Programma 0 | Bestuur en ondersteuning

Programma 0 | Bestuur en ondersteuning

Terug naar navigatie - Programma 0 | Bestuur en ondersteuning

In 2018 is de coalitie van Opsterlands Belang, PvdA en ChristenUnie gestart. In het coalitieakkoord is gekozen voor een nieuwe manier van besturen: modern besturen. Juist in de gemeente staat de overheid dichtbij mensen en moet duidelijk zijn wat je wel of niet van die overheid kan verwachten. Ook moet duidelijk zijn hoe besluiten tot stand komen en hoe en wanneer je daar invloed op kan hebben. De gemeenteraad komt meer aan bod aan de voorkant van het proces. Daarnaast gaan we door met het integriteitsbeleid van de afgelopen jaren. De kernwaarden van modern bestuur zijn transparantie, openbaarheid en resultaatgerichtheid.

Opsterland is een zelfstandige gemeente in Zuidoost-Friesland en wil die zelfstandigheid behouden. De gemeente Opsterland zoekt naast de samenwerking in OWO-verband ook de verbinding met andere gemeenten, zoals met Heerenveen en Smallingerland, maar ook breder. Wij maken deel uit van de P10, momenteel als voorzitter, het snel groeiende samenwerkingsverband van inmiddels 29 grote plattelandsgemeenten. Vanuit deze positie brengen wij onze ambities en uitdagingen onder de aandacht van de landelijke en Europese politiek. Dit doen wij bijvoorbeeld via de VNG en de VFG.

Adequate en persoonlijke dienstverlening is belangrijk. Naast de dienstverlening in het gemeentehuis zullen steeds meer producten digitaal beschikbaar zijn voor inwoners en bedrijven. Over onze dienstverlening en andere onderwerpen communiceren we actief en efficiënt. We zijn een professionele organisatie, met aandacht voor modern werkgeverschap en werknemerschap. We willen via een organisatieontwikkelingstraject onze rol als gemeente beter laten aansluiten bij de netwerksamenleving. We onderzoeken ook wat nodig is om de beschikbare kantoorruimte en de (digitale) werkprocessen te verbeteren.

Kaderstellende documenten

Terug naar navigatie - Kaderstellende documenten

Coalitieakkoord 2018-2022 - Brêge nei de takomst
Romte en ferskaat 2013
Informatiebeleidsplan OWO-gemeenten 2017-2020
Bestuursovereenkomst OWO-samenwerking (2015)
Standpuntbepaling voortgang OWO-samenwerking (2016)
OWO-visie (2021)

Thema Bestuur

Wat willen we bereiken?

Terug naar navigatie - Wat willen we bereiken?

Wij bewaken en bevorderen rechtsstatelijke en democratische waarden en burgerschap in de samenleving en we hebben een modern bestuur met als kernwaarden transparantie, openbaarheid en resultaatgerichtheid.

Terug naar navigatie - Wij bewaken en bevorderen rechtsstatelijke en democratische waarden en burgerschap in de samenleving en we hebben een modern bestuur met als kernwaarden transparantie, openbaarheid en resultaatgerichtheid.

Wij stimuleren democratische beginselen en burgerschap. We streven naar bestuurlijke vernieuwing als daarmee de gemeenschap gediend wordt, bijvoorbeeld door initiatieven uit de samenleving te faciliteren.

Zo gaan we dat doen

Wij zorgen dat onze organisatie voldoet aan de AVG, zodat de privacy van burgers gewaarborgd is

Terug naar navigatie - Wij zorgen dat onze organisatie voldoet aan de AVG, zodat de privacy van burgers gewaarborgd is

De Algemene Verordening Gegevensbescherming (AVG) stelt strengere eisen aan de verwerking van persoonsgegevens door onze gemeente van haar inwoners en haar medewerkers. Ook zijn de rechten voor betrokkenen verbeterd. 

Zo gaan we dat doen

Opsterland is bestuurlijk zelfstandig en in staat om toekomstige opgaven uit te voeren, zelf of in samenwerking met (keten)partners

Terug naar navigatie - Opsterland is bestuurlijk zelfstandig en in staat om toekomstige opgaven uit te voeren, zelf of in samenwerking met (keten)partners

Zo gaan we dat doen

Thema Dienstverlening en Organisatie

Wat willen we bereiken?

Terug naar navigatie - Wat willen we bereiken?

De gemeente heeft de bedrijfsvoering op orde

Terug naar navigatie - De gemeente heeft de bedrijfsvoering op orde

Een goede bedrijfsvoering is noodzakelijk om de dienstverlening aan de maatschappij en burgers te kunnen leveren. Dit moet op een zo slim mogelijke manier gebeuren waarbij er oog blijft voor het doel wat we dienen. De uitkomsten uit het organisatieontwikkelingstraject worden gebruikt om waar nodig de bedrijfsvoering te stroomlijnen.

Zo gaan we dat doen

Dienstverlening is adequaat en persoonlijk

Terug naar navigatie - Dienstverlening is adequaat en persoonlijk

We zijn bereikbaar op de wijze waarop onze inwoners en ondernemers dat wensen, via de website (24/7), telefoon, post of fysiek (gemeentehuis).
Hierbij stimuleren we het gebruik van het digitale kanaal en blijven we gebruik maken van nieuwe ontwikkelingen op het gebied van dienstverlening. De waardering van inwoners en ondernemers voor onze dienstverlening is minstens gelijk aan het landelijk gemiddelde voor gemeenten.

Zo gaan we dat doen

Beleidsindicatoren

Terug naar navigatie - Beleidsindicatoren

De formatie laat voor 2022 een stijging zien van 13 fte. Deze stijging kent twee oorzaken. De eerste oorzaak is dat inhuur die een structurele karakter blijkt te hebben in de perspectiefbrief 2021 is omgezet in formatie. Deze omzetting is op de langere termijn voordeliger omdat dezelfde capaciteit minder kost. Deze besparing is verwerkt in het begrotingssaldo. De tweede oorzaak is dat de gemeente elk jaar meer taken krijgt overgedragen vanuit het rijk. In principe wordt altijd geprobeerd om deze taken uit te voeren binnen de formatie. Maar soms blijkt die niet mogelijk en is formatie-uitbreiding onvermijdelijk.

Waar formatie voor de maximale omvang van de organisatie staat is bezetting de feitelijke omvang van de organisatie. Voor de begroting 2022 is het gepresenteerde cijfer een prognose. Die is gebaseerd op de bezetting op 1 januari 2021 opgehoogd met de toename van de formatie met 13 fte. Dit is mogelijk omdat de medewerkers in kwestie nu al aanwezig zijn, maar dan op inhuur basis.

De stijging van de apparaatskosten komt vooral doordat de loonsom is toegenomen. Die stijging wordt gedeeltelijk veroorzaakt doordat budget ingezet voor inhuur is overgezet naar de loonsom. Daarnaast zijn de loonkosten geïndexeerd met 2% (o.b.v. de macro economische verkenning voor 2022 van het CBS). Omgekeerd daalt het verwacht aandeel externe inhuur op de formatie doordat er meer formatie plaatsen gevuld zullen gaan worden.

De externe inhuur wordt bepaald op basis van de werkelijke inhuur kosten. De externe inhuurkosten worden niet afzonderlijk begroot en derhalve is deze indicator nog niet bekend voor 2021 en 2022. Door de omzetting van inhuur naar formatie is de verwachting dat het percentage externe inhuur een daling zal laten zien in 2022.

Beleidsindicatoren Eenheid 2019 (jr) 2020 (jr) 2021 (bg) 2022 (bg)
Formatie Fte per 1.000 inwoners 7,3 7,4 7,6 8,1
Bezetting Fte per 1.000 inwoners 7,1 7,0 7,1 7,5
Apparaatskosten Kosten per inwoner 692 688 741 783
Externe inhuur Kosten als % van totale loonsom + totale kosten inhuur externen 11,0% 10,3%
Overhead % van totale lasten 9,0% 11,4% 13,3% 13,8%
Bron: eigen gegevens
De berekening van deze indicatoren is gebaseerd op het document van de VNG ´Definities beleidsindicatoren ‘bestuur en organisatie´.

Wat mag het kosten

Terug naar navigatie - Wat mag het kosten

Mutaties in de reserves worden verwerkt in programma 0 maar niet alle reserves hebben betrekking op programma 0. Om een juiste financiële analyse per programma te kunnen maken zijn in onderstaande tabel enkel de mutaties van programma 0 reserves meegenomen.

x € 1.000
Exploitatie Realisatie 2020 Begroting 2021 (incl wijzigingen) Begroting 2022 MJB 2023 MJB 2024 MJB 2025
Lasten 15.511 16.189 16.154 15.570 15.182 14.980
Baten 59.272 60.484 59.206 57.776 57.560 57.571
Saldo voor bestemming 43.761 44.295 43.052 42.207 42.378 42.592
Mutaties reserves
Lasten 1.906 - - - - -
Baten 1.197 - - - - -
Saldo na bestemming 43.052 44.295 43.052 42.207 42.378 42.592
Specificatie per taakveld
x € 1.000
Specificatie Begroting 2021 Begroting 2022 Mutatie begroting 2021/2022
Saldo per taakveld
0.1 Bestuur -1.278 -1.367 -89
0.10 Mutaties reserves -514 62 576
0.11 Resultaat van de rekening van baten en lasten 276 -830 -1.106
0.2 Burgerzaken -981 -952 29
0.3 Beheer overige gebouwen en gronden 763 -704 -1.467
0.4 Overhead -10.829 -11.157 -328
0.5 Treasury -102 233 334
0.61 OZB woningen 2.322 2.360 38
0.62 OZB niet-woningen 1.545 1.580 35
0.64 Belastingen overig 1.998 98 -1.900
0.7 Algemene uitkeringen en overige uitkeringen gemeentefonds 50.882 53.001 2.119
0.8 Overige baten en lasten -25 -40 -15
Saldo voor bestemming 44.056 42.284 -1.772
Stortingen reserves
Precario -1.900 1.900
Totaal stortingen reserves -1.900 - 1.900
Onttrekkingen reserves
AR vrije deel resultaat begroting en perspectiefbrief 309 -309
Onttrekking AR vrije deel tbv OWO-bedrijfsvoering 30 -30
Totaal onttrekkingen reserves 339 - -339
Saldo na bestemming 42.495 42.284 -211
Tussen het hoofdoverzicht en de specificatie per taakveld zit een verschil van € 768.000. Dit ontstaat door dat alle mutaties reserves op taakveld 0.10 geboekt zijn (- € 62.000). Om het juiste inzicht per programma te krijgen worden de mutaties in de reserve toegelicht in het betreffende programma ipv in programma 0. Verder is in het hoofdoverzicht het resultaat van de begroting er uit gehaald, in de specificatie is dit zichtbaar op taakveld 0.11 (€ 830.000).

Toelichting op de financiën

Terug naar navigatie - Toelichting op de financiën

Het saldo van dit programma is in 2022 € 211.000 nadeliger dan in 2021.

Algemeen

De toerekening van de personeelslasten over de verschillende taakvelden is in 2022 gestegen . Als gevolg van de hogere personele kosten (zie toelichting hieronder bij taakveld 0.4) zijn er meer personeelslasten aan de andere programma's doorberekend. In een paar gevallen zijn ook de toegerekende fte's  gewijzigd. Dit wordt dan toegelicht bij het betreffende taakveld. Zie ook de toelichting bij de andere programma's.  Over alle programma's gerekend is dit budgettair neutraal. 

De rentekosten zijn verantwoord in dit programma. Als gevolg van gewijzigde voorschriften zijn bij de begroting 2022, in tegenstelling tot 2021, de rentekosten toegerekend aan de andere programma's op basis van de huidige boekwaarde van de activa. Over alle programma's gerekend is dit budgettair neutraal. Zie ook de toelichting bij de andere programma's. 

Toelichting per taakveld:

Taakveld 0.1 Bestuur geeft in 2022 een nadeel van € 89.000 ten opzichte van 2021.

In verband met de gemeenteraadsverkiezingen is het budget voor de raad in 2022 incidenteel € 15.000 hoger voor opleiding etc. Daarnaast zijn de ramingen voor Raad en B&W geactualiseerd  (€ 14.000 nadelig) en kon de raming voor wachtgelden in 2022 worden verlaagd (voordeel € 66.000). De doorberekening van de personeelslasten geeft een nadeel van € 119.000. Naast de hogere personeelskosten zijn er ook meer fte's toegerekend aan dit taakveld.

Overige posten € 7.000 nadelig. 

Taakveld 0.10 Reserves geeft in 2022 een voordeel van € 576.000 ten opzichte van 2021.

De mutaties in de reserves worden steeds bij het desbetreffende programma toegelicht. 

Taakveld 0.11 Resultaat van de rekening baten en lasten geeft in 2022 een nadeel van € 1.106.000 ten opzichte van 2021.

Het verwachte resultaat van de begroting 2021 na verwerking van alle raadsbesluiten € 276.000 nadelig.  Het verwachte voordelige begrotingsresultaat 2022 is € 830.000. Het begrotingsresultaat is in 2022 dus € 1.106.000 voordeliger dan in 2021. In afwachting van besluitvorming door de raad is dit voordeel hier als last verantwoord (storting in reserves).  

Taakveld 0.2 Burgerzaken geeft in 2022 een voordeel van € 29.000 ten opzichte van 2021.

In 2021 was een incidenteel budget beschikbaar van € 20.000 voor een burgerpeiling klanttevredenheid. In 2022 is geen incidenteel budget opgenomen, dus in 2022 een voordeel ten opzichte van 2021. De doorberekening van de personeelslasten geeft een voordeel van € 13.000. Naast de hogere personeelskosten zijn er ook minder fte's toegerekend aan dit taakveld.

Overige posten € 4.000 nadelig. 

Taakveld 0.3 Beheer overige gebouwen en gronden geeft in 2022 een nadeel van € 1.467.000 ten opzichte van 2021.

In de begroting 2021 was een incidentele bate  van € 1.450.000 opgenomen voor verkopen van gemeentelijk vastgoed. In 2022 is hiervoor geen opbrengst geraamd. Daarom in 2022 een nadelig effect van € 1.450.000 t.o.v. 2022. Verder is er in 2022 ook rente toegerekend aan dit taakveld. Dit gaf een hogere last van € 25.000.

Overige posten € 8.000 voordelig. 

Taakveld 0.4 Overhead geeft in 2022 een nadeel van € 328.000 ten opzichte van 2021.

De personeelskosten zijn in 2022 gestegen met € 935.000 ten opzichte van 2021. Ten eerste is er sprake van een verwacht CAO-effect van 2% (€ 273.000). Daarnaast zijn bij de perspectiefbrief 2021 extra middelen toegekend voor 2022 voor formatieplaatsen Sociaal Domein (€ 170.000, waarvan € 55.000 structureel). Daarnaast zijn de personeelskosten bij het Sociaal Domein gestegen met € 69.000 voor de structurele inzet voor preventie, dit wordt gedekt vanuit budgetten voor Sociaal Domein, zie ook de toelichting bij programma 6. Ook is er sprake van extra formatie bij het Omgevingsdomein voor taken op het gebied van water/milieu/energietransitie (€ 85.000). Daarnaast is er tijdelijk extra personeelsbudget beschikbaar voor informatiebeveiliging en privacy (in 2022 € 61.000). Ook is voor een trainee-programma vanaf 2022 structureel € 120.000 beschikbaar. Verder kon de raming voor personele toelagen in 2022 met € 45.000 verlaagd worden en waren er verder voor € 176.000 minder budgetten beschikbaar voor tijdelijk personeel.  Dit is hier beide dus een voordeel.Tenslotte worden er minder salariskosten rechtstreeks doorberekend aan het Sociaal Domein  (hier een nadeel van € 378.000), dit is echter budgettair neutraal want bij het Sociaal Domein wordt het budget met hetzelfde bedrag verlaagd. Zie ook de toelichting bij programma 6. 

Verder zijn in 2021 de kosten voor het derde deel van de OWO-afdelingen met € 120.000 gestegen. Ten eerste is dit een gevolg van de eerder genoemde schatting van de cao-effecten in 2021 van 2 %. Dit gaf voor de OWO-afdelingen een extra last van € 78.000. Daarnaast zijn als gevolg van de vastgestelde OWO-kaders voor de begroting de lasten met € 92.000 gestegen, waarvan € 25.000 structureel. Hiertegenover staat dat er in 2021 incidentele budgetten beschikbaar waren ad € 150.000. Deze zijn er in 2022 niet en geeft hier dus nu een voordeel. Ook was na het opstellen van de geactualiseerde begrotingen van de OWO-afdelingen nog een bijsturing van € 45.000 noodzakelijk voor indexatie van de overige kosten. Tenslotte is er op basis van besluitvorming van voorgaande jaren in 2022 een nadelig effect van € 55.000 voor de kosten van bedrijfsvoering. Dit zat in de begroting 2021 ook al in de meerjarenraming verwerkt. 

Verder is er een nadeel van € 140.000 omdat er minder uren aan de bouwgrondexploitatie konden worden doorberekend dan in de begroting 2021. Hiertegenover staat dat er in 2021 incidentele budgetten beschikbaar waren voor Arbo (€ 50.000), programmasturing (€ 50.000) en een budgetoverheveling voor externe advisering (€ 40.000). In 2022 is dit dus een voordeel ten opzichte van 2021. 

De doorberekening van personeelslasten naar de andere programma's (zie ook de toelichting hierboven onder Algemeen)  levert op dit programma een voordeel op van € 721.000. Dit heeft dus op de andere programma's een tegengesteld effect en is per saldo budgettair neutraal.  

Overige posten € 6.000 voordelig.

Taakveld 0.5 Treasury geeft in 2022 een voordeel van € 334.000 ten opzichte van 2021.

De geraamde rentekosten zijn in 2022 € 163.000 lager dan in 2021. Daarnaast worden nu de rentekosten doorberekend naar andere programma's (zie ook toelichting hierboven onder Algemeen). Dat levert in dit programma een voordeel op van € 171.000. 

Taakvelden  0.61 OZB woningen en 0.62 OZB niet woningen geven in 2022 een voordeel van € 73.000 ten opzichte van 2021.

Dit voordeel is het gevolg van de jaarlijkse indexering van de OZB-tarieven.

Taakveld 0.64 Belastingen overig geeft in 2022 een nadeel van € 1.900.000 ten opzichte van 2021.

De precariobelasting mocht in 2021 voor het laatst geheven worden. Ten opzichte van 2022 dus een nadeel van € 1.900.000 Zie ook de toelichting hieronder op de reserves.

Taakveld 0.7 Algemene uitkeringen en overige uitkeringen gemeentefonds geeft in 2022 een voordeel van € 2.119.000 ten opzichte van 2021.

Dit voordeel is ontstaan door een hogere uitkeringsfactor (€ 1.284.000) en een hogere bijdrage jeugdzorg (€ 2.300.000). Daartegenover staat een lagere uitkering vanwege het woonplaatsbeginsel (€ 644.000) en een nadeel in 2022 ten opzichte van 2021 in verband met een incidentele uitkering voor jeugdzorg over 2021 (€ 800.000). De overige effecten waren per saldo € 21.000 nadelig.  

Taakveld 0.8 Overige baten en lasten geeft in 2022 een  nadeel van € 15.000 ten opzichte van 2021.

Dit betreft de post Onvoorzien. Jaarlijks wordt hier € 37.500 geraamd. In 2021 was hier nog € 22.500 geraamd omdat er in 2021 een besteding van € 15.000 is geweest. 

De mutatie in de reserves geeft in 2022 een voordeel van € 1.561.000 ten opzichte van 2021.

In 2021 is er nog een storting van € 1.900.000 geweest in de algemene reserve van de ontvangen precariobelasting. Deze storting is er in 2022 niet meer, daarom nu in 2022 een voordeel. Zie ook  de toelichting bij taakveld 0.64. Daarnaast is er een nadeel veroorzaakt doordat er in 2021 een onttrekking uit de algemene reserve van € 269.000 is verantwoord vanwege het verwachte tekort over 2021 (hier een bate). Voor 2022 is over het begrotingssaldo nog geen besluit genomen. Daarom nu op dit programma een nadelig effect van € 269.000. Ook was er in 2021 voor incidentele budgetten € 70.000 onttrokken aan de algemene reserve. In 2022 niet, dus ook een nadeel van € 70.000 t.o.v. 2021.