Het saldo van dit programma is in 2022 € 211.000 nadeliger dan in 2021.
Algemeen
De toerekening van de personeelslasten over de verschillende taakvelden is in 2022 gestegen . Als gevolg van de hogere personele kosten (zie toelichting hieronder bij taakveld 0.4) zijn er meer personeelslasten aan de andere programma's doorberekend. In een paar gevallen zijn ook de toegerekende fte's gewijzigd. Dit wordt dan toegelicht bij het betreffende taakveld. Zie ook de toelichting bij de andere programma's. Over alle programma's gerekend is dit budgettair neutraal.
De rentekosten zijn verantwoord in dit programma. Als gevolg van gewijzigde voorschriften zijn bij de begroting 2022, in tegenstelling tot 2021, de rentekosten toegerekend aan de andere programma's op basis van de huidige boekwaarde van de activa. Over alle programma's gerekend is dit budgettair neutraal. Zie ook de toelichting bij de andere programma's.
Toelichting per taakveld:
Taakveld 0.1 Bestuur geeft in 2022 een nadeel van € 89.000 ten opzichte van 2021.
In verband met de gemeenteraadsverkiezingen is het budget voor de raad in 2022 incidenteel € 15.000 hoger voor opleiding etc. Daarnaast zijn de ramingen voor Raad en B&W geactualiseerd (€ 14.000 nadelig) en kon de raming voor wachtgelden in 2022 worden verlaagd (voordeel € 66.000). De doorberekening van de personeelslasten geeft een nadeel van € 119.000. Naast de hogere personeelskosten zijn er ook meer fte's toegerekend aan dit taakveld.
Overige posten € 7.000 nadelig.
Taakveld 0.10 Reserves geeft in 2022 een voordeel van € 576.000 ten opzichte van 2021.
De mutaties in de reserves worden steeds bij het desbetreffende programma toegelicht.
Taakveld 0.11 Resultaat van de rekening baten en lasten geeft in 2022 een nadeel van € 1.106.000 ten opzichte van 2021.
Het verwachte resultaat van de begroting 2021 na verwerking van alle raadsbesluiten € 276.000 nadelig. Het verwachte voordelige begrotingsresultaat 2022 is € 830.000. Het begrotingsresultaat is in 2022 dus € 1.106.000 voordeliger dan in 2021. In afwachting van besluitvorming door de raad is dit voordeel hier als last verantwoord (storting in reserves).
Taakveld 0.2 Burgerzaken geeft in 2022 een voordeel van € 29.000 ten opzichte van 2021.
In 2021 was een incidenteel budget beschikbaar van € 20.000 voor een burgerpeiling klanttevredenheid. In 2022 is geen incidenteel budget opgenomen, dus in 2022 een voordeel ten opzichte van 2021. De doorberekening van de personeelslasten geeft een voordeel van € 13.000. Naast de hogere personeelskosten zijn er ook minder fte's toegerekend aan dit taakveld.
Overige posten € 4.000 nadelig.
Taakveld 0.3 Beheer overige gebouwen en gronden geeft in 2022 een nadeel van € 1.467.000 ten opzichte van 2021.
In de begroting 2021 was een incidentele bate van € 1.450.000 opgenomen voor verkopen van gemeentelijk vastgoed. In 2022 is hiervoor geen opbrengst geraamd. Daarom in 2022 een nadelig effect van € 1.450.000 t.o.v. 2022. Verder is er in 2022 ook rente toegerekend aan dit taakveld. Dit gaf een hogere last van € 25.000.
Overige posten € 8.000 voordelig.
Taakveld 0.4 Overhead geeft in 2022 een nadeel van € 328.000 ten opzichte van 2021.
De personeelskosten zijn in 2022 gestegen met € 935.000 ten opzichte van 2021. Ten eerste is er sprake van een verwacht CAO-effect van 2% (€ 273.000). Daarnaast zijn bij de perspectiefbrief 2021 extra middelen toegekend voor 2022 voor formatieplaatsen Sociaal Domein (€ 170.000, waarvan € 55.000 structureel). Daarnaast zijn de personeelskosten bij het Sociaal Domein gestegen met € 69.000 voor de structurele inzet voor preventie, dit wordt gedekt vanuit budgetten voor Sociaal Domein, zie ook de toelichting bij programma 6. Ook is er sprake van extra formatie bij het Omgevingsdomein voor taken op het gebied van water/milieu/energietransitie (€ 85.000). Daarnaast is er tijdelijk extra personeelsbudget beschikbaar voor informatiebeveiliging en privacy (in 2022 € 61.000). Ook is voor een trainee-programma vanaf 2022 structureel € 120.000 beschikbaar. Verder kon de raming voor personele toelagen in 2022 met € 45.000 verlaagd worden en waren er verder voor € 176.000 minder budgetten beschikbaar voor tijdelijk personeel. Dit is hier beide dus een voordeel.Tenslotte worden er minder salariskosten rechtstreeks doorberekend aan het Sociaal Domein (hier een nadeel van € 378.000), dit is echter budgettair neutraal want bij het Sociaal Domein wordt het budget met hetzelfde bedrag verlaagd. Zie ook de toelichting bij programma 6.
Verder zijn in 2021 de kosten voor het derde deel van de OWO-afdelingen met € 120.000 gestegen. Ten eerste is dit een gevolg van de eerder genoemde schatting van de cao-effecten in 2021 van 2 %. Dit gaf voor de OWO-afdelingen een extra last van € 78.000. Daarnaast zijn als gevolg van de vastgestelde OWO-kaders voor de begroting de lasten met € 92.000 gestegen, waarvan € 25.000 structureel. Hiertegenover staat dat er in 2021 incidentele budgetten beschikbaar waren ad € 150.000. Deze zijn er in 2022 niet en geeft hier dus nu een voordeel. Ook was na het opstellen van de geactualiseerde begrotingen van de OWO-afdelingen nog een bijsturing van € 45.000 noodzakelijk voor indexatie van de overige kosten. Tenslotte is er op basis van besluitvorming van voorgaande jaren in 2022 een nadelig effect van € 55.000 voor de kosten van bedrijfsvoering. Dit zat in de begroting 2021 ook al in de meerjarenraming verwerkt.
Verder is er een nadeel van € 140.000 omdat er minder uren aan de bouwgrondexploitatie konden worden doorberekend dan in de begroting 2021. Hiertegenover staat dat er in 2021 incidentele budgetten beschikbaar waren voor Arbo (€ 50.000), programmasturing (€ 50.000) en een budgetoverheveling voor externe advisering (€ 40.000). In 2022 is dit dus een voordeel ten opzichte van 2021.
De doorberekening van personeelslasten naar de andere programma's (zie ook de toelichting hierboven onder Algemeen) levert op dit programma een voordeel op van € 721.000. Dit heeft dus op de andere programma's een tegengesteld effect en is per saldo budgettair neutraal.
Overige posten € 6.000 voordelig.
Taakveld 0.5 Treasury geeft in 2022 een voordeel van € 334.000 ten opzichte van 2021.
De geraamde rentekosten zijn in 2022 € 163.000 lager dan in 2021. Daarnaast worden nu de rentekosten doorberekend naar andere programma's (zie ook toelichting hierboven onder Algemeen). Dat levert in dit programma een voordeel op van € 171.000.
Taakvelden 0.61 OZB woningen en 0.62 OZB niet woningen geven in 2022 een voordeel van € 73.000 ten opzichte van 2021.
Dit voordeel is het gevolg van de jaarlijkse indexering van de OZB-tarieven.
Taakveld 0.64 Belastingen overig geeft in 2022 een nadeel van € 1.900.000 ten opzichte van 2021.
De precariobelasting mocht in 2021 voor het laatst geheven worden. Ten opzichte van 2022 dus een nadeel van € 1.900.000 Zie ook de toelichting hieronder op de reserves.
Taakveld 0.7 Algemene uitkeringen en overige uitkeringen gemeentefonds geeft in 2022 een voordeel van € 2.119.000 ten opzichte van 2021.
Dit voordeel is ontstaan door een hogere uitkeringsfactor (€ 1.284.000) en een hogere bijdrage jeugdzorg (€ 2.300.000). Daartegenover staat een lagere uitkering vanwege het woonplaatsbeginsel (€ 644.000) en een nadeel in 2022 ten opzichte van 2021 in verband met een incidentele uitkering voor jeugdzorg over 2021 (€ 800.000). De overige effecten waren per saldo € 21.000 nadelig.
Taakveld 0.8 Overige baten en lasten geeft in 2022 een nadeel van € 15.000 ten opzichte van 2021.
Dit betreft de post Onvoorzien. Jaarlijks wordt hier € 37.500 geraamd. In 2021 was hier nog € 22.500 geraamd omdat er in 2021 een besteding van € 15.000 is geweest.
De mutatie in de reserves geeft in 2022 een voordeel van € 1.561.000 ten opzichte van 2021.
In 2021 is er nog een storting van € 1.900.000 geweest in de algemene reserve van de ontvangen precariobelasting. Deze storting is er in 2022 niet meer, daarom nu in 2022 een voordeel. Zie ook de toelichting bij taakveld 0.64. Daarnaast is er een nadeel veroorzaakt doordat er in 2021 een onttrekking uit de algemene reserve van € 269.000 is verantwoord vanwege het verwachte tekort over 2021 (hier een bate). Voor 2022 is over het begrotingssaldo nog geen besluit genomen. Daarom nu op dit programma een nadelig effect van € 269.000. Ook was er in 2021 voor incidentele budgetten € 70.000 onttrokken aan de algemene reserve. In 2022 niet, dus ook een nadeel van € 70.000 t.o.v. 2021.