aanzienlijk meer middelen voor beschikbaar zijn gesteld. In 2026 daalt de algemene uitkering met € 5 miljoen. Het effect hiervan is dat bij een volledig gebruik van de ruimte in 2025 voor het realiseren van de opgaven dit resulteert in een begrotingstekort in 2026 dat zo groot uitvalt dat de verruiming van het gemeentelijk belastinggebied mogelijk niet afdoende middelen oplevert om het tekort te dekken. De consequentie zou dan zijn dat er bezuinigd moet worden waarbij mogelijk een deel van de in de voorliggende jaren bereikte resultaten teniet worden gedaan.

Het college kiest daarom voor de strategie om een deel van de activiteiten projectmatig aan te pakken waarbij het grootste deel van kosten vooral in de jaren 2023, 2024 en 2025 worden gemaakt. Hiermee wordt op dit moment nog niet de volledig geraamde ruimte voor 2024 en 2025 ingezet.  Door deze keuze bedraagt het verwacht structureel tekort voor 2026 € 1,4 miljoen.  De VNG is in overleg met het Rijk om te komen naar een oplossing voor dit ravijn. 

Kosten als gevolg van de vluchtelingencrisis (regulier en Oekraïne) en Coronapandemie zijn als incidentele kosten aangemerkt en zijn niet opgenomen in de begroting. Het is op dit moment moeilijk in te schatten wat de hoogte van deze kosten zijn in 2023. Het Rijk heeft overigens aangegeven dat we een tegemoetkoming in de kosten kunnen verwachten. Het is echter niet altijd even duidelijk of deze alle gemaakte kosten zal dekken.

Financieel beeld

Terug naar navigatie - Financieel beeld

 Volgens de geldende voorschriften is het saldo van de structurele baten en lasten bepalend voor het resultaat van de begroting, incidentele baten en lasten mogen daarvoor niet meegenomen worden.

Het financiële beeld ziet er als volgt uit:

Financieel overzicht begroting 2023 (bedragen x € 1.000)
Omschrijving 2023 2024 2025 2026
Saldo baten en lasten 594 2.869 3.121 -1.444
Saldo toevoegingen en onttrekkingen aan reserves -30 -30 -30 -30
Begrotingssaldo 564 2.839 3.091 -1.474
Verdeeld in
Incidenteel begrotingssaldo 469 334 -307 -25
Structureel begrotingssaldo 95 2.505 3.398 -1.449