Paragrafen

Lokale heffingen

Lokale heffingen

Terug naar navigatie - Lokale heffingen

Het beleid ten aanzien van de lokale heffingen

De diverse verordeningen belastingen en heffingen worden jaarlijks in december voorafgaand aan het betreffende jaar vastgesteld. In de begroting is al uitgegaan van het nieuwe niveau van de tarieven. Waar dat mogelijk is en wettelijk is toegestaan worden de tarieven verhoogd met de indexering (CPI conform coalitieakkoord) van 2,4% (begroting 2022 1,6%). Een uitzondering hierop vormen de tarieven voor afval en riolering. Deze tarieven zijn gebaseerd op kostendekkendheid.

Kaderstellende documenten
De jaarlijks vastgestelde verordeningen belastingen en heffingen.

Overzicht geraamde inkomsten
In onderstaand overzicht staan de in onze gemeente geldende belastingen en heffingen. De verwachte opbrengst aan belastingen en heffingen bedraagt in 2023 € 12,8 miljoen, ongeveer 15% van de totale gemeentelijke baten.

Leges publiekszaken
Dit betreffen de leges ten aanzien van o.a. rijbewijzen, paspoorten en huwelijken.

Onroerendezaakbelasting
De tarieven voor 2023 worden vastgesteld in de betreffende verordening.

Toeristenbelasting
Het tarief voor de toeristenbelasting bedraagt 5% van de logiesomzet in onderkomens niet toebehorende of ter beschikking gesteld door de belastingplichtige en 2,5% van de logiesomzet in onderkomens van of ter beschikking gesteld door belastingplichtige. Deze percentages zijn niet gewijzigd.

Afvalstoffenheffing
De tarieven voor 2023 worden vastgesteld in de betreffende verordening. In principe zijn de tarieven kostendekkend.

Rioolheffing
De tarieven voor 2023 worden vastgesteld in de betreffende verordening. In principe zijn de tarieven kostendekkend.

Leges omgevingsvergunningen
Op dit moment loopt de invoering van de omgevingswet nog. Het is daarom moeilijk in te schatten wat de verwachte legesopbrengsten zullen zijn in de nieuwe situatie. De verwachte opbrengst is gestegen ten opzichte van vorig jaar maar ligt nog steeds ruim onder de daadwerkelijke opbrengst van de afgelopen jaren. Door voorzichtig te begroten wordt al rekening gehouden met een mogelijke daling van de legesopbrengsten. De tarieven voor 2023 worden vastgesteld in de betreffende verordening.

Overzicht op hoofdlijnen van de diverse heffingen
Bestemmingsheffingen (afvalstoffenheffing en rioolrecht) en retributies (bijvoorbeeld leges, marktgelden en standplaatsgelden) zijn bedoeld om met de inkomsten uit die belastingheffing de gemeentelijke lasten van die activiteiten te bekostigen. Om te voorkomen dat een gemeente met deze specifieke belastingen ook andere activiteiten financiert, is in de Gemeentewet het verbod opgenomen dat de geraamde baten de geraamde lasten overschrijden. (De wetsbepalingen die de kostendekkende tarieven voorschrijven, spreken steeds over geraamde bedragen. Dit komt doordat de rechtsbescherming vereist dat de verordening voor aanvang van de belastingheffing moet zijn vastgesteld. Op dat moment zijn alleen de verwachtingen bekend. De mate van kostendekkendheid moet daarom op begrotingsbasis worden vastgesteld.) Door dit vereiste mogen de opbrengsten hooguit kostendekkend zijn. In de praktijk spreekt men dan ook wel van kostendekkende tarieven. Als de opbrengsten minder dan kostendekkend zijn, zullen de lasten uit andere inkomsten worden betaald. Bijvoorbeeld uit de algemene belastingen (met name ozb) of uit de algemene middelen. Als de gemeente niet voor kostendekkende tarieven kiest, betekent dit dat niet alleen de kostenveroorzakers, maar alle belastingplichtigen meebetalen. Het uitgangspunt dat de veroorzaker betaalt, wordt dan losgelaten.

Kruissubsidiëring
Zeker bij leges waarbij de tarieven voor verschillende activiteiten in één belastingverordening worden geregeld, kan zich de vraag voordoen op welk niveau de kostendekkendheid moet worden getoetst. Het uitgangspunt daarbij is toetsing op verordeningenniveau, waarbij de geraamde lasten van alle benoemde activiteiten worden gedekt door de gezamenlijke baten uit de te heffen belastingen/leges. Hierdoor is zogenoemde kruissubsidiëring mogelijk: een verwacht overschot bij de ene activiteit wordt gebruikt voor de dekking van een verwacht tekort bij een andere activiteit en omgekeerd.

x € 1.000
Programma Lokale belastingen en heffingen Begroting 2023 Begroting 2022 (incl wijzigingen) Jaarrekening 2021
0 Leges publiekszaken 233 255 343
0 Onroerendezaakbelasting 4.813 4.710 4.589
0 Precariorechten - - 2.327
1 Algemeen plaatselijke verordening 25 25 6
3 Toeristenbelasting 178 178 180
7 Begrafenisrechten 150 150 164
7 Afvalstoffenheffing (excl. kwijtscheldingen) 3.328 3.535 3.503
7 Rioolheffing (excl. kwijtscheldingen) 3.287 2.896 2.882
8 Leges omgevingsvergunning 756 716 861
Totaal 12.769 12.466 14.855

Kostendekkendheid

Terug naar navigatie - Kostendekkendheid

De mate van kostendekkendheid wordt in de onderstaande tabellen weergegeven.

Soort Dekkingspercentage Begroot 2023 Dekkingspercentage Begroot 2022
Afval 100% 98%
Riolering 97% 95%
Omgevingsvergunningen 85% 80%

Afval en Riolering

Terug naar navigatie - Afval en Riolering

Onze gemeente heeft als vastgesteld beleid dat de tarieven van afvalstoffenheffing en rioolheffing kostendekkend moeten zijn.

Afval

In 2022 was gekozen voor een niet kostendekkend tarief omdat er mogelijk corona effecten in de lasten van de afgelopen jaren zaten. Bij analyse van de recente uitgaven blijkt dit inderdaad het geval te zijn geweest. Daarnaast is de papierprijs momenteel gunstig met als gevolg een hogere opbrengst bij papier. Het tarief kan daarom met € 21,- naar beneden en is voor 2023 weer kostendekkend.

Riolering

In 2022 moest, in verband met een correctie op de het GWP het tarief met € 21,- stijgen. Er is toen gekozen om voor een niet geheel kostendekkend tarief te gaan om de lasten voor de inwoners niet te snel te laten stijgen. In 2023 zou weer een stap gemaakt worden naar een kostendekkend tarief. De kosten van riolering zijn echter ook sterk gestegen door de hogere energielasten. Om tot een kostendekkend tarief te komen zou het tarief met €33,- moeten stijgen. Er is gekozen om ook voor 2023 nog geen kostendekkend tarief te hanteren. De stijging van de Rioolheffing wordt gelijkgesteld met de daling van de Afvalstoffenheffing € 21,- zodat de totale lasten in 2023 voor riool en afval gelijk blijven ten opzichte van 2022, waarvoor binnen de begroting ruimte is.

x € 1.000
Afval Begroting 2023 Begroting 2022
Directe kosten
Totaal van de gemeentelijke lasten 2.894 3.251
Totaal van de gemeentelijke baten; niet zijnde heffingen 445 604
Netto directe kosten taakveld 2.449 2.647
Indirecte kosten
Btw 557 634
Overhead en rente 58 61
Netto indirecte kosten taakveld 615 695
Totale lasten 3.064 3.342
Totale heffingen
Afvalstoffenheffing 2.036 2.285
Afvalstoffenheffing Restafval 989 949
Afvalstoffenheffing GFT 41 38
Totale heffingen 3.066 3.272
Dekkingspercentage 100% 98%
x € 1.000
Riolering Begroting 2023 Begroting 2022
Directe kosten
Totaal van de gemeentelijke lasten 2.460 2.183
Totaal van de gemeentelijke baten; niet zijnde heffingen - -
Netto directe kosten taakveld 2.460 2.183
Indirecte kosten
Btw 388 386
Overhead en rente 439 472
Netto indirecte kosten taakveld 827 858
Totale lasten 3.287 3.041
Totale heffingen
Rioolheffing 3.180 2.896
Totale heffingen 3.180 2.896
Dekkingspercentage 97% 95%

Omgevingsvergunningen

Terug naar navigatie - Omgevingsvergunningen

De tariefstelling ten aanzien van de diverse omgevingsvergunningen is niet van een dergelijke omvang dat volledige kostendekkendheid kan worden bewerkstelligd. Volledige kostendekkendheid kan niet worden gerealiseerd omdat dan de tarieven voor bepaalde vergunningen zodanig zouden moeten stijgen dat de hoogte van de leges niet meer in verhouding staat tot de activiteit.

Kostendekkendheid

Ten opzichte van de begroting 2022 (80%) is het dekkingspercentage gestegen. Dit ontstaat doordat de lasten nagenoeg gelijk zijn gebleven bij een stijging van de baten.

x € 1.000
Omgevingsvergunningen Begroting 2023 Begroting 2022
Directe kosten
Totaal van de gemeentelijke lasten 736 717
Totaal van de gemeentelijke baten; niet zijnde heffingen - -
Netto directe kosten taakveld 736 717
Indirecte kosten
Btw - -
Overhead en rente 158 179
Netto indirecte kosten taakveld 158 179
Totale lasten 894 896
Totale heffingen
Heffingen 756 716
Totale heffingen 756 716
Dekkingspercentage 85% 80%

Lokale lastendruk

Terug naar navigatie - Lokale lastendruk

De lokale lastendruk 2023 kan niet eerder vastgesteld worden dan na vaststelling van de tarieven. Bij het vaststellen van de tarieven zal rekening worden gehouden met de uitgangspunten uit het coalitieakkoord en de aangekondigde maatregelen.

De tarieven van afval en riolering zijn al wel bekend:

  • Afval vast tarief                  € 158,50 (2022 € 179,50)
  • Rioolheffing                          € 277,-      (2022 € 256,-)

Om de lastenverzwaring voor de inwoners beperkt te houden is het totaal van de Afvalheffingen en Rioolheffing niet gestegen en is deze gelijk gebleven op € 435,50

De “Atlas van de lokale lasten 2022” (COELO) geeft voor onze gemeente het volgende rangnummer (nummer 1 heeft de laagste woonlasten, nummer 375 de hoogste):

  • Woonlasten meerpersoonshuishouden eigenaar-bewoner rangnummer 66 (2021 nr. 82)

Kwijtscheldingsbeleid
Voor de onroerendezaakbelastingen en de heffingen voor riool- en afvalstoffenheffing, zoals die elk jaar gecombineerd worden opgelegd, kan kwijtschelding worden verkregen. Bij kwijtschelding vindt een vermogenstoets en een inkomenstoets plaats. De gemeente moet hiervoor een norm vaststellen. Deze norm wordt gerelateerd aan de bijstandsnorm. In onze gemeente is de kwijtscheldingsnorm gelijk aan de bijstandsnorm (100%).

Weerstandsvermogen en risicobeheersing

Inleiding

Terug naar navigatie - Inleiding

Het weerstandsvermogen bestaat uit de relatie tussen de weerstandscapaciteit, zijnde de middelen en mogelijkheden waarover de gemeente beschikt of kan beschikken om niet begrote kosten te dekken en alle risico's waarvoor geen maatregelen zijn getroffen en die van materiële betekenis kunnen zijn in relatie tot de financiële positie. Een juist oordeel over de toereikendheid van de weerstandscapaciteit kan alleen maar worden gegeven als er een juist en volledig beeld bestaat van de risico’s, de kans hierop en de eventuele financiële gevolgen. Daartoe wordt jaarlijks een risicoprofiel opgesteld.

Kaderstellende documenten
Beleidskader reserves en voorzieningen
Beleidskader vaststelling bedrag post onvoorzien

Risicobeheersing

Terug naar navigatie - Risicobeheersing

In onderstaande tabel benoemen we de risico’s en schatten daarbij de factoren "kans" (dat het risico zich voordoet) en "invloed" (de impact als het risico zich voordoet) in. De genoemde maximale financiële gevolgen zijn relatief. Een risico met een groot maximaal financieel gevolg kan op basis van de “kans” en “invloed” een relatief beperkte invloed op het aan te houden minimale weerstandscapaciteit hebben. Omgekeerd kan een klein maximaal financieel gevolg een grote invloed hebben. De grootste risico’s, op basis van de invloed op de weerstandscapaciteit, zijn:

De belangrijkste risico's met de geschatte "kans" en de "invloed" (x €)
Risico Kans Max fin. effect Invloed Totaal risico
1 Algemene uitkering (gemeentefonds) fluctueert 50% 1.000.000 8% 500.000
2 Onzekerheid Rijksmaatregelen reductie kosten jeugdzorg 45% 500.000 4% 225.000
3 Effecten invoering Omgevingswet en Wet kwaliteitsborging voor bouwen (Wkb) 60% 750.000 7% 450.000
4 Borgstellingen 1% 31.925.000 5% 319.250
5 Effect invoering eigen belastinggebied gemeenten per 2026 70% 5.000.000 55% 3.500.000
6 Mogelijke WW-verplichtingen personeel 25% 1.000.000 4% 250.000
7 Financiële tegenvallers projecten 60% 7.000.000 2% 105.000
8 Effect fluxtuerende energieprijzen 50% 500.000 4% 250.000
9 Tegenvallende resultaten grondexploitaties 15% 1.000.000 2% 150.000
10 Effecten hoge inflatie op exploitatielasten 40% 1.500.000 9% 600.000
Totaal 50.175.000 100% 6.349.250

Toelichting op de risico's

  1. Algemene uitkering fluctueert: De omvang van de algemene uitkering (het gemeentefonds) is niet constant. Elk jaar wordt de groei of krimp van de basisomvang gebaseerd op uitgaven die het Rijk verwacht te gaan doen in het begrotingsjaar. Het gevolg hiervan is dat de omvang dus kan fluctueren. Een krimp van het gemeentefonds is in het lopende begrotingsjaar vaak niet meer op te vangen met bezuinigingen en kan tot een negatief rekeningresultaat leiden.
  2. Onzekerheid Rijksmaatregelen reductie kosten jeugdzorg: In de laatste raming van de algemene uitkering zijn de volledige bedragen uit de arbitrage opgenomen. Daarnaast zijn ook kortingen opgenomen die behaald moeten worden door maatregelen die het Rijk zelf moet nemen. Deze kortingen zijn onzeker en daarom opgenomen als risico.
  3. Effecten invoering omgevingswet en Wet kwaliteitsborging voor bouwen (Wkb): Of de Omgevingswet en de Wkb op 1 januari 2023 definitief worden ingevoerd is op het moment van schrijven nog niet bekend. Wel is duidelijk dat door de wijziging een aantal legesinkomsten vervallen maar dat een deel van de werkzaamheden (o.a. registratie) wel moeten worden uitgevoerd. Omdat alleen voor de aanvragen na invoering van de nieuwe wetgeving gelden de nieuwe legestarieven. Voor 2023 betekent dit dat er ook nog aanvragen onder het oude regime zullen vallen met de bijbehorende opbrengsten.
  4. Borgstellingen: De gemeente staat borg voor de leningen die de Stichting Waarborg Woningbouw de woningcorporaties verstrekt. Deze borgstelling is in breed landelijk verband met alle gemeenten afgesproken. Het optreden van het risico is echter zeer beperkt. Zo heeft het faillissement van de woningcorporatie Vestia (2012) niet geleid tot het aanspreken van de borgstelling.
  5. Effecten invoering eigen belastinggebied gemeenten per 2026: Dit is geen risico voor 2023, maar het effect is groot en de invulling is nog onbekend. Het effect is ook zichtbaar in het meerjarenperspectief. Daarom is het risico al opgenomen zodat er rekening kan worden gehouden met dit risico in de omvang van het weerstandsvermogen.
  6. Mogelijke WW-verplichtingen personeel: Als personeel onvrijwillig wordt ontslagen of het contract niet wordt verlengd dan kan er sprake zijn van een WW-verplichting. De gemeente is hier niet voor verzekerd en is dus zelf WW-risicodrager. Op voorhand is niet bekend of en zo ja in welke mate er sprake is van een WW-verplichting en daarom is deze ook niet begroot.
  7. Financiële tegenvallers projecten: Projecten kennen risico's. Deze risico's worden in de projecten zelf benoemd. Het risico op de risico's is niet financieel afgedekt in de projecten. Een aantal risico's, zoals hyperinflatie, rampen en oorlogen, zijn te generiek en daarom worden ze op een hoger niveau algemeen afgedekt. De reden dat ondanks de omvang van het effect het risico zelf beperkt is komt doordat de meeste projecten in 40 jaar worden afgeschreven. Hierdoor is het af te dekken risico een stuk lager, een factor 40, uit dan het effect.
  8. Effecten fluctuerende energieprijzen: De gemeente moet het huidige energiecontract beëindigen. Door de huidige marktsituatie kan er alleen een variabel contract worden afgesloten. Een inschatting van de kostenstijging is in de begroting verwerkt. Het risico richt zich op uitschieters die nu niet te voorzien zijn maar als ze zich voordoen onontkoombaar zijn. 
  9. Tegenvallende resultaten grondexploities: Het resultaat van de grondexploitaties is afhankelijk van de mate waarin er verkocht kan worden en of er gronden beschikbaar zijn. Ook externe ontwikkelingen zoals de stikstof problematiek en hogere bouwkosten kunnen het resultaat beïnvloeden.
  10. Effecten inflatie op exploitatielasten: De momentele hoge inflatie is nog niet vertaald in een gelijke bijstelling in de algemene uitkering. Hierdoor kan er in het lopende jaar een verschil ontstaan die tot een tegenvaller bij het opstellen van jaarrekening kan leiden. 

Weerstandsvermogen

Terug naar navigatie - Weerstandsvermogen

Beheersing van de hiervoor genoemde risico's
Financiële consequenties die voortvloeien uit het actueel worden van bovengenoemde risico's worden opgenomen in de jaarstukken (verantwoording) en komen via het resultaat ten laste van de algemene reserve. Zoals hierna aangegeven is het niveau van de algemene reserve voldoende.

Bepalen weerstandscapaciteit
De benodigde weerstandscapaciteit is berekend op € 6,3 miljoen. De weerstandscapaciteit is € 20 miljoen. Dit betekent dat wij in staat zijn om met de huidige weerstandscapaciteit ook grotere risico’s het hoofd te bieden. Naast de incidentele weerstandscapaciteit is er ook een structurele weerstandscapaciteit in de begroting opgenomen namelijk de post onvoorzien (€ 37.500). In onderstaande tabellen wordt de (incidentele) weerstandscapaciteit en het verloop van de algemene reserve weergegeven. De bedragen zijn geactualiseerd tot het moment van opstellen van de begroting.

Het beleid betreffende de weerstandscapaciteit en de risico's
Jaarlijks worden de risico’s geïnventariseerd. Daarnaast berekenen we het beschikbare weerstandsvermogen. Het weerstandsvermogen moet minimaal de berekende risico’s kunnen dekken.

x € 1.000
Incidenteel weerstandsvermogen
Algemene reserve ultimo 2021 16.651
Mutaties 2022
Resultaat 2021 2.936
Resultaatbestemming -480
Primaire Begroting 2022 830
Begrotingsmutaties 2022 (PPB en RV) 37
Totaal algemene reserve 19.975
Totaal incidenteel weerstandvermogen 1-1-2023 19.975

Kengetallen

Terug naar navigatie - Kengetallen

Met ingang van 2016 zijn een vijftal financiële kengetallen verplicht gesteld. Dit onder andere om de financiële positie van de gemeente voor de raad inzichtelijker en beter vergelijkbaar te maken. Het gaat om de netto schuldquote, de solvabiliteitsratio en indicatoren met betrekking tot de grondexploitatie, structurele exploitatieruimte en belastingcapaciteit.
Kengetallen hebben een signalerende functie, geven inzicht in de financiële positie en over de weerbaarheid en wendbaarheid van een gemeente. Zoals opgenomen in de nota Financieel beleid vanaf 2017 (zie ook hiervoor onder ‘beleid omtrent de weerstandscapaciteit en de risico’s’) sluiten we aan voor de verplichte kengetallen bij de signaleringswaarden uit de stresstest voor gemeenten. Ons streven is minimaal te voldoen aan categorie B. Over het algemeen kan worden gesteld dat categorie A het minst risicovol is en categorie C het meest.

Als de uitkomst van één van de kengetallen uit de pas schiet, wil dat niet zeggen dat we financieel niet (langer) gezond zijn. Het is een mogelijke indicatie dat er (aanvullende) beheersmaatregelen moeten worden getroffen of herijkt.

Kengetal Categorie A Categorie B Categorie C
Netto schuldquote a. zonder correctie doorgeleende gelden < 90% 90 - 130% > 130%
b. met correctie doorgeleende gelden < 90% 90 - 130% > 130%
Solvabiliteitsratio > 50% 20 - 50% < 20%
Structurele exploitatieruimte Eerste jaar en meerjarig > 0% Begroting en meerjarig 0% Begroting en meerjarig < 0%
Grondexploitatieruimte < 20% 20 - 35% > 35%
Belastingcapaciteit < 95% 95 - 105% > 105%
Kengetallen Jaarrekening 2021 Begroting 2022 Begroting 2023 Begroting 2024 Begroting 2025 Begroting 2026
Netto schuldquote 19,8% 35,5% 24,2% 21,6% 18,1% 21,3%
Netto schuldquote excl. verstrekte leningen 19,8% 35,5% 24,2% 21,6% 18,1% 21,3%
Solvabiliteit 30,7% 26,4% 31,7% 35,7% 40,6% 40,6%
Structurele exploitatieruimte 10,5% 1,9% 0,1% 2,9% 4,4% -1,8%
Grondexploitatie 2,1% 3,3% 2,5% 2,2% 1,8% 1,6%
Belastingcapaciteit 93,1% 96,0% 85,3% 85,3% 85,3% 85,3%

Toelichting kengetallen

Terug naar navigatie - Toelichting kengetallen

Beoordeling van de onderlinge verhouding tussen de kengetallen in relatie tot de financiële positie:

Netto Schuldquote

We verwachten dat de netto schuldquote in 2023 daalt ten opzichte van 2022. De schuldquote van Opsterland bevindt zich ruim binnen de in de theorie genoemde (en door de VNG gehanteerde) grens van 130 procent.

Netto Schuldquote (gecorrigeerd voor alle verstrekte leningen aan derden)

Het kengetal van de netto schuldquote (gecorrigeerd voor alle verstrekte leningen aan derden) is bij Opsterland gelijk aan het kengetal netto schuldquote.

Solvabiliteitsratio

We verwachten dat de solvabiliteit van de gemeente stijgt ten opzichte van de begroting 2022 en de komende jaren ook blijft stijgen. Solvabiliteit is de verhouding tussen leningen en eigen vermogen (reserves). De stijging komt doordat de gemeente de komende jaren een positief resultaat heeft waardoor het eigen vermogen stijgt. Het solvabiliteitspercentage is aanvaardbaar.

Structurele exploitatieruimte

Een positief percentage betekent dat incidentele lasten deels uit structurele middelen wordt gedekt. Een negatief percentage houdt in dat structurele lasten incidenteel gedekt worden. Het kengetal drukt dus niet uit of sprake is van een begrotingstekort of –overschot. Een overzicht van de incidentele lasten en baten is opgenomen in de financiële begroting.

Grondexploitatie

Het kengetal grondexploitatie geeft inzicht in de waarde van de gronden ten opzichte van de totale baten van de gemeente. Het percentage geeft aan dat Opsterland geen bovenmatige risico’s op de grondexploitaties loopt afgezet tegen de omvang van de begroting. Daar komt bij dat de gemeente met de algemene reserve ook nog over voldoende weerstandsvermogen beschikt.

Belastingcapaciteit

De belastingcapaciteit wordt berekend met de tarieven voor een meerpersoonshuishouden. Bij een percentage hoger dan 100 zijn de woonlasten hoger dan het landelijk gemiddelde. Bij een percentage lager dan 100 zijn ze lager. De woonlasten bevinden zich op een stabiel en landelijk gezien laag niveau.

Onderhoud kapitaalgoederen

Onderhoud kapitaalgoederen

Terug naar navigatie - Onderhoud kapitaalgoederen

Inleiding

De gemeente is verantwoordelijk voor het beheer en onderhoud van een groot deel van de openbare ruimte. Deze ruimte is opgebouwd uit onze kapitaalgoederen. Dit zijn onder andere de wegen, riolering, bruggen, verlichting, openbaar groen en gebouwen. De kwaliteit van deze kapitaalgoederen heeft invloed op de beleving door inwoners, bezoekers en ondernemers bij hun activiteiten in de openbare ruimte. Daarnaast vertegenwoordigen de kapitaalgoederen een aanzienlijke waarde en brengt vroegtijdige vervanging onnodige kosten met zich mee. Het is daarom belangrijk dat we goed op deze kapitaalgoederen passen om de leefbaarheid en veiligheid te waarborgen en kapitaalverlies te voorkomen. 

De kaders voor het onderhouden van de arealen verhardingen, openbare verlichting, civiele kunstwerken en het openbare groen zijn vastgelegd in het Beeldkwaliteitsplan Beheer Openbare Ruimte 2021-2025. Het onderhoud van deze arealen is daarbij gedifferentieerd naar gebruik; netjes waar het moet, sober waar het kan. Hierin is gezocht naar een verantwoorde balans tussen kosten enerzijds en een prettige leefomgeving anderzijds.

De kaders voor het beheren onderhouden van de riolering en daarbij horende (zuiverings)installaties zijn vastgelegd in het Watertakenprogramma 2020-2025. Naast de verankering van de zorgplicht voor de inzameling van het afvalwater, hemelwater en grondwater voorziet het plan in kaders voor de klimaatadaptatie en andere gemeentelijke watertaken.

Het gemeentelijke vastgoed dat nog in overeenstemming met de functie in gebruik is wordt in stand gehouden door preventief onderhoud binnen de daarvoor gestelde bestekskwaliteit.

Kaderstellende documenten

Beeldkwaliteitsplan Beheer Openbare Ruimte 2021-2025
Watertakenprogramma 2020-2025
Notitie licht in de duisternis (2009)

Verharding en openbare verlichting

Terug naar navigatie - Verharding en openbare verlichting

Kerncijfers en kwaliteitsambitie

De gemeente heeft ongeveer 2,81 miljoen m2 verharding in beheer. Deze bestaat voor 51% uit dicht asfaltbeton, 41% elementenverharding (klinkers, tegels e.a.), 3 % cementbeton en 5% overige soorten verharding. De totale verharding vertegenwoordigt een geschatte waarde van € 175 mln. In de gemeente staan ongeveer 4.400 lantaarnpalen, waarvan 4.121 in beheer en eigendom van de gemeente. De overige palen zijn in beheer en eigendom van de Provincie Fryslân, Rijkswaterstaat, woningcorporaties en VvE’s. De ondergrondse infrastructuur die hierbij hoort is voor het grootste deel in eigendom van netbeheerder Liander. Van het areaal bestaat ongeveer 80% uit energiezuinige LED armaturen. De totale vervangingswaarde van de installatie bedraagt ongeveer € 6 mln.

In onderstaande tabel is het gemeentelijke areaal van verhardingen en openbare verlichting weergegeven met daarbij de vastgestelde kwaliteitsambitie.

Verharding en openbare verlichting Hoeveelheid Structuurelement
Bedrijventerrein Begraafplaats Buitengebied Centrum Groengebied Hoofdstructuur Woongebied
Rijbanen 204 ha Basis Basis Basis Basis Basis Basis Basis
Parkeerstroken / overig 17 ha Basis Basis Basis Basis Basis Basis Basis
Fietspaden 26 ha Basis N.v.t. Basis Basis Basis Basis Basis
Voetpaden 34 ha Basis Basis Basis Basis Basis Basis Basis
Openbare verlichting 4.121 stuks Basis Basis Basis Basis Basis Basis Basis
Vastgelegde kwaliteitsambitie (CROW) in overeenstemming met het Beeldkwaliteitsplan Beheer Openbare Ruimte 2021-2025

Toekomst

Uit de laatste inspectie is naar voren gekomen dat het areaal er op plaatsen onvoldoende bijligt. Op deze plekken zijn schadebeelden geconstateerd die conform de verwachte levensduur van de betreffende wegvakken niet zijn voorzien. Deze schades zijn voornamelijk aangetroffen op de wegen in het westen van de gemeente (veengronden) en zijn gerelateerd aan de lange droge periodes van de afgelopen jaren. Voor het aanpakken van deze schades zijn met het vaststellen van het Beeldkwaliteitsplan aanvullende middelen beschikbaar gesteld. Vanaf 2022 zijn de beschikbare middelen jaarlijks structureel met € 200.000 verhoogd. Aanvullend wordt in 2022 en 2023 incidenteel € 200.000 geïnvesteerd.

Riolering

Terug naar navigatie - Riolering

Kerncijfers

De gemeente is voor een (groot) deel verantwoordelijk voor de inzameling, transport en verwerking van afvalwater, hemelwater en grondwater. Hiervoor zijn drie verschillende systemen in de gemeente aanwezig: vrijvervalriolering, drukriolering en individuele systemen voor de behandeling van afvalwater (IBA's). Van de vrijvervalriolering bestaat nog ongeveer 70% uit een gemengd systeem. Bij de rest is sprake van scheiding tussen hemelwater (HWA) en afvalwater (DWA). Het totale systeem vertegenwoordigt een geschatte waarde van € 150 mln.

In de tabel hieronder is een overzicht weergegeven van het volledige areaal.

Riolering Hoeveelheid
Vrijvervalriolering 215.003 m1
Putten 4.582 stuks
Straatkolken 10.796 stuks
Bergbezinkvoorzieningen 5 stuks
Overstorten 34 stuks
Drukriolering / persleiding 137.082 m1
Minigemalen 522 stuks
Opvoer- / tussengemalen 28 stuks
Gemalen overig 8 stuks
IBA-systeem (individuele behandeling afvalwater)* 112 stuks
* 21 IBA's zijn in beheer bij het Wetterskip Fryslan

Kwaliteitsambitie

Het gewenste kwaliteitsniveau van de installatie is vastgelegd in het Watertakenprogramma 2020-2025. Met het voortzetten van het huidige beleid wordt de installatie op de vastgestelde niveaus onderhouden.

Areaal Structuurelement
Centrum Woongebied Bedrijventerrein Buitengebied
Afvalwater Inzameling Hoog > Basis Hoog > Basis Hoog > Basis Basis
Transport Basis > Hoog Basis > Hoog Basis > Hoog Basis > Hoog
Hemelwater Inzameling (overtollig) Basis > Hoog Basis > Hoog Basis > Hoog Basis
Verwerking (in riolering) Basis Basis Basis Basis
Verwerking (in openbare ruimte) Basis Basis Basis Basis
Grondwater Inzameling Basis Basis Basis Basis
Verwerking Basis Basis Basis Basis
Vastgelegde kwaliteitsambitie (CROW) in overeenstemming met het Watertakenprogramma 2020-2025

Toekomst

De voorziening geeft voldoende dekking voor de uitvoering van de gestelde ambities. Bij de te nemen onderhoudsmaatregelen wordt rekening gehouden met de klimaatverandering. Gestreefd wordt naar het voorkomen of beperken van wateroverlast en hittestress. 

Vaarwegen en kunstwerken (water)

Terug naar navigatie - Vaarwegen en kunstwerken (water)

Kerncijfers en kwaliteitsambitie

In de gemeente liggen twee grote vaarroutes. De civiele kunstwerken die hierbij horen zijn deels in beheer en eigendom van de gemeente. Daarbuiten zijn diverse (kleinere) civiele kunstwerken. Van drie tunnels die in eigendom zijn van de Provincie Fryslân of Rijkswaterstaat heeft de gemeente het dagelijkse beheer. Het totale areaal vertegenwoordigd een vervangingswaarde van ongeveer € 55 mln.

In onderstaande tabel is het gemeentelijke areaal voor de civiele kunstwerken weergegeven met daarbij de vastgestelde kwaliteitsambitie.

Civiele kunstwerken Hoeveelheid Structuurelement
Bedrijventerrein Begraafplaats Buitengebied Centrum Groengebied Hoofdstructuur Woongebied
Bruggen (vast) 31 stuks Basis N.v.t. Basis Basis N.v.t. Basis Basis
Bruggen (hout) 85 stuks N.v.t. N.v.t. Basis N.v.t. Basis Basis Basis
Bruggen (beweegbaar) 17 stuks N.v.t. N.v.t. Basis Basis N.v.t. Basis Basis
Vaarrecreatieve voorzieningen 33 stuks Basis N.v.t. Basis N.v.t. N.v.t. N.v.t. Basis
Waterwerken 7 stuks N.v.t. N.v.t. Basis Basis N.v.t. N.v.t. N.v.t.
Tunnels* 7 stuks N.v.t. N.v.t. Basis N.v.t. N.v.t. N.v.t. N.v.t.
Kademuren 6838 m1 Basis N.v.t. Basis Basis N.v.t. N.v.t. Basis
Beschoeiingen 5791 m1 N.v.t. N.v.t. Basis N.v.t. Basis N.v.t. Basis
Vastgelegde kwaliteitsambitie (CROW) in overeenstemming met het Beeldkwaliteitsplan Beheer Openbare Ruimte 2021-2025
*Van drie tunnels heeft de gemeente het dagelijks beheer. Het eigendom ligt bij de Provincie Fryslân of Rijkswaterstaat

Toekomst

Voor kunstwerken is geen verwachte vervangingspiek. Tot en met 2025 betreft de theoretische vervanging circa €5 mln. Tot en met 2040 bedraagt dit circa €12 mln. Op dit moment is er geen sprake van kapitaalvernietiging aan vaste en houten bruggen. 

 

Groen

Terug naar navigatie - Groen

Kerncijfers en kwaliteitsambities

Opsterland is een groene gemeente met een diversiteit aan openbaar groen. De werkzaamheden aan het openbaar groen worden deels uitgevoerd door de eigen dienst en Caparis.

In onderstaande tabel is het gemeentelijke areaal voor groen weergegeven met daarbij de vastgestelde kwaliteitsambitie.

Openbaar groen Hoeveelheid Structuurelement
Bedrijventerrein Begraafplaats Buitengebied Centrum Groengebied Hoofdstructuur Woongebied
Bomen 51.337 stuks Basis (bio) Basis (bio) Basis (bio) Basis (bio) Basis (bio) Basis (bio) Basis (bio)
Natuurlijke beplanting 9.600 are Laag (bio) Basis (bio) Laag (bio) Basis (bio) Laag (bio) Laag (bio) Basis (bio)
Cultuurlijke beplanting 702 are Laag Hoog Laag Basis Basis Basis Basis
Hagen 106 are Basis Hoog Laag Basis Laag Basis Basis
Gras 30.338 are Laag (bio) Hoog Laag (bio) Basis Laag (bio) Laag (bio) Laag (bio)
Bermen Basis (bio) Basis (bio) Basis (bio) N.v.t. Basis (bio) Basis (bio) Basis (bio)
Watergangen (waterlopen en sloten) 442 km Basis (bio) Basis (bio) Basis (bio) Basis (bio) Basis (bio) Basis (bio) Basis (bio)
Watervlakte (vijvers) 1.423 are Basis (bio) Basis (bio) Basis (bio) Basis (bio) Basis (bio) Basis (bio) Basis (bio)
Parkmeubilair 559 stuks Basis Hoog Basis Basis Basis Basis Basis
Op basis van de CROW-kwaliteitsnorm zoals vastgesteld in het Beeldkwaliteitsplan Beheer Openbare Ruimte 2021-2025

Gebouwen

Terug naar navigatie - Gebouwen

Kerncijfers en beheer

De gemeente heeft divers vastgoed in eigendom en beheer en heeft een herbouwwaarde van circa € 63 mln. Het grootste deel (90%) van de gebouwen wordt onderhouden op basis van de kwaliteit ‘instandhouding’. Dit betekent dat aan de gebouwen werkzaamheden worden verricht om het gebouw te behouden in de staat waarin het zich bevindt. Deze gebouwen voldoen wat betreft het onderhoud aan de gestelde bestekskwaliteit. De overige gebouwen (10%) zijn niet meer in gebruik of zullen binnenkort niet meer in gebruik zijn en worden verkocht of gesloopt. Aan deze gebouwen wordt het minimaal noodzakelijke onderhoud gepleegd. Deze gebouwen zijn meestal al geheel afgeschreven, indien dit niet het geval is, is de boekwaarde lager dan de marktwaarde.

Voor het planmatig onderhoud van de gemeentelijke gebouwen is een voorziening beschikbaar. Er is jaarlijks een zodanige dotatie aan de voorziening dat deze toereikend is voor het gemiddelde van het planmatig onderhoud voor de komende 10 jaar.

In onderstaande tabel is het gemeentelijke areaal voor gebouwen weergegeven.

Gemeentelijk vastgoed
Functieomschrijving Aantal
Bedrijfsvoering 11
Maatschappelijk 15
Monumentaal 8
Voormalige scholen en leegstaande gebouwen 2
Dorpshuizen 7
Overig 9
Totaal 52

Toekomst

Overbodig vastgoed wordt afgestoten (sloop of verkoop). Voor het in stand houden van de gemeentelijke gebouwen is een voorziening beschikbaar.

Financiering

Financiering

Terug naar navigatie - Financiering

Inleiding

Deze paragraaf gaat over de taken financiering, cashmanagement en renterisicobeheer. Deze taken hebben als doel de gemeente te voorzien van voldoende vreemd vermogen tegen zo laag mogelijke kosten en de gemeente te beschermen tegen ongewenste financiële risico’s.

Beleid ten aanzien van het risicobeheer van de financieringsportefeuille

In de financiële verordening heeft de raad het college bestuurlijk mandaat gegeven voor het uitoefenen van de financieringsfunctie. Het college zorgt daarbij voor:

  1. Het aantrekken van voldoende financiële middelen en het uitzetten van tijdelijke overtollige gelden;
  2. Het beheersen van de risico’s verbonden aan de financieringsfunctie, zoals renterisico’s, koersrisico’s en kredietrisico’s.
  3. Het beperken van de kosten van leningen en het bereiken van voldoende rendement op uitzettingen.
  4. Het beperken van de interne verwerkingskosten en externe kosten bij het beheren van de geldstromen en financiële posities.

Kaderstellende documenten

Financiële verordening ex artikel 212 Gemeentewet (2017).
Beleidskader reserves en voorzieningen (2016).

Rentelasten, rentebaten, renteverdeling

De door de gemeente betaalde en ontvangen rente wordt per saldo verantwoord op Algemene dekkingsmiddelen.

Financieringsbehoefte

De financieringsbehoefte is vastgesteld op basis van ongewijzigd beleid. Voor komend jaar wordt niet verwacht dat er een nieuwe langlopende lening aangetrokken hoeft te worden.

Renteverwachtingen 2023

Een belangrijke variabele bij de uitvoering van het financieringsbeleid is de toekomstige renteontwikkeling. De keuze tussen korte en lange looptijden wordt mede bepaald door de verwachte renteontwikkelingen. Het gewogen gemiddelde rentepercentage in 2023 is 0,52%.

Renterisicobeheer

Het renterisico is het volume aan uitstaande schuld, dat aan renteherziening onderhevig is. De wetgever heeft in de Wet financiering decentrale overheden (Fido) eisen gesteld aan het renterisico dat een gemeente in enig jaar mag lopen. Deze eisen komen tot uitdrukking in de kasgeldlimiet (voor leningen met een looptijd tot 1 jaar) en de renterisiconorm (voor leningen met een looptijd vanaf 1 jaar). Het college zorgt ervoor dat de gemeente verantwoord en goedkoop financiert binnen de gegeven normen.

Kasgeldlimiet
De kasgeldlimiet houdt in, dat maximaal 8,5% van de totale begroting met kort geld gefinancierd mag zijn. Voor 2023 is dit voor onze gemeente maximaal € 7,2 miljoen. Normaliter wordt getracht tot aan de kasgeldlimiet via kortlopende leningen te financieren omdat de rente voor kortlopende leningen lager is dan die van langlopende leningen. Eind 2020 hebben we een nieuwe langlopende lening afgesloten waardoor we verwachten in 2023 geen kortlopende lening te hoeven afsluiten.

Renterisiconorm
De renterisiconorm houdt in dat maximaal 20% van het totaal van de begroting aan een renteherziening onderhevig mag zijn. Dit betekent dat we maximaal over € 17 miljoen renterisico mogen lopen. Het totaal op de langlopende leningen af te lossen bedrag in 2023 bedraagt € 3,8 miljoen. We voldoen aan de renterisiconorm.

Renteschema
De rente is toegerekend aan de verschillende taakvelden op basis van de boekwaarde van de activa. Rente aan het grondbedrijf is toegerekend op basis van het gewogen gemiddelde rentepercentage afgezet tegen de waarde van de bouwgrondexploitaties.

Liquiditeiten

Ook in de toekomst zullen wij een beroep moeten blijven doen op de kapitaalmarkt. Aan de hand van de vastgestelde begroting 2023 wordt een meerjarige liquiditeitenplanning opgesteld. Op deze wijze hebben we sturing op onze financieringsbehoefte en de daaraan verbonden kosten.

Schatkistbankieren
Door de wet over schatkistbankieren zijn de decentrale overheden verplicht het grootste deel van hun liquide middelen aan te houden in de schatkist. De hoogte van deze drempel bedraagt 0,75% van het jaarlijkse begrotingstotaal en bedraagt voor onze gemeente voor 2023 ongeveer € 636.000.

x € 1.000
Renterisico vaste schuld over de jaren 2023 t/m 2026 2023 2024 2025 2026
Omvang begroting (stand primaire begroting) 84.866 84.866 84.866 84.866
Grondslagpercentage 20% 20% 20% 20%
Renterisiconorm 16.973 16.973 16.973 16.973
Renteherziening 0 0 0 0
Aflossingen 3.800 3.800 3.800 3.800
Rente risico 3.800 3.800 3.800 3.800
Toets renterisico
Renterisiconorm 16.973 16.973 16.973 16.973
Totaal rente risico 3.800 3.800 3.800 3.800
Ruimte (+)/Overschrijding (-) 13.173 13.173 13.173 13.173
x € 1.000
Renteschema begroting 2023
a. Werkelijke lasten over de korte en lange financiering 208
b. Werkelijke externe rentebaten (idem) 16
Saldo rentelasten en rentebaten 192
c1. Werkelijke rente die aan de grondexploitatie moet worden doorgerekend -4
c2. Werkelijke rente van projectfinanciering 0
c3. Werkelijke rentebaat van doorverstrekte leningen indien daar een specifieke 0
lening voor is aangetrokken (=projectfinanciering)
-4
Aan taakvelden toe te rekenen externe rente 196
d1. Werkelijke rente over eigen vermogen 0
d2. Werkelijke rente over voorzieningen 0
Totaal aan taakvelden toe te rekenen rente 196
e. De aan taakvelden werkelijke toegerekende rente 196
Verschil 0

Bedrijfsvoering

Bedrijfsvoering

Terug naar navigatie - Bedrijfsvoering

De hoofdpunten van beleid worden beschreven in de programma’s van de begroting. Het realiseren van die beleidsdoelen kan alleen met de inzet van diverse middelen als personele inzet, financiële middelen en administratie, communicatie, ICT, onderzoek, informatievoorziening en archivering, juridische adviezen, inkoop, huisvesting en andere ondersteunende faciliteiten. De inzet dient effectief, efficiënt en integer te zijn.

De bedrijfsvoering en de ontwikkeling daarvan hangt nauw samen met vraagstukken rondom sturing en control. Met de woorden: "zijn we in control” wordt bedoeld of de besturing van de ambtelijke organisatie beheerst wordt. Lopen de processen zoals ze moeten lopen en zijn ze efficiënt ingericht, worden de processen en de kosten beheerst en zijn (financiële) risico’s benoemd, zijn risicobeheersmaatregelen tijdig getroffen, zijn de te behalen resultaten helder en smart geformuleerd, boeken we de resultaten die zijn afgesproken, wordt er op de juiste momenten verantwoording afgelegd? Al deze zaken hebben permanent aandacht.

Bedrijfsvoering gaat daarnaast ook over innovatie: kunnen we de processen slimmer organiseren en kan het beter en goedkoper? In deze paragraaf wordt inzicht gegeven in de belangrijkste ontwikkelingen die in de gemeentelijke bedrijfsvoering spelen.

Kaderstellende documenten

Terug naar navigatie - Kaderstellende documenten

Organisatiebesluit (2021)
OWO-Visie (2021)
Inkoop en aanbestedingsbeleid OWO 2018 (2018-16078)
Uitvoeringsnotitie inkoop en aanbestedingen 2021
Normenkader rechtmatigheid (wordt jaarlijks door het college vastgesteld)
Bestuursovereenkomst OWO 2015 (2016-13886)

Accountantscontrole en rechtmatigheid

Terug naar navigatie - Accountantscontrole en rechtmatigheid

De raad heeft een kaderstellende rol met betrekking tot de accountantscontrole. In het Besluit accountantscontrole decentrale overheden staan de wettelijke goedkeurings- en rapporteringstoleranties in een percentage van de omvangsbasis (de totale lasten van de gemeente) vermeld. De raad kan een lager percentage voor deze toleranties vaststellen. De uitgangspunten voor de accountantscontrole 2023 zijn ongewijzigd ten opzichte van voorgaande jaren:

De goedkeuringstolerantie is vastgesteld op de wettelijke norm van 1% voor fouten en 3% voor onzekerheden.
De rapporteringstolerantie is vastgesteld op 0,5% voor fouten en 1,5% voor onzekerheden.

Overige uitgangspunten zijn:

1. Budgetrecht raad

Als blijkt dat het door de raad geautoriseerde budget onvoldoende is dan doet het college voorstellen aan de raad voor aanvullende budgettaire ruimte. Deze stap is niet nodig als hiervoor door het college dekking wordt gevonden binnen het programma. Als de uitgave echter inhoudelijk niet overeenkomt met de doelstellingen van de raad, dan moet het college dit alsnog ter besluitvorming voorleggen aan de raad. Mutaties worden elk jaar bij de Perspectiefbrief gemeld, waarbij het college een voorstel aan de raad overlegt tot het wijzigen van de lopende begroting.

2. Normenkader

Het normenkader bestaat uit alle wet- en regelgeving, die van belang zijn voor de accountantscontrole. Het normenkader per 31 december wordt jaarlijks door het college vastgesteld en ter kennis van de raad gebracht.

3. Controleplan

Het controleplan van de accountant wordt met de auditcommissie van de raad afgestemd. Met het vaststellen van de begroting worden ook de bovenvermelde uitgangspunten voor de accountantscontrole vastgesteld.

Vanaf 1 januari 2023 moet het college van B&W een verantwoording opnemen in de jaarstukken over de rechtmatigheid. De eerste keer zal dit plaatsvinden in 2024 over de jaarstukken van 2023. De rechtmatigheidsverantwoording moet door gemeenten opgenomen worden in de jaarrekening op het moment dat de wetgeving is aangepast. Ten tijde van het schrijven van de begroting is de wetgeving nog niet aangepast. Zodra de wetgeving is aangenomen zal bovenstaande tekst aangepast moeten worden aan de nieuwe wetgeving.

Informatiebeveiliging

Terug naar navigatie - Informatiebeveiliging

Informatiebeveiliging wordt steeds belangrijker. Informatie is een van de belangrijkste bedrijfsmiddelen van de gemeente. Als gemeente hebben wij een grote verantwoordelijkheid in het beschermen van deze informatie. Het beveiligen van de informatie en het borgen van de privacy van onze inwoners is wettelijk verplicht. Vanwege het grote belang zullen we in 2022 een verdere verbeterslag maken. Als gemeente werken we met de Baseline Informatiebeveiliging Overheid (BIO). De BIO bestaat uit een stelsel van maatregelen op organisatorisch, fysiek en technisch gebied en geldt voor de gehele overheid. Daarnaast zijn er specifieke wetten waar we aan moeten voldoen, zoals de Wet basisregistratie personen (BRP), de Paspoortuitvoeringsregeling Nederland (PUN), Wet structuur uitvoeringsorganisatie werk en inkomen (Suwinet), de Wet basisregistratie adressen en gebouwen (BAG), de Wet basisregistratie grootschalige topografie (BGT), Wet basisregistratie ondergrond (BRO) en DigiD.

Door gebruik te maken van de ENSIA-zelfevaluatietool zijn we als gemeente in staat om te kijken hoe de organisatie ervoor staat op het gebied van de bovenstaande wetten. Dit betekent dat één keer per jaar de zelfevaluatielijst ingevuld wordt. De informatie wordt gebruikt voor de horizontale verantwoording aan de gemeenteraad en aan diverse verticale verantwoordingslijnen als departementen. ENSIA heeft tot doel het verantwoordingsproces over informatieveiligheid bij gemeenten verder te professionaliseren door het toezicht te bundelen en het aan te laten sluiten op de gemeentelijke planning & control-cyclus. Hierdoor heeft de gemeenteraad meer overzicht over de stand van zaken van de informatieveiligheid en kan indien nodig bijsturing plaatsvinden op de voortgang van de implementatie van de Baseline Informatiebeveiliging Overheid (BIO).

Rekenkamercommissie Opsterland

Terug naar navigatie - Rekenkamercommissie Opsterland

De Rekenkamercommissie heeft als taak het onderzoeken van de doeltreffendheid, doelmatigheid en rechtmatigheid van het door de gemeente vastgestelde beleid en de uitvoering van het beleid. De Rekenkamercommissie is volledig onafhankelijk.

Voor 2023 zal de Rekenkamercommissie een onderzoeksprogramma aan de raad voorleggen.

Organisatieontwikkeling

Terug naar navigatie - Organisatieontwikkeling

In 2020 is een traject voor organisatieontwikkeling gestart, zodat de gemeente Opsterland haar rol in de netwerksamenleving beter kan spelen. Zij wil meer en beter kunnen aansluiten bij de initiatieven van inwoners, bedrijven, maatschappelijke organisaties en andere overheden, zowel lokaal als regionaal. De organisatieontwikkeling bestaat uit drie sporen. Spoor 1 en spoor 2, aanpassing van de hoofdstructuur van de organisatie en de inrichting van de teamstructuur, zijn in 2021 afgerond. De organisatie is daarna begonnen met spoor 3, dat zich richt op samen leren en ontwikkelen. Kernbegrippen hierin zijn eigenaarschap nemen, feedback geven en ontvangen, integraal werken en rolduidelijkheid creëren. Management en medewerkers volgen trainingen om beter met deze competenties te werken. Een deel van de trainingen heeft inmiddels plaatsgevonden. In 2023 staat onder andere de training over eigenaarschap nemen op het programma.

Verbonden partijen

Verbonden partijen

Terug naar navigatie - Verbonden partijen

Het doel van deze paragraaf

In de verschillende programma’s worden maatschappelijke effecten beoogd die (mede) door externe organisaties worden verwezenlijkt. In een aantal daarvan heeft de gemeente een bestuurlijk en een financieel belang. In deze paragraaf wordt daarvan een overzicht gegeven.

Definitie verbonden partijen

Een verbonden partij is een privaatrechtelijke of publiekrechtelijke organisatie waarin de gemeente een bestuurlijk én een financieel belang heeft.

Van een financieel belang is sprake als:

  • Een aan de verbonden partij ter beschikking gesteld bedrag niet verhaalbaar is als de verbonden partij failliet gaat.
  • De gemeente voor bedragen aansprakelijk kan worden gesteld als de verbonden partij haar verplichtingen niet nakomt.

Van een bestuurlijk belang is sprake als de gemeente zeggenschap heeft, hetzij door vertegenwoordiging in het bestuur, hetzij door stemrecht. Dit betekent concreet dat er sprake is van een bestuurlijk belang als de burgemeester, een wethouder of een raadslid van de gemeente namens de gemeente in het bestuur van de partij plaatsneemt of namens de gemeente stemt.

 Visie op en de beleidsvoornemens betreffende verbonden partijen

De gemeente heeft met het oog op het beperken van regelgeving geen afzonderlijke Kadernota verbonden partijen vastgesteld. Visie en beleid op verbonden partijen zijn daarom terug te vinden in deze paragraaf. De gemeente voert overheidstaken uit en wil doelen bereiken in de samenleving. Dit moet effectief en efficiënt. In een aantal gevallen kan de gemeente deze taken en doelen niet of moeilijk zelf uitvoeren en is er een noodzaak om met andere gemeenten, provincie of waterschap samen te werken. De gemeente Opsterland voert hierbij een terughoudend beleid. Verbonden partijen worden alleen aangegaan als dit door de wet verplicht wordt gesteld of als er een ondubbelzinnig gemeentelijk belang is, gerelateerd aan grensoverschrijdende belangen en/of de kwaliteit en efficiëntie van de uitvoering van de taken.

Bij deelname aan een verbonden partij moet aan de volgende voorwaarden worden voldaan:

  1. De op te richten verbonden partij moet bij uitstek het instrument zijn om het gemeentelijke doel te realiseren.
  2. Er moet een gedegen afweging plaatsvinden met betrekking tot de vorm van de verbonden partij (praktisch en beperken van bestuurlijke drukte).
  3. De verdeling van taken, verantwoordelijkheden en bevoegdheden moet helder en duaal omschreven worden.
  4. Bij het aangaan van verbonden partijen moet volstrekte duidelijkheid bestaan over zaken als werkwijze, zeggenschapsverhoudingen, winst- en risicoverdeling en te leveren (toetsbare) prestaties.
  5. Er moeten duidelijke afspraken worden gemaakt over de inzichtelijkheid en beheersbaarheid van (financiële) risico’s.
  6. Er moeten voldoende waarborgen in de regeling worden opgenomen voor democratische legitimatie (bij overdracht raadsbevoegdheden) en voor controle en beïnvloeding door o.a. inzichtelijke en transparante begrotingen en verantwoordingen, het verstrekken van relevante en adequate informatie (nieuwsbrieven en tussenrapportages) en door controlemechanismen als financiële adviescommissies en rekenkameronderzoek.

 Kaderstellende documenten

De diverse gemeenschappelijke regelingen en daaraan ten grondslag liggende collegebesluiten en raadsbesluiten.

Overzicht verbonden partijen

Terug naar navigatie - Overzicht verbonden partijen

Lijst verbonden partijen

  • Gemeenschappelijke regelingen:
    • Veiligheidsregio Fryslân te Leeuwarden
    • Fryske Utfieringstsjinst Miljeu en Omjouwing (FUMO) te Grou
    • Sociale werkvoorziening Fryslân te Drachten
    • Recreatieschap De Marrekrite te Leeuwarden
    • Adviescommissie Ruimtelijke Kwaliteit (voorheen Hûs en Hiem) te Leeuwarden
    • Exploitatiemaatschappij Bedrijvenpark Drachten te Drachten
  • Vennootschappen:
    • Caparis NV te Drachten
    • NV Afvalsturing Fryslân
    • NV Fryslân Miljeu
    • NV Bank Nederlandse Gemeenten te Den Haag
    • BV Publiek Belang Elektriciteitsproductie te Den Bosch
    • CSV Amsterdam BV Den Bosch
Veiligheidsregio Fryslân
Rechtsvorm Gemeenschappelijke regeling
Vestigingsplaats Leeuwarden
Deelnemende partijen De Friese gemeenten
Bestuurlijk belang Samenwerkingsverband van de Friese gemeenten, Brandweer Fryslân, GGD Fryslân en andere partners. Ze werken samen op de terreinen van publieke gezondheidszorg, brandweerzorg, geneeskundige hulpverlening bij ongevallen en rampen, rampenbestrijding en crisisbeheersing. Bevorderen van de multidisciplinaire samenwerking en de coördinatie in de uitvoering van de rampenbestrijding en crisisbeheersing. Het instandhouden en beheren van een gemeenschappelijke meldkamer en tot slot het zijn van een platvorm voor samenwerking voor aan hulpverlening gelieerde diensten, partners, dan wel organisaties en andere openbare lichamen.
Zeggenschap 3,70%
Financieel belang Bijdrage 2023 € 3.176.111
Bijdrage 2022 € 3.035.694
Verwacht eigen vermogen 1-1-2023 € 7.253.000
31-12-2023 € 6.814.000
Verwacht vreemd vermogen 1-1-2023 € 74.073.000
31-12-2023 € 81.277.000
Vewacht financieel resultaat 2023 € 0
Risico's De risico’s zijn in beginsel niet heel groot. Wel is er een inherent risico bij een gemeenschappelijke regeling dat alle deelnemers moeten bijspringen bij eventuele tekorten.
Ontwikkelingen Vergroten van het veiligheidsbewustzijn bij de Friese burgers en belangrijke netwerkpartner zijn voor gemeenten. Alert zijn op ontwikkelingen, zoals de omgevingswet en de energietransitie. Met de komst van de Omgevingswet krijgen de gemeenten meer ruimte en verantwoordelijkheden. Gezondheid is belangrijk thema in de Omgevingsvisie van veel gemeenten. Meewerken aan activiteiten bij gemeenten die een bijdrage leveren aan een gezond Fryslân, zoals uitbreiding van het rijksvaccinatieprogramma en de extra taken op het gebied van prenataal huisbezoek.
Programma 1 Veiligheid; 4 Onderwijs; 6 Sociaal domein; 7 Volksgezondheid en milieu
Portefeuillehouder Burgemeester
Fryske Utfieringstsjinst Miljeu en Omjouwing (FUMO)
Rechtsvorm Gemeenschappelijke regeling
Vestigingsplaats Grou
Deelnemende partijen De Friese gemeenten, de provincie Fryslân en het Wetterskip Fryslân
Bestuurlijk belang Deelname aan de FUMO is wettelijk verplicht gesteld voor alle Friese gemeenten. Hiermee wordt beoogd de uitvoering van de milieuregelgeving te professionaliseren, te uniformeren en de afstemming met andere handhavingspartners (Justitie) te verbeteren. In het basistakenpakket is vastgelegd voor welke activiteiten (van bedrijven en instellingen) de FUMO haar werkzaamheden moet uitvoeren. De gemeente blijft het bevoegd gezag. De FUMO voert voor de gemeente gedeeltelijk het omgevingsrecht uit: de vergunningverlening en het toezicht van het milieucomponent van grote en complexe bedrijven en instellingen.
Zeggenschap Het aantal stemmen is afhankelijk van de financiële bijdragen van de deelnemers en wordt jaarlijks vastgesteld. Opsterland heeft op dit moment 1 stem van de 75 (1,33%).
Financieel belang Bijdrage 2023 € 323.000
Bijdrage 2022 € 329.000
Verwacht eigen vermogen 1-1-2023 € 1.300.000
31-12-2023 € 1.300.000
Verwacht vreemd vermogen 1-1-2023 € 4.000.000
31-12-2023 € 4.000.000
Vewacht financieel resultaat 2023 € 0
Risico's Er is een inherent risico bij een gemeenschappelijke regeling dat alle deelnemers moeten bijspringen bij eventuele tekorten.
Ontwikkelingen De FUMO bereidt zich voor op de Omgevingswet die waarschijnlijk op 1-1-2023 ingevoerd zal worden, ondermeer door samenwerking in het kader van De Fryske Aanpak en de VTH-groep Omgevingswet. Dit leidt ook tot een andere taakverdeling tussen de deelnemers en de FUMO. Voor de Omgevingswet en ondermijning wordt ook gezamelijk opgetrokken met de deelnemers.
Programma 7 Volksgezondheid en milieu; 8 Bouwen, wonen en gronden
Portefeuillehouder Anko Postma
Sociale werkvoorziening Fryslân
Rechtsvorm Gemeenschappelijke regeling
Vestigingsplaats Drachten
Deelnemende partijen Achtkarspelen, Heerenveen, Leeuwarden, Ooststellingwerf,Weststellingwerf, Opsterland, Smallingerland en Tytsjerksteradiel
Bestuurlijk belang De taken vanuit de voormalige Wet sociale werkvoorziening (WSW) moeten door ons als gemeente worden uitgevoerd. Op basis van efficiency en financiële redenen zijn deze taken uitbesteed aan de GR. De uitvoering van de Wsw is opgedragen aan Caparis NV. Vanaf 1 januari 2015 is nieuwe instroom in de WSW niet meer mogelijk. Dit heeft tot gevolg dat de WSW alleen nog van kracht blijft voor de huidige werknemers met een vaste aanstelling. Voor de toekomst heeft de GR besloten de WSW verantwoord en versneld af te bouwen, met aandacht voor de positie van de huidige werknemers. Dit doen we door een gezamenlijk beschutwerkbedrijf (met 8 deelnemende gemeenten) in stand te houden. Nieuwe activiteiten van Caparis N.V. komen niet voor rekening van de aandeelhouders. Verder streeft de GR naar het terugdringen van het subsidie- en exploitatietekort bij Caparis N.V. Vanaf 1-1-2020 zijn de activiteiten van de GR veranderd waarbij er geen sprake meer is van de uitvoering van de WSW. Door de gemeente is een dienstverleningsovereenkomst afgesloten met Caparis voor de uitvoering van deze activiteiten. Vanaf 2020 is daarom ook geen bijdrage aan de GR meer.
Zeggenschap 12,50%
Financieel belang Bijdrage 2023 opgenomen bij Caparis NV
Bijdrage 2022 opgenomen bij Caparis NV
Verwacht eigen vermogen 1-1-2023 € 0
31-12-2023 € 0
Verwacht vreemd vermogen 1-1-2023 € 4.024.000
31-12-2023 € 3.997.000
Vewacht financieel resultaat 2023 € 0
Risico's Gemeenten ontvangen van het Rijk een bijdrage in de kosten van de sociale werkvoorziening. Deze bijdrage is m.i.v. 2015 jaarlijks verder door het Rijk naar beneden bijgesteld. Omdat de rijksbijdrage op dit moment al onvoldoende is om de werkelijke kosten (loonkosten) te dekken, zal het tekort de komende jaren verder toenemen. Dit zogenoemde “subsidietekort” moet door de gemeenten zelf worden gedragen. De GR treedt op als financier voor Caparis. Voor de leningen van de GR aan Caparis zijn door Caparis zekerheden gesteld in de vorm van hypotheek- en pandrecht. Het risico voor de GR bestaat daarin, dat Caparis in staat moet zijn om aan de vereiste aflossingsverplichtingen te kunnen voldoen en dat bij ingebrekestelling de waarde van de verkregen zekerheden niet toereikend is voor het aflossen van de financiering. Wel blijven we aansprakelijk voor mogelijke tekorten op de bedrijfsvoering die ontstaan bij de NV. Door ons geringe aandeel in de nieuwe NV blijft het risico qua omvang beperkt. Onze invloed wordt wel groter omdat in de nieuwe NV de vier eigenaren elk een gelijke stem krijgen.
Ontwikkelingen De GR SW Fryslân is een bedrijfsvoeringsregeling (alleen nog formele werkgeversrol voor Sw-medewerkers). Dit betekent dat de gemeenten een directe relatie krijgen met uitvoeringsorganisatie Caparis en daar geen GR meer tussen zit. Hiermee kan Opsterland als een van de eigenaren directer sturing geven.
Programma 6 Sociaal domein
Portefeuillehouder Libbe de Vries
Recreatieschap De Marrekrite
Rechtsvorm Gemeenschappelijke regeling
Vestigingsplaats Leeuwarden
Deelnemende partijen Provincie Fryslân en 13 Friese gemeenten
Bestuurlijk belang Het behartigen van de gemeenschappelijke belangen van 13 deelnemende Friese gemeenten (excl. Ooststellingwerf en de vier eilanden) en de provincie Fryslân met als doel een uniforme, toeristische recreatieve infrastructuur op water en land te bewerkstelligen. Voor waterrecreatie betreft dit onderhoud en beheer van aanlegvoorzieningen, boeien en bakens, het baggeren van waterwegen en de afvoer van recreatieafval. Voor landrecreatie worden Toeristische Overstap Punten (TOP's) en het fiets-en wandelknooppuntennetwerk beheerd.
Zeggenschap 4,55%
Financieel belang Bijdrage 2023 € 25.573
Bijdrage 2022 € 29.029
Verwacht eigen vermogen 1-1-2023 € 4.486.000
31-12-2023 € 4.169.000
Verwacht vreemd vermogen 1-1-2023 € 8.060.000
31-12-2023 € 7.774.000
Vewacht financieel resultaat 2023 € 5.300
Risico's De risico’s zijn in beginsel niet heel groot. Wel is er een inherent risico bij een gemeenschappelijke regeling dat de deelnemers moeten bijspringen bij eventuele tekorten.
Ontwikkelingen De GR loopt geen risico voor de continuïteit vanwege de aard van de werkzaamheden en de betrouwbaarheid van de deelnemers in de GR. Lange termijnprognose voor Marrekrite is uitstekend. Sterk dalende onderhoudskosten door gebruik van duurzame materialen.
Programma 5 Sport, cultuur en recreatie
Portefeuillehouder Rob Jonkman
Adviescommissie Ruimtelijke Kwaliteit (voorheen Hûs en Hiem)
Rechtsvorm Gemeenschappelijke regeling
Vestigingsplaats Leeuwarden
Deelnemende partijen 17 Friese gemeenten
Bestuurlijk belang De commissie Ruimtelijke Kwaliteit Hûs en Hiem, welstandadvisering en monumentenzorg heeft als doel de gemeenschappelijke belangen van de deelnemende gemeente te behartigen op het gebied van de bouwkunstige, stedenbouwkundige en landschappelijke schoonheid in de provincie Fryslân. Betrokken gemeenten moeten op grond van de nieuwe Omgevingswet een onafhankelijke commissie benoemen die zich uitspreekt over verbouwingen, sloop of verplaatsing van rijksmonumenten. Daarnaast adviseert deze commissie ook over meer kwaliteitsvragen dan monumenten alleen.
Zeggenschap 3,85%
Financieel belang Voor de dienstverlening biedt de gemeente geen vergoeding aan deze GR. Leges die de GR bij de gemeente in rekening brengt worden één op één doorberekend naar de aanvrager.De GR is budgetneutraal.
Eigen vermogen 1-1-2021 € 350.189
31-12-2021 € 454.558
Vreemd vermogen 1-1-2021 € 80.906
31-12-2021 € 136.383
Vewacht financieel resultaat 2023 € 0
Risico's De risico’s zijn in beginsel niet heel groot. Wel is er een inherent risico bij een gemeenschappelijke regeling dat alle deelnemers moeten bijspringen bij eventuele tekorten.
Ontwikkelingen Naar verwachting wordt de Omgevingswet op 1-1-2023 van kracht. Hûs en Hiem heeft de verwachting dat de Friese gemeenten ook na de stelselherziening , verzekerd zullen willen zijn van onafhankelijk, deskundig advies inzake de ruimtelijke aspecten van omgevingskwaliteit. Elke gemeente dient dan te beschikken over een gemeentelijke adviescommissie, die tenminste over de Rijksmonumenten adviseert, maar die ook met andere adviestaken kan worden belast. Gemeentelijke beleidsregels inzake het uiterlijk van bouwwerken (veelal vastgelegd in de gemeentelijke welstandsnota) vormen vanaf 1 januari 2023 onderdeel van de zogenaamde ‘bruidsschat’ in het Omgevingsplan van de gemeente en blijven onverkort van toepassing. Het Rijk biedt de gemeenten een overgangsperiode van 10 jaar om het Omgevingsplan aan te passen.
Programma 8 Bouwen, wonen en gronden
Portefeuillehouder Anko Postma
Exploitatiemaatschappij Bedrijvenpark Drachten
Rechtsvorm Gemeenschappelijke regeling
Vestigingsplaats Drachten
Deelnemende partijen Gemeenten Opsterland en Smallingerland
Bestuurlijk belang Het te behartigen belang is het ontwikkelen en exploiteren van het bedrijvenpark Drachten en het verzorgen van een optimale afstemming van alle hiermee samenhangende aspecten en bevoegdheden van de beide deelnemers, de gemeenten Smallingerland en Opsterland.
Zeggenschap 50%
Financieel belang Er wordt geen exploitatiebijdrage betaald. De activiteiten binnen de GR worden door medewerkers van de beide gemeenten verricht.
Eigen vermogen 1-1-2021 € 5.531.643
31-12-2021 € 6.083.017
Vreemd vermogen 1-1-2021 € 4.330.516
31-12-2021 € 2.947.489
Financieel resultaat 2021 € 551.374
Risico's De prognoses van de resultaten zijn gebaseerd op aannames (restant looptijd, tempo van verkopen, fasering woonrijp maken). De verwachtingen, waar de resultaten op zijn gebaseerd zijn zo goed mogelijk onderbouwd. Echter hoe langer de looptijd van de exploitatie, hoe minder betrouwbaar de prognoses en dus ook het berekende resultaat zijn. Beide gemeenten zijn op basis van de afgesproken verdeelsleutel aansprakelijk voor eventuele verliezen. Al gerealiseerde winsten worden binnen de exploitatie gehouden ter dekking van eventuele risico’s. De gemeente Smallingerland heeft in de jaren 2012-2013 2,6 miljoen bijgestort als gevolg van een voorzienbaar tekort. We gaan er op basis van de huidige verwachtingen vanuit dat er sprake is van een winstgevende exploitatie.
Ontwikkelingen De toekomstige ontwikkelingen zijn als gevolg van de lange looptijd (tot en met 2028) maar ook door Covid-19 uiteraard moeilijker in te schatten. De risico's en die van de partners worden voortdurend gemonitord. De organisatie loopt geen risico voor de continuïteit. De liquiditeitspositie wordt goed bewaakt en er worden zo nodig maatregelen genomen om de taken gedurende deze crisis zo goed mogelijk te blijven uitvoeren.
Programma 3 Economie
Portefeuillehouder Anko Postma
Caparis NV
Rechtsvorm Naamloze vennootschap
Vestigingsplaats Drachten
Deelnemende partijen Heerenveen, Leeuwarden,Opsterland, en Smallingerland
Bestuurlijk belang Op initiatief van een gemeente, die de regierol vervult in de uitvoering van de Participatiewet, werkt Caparis met mensen met een afstand tot de reguliere arbeidsmarkt. Caparis kijkt welk werk bij hen past. Caparis ontwikkelt en bemiddelt mensen naar regulier of beschut werk en zorgt voor begeleiding als een bedrijf dat wenst. Door de gemeente is een dienstverleningsovereenkomst afgesloten met Caparis voor de uitvoering van deze activiteiten.
Zeggenschap 12,5% aandelenkapitaal, 25% zeggenschap
Financieel belang Bijdrage 2023 € 3.218.444
Bijdrage 2022 € 3.338.419
Eigen vermogen 1-1-2021 € 8.496.000
31-12-2021 € 8.724.000
Vreemd vermogen 1-1-2021 € 26.850.000
31-12-2021 € 23.613.000
Financieel resultaat 2021 € 228.000
Risico's Caparis NV is omgevormd naar een sociale onderneming. We blijven aansprakelijk voor mogelijke tekorten op de bedrijfsvoering die ontstaan bij de NV. Door ons geringe aandeel (12,5%) in de nieuwe NV blijft het risico qua omvang beperkt. Onze invloed wordt wel groter omdat in de nieuwe NV de vier eigenaren elk een gelijke stem krijgen.
Ontwikkelingen Caparis wil hét Talentbedrijf van Fryslân worden. De komende jaren ligt het accent op drie centrale thema’s: talentontwikkeling, rendement en leiderschap. Doelstelling is om in 2030 en eerste circulaire talentbedrijf van Nederland te zijn. Doordat vroegpensionering mogelijk is door de nieuwe cao, gaat de krimp van Sw nog sneller dan gepland. Om blijvend ontwikkelkansen te geven aan zowel de nieuwe doelgroep als de Sw-medewerkers is instroom van nieuwe doelgroepen noodzakelijk om de infrastructuur overeind te kunnen houden. Indien dit niet lukt zullen er andere keuzes moeten worden gemaakt voor de toekomst van Caparis.
Programma 5 Sport, cultuur en recreatie; 6 Sociaal domein; 7 Volksgezondheid en milieu
Portefeuillehouder Rob Jonkman
Omrin: NV Afvalsturing Fryslân (AF) en NV Fryslân Miljeu (FM)
Rechtsvorm Naamloze vennootschap
Vestigingsplaats Leeuwarden
Deelnemende partijen De Friese gemeenten en diverse andere gemeenten
Bestuurlijk belang Omrin :NV Afvalsturing (afvalverwerking) en NV Fryslân Miljeu (inzameling) is het bedrijf van en voor gemeenten voor de reinigingstaken. Zij verwerkt het ingezamelde huishoudelijke afval en exploiteert de gemeentelijke milieustraat. Het bedrijf wil als totaaloplosser, op de meest duurzame wijze, de gehele afvalketen bestrijken (van kringloop tot storten). Samen met de aandeelhouders wordt het beleid bepaald.
Zeggenschap De aandeelhouders hebben zeggenschap via het stemrecht op de aandelen. Opsterland bezit 120 aandelen in de NV Afvalsturing (4,00 %) en 11.381 in de NV Fryslân Miljeu (8,10%).
AF en FM
Financieel belang Bijdrage 2023 (begroot) € 2.096.606
Bijdrage 2021 (realisatie) € 2.881.600
NV Afvalsturing Fryslân NV Fryslân Miljeu
Eigen vermogen 1-1-2021 € 61.055.000 € 9.426.000
31-12-2021 € 64.757.000 € 11.485.000
Vreemd vermogen 1-1-2021 € 132.770.000 € 20.976.000
31-12-2021 € 128.437.000 € 25.342.000
Financieel resultaat 2021 € 4.936.000 € 2.834.000
Risico's De technische beschikbaarheid van de kapitaalintensieve installaties, de beschikbaarheid van afval en de ontwikkelingen op de energiemarkt. De naar verwachting stijgende energieprijzen zullen geen nadelig effect op de exploitatie hebben door de meestijgende opbrengsten. De belangrijkste risico’s zijn beheersbaar en zijn in lijn met het gewenste risicoprofiel van de onderneming. De onderneming heeft een gezonde financiële positie.
Ontwikkelingen Inzetten op het maximaal terugwinnen van grondstoffen en duurzame energie uit afval: door innovatie, door verbetering van voor- en nascheiding en door het aangaan van nieuwe samenwerkingen. Omrin gaat voor circulaire bedrijfsvoering: volledig duurzaam transport, meer biodiversiteit op de bedrijfslocaties en circulaire inkoop en een optimale benutting van de installaties.
Programma 2 Verkeer en vervoer; 7 Volksgezondheid en milieu
Portefeuillehouder Rob Jonkman
BNG Bank NV
Rechtsvorm Naamloze vennootschap
Vestigingsplaats Den Haag
Deelnemende partijen De Staat, gemeenten, provincies en een hoogheemraadschap
Bestuurlijk belang BNG is de bank van en voor overheden en instellingen voor het maatschappelijk belang. De kerntaak van de BNG is om tegen lage tarieven krediet te verstrekken aan of onder garantie van Nederlandse overheden. Daarmee speelt de bank een essentiële rol in de financiering van door overheden gewenste maatschappelijke investeringen. De bank draagt duurzaam bij aan het laag houden van de kosten van maatschappelijke voorzieningen voor de burger.
Zeggenschap De aandeelhouders hebben zeggenschap in de BNG via het stemrecht op de aandelen. Opsterland bezit 66.651 aandelen (0,12 %).
Financieel belang De gemeente ontvangt jaarlijks dividend. Over 2021 was dit € 85.313.
Bijdrage voor verrichte diensten is niet van toepassing.
Eigen vermogen 1-1-2021 € 5.097.000.000
31-12-2021 € 5.062.000.000
Vreemd vermogen 1-1-2021 € 155.262.000.000
31-12-2021 € 143.995.000.000
Financieel resultaat 2021 € 236.000.000
Risico's De BNG is een solide bank in handen van overheden met een beperkt statutair werkterrein. Dit biedt financiers vertrouwen. De bank heeft een uitstekende toegang tot financieringsmiddelen tegen scherpe prijzen. De bank heeft een gezonde financiële positie. Bij een faillissement valt het geplaatst/gestort aandelenkapitaal van € 151.225 weg en moeten kosten worden gemaakt om de uitvoering op andere wijze te continueren.
Ontwikkelingen Het fundingsbeleid van de BNG Bank blijft onveranderd gericht op permanente toegang tot de geld- en kapitaalmarkt voor de gewenste looptijden en volumes tegen zo laag mogelijke kosten. Er wordt verwacht dat de toenemende inflatie een drukkend effect zal hebben op de ontwikkeling van de winst. De impact van De oorlog in Oekraïne zal zeker impact hebben, maar de maatschappelijke gevolgen hiervan zijn nog niet goed in te schatten.
Programma 0 Bestuur en ondersteuning
Portefeuillehouder Rob Jonkman
Publiek Belang Elektriciteitsproductie BV
Rechtsvorm Besloten vennootschap
Vestigingsplaats Den Bosch
Deelnemende partijen Enkele gemeenten en provincies (oa. Voormalig aandeelhouders Essent)
Bestuurlijk belang Geen.
Zeggenschap De aandeelhouders hebben zeggenschap via het stemrecht op de aandelen. Opsterland bezit 34.746 aandelen in de PBE (0,02 %).
Financieel belang Bijdrage voor verrichte diensten is niet van toepassing.
Eigen vermogen 1-1-2021 € 1.569.395
31-12-2021 € 1.542.025
Vreemd vermogen 1-1-2021 € 19.533
31-12-2021 € 1.751
Financieel resultaat 2021 € -27.370
Risico's De boekwaarde van de aandelen is verwaarloosbaar, namelijk € 1. Het risico is nihil.
Ontwikkelingen Het voornemen is om de vennootschap in 2022 te ontbinden en dat de resterende liquide middelen kunnen worden uitgekeerd aan de aandeelhouders naar rato van het aandelenbelang. Het risico en daarmee de aansprakelijkheid voor de aandeelhouders is beperkt tot de hoogte van het nominale aandelenkapitaal van deze vennootschap.
Programma 0 Bestuur en ondersteuning
Portefeuillehouder Rob Jonkman
CSV Amsterdam BV
Rechtsvorm Besloten vennootschap
Vestigingsplaats Den Bosch
Deelnemende partijen Enkele gemeenten en provincies (oa. Voormalig aandeelhouders Essent)
Bestuurlijk belang Deze BV is van tijdelijke aard en handelt reserveringen voor risico’s en verstrekte leningen aan derden van het voormalige Essent af.
Zeggenschap De aandeelhouders hebben zeggenschap via het stemrecht op de aandelen. Opsterland bezit 464 aandelen in de BV (0,02 %).
Financieel belang Bijdrage voor verrichte diensten is niet van toepassing.
Eigen vermogen 1-1-2021 € 392.593
31-12-2021 € 313.922
Vreemd vermogen 1-1-2021 € 27.162
31-12-2021 € 21.121
Financieel resultaat 2021 € -41.122
Risico's De boekwaarde van de aandelen is verwaarloosbaar, namelijk € 5. Het risico en daarmee de aansprakelijkheid voor de aandeelhouders is relatief gering en beperkt tot de hoogte van het gestort aandelenkapitaal en het resterend werkkapitaal van deze vennootschap.
Ontwikkelingen
CSV Amsterdam BV; In de algemene Vergadering van Aandeelhouders van 9 april 2020 is ingestemd met het bereikte compromis over de beëindiging van een geschil over vier betwiste claims en een belastingteruggave. Eveneens heeft de AVA ingestemd het uitkeren van de bedragen genoemd in de vaststellingsovereenkomst (onder inhouding van € 150.000 voor aanvulling werkkapitaal) aan de aandeelhouders na rato van het aandelenbelang in CSV. De vennootschap zal voorlopig nog voortbestaan om op eigen kosten en risico namens Deponie Zuid B.V. (vennootschap onder Attero Holding B.V.), in overleg met de aandeelhoudersommissie, het bezwaar en/of beroep te voeren tegen de Belastingdienst ten aanzien van de naheffingsaanslag afvalstoffenbelasting. Op het moment is de vennootschap in afwachting van de reactie van de Belastingdienst op het bezwaar. Afhankelijk van de reactie van de Belastingdienst en de kans van slagen van een gerechtelijke procedure zal in overleg met Aandeelhouderscommissie de procedure al dan niet worden voortgezet. Na afwikkeling van deze bezwaar- en/of beroepsprocedure of eventuele voortijdige beëindiging van deze procedure zal de vennootschap kunnen worden opgeheven en de resterende liquide middelen kunnen worden uitgekeerd aan de aandeelhouders naar rato van het aandelenbelang.Het risico en daarmee de aansprakelijkheid voor de aandeelhouders is relatief gering en beperkt tot de hoogte van het gestort aandelenkapitaal en het resterend werkkapitaal van deze vennootschap.
Programma 0 Bestuur en ondersteuning
Portefeuillehouder Rob Jonkman

Grondbeleid

Grondbeleid

Terug naar navigatie - Grondbeleid

Uitgangspunten
De hoofdlijnen van het grondbeleid zijn vastgelegd in de nota Grondbeleid. Dit beleid staat ten dienste van de programma’s 3 Economie (bedrijventerreinen) en 8 Bouwen, Wonen en Gronden (niet-bedrijventerreinen). In overeenstemming met de nota Grondbeleid wordt de keuze voor het voeren van een actief of faciliterend grondbeleid bij het ontwikkelen van nieuwe locatieplannen jaarlijks vastgelegd in de paragraaf grondbeleid.

In de begroting zijn de baten en lasten van de bouwgrondexploitatie, en de daarmee samenhangende financiële risico’s, als incidenteel opgenomen (o.b.v. de voorschriften BBV). Doordat (bouw-)grond een grote (boek-)waarde vertegenwoordigt, heeft het grondbeleid invloed op het weerstandsvermogen (hoogte van eigen vermogen). Door de grond marktconform te waarderen en door voorzieningen te vormen voor verwachte tekorten, zijn de financiële risico’s beheersbaar.

In de nota Grondbeleid is vastgesteld dat de keuze voor het voeren van een actief of faciliterend grondbeleid bij het ontwikkelen van nieuwe locatieplannen jaarlijks gedaan wordt in deze paragraaf grondbeleid. Evenals in voorgaande jaren zal in 2023 een terughoudend en voorzichtig actief grondbeleid worden gevoerd over ruimtelijke ontwikkelingen op gemeentelijke grond. Gorredijk Loevestein fase 4 oost is vanaf 2020 in exploitatie genomen. Bij ontwikkelingen op particuliere gronden zal de gemeente faciliterend en ondersteunend optreden.

In nagenoeg alle dorpen zijn op dit moment gronden in eigendom voor woningbouw. De ontwikkelingen op het gebied van bedrijfsvestigingen concentreren zich in de dorpen Gorredijk en (in mindere mate) Wijnjewoude. Het bedrijventerrein Drachten-Azeven is onderdeel van de gemeenschappelijke regeling Exploitatiemaatschappij Bedrijvenpark Drachten en valt daarom buiten het kader van deze paragraaf.

In financieel opzicht wordt een gedegen koers gevaren. Dit uit zich in de navolgende zaken:

  • Exploitaties worden zorgvuldig en behoedzaam opgezet. Zo wordt bijvoorbeeld bij het investeren in het bouw- en woonrijp maken van locatie(s) rekening gehouden met de verwachte grondopbrengsten. Het streven is betalingen optimaal gedekt te houden door inkomsten; dit verlaagt het (rente-)risico.
  • Winstbepaling en winstneming vindt plaats volgens de geldende verslaggevingsvoorschriften (BBV).
  • De algemene reserve is de dekking voor de financiële risico’s.

Kaderstellende documenten
Financiële verordening ex artikel 212 Gemeentewet (2017)
Nota Grondbeleid 2018-2021

Ontwikkelingen grondbedrijf

Terug naar navigatie - Ontwikkelingen grondbedrijf

1. Economische situatie en meerjarenperspectief

In 2023 en de daaropvolgende jaren zal de prognose van het financiële resultaat zich stabiliseren ten opzichte van de prognose in de begroting van 2022. Door de aantrekkende woningmarkt is er een toename van de vraag naar (koop-)woningen. Zowel in de begroting van 2023 als in het meerjarenperspectief 2024-2026 zijn de verkopen behoedzaam geraamd.

2. Bouwgrond in exploitatie (BIE)

Er zijn, verspreid over de verschillende dorpen, negen bouwgrondcomplexen in exploitatie bestaande uit woningbouwlocaties en het bedrijventerrein Gorredijk industrie (Overtoom en Tolbaas). De boekwaarde van alle complexen was per 31 december 2021 + € 0,7 miljoen inclusief (na aftrek van) de voorziening voor het verwachte tekort van het complex Gorredijk industrie (€ 0,3 miljoen) en de voorziening nog uit te voeren werken (€ 0,1 miljoen voor de afronding van afgesloten complexen). 

Prognose van het meerjarige resultaat

Het verwachte nog te realiseren resultaat voor de bouwgrond in exploitatie (BIE) is € 676.000 (voordelig) en is gebaseerd op recente verkoopprognoses. In de tijd uitgezet zullen de resultaten naar verwachting als volgt worden gerealiseerd:

x € 1.000
Verwacht resultaat BIE
Verwacht resultaat
In het begrotingsjaar 2023 604
In de jaren 2024 t/m 2026 72
In de jaren ná 2026 0
Totaal 676

3. Belangrijke ontwikkelingen/wijzigingen in de prognose van het resultaat

Het begrote nog te realiseren resultaat vanaf 2023 voor de BIE is € 0,7 miljoen hoger dan in de begroting 2022. Dit wordt veroorzaakt door een lager verwacht verlies in het complex Gorredijk industrie (-€ 0,3 mln.) en een verschuiving van verkopen van 2022 naar de jaren 2023 en 2024.  

Het begrote saldo op de bouwgrondexploitatie (niet-bedrijventerreinen) is in het jaar 2023 € 429.000 lager dan begroot in 2022, zie Programma 8 Bouwen, wonen en gronden (resultaat programma). Dit lagere resultaat (tussentijdse winstneming) is een gevolg van de lagere verwachte grondopbrengsten (- € 1.852.000), lagere kosten bouw- en woonrijp maken (- € 236.000)  en onderzoek naar mogelijke gebiedsontwikkeling Loevestein 5&6 (- € 80.000).

Het begrote saldo op de bouwgrondexploitatie (bedrijventerreinen) is in het jaar 2023 € 179.000 lager dan begroot in 2022. Dit lagere resultaat is het gevolg van planvoering uitbreiding en transformatie bedrijventerrein Overtoom (- € 120.000) en overige lasten (- € 59.000)

4. Algemene risico’s in de grondexploitatie

Het nemen van risico’s is inherent aan grondexploitaties. De volgende risico’s zijn van belang:

  • Conjunctuur- en renterisico’s, waardoor de vraag naar bouwgrond kan afnemen en extra rentekosten kunnen ontstaan.
  • Verandering in woon- en werkvoorkeuren en behoeftes, tussen het tijdstip van het tot stand komen van het plan en het moment van aanbieden van de bouwgrond, waardoor het product niet meer aansluit op de vraag.
  • Het niet tijdig kunnen verwerven van gronden en het stijgen van aankoopprijzen.
  • Milieurisico’s.
  • Planschadeclaims.
  • Hogere prijsstijgingen en lagere opbrengststijgingen dan voorzien in exploitatieberekeningen.
  • Archeologische risico’s
  • Onvoldoende mogelijkheden in de met de provincie overeengekomen woningbouwruimte.

De risico’s worden beheerst door het uitvoeren van (markt)onderzoeken, door te zorgen voor flexibiliteit in het proces en door vroegtijdige verwerving van grond tijdens de planontwikkeling. Daarnaast wordt de financiële ontwikkeling van de onderhanden complexen jaarlijks beoordeeld ten opzichte van de door de gemeenteraad vastgestelde exploitaties (kredieten). Als de risico’s leiden tot verwachte negatieve resultaten, zijn hiervoor voorzieningen gevormd. 

Actuele risico’s in de bouwgrond in exploitatie

In de lopende grondexploitaties is het risico aanwezig dat toekomstige gebiedsontwikkelingen minder winstpotentie zullen hebben dan verwacht, bijvoorbeeld doordat de boekwaarden hoog opgelopen zijn door de gemaakte kosten, zoals bouwrijp maken, of door tegenvallende verkoopopbrengsten.

5. Nog te realiseren resultaten bouwgrond in exploitatie

Eind augustus 2022 waren nog 11 gemeentelijke kavels voor woningbouw te koop in de lopende bouwgrond exploitaties (BIE). Twee kavels in Frieschepalen, vier kavels in Gorredijk-Loevestein fase 4 west, Drie kavels in Ureterp-Noord en twee kavels in Ureterp-Hege Kamp. Er is op dat moment nog 6.247 m2 bouwgrond beschikbaar voor woningbouw. Dit is exclusief 11.000 m2 grond in Terwispel Kolderveen waarop een geurcirkel (milieucirkel) van een boerderij ligt. Hierdoor is deze grond voor onbepaalde tijd niet beschikbaar voor woningbouw. Ten westen van dit gebied loopt een dorpsinitiatief voor woningbouw. Daar heeft de geurcirkel geen betrekking op.
Op de bedrijventerreinen Overtoom en Tolbaas in Gorredijk zijn eind augustus 2022 nog drie kavels (10.238 m2) en negen kavels (21.203 m2) te koop. Enkele kavels zijn gereserveerd of onder optie.

x € 1.000
Nog te realiseren resultaten onderhanden complexen
Verwacht resultaat 2023 Verwacht resultaat ná 2023 Totaal nog te realiseren resultaat Looptijd
Woningbouwlocaties:
Frieschepalen  - De Skâns 6 6 2023
Gorredijk - Loevestein fase 4 - west 30 57 87 2024
Gorredijk - Loevestein fase 4 - oost 142 9 151 2024
Hemrik - Fabryksleane 4 4 2023
Lippenhuizen - De Wiken 0 afgesloten in 2021
Terwispel - Kolderveen 12 12 2023
Ureterp - Noord 216 128 344 2024
Ureterp - De Hege Kamp 194 161 355 2024
Wijnjewoude - Zuidwest 0 2022
Totaal woningbouwlocaties 604 355 959
Bedrijventerreinen:
Gorredijk - Industrie - - 283 *) -283 2025
Totaal bedrijventerreinen - -283 -283
Totaal nog te realiseren resultaat 604 72 676
*)  Het verwachte verlies wordt veroorzaakt door het complex Gorredijk Industrie en is afgedekt door een voorziening. Dit verwachte verlies is ontstaan door meerjarige vertraging in de verkopen terwijl de kosten doorliepen.

Projecten

Inleiding

Terug naar navigatie - Inleiding

Binnen de gemeente Opsterland worden regelmatig projecten opgestart. In sommige gevallen zijn het initiatieven van burgers uit de gemeente waar de gemeente een toetsende en faciliterende rol heeft en in andere gevallen zijn het projecten die worden opgestart door de gemeente. De projecten komen ook naar voren in de programma's. De volgende projecten zijn de belangrijkste projecten waaraan in 2023 wordt gewerkt.

MFA de Tynje

Terug naar navigatie - MFA de Tynje

In de MFA De Tynje worden verschillende (basis)voorzieningen gecombineerd, waaronder onderwijs, ontmoeting en sport. Het dorp wil door het integreren en combineren van functies en ruimten in het gebouw én door het uitvoeren van zelfwerkzaamheid de gymnastiekvoorziening voor het dorp behouden. Daartoe heeft het dorp in samenwerking met Stichting Comprix en de gemeente plannen uitgewerkt.

Na het vaststellen van het ontwerp en het door de raad beschikbaar stellen van het benodigde uitvoeringskrediet voor de daadwerkelijke bouw, zal het project worden aanbesteed en de benodigde vergunningen aangevraagd. Vervolgens kan worden gestart met de bouw. De oplevering wordt voorzien in het voorjaar van 2024. Op verzoek van dorp en Comprix treedt de gemeente op als bouwheer.

Kindcentrum De Finne - Beetsterzwaag

Terug naar navigatie - Kindcentrum De Finne - Beetsterzwaag

Voor het gebouw kindcentrum (KC) De Finne zijn stichting Comprix , vv De Sweach en de gemeente tot een dekkingsplan en financiële onderbouwing gekomen. De partijen zijn een intentieovereenkomst en een vaststellingsovereenkomst met elkaar aangegaan. De ingeschatte investerings- en exploitatiekosten zijn opgenomen in de begroting. In 2023 concretiseren we de plannen. Stichting Comprix neemt het voortouw in dit project en levert een uitvoerbaar bouwplan op. Op basis hiervan vragen wij het uitvoeringskrediet aan. Na besluitvorming kan de realisatie van het project beginnen. Dan ontstaat de mogelijkheid voor alle in de directe omgeving gevestigde belanghebbenden om plannen te maken voor verdergaande samenwerking.

In 2023 vragen wij het uitvoeringskrediet voor de bouw van het kindcentrum en de inrichting van het openbaar gebied aan. De basis voor berekening van dit krediet is het ontwerp van het gebouw en de bouwkosten.

Tiny houses Gorredijk

Terug naar navigatie - Tiny houses Gorredijk

Tiny houses in Gorredijk is een project van de initiatiefgroep tiny houses Gorredijk. Het plan is gestart als een pilot. De rol van de gemeente is gericht op het ondersteunen in het proces om tot de tiny houses te komen. Het plan dat nu in ontwikkeling is, gaat ervan uit dat Opsterland het beoogde terrein aan De Sinneblom in Gorredijk (ongeveer vierduizend vierkante meter) in eerste instantie voor tien jaar reserveert voor het project.

Met de Initiatiefgroep wordt een erfovereenkomst opgesteld voor het gebruik van de grond. De beeldkwaliteitscriteria zijn beschreven en het bouw- en woonrijp maken is in voorbereiding. Voor het bouw- en woonrijp maken wordt een krediet bij u aangevraagd. Vervolgens wordt het werk aanbesteed en uitgevoerd. Verwacht wordt dat de eerste huisjes begin 2023 geplaatst worden.

Herinrichting de Brink Bakkeveen

Terug naar navigatie - Herinrichting de Brink Bakkeveen

Door een bewonerswerkgroep en Plaatselijk Belang is in 2019 een schetsontwerp opgesteld voor de herinrichting van de Brink Bakkeveen. Deze is tijdens een inloop bijeenkomst gepresenteerd aan het dorp. De opmerkingen die zijn verzameld zijn verwerkt in het ontwerp. Het ontwerp is medio 2022 uitgewerkt in een bestek en tekeningen en aanbesteed. Uitvoering vindt plaats eind 2022 tot begin 2023.

De herinrichting van de Brink geeft het dorp een impuls. Het centrumgebied wordt verbeterd en aantrekkelijker voor de regio, recreatie en toerisme. We zetten in op behoud en versterking van de lokale economie en de toeristische en regionale aantrekkingskracht van het dorp. Het ontwerp sluit goed aan bij de herinrichting van de Mjûmsterwei die in het voorjaar van 2021 afgerond en opgeleverd is.

Sportcentrum Kortezwaag

Terug naar navigatie - Sportcentrum Kortezwaag

Het sportcentrum Kortezwaag wordt uitgebreid en gerenoveerd. Naast de renovatie en uitbreiding van het sportcentrum wordt ook integraal gekeken naar de verduurzaming van zwembad De Delte. De plannen worden in samenwerking met de exploitant, stichting De Delte en de gebruikers uitgewerkt.

Nadat het ontwerp gereed is wordt een krediet aangevraagd. Het is de bedoeling de aanbesteding voor de uitbreiding en renovatie begin 2023 te starten en voor de zomer 2023 definitief te kunnen gunnen. De realisatie kan dan na de zomer 2023 starten.

BHS

Terug naar navigatie - BHS

De Burgemeester Harmsma School (BHS) in Gorredijk is een school voor voortgezet onderwijs in de gemeente Opsterland. Nadat de BHS op eigen initiatief uit het nieuwbouwtraject MFA Gorredijk is gestapt tijdens de ontwerpfase, heeft het schoolbestuur in 2019 een huisvestingsaanvraag ingediend voor vervangende nieuwbouw.

Deze aanvraag is geparkeerd in afwachting van de ontwikkelingen bij de BHS. Inmiddels heeft een bestuurlijke fusie plaatsgevonden tussen Stichting BHS en Stichting OSG Singelland. Beide schoolbesturen hebben in 2021 de intentie uitgesproken dat het voortbestaan van de BHS in Gorredijk ook na de fusie gewaarborgd blijft op lange termijn. De huisvestingssituatie van de BHS is daarbij van belang. Op basis van voortschrijdend inzicht en een nieuwe situatie zijn de plannen van de BHS veranderd ten opzichte van de oorspronkelijke aanvraag. De BHS streeft nu naar een renovatie- of vernieuwbouwvariant van de school. De school wil hierbij graag het voorste (en nieuwste) deel van het gebouw afstoten, bijvoorbeeld door dit in te zetten voor andere functies.

De Skâns

Terug naar navigatie - De Skâns

Om te komen tot een (ver)nieuwbouw van De Skâns te Gorredijk wordt een locatiestudie uitgevoerd als eerste stap. De resultaten worden aan de raad voorgelegd voor besluitvorming. Na dit besluit wordt een haalbaarheidsstudie voorgesteld om het voorkeursscenario van de locatiestudie verder op detailniveau uit te werken. Er komen zaken aan de orde waaronder de functionele aspecten zoals verdieping van de mogelijke samenwerkingsmogelijkheden met andere partijen op de locatie en het aanscherpen en herijking van het bestaande programma van eisen. De ruimtelijke aspecten zoals de ruimtestaat, het opstellen van een vlekkenplan en de financiële aspecten zoals de exploitatie en het beheer en een raming van de investeringskosten. Op basis van deze punten volgt er een afweging met betrekking tot de haalbaarheid van de (ver)nieuwbouw. Na afronding van de haalbaarheidsstudie volgt opnieuw een bestuurlijk afwegingsmoment (Go or No Go).

In de volgende fase wordt een Schets Ontwerp (SO) opgesteld waarin het opgestelde programma van eisen en het vlekkenplan (de wensen) van De Skâns visueel gemaakt wordt. In het schetsontwerp worden de mogelijkheden en onmogelijkheden verkend. Het is in feite een ‘praatplaatje’ om na te gaan of er bepaalde wensen en eisen bijgesteld moeten worden in samenspraak met de gebruikers. Als vervolg op het schetsontwerp volgt het Voorlopig Ontwerp (VO). Na het VO volgt er opnieuw een bestuurlijk besluitvormingsmoment (Go or No Go).

Invoering omgevingswet

Terug naar navigatie - Invoering omgevingswet

Naar verwachting treedt de Omgevingswet op 1 januari 2023 in werking. Met deze wet wil de overheid de regels voor ruimtelijke ontwikkeling vereenvoudigen en samenvoegen. Het uitgangspunt bij de Omgevingswet is ‘decentraal wat kan, centraal wat moet’.

Bij onze planologische producten, zoals Omgevingsvisie en Omgevingsplan, krijgen we meer ruimte voor eigen afwegingen en maatwerk. De voorbereiding op de nieuwe wetgeving betekent een bijzondere veranderopgave. Niet alleen op inhoud maar ook voor werkwijzen van personeel en inzet van middelen. De OWO-gemeenten werken hierin volgens een gezamenlijke aanpak. Uitgangspunt is ‘samenwerken waar dat kan’.

De fysieke leefomgeving wordt met de nieuwe wet breed en samenhangend benaderd. Een sterk en steeds sneller veranderende wereld met andere opgaven in de fysieke leefomgeving dan voorheen vraagt om meer ruimte voor initiatieven. Thema’s als duurzaamheid, gezondheid en veiligheid komen samen in nieuwe instrumenten als de Omgevingsvisie, het Omgevingsplan en programma’s.

OWO samenwerking

1.1 De OWO samenwerking vervat in een bestuursovereenkomst en OWO-visie

Terug naar navigatie - 1.1 De OWO samenwerking vervat in een bestuursovereenkomst en OWO-visie

De bestuursovereenkomst OWO-samenwerking van 2015 heeft per 1 juli 2017 de voltooiing van de bouw van de huidige drie uitvoerende OWO-afdelingen bereikt. Het terugkerende OWO-jaarplan, dat is samengesteld uit de jaarplannen van de drie OWO-afdelingen, is daarbij de basis voor de onderlinge ambities, de bestaande afspraken en de financiële vereffening en verrekening tussen de drie gemeenten. Een uniek construct in Nederland.

Op politiek en bestuurlijk niveau hebben de raden en de colleges begin 2021 is een nieuwe mijlpaal bereikt met het door de drie OWO-gemeenteraden ongewijzigd vaststellen van de OWO-visie. In deze OWO-visie is door de drie OWO-gemeenten overeenstemming bereikt over de onderwerpen en thema’s die de komende jaren urgent zijn of gaan worden en waar politiek, bestuurlijk en ambtelijk commitment over is. Naast de in de OWO-visie genoemde thema’s als Omgevingswet, Duurzaamheid (waaronder de RES en de Warmtevisie) en Recreatie & Toerisme wordt bijvoorbeeld Ondermijning een belangrijk onderwerp de komende jaren. De omvang en impact van deze thema’s op gemeenten is groot en het gezamenlijk oppakken levert onderaan de streep voor alle drie gemeenten winst op. Het betekent dat kennis, kunde, capaciteit en financiën gebundeld kunnen worden én maatwerk voor de individuele gemeente mogelijk blijft. De OWO-samenwerking biedt hiervoor een vertrouwd fundament en voorbeelden als de harmonisatie APV en de huidige ervaringen met de Warmtevisie, laten zien dat het wérkt. De OWO visie is samengevat in 10 topprioriteiten.

1.2 Ontwikkeling van de OWO samenwerking, om blijvend wendbaar in te kunnen spelen op veranderingen

Terug naar navigatie - 1.2 Ontwikkeling van de OWO samenwerking, om blijvend wendbaar in te kunnen spelen op veranderingen

Afgesproken is dat de vastgestelde visie samen met de raden nader ingevuld en geconcretiseerd zou worden. Dit heeft in oktober 2021 geleid tot een concretere uitwerking en concrete afspraken. Naast de controlerende rol van de raden op de P&C cyclus, wordt het gezamenlijk voorbereiden van complexe (beleids-)onderwerpen georganiseerd via themabijeenkomsten voor de woordvoerders van de fracties die gaan over dat specifieke onderwerp. Een OWO-klankbordgroep om de OWO-samenwerking in brede zin met de raden te bespreken zal tweemaal per jaar plaatsvinden.

Invulling geven aan de grote en complexe inhoudelijke opgaven waar de (OWO-)gemeenten de komende jaren voor aan de lat staan en dat in een tijd waarin de randvoorwaarden als financiën en capaciteit (arbeidsmarkt) onder druk staan, is een uitdaging! De OWO-samenwerking biedt daarbij vooral een kans om dit op een goede manier gezamenlijk waar te maken. Toename van taken en complexiteit, druk op de financiën en druk op kwalitatief goede medewerkers maakt dat de OWO-gemeenten óók kijken naar de manier waarop de (gezamenlijke) opgaven aangepakt kunnen worden en de uitvoering vormgegeven kan worden.

Voor de invulling van de werkzaamheden betekent dit onder andere meer datagedreven werken en adviseren en in het verlengde daarvan ook meer digitaliseren en waar mogelijk ook automatiseren. En dan ook nog, versneld door de corona-maatregelen, het meer hybride werken. Dit vereist een andere kijk op de informatiepositie en -voorziening (Informatievisie), maar ook op het kantoorconcept en de uitrusting voor de medewerkers. En vanzelfsprekend ook op de informatiebeveiliging en privacy. Hiermee zullen ook de nodige kosten gepaard gaan en mogelijk ook besparingen, door juist via de OWO-samenwerking minder meerkosten te realiseren.

1.3 Leeswijzer OWO-paragraaf

Terug naar navigatie - 1.3 Leeswijzer OWO-paragraaf

In hoofdstuk 2 ‘Voortgang uitwerking OWO-visie’ wordt een actualisatie gegeven van de stand van zaken van de uitvoering van de OWO visie, langs de destijds benoemde 10 topprioriteiten. Daarbij zijn de prioriteiten 1 (OWO 2.0 - herijken OWO-afdelingen en - zoektocht OWO-identiteit) en 2 (ambities en inrichting dienstverlening) onderdeel van een continue ontwikkeling van de samenwerking én van de drie OWO-gemeenten. OWO staat zoals hierboven omschreven, niet stil en omvat inmiddels ook al veel meer dan de destijds benoemde topprioriteiten.

2. Voortgang uitwerking OWO-visie

Terug naar navigatie - 2. Voortgang uitwerking OWO-visie

Digitalisering
Een rode draad die in de OWO-gemeenten te zien is, is de voortschrijdende digitalisering. Dan gaat het onder andere over nieuwe applicaties, koppelingen tussen (basis)registraties en digitaal registreren. Daarnaast hebben ook de wijzigingen in wet- en regelgeving grote invloed en ook hierin speelt de digitalisering een prominente rol zoals bij het Digitaal Stelsel Omgevingswet en de invoer van landelijke administratieprotocollen. Ook de aanbesteding ICT moet hierbij worden genoemd omdat hierbij ook rekening is gehouden met voortschrijdende digitalisering en dit is vastgelegd in de eisen en wensen.

ICT
We gaan grote stappen zetten op het vlak van ICT. Er zijn voor OWO BV extra gelden beschikbaar om het ‘been bij te trekken’, op het vlak van informatiebeveiliging, de performance van netwerk en systemen, voor de aansturing van de omvangrijke implementatietrajecten en voor het verder ondersteunen van de dienstverlening en van het hybride werken. Ook gaan we stap voor stap het datagedreven werken vormgeven.

Implementatie na aanbesteding ICT 
In het voorjaar van 2022 is na de aanbesteding de opdracht gegund aan de huidige leverancier. Hoewel er geen overgang komt naar een andere leverancier, betekent dit niet dat de implementatie weinig werk is. Vanwege onder andere migratie naar de Cloud en een Multitenant omgeving (met één user in drie verschillende omgevingen kunnen werken), vraagt de implementatie de nodige voorbereiding qua opleidingen, veranderingen in processen, gebruikershandleidingen, migratie van systemen, ingerichte beheerorganisatie et cetera.

Datagedreven werken 
In 2021 en 2022 is gestart met het project Datagedreven werken binnen de OWO-gemeenten. Tevens wordt onderzocht of aansluiting bij DataFryslân interessant kan zijn voor de gemeenten. Er is daarnaast nog een recente ontwikkeling: het opstellen van een uitvoeringsplan voor het datagedreven werken binnen de OWO-gemeenten. De kosten voor het datagedreven werken en aansluiten bij DataFryslân zijn vanaf begrotingsjaar 2022 al structureel opgenomen in de programmabegrotingen van de gemeenten.

Organisatieontwikkeling
2023 gaat een (in)spannend jaar worden voor de afdeling OWO BV. De in 2022 ingezette organisatieontwikkeling zal in 2023 tot wasdom komen. We zullen de samenwerking tussen de gemeenten versterken door de kaders voor de uitvoering verder te uniformeren. Dit gaat zowel om de uitvoering van de financiële, als de salaris- en personeelsadministratie, als om de informatievoorziening, de poststromen en de onderliggende werkprocessen. Dit gaat het mogelijk maken om de interne bedrijfsprocessen te vereenvoudigen en de hoge werkdruk te verlagen. Alle seinen staan op groen om een grote stap voorwaarts te zetten. Het grootste risico ligt in het tijdig vinden van de goede mensen. We hebben al veel vacatures, er gaan medewerkers met pensioen, er is altijd natuurlijk verloop en we zoeken versterking. In de huidige arbeidsmarkt is het geen sinecure om op sterkte te komen en te blijven.

Inkoop en verzekeren
De samenwerking op inkoop wordt doorgezet en waar mogelijk versterkt. Hetzelfde geldt voor het onderdeel verzekeren.

Informatievoorziening
Op verschillende onderdelen, maar met name binnen de (documentaire) informatievoorziening komen we tot herschikking van taken en een meer toekomstbestendige opbouw van de afdeling.

Beleidsplan Vergunningverlening, toezicht en handhaving fysieke leefomgeving
Voor de periode 2020-2024 is een OWO-breed beleidsplan vastgesteld. De drie gemeenteraden hebben kaders meegegeven voor dit beleidsplan. In het 4e kwartaal van 2022 wordt op basis van de college-/coalitieakkoorden gekeken welke accenten er gelegd gaan worden in 2023. Vooral het thema ondermijning zal een meer prominente plek krijgen in de taken van OWO-VTH.

Ondermijning
Al enige tijd is merkbaar dat de politie zich meer gaat richten op haar kerntaken; het handhaven van de openbare orde en veiligheid. Gevolg is dat leefbaarheidstaken weinig of geen aandacht meer krijgen. Bestuurlijk is de wens uitgesproken meer capaciteit in te zetten op leefbaarheid, verkeersveiligheid, natuur, openbare ruimte en groen; dit wordt vertaald in extra capaciteit voor toezicht (BOA’s). De afdeling werkt aan accentverschuivingen in taken en competenties om de beleidsdoelen te kunnen realiseren.
Ondermijning, de beweging waarbij criminele activiteiten steeds meer verweven raken met onze maatschappij, vraagt nadrukkelijk aandacht van onze organisaties. Er zal geïnvesteerd moeten worden in bewustwording, een scherpe blik bij vergunningverlening (BIBOB toets) en toezicht en handhaving, om zowel in capaciteit als in kwaliteit toegerust te zijn op deze ontwikkelingen.
De huidige vraag en daarmee het beslag op de beperkte capaciteit, stijgt inmiddels uit boven de inschatting die gemaakt is in het OWO-breed vastgestelde beleidsplan vergunningverlening, toezicht en handhaving voor de fysieke leefomgeving. De integrale veiligheidsplannen in de OWO-gemeenten signaleren eenzelfde behoefte. De OWO-gemeenten hebben elkaar opgezocht op dit thema, om samen zo efficiënt mogelijk te werken. 

Omgevingswet 
Op het moment van schrijven is het de invoeringsdatum voor de Omgevingswet gesteld op 1-1-2023. Daarbij is wel een voorbehoud gemaakt door de Eerste Kamer met betrekking tot het digitaal stelsel. 
De OWO-gemeenten werken toe naar realisatie van de minimaal gestelde eisen voor implementatie van deze wet. Door de vele onzekerheden is hiervoor gekozen en kan geanticipeerd worden op mogelijke veranderingen. Daarbij is afstemming met de ketenpartners belangrijk, vooral met de FUMO. De Omgevingswet heeft ook gevolgen voor de legesopbrengsten: meer vergunningsvrij bouwen leidt tot minder legesinkomsten. Tegelijkertijd treedt de Wet kwaliteitsborging bouwen in werking. Ook deze wet heeft flinke gevolgen voor de te berekenen leges voor Omgevingsvergunningen. Zowel de Omgevingswet als de Wet kwaliteitsborging bouwen, zorgen voor verschuiving van taken. Het is nu nog onduidelijk wat de omvang van deze verschuiving is en wat de gevolgen voor de omvang van de formatie van OWO-VTH zullen zijn.

Harmonisatie APV 
In het najaar van 2021 is een herziene versie van de APV aan de drie OWO-gemeenteraden aangeboden. Deze is OWO-breed afgestemd en leidt tot meer geharmoniseerde regelgeving binnen de drie OWO-gemeenten. De komst van de Omgevingswet is de volgende aanjager en verwacht wordt dat in 2023 een volgende stap gezet wordt in verdere afstemming van APV-regelgeving in OWO-verband. Daarbij zal nadrukkelijk gekeken worden of verdere harmonisatie bereikt kan worden.