Paragrafen

Lokale heffingen

Lokale heffingen

Terug naar navigatie - Lokale heffingen

Het beleid ten aanzien van de lokale heffingen

De diverse verordeningen belastingen en heffingen zijn in december 2021 vastgesteld.  Waar dat mogelijk is en wettelijk is toegestaan zijn de tarieven van 2022 verhoogd met de indexering (prijs bruto binnenlands product) van 1,6%. Een uitzondering hierop vormen de tarieven voor afval en riolering. Deze tarieven zijn gebaseerd op kostendekkendheid.

Kaderstellende documenten
De jaarlijks vastgestelde verordeningen belastingen en heffingen.

Overzicht geraamde inkomsten
In onderstaand overzicht staan de in onze gemeente geldende belastingen en heffingen. De totale opbrengst aan belastingen en heffingen bedraagt in 2022 € 12,8 miljoen (geraamd € 12,2 miljoen).

Leges publiekszaken
De leges publiekszaken inkomsten zijn € 97.000 hoger dan begroot.  De vraag naar reisdocumenten en rijbewijzen varieert jaarlijks.

Onroerendezaakbelasting
De werkelijke opbrengst van de OZB was € 46.000 hoger dan de begrote opbrengst. De tarieven worden bepaald door de begrote opbrengst af te zetten tegen de WOZ-waarde. De WOZ-waardes kunnen gedurende het jaar nog wijzigen. Ook hebben bezwaarschriften invloed op de definitieve WOZ-waardes waarop de uiteindelijke aanslagen gebaseerd zijn.

Precariorechten
2021 was het laatste jaar dat precariorechten geheven werden.

Algemeen plaatselijke verordening
De opbrengst van de APV is € 10.000 lager uitgevallen dan geraamd. De opbrengsten zijn afhankelijk van de vraag. 

Begrafenisrechten
De baten zijn in lijn met begroting en het resultaat over 2022.

Toeristenbelasting
De inkomsten van de Toeristenbelasting zijn € 47.000 hoger dan begroot. Het verschil is toegevoegd aan de reserve Recreatie en Toerisme.

Afvalstoffenheffing
De opbrengst van de afvalstoffenheffing laat een positief verschil ten opzichte van de begroting en is in lijn met jaarrekening 2021. De lasten waren lager en de baten hoger dan geraamd waardoor de afvalstoffenheffing in 2022 incidenteel meer dan kostendekkend uitkomt.

Rioolheffing
De baten rioolheffing zijn € 79.000 lager uitgevallen dan begroot. De lasten zijn echter ook lager waardoor de kostendekkendheid  gelijk is gebleven. 

Leges omgevingsvergunningen
De ontvangen leges van de omgevingsvergunning zijn € 281.000 hoger uitgevallen dan geraamd en € 136.000 hoger dan jaarrekening 2021. 

x € 1.000
Programma Lokale belastingen en heffingen Jaarrekening 2021 Begroting 2022 (incl wijzigingen) Jaarrekening 2022
0 Leges publiekszaken 343 255 353
0 Onroerendezaakbelasting 4.589 4.710 4.756
0 Precariorechten 2.327 - -
1 Algemeen plaatselijke verordening 6 25 15
3 Toeristenbelasting 180 178 225
7 Begrafenisrechten 164 150 154
7 Afvalstoffenheffing (excl. kwijtscheldingen) 3.228 3.278 3.339
7 Rioolheffing (excl. kwijtscheldingen) 2.884 2.896 2.974
8 Leges omgevingsvergunning 861 716 997
Totaal 14.582 12.208 12.814

Kostendekkendheid

Terug naar navigatie - Kostendekkendheid

De mate van kostendekkendheid wordt in de onderstaande tabellen weergegeven.

Soort Dekkingspercentage begroot 2022 Dekkingspercentage realisatie 2022
Afval 98% 106%
Riolering 95% 95%
Omgevingsvergunningen 80% 103%

Afval en Riolering

Terug naar navigatie - Afval en Riolering

De mate van kostendekkendheid van riolering is uitgekomen conform de begroting. De baten zijn lager dan begroot maar dat zijn de lasten ook.   De kostendekkendheid van de afvalstoffenheffing is door hogere baten en lagere lasten dan geraamd meer dan kostendekkend uitgekomen. 

Omgevingsvergunningen

Terug naar navigatie - Omgevingsvergunningen

Kostendekkendheid

Ten opzichte van de begroting 2022 (80%) is het dekkingspercentage incidenteel gestegen naar 103%. Dit is ontstaan doordat de baten harder zijn gestegen dan de lasten. Een oorzaak kan zijn dat bouwprojecten zijn uitgesteld tijdens de coronaperiode en in 2022 wel zijn uitgevoerd.

Omgevingsvergunningen Begroting 2022 Realisatie 2022
Directe kosten
Totaal van de gemeentelijke lasten 717.000 765.000
Totaal van de gemeentelijke baten; niet zijnde heffingen
Netto directe kosten taakveld 717.000 765.000
Indirecte kosten
Btw
Overhead en rente 179.000 179.000
Netto indirecte kosten taakveld 179.000 179.000
Totale lasten 896.000 944.000
Totale heffingen
Heffingen 716.000 972.620
Totale heffingen 716.000 972.620
Dekkingspercentage 80% 103%

Lokale lastendruk

Terug naar navigatie - Lokale lastendruk

De “Atlas van de lokale lasten 2022” (COELO) geeft voor onze gemeente het volgende rangnummer (nummer 1 heeft de laagste woonlasten, nummer 375 de hoogste):

  • Woonlasten meerpersoonshuishouden eigenaar-bewoner rangnummer 66 (2021 nr. 82)

Kwijtscheldingsbeleid
Voor de onroerendezaakbelastingen en de heffingen voor riool- en afvalstoffenheffing, zoals die elk jaar gecombineerd worden opgelegd, kan kwijtschelding worden verkregen. Bij kwijtschelding vindt een vermogenstoets en een inkomenstoets plaats. De gemeente moet hiervoor een norm vaststellen. Deze norm wordt gerelateerd aan de bijstandsnorm. In onze gemeente is de kwijtscheldingsnorm gelijk aan de bijstandsnorm (100%).

Het aantal huishoudens waar kwijtscheldingen aan verleend zijn in 2022 was 517 (in 2021 was dit 545).

Weerstandsvermogen en risicobeheersing

Inleiding

Terug naar navigatie - Inleiding

Het weerstandsvermogen bestaat uit de relatie tussen de weerstandscapaciteit, zijnde de middelen en mogelijkheden waarover de gemeente beschikt of kan beschikken om niet begrote kosten te dekken en alle risico's waarvoor geen maatregelen zijn getroffen en die van materiële betekenis kunnen zijn in relatie tot de financiële positie. Een juist oordeel over de toereikendheid van de weerstandscapaciteit kan alleen maar worden gegeven als er een juist en volledig beeld bestaat van de risico’s, de kans hierop en de eventuele financiële gevolgen. Daartoe wordt jaarlijks een risicoprofiel opgesteld.

Kaderstellende documenten
Beleidskader reserves en voorzieningen
Beleidskader vaststelling bedrag post onvoorzien

Risicobeheersing

Terug naar navigatie - Risicobeheersing

In onderstaande tabel benoemen we de risico’s en schatten daarbij de factoren "kans" (dat het risico zich voordoet) en "invloed" (de impact als het risico zich voordoet) in. De genoemde maximale financiële gevolgen zijn relatief. Een risico met een groot maximaal financieel gevolg kan op basis van de “kans” en “invloed” een relatief beperkte invloed op het aan te houden minimale weerstandscapaciteit hebben. Omgekeerd kan een klein maximaal financieel gevolg een grote invloed hebben. De grootste risico’s, op basis van de invloed op de weerstandscapaciteit, zijn:

De belangrijkste risico's met de geschatte "kans" en de "invloed" (x €)
Risico Kans Max fin. effect Invloed Totaal risico
1 Algemene uitkering (gemeentefonds) fluctueert 50% 1.000.000 8% 500.000
2 Onzekerheid Rijksmaatregelen reductie kosten jeugdzorg 45% 500.000 4% 225.000
3 Effecten invoering Omgevingswet en Wet kwaliteitsborging voor bouwen (Wkb) 60% 750.000 7% 450.000
4 Borgstellingen 1% 31.925.000 5% 319.250
5 Effect invoering eigen belastinggebied gemeenten per 2026 70% 5.000.000 55% 3.500.000
6 Mogelijke WW-verplichtingen personeel 25% 1.000.000 4% 250.000
7 Financiële tegenvallers projecten 60% 7.000.000 2% 105.000
8 Effect fluxtuerende energieprijzen 50% 500.000 4% 250.000
9 Tegenvallende resultaten grondexploitaties 15% 1.000.000 2% 150.000
10 Effecten hoge inflatie op exploitatielasten 40% 1.500.000 9% 600.000
Totaal 50.175.000 100% 6.349.250

Toelichting op de risico's

  1. Algemene uitkering fluctueert: De omvang van de algemene uitkering (het gemeentefonds) is niet constant. Elk jaar wordt de groei of krimp van de basisomvang gebaseerd op uitgaven die het Rijk verwacht te gaan doen in het begrotingsjaar. Het gevolg hiervan is dat de omvang dus kan fluctueren. Een krimp van het gemeentefonds is in het lopende begrotingsjaar vaak niet meer op te vangen met bezuinigingen en kan tot een negatief rekeningresultaat leiden.
  2. Onzekerheid Rijksmaatregelen reductie kosten jeugdzorg: In de laatste raming van de algemene uitkering zijn de volledige bedragen uit de arbitrage opgenomen. Daarnaast zijn ook kortingen opgenomen die behaald moeten worden door maatregelen die het Rijk zelf moet nemen. Deze kortingen zijn onzeker en daarom opgenomen als risico.
  3. Effecten invoering omgevingswet en Wet kwaliteitsborging voor bouwen (Wkb): Momenteel is het streven dat de Omgevingswet en de Wkb op 1 januari 2024 worden ingevoerd. Op het moment van schrijven is nog niet bekend of de Wkb in zijn geheel of getrapt wordt ingevoerd. Wel is duidelijk dat door de wijziging een aantal legesinkomsten vervallen maar dat een deel van de werkzaamheden (o.a. registratie) wel moeten worden uitgevoerd. Alleen voor de aanvragen na invoering van de nieuwe wetgeving gelden de nieuwe legestarieven. Voor 2023 betekent dit dat alle aanvragen onder het oude regime zullen vallen met de bijbehorende opbrengsten.
  4. Borgstellingen: De gemeente staat borg voor de leningen die de Stichting Waarborg Woningbouw de woningcorporaties verstrekt. Deze borgstelling is in breed landelijk verband met alle gemeenten afgesproken. Het optreden van het risico is echter zeer beperkt. Zo heeft het faillissement van de woningcorporatie Vestia (2012) niet geleid tot het aanspreken van de borgstelling.
  5. Effecten invoering eigen belastinggebied gemeenten per 2026: Dit is geen risico voor 2023, maar het effect is groot en de invulling is nog onbekend. Het effect is ook zichtbaar in het meerjarenperspectief. Daarom is het risico al opgenomen zodat er rekening kan worden gehouden met dit risico in de omvang van het weerstandsvermogen.
  6. Mogelijke WW-verplichtingen personeel: Als personeel onvrijwillig wordt ontslagen of het contract niet wordt verlengd dan kan er sprake zijn van een WW-verplichting. De gemeente is hier niet voor verzekerd en is dus zelf WW-risicodrager. Op voorhand is niet bekend of en zo ja in welke mate er sprake is van een WW-verplichting en daarom is deze ook niet begroot.
  7. Financiële tegenvallers projecten: Projecten kennen risico's. Deze risico's worden in de projecten zelf benoemd. Het risico op de risico's is niet financieel afgedekt in de projecten. Een aantal risico's, zoals hyperinflatie, rampen en oorlogen, zijn te generiek en daarom worden ze op een hoger niveau algemeen afgedekt. De reden dat ondanks de omvang van het effect het risico zelf beperkt is komt doordat de meeste projecten in 40 jaar worden afgeschreven. Hierdoor is het af te dekken risico een stuk lager, een factor 40, dan het effect.
  8. Effecten fluctuerende energieprijzen: De gemeente kan in 2023 nog gebruik maken van het huidige energiecontract. Echter vanaf 2024 zal er een nieuw contract moeten worden afgesloten. Op het moment van schrijven kan er alleen een variabel contract worden afgesloten. Een inschatting van de verwachte kostenstijging is in het meerjarenperspectief van de begroting verwerkt. Het risico richt zich op uitschieters die nu niet te voorzien zijn maar als ze zich voordoen onontkoombaar zijn. 
  9. Tegenvallende resultaten grondexploities: Het resultaat van de grondexploitaties is afhankelijk van de mate waarin er verkocht kan worden en of er gronden beschikbaar zijn. Ook externe ontwikkelingen zoals de stikstof problematiek en hogere bouwkosten kunnen het resultaat beïnvloeden.
  10. Effecten inflatie op exploitatielasten: De hoge inflatie is nog niet vertaald in een gelijke bijstelling in de algemene uitkering. Hierdoor kan er in het lopende jaar een verschil ontstaan die tot een tegenvaller bij het opstellen van de jaarrekening 2023 kan leiden. 

Weerstandsvermogen

Terug naar navigatie - Weerstandsvermogen

Beheersing van de hiervoor genoemde risico's
Financiële consequenties die voortvloeien uit het actueel worden van bovengenoemde risico's worden opgenomen in de jaarstukken (verantwoording) en komen via het resultaat ten laste van de algemene reserve. Zoals hierna aangegeven is het niveau van de algemene reserve voldoende.

Bepalen weerstandscapaciteit
De benodigde weerstandscapaciteit is berekend op € 6,3 miljoen. De weerstandscapaciteit is € 20 miljoen. Dit betekent dat wij in staat zijn om met de huidige weerstandscapaciteit ook grotere risico’s het hoofd te bieden. Naast de incidentele weerstandscapaciteit is er ook een structurele weerstandscapaciteit in de begroting opgenomen namelijk de post onvoorzien (€ 37.500). In onderstaande tabellen wordt de (incidentele) weerstandscapaciteit en het verloop van de algemene reserve weergegeven. De bedragen zijn geactualiseerd tot het moment van opstellen van de begroting.

Het beleid betreffende de weerstandscapaciteit en de risico's
Jaarlijks worden de risico’s geïnventariseerd. Daarnaast berekenen we het beschikbare weerstandsvermogen. Het weerstandsvermogen moet minimaal de berekende risico’s kunnen dekken.

x € 1.000
Incidenteel weerstandsvermogen 2021 2022
Algemene reserve ultimo:
Algemene reserve deel buffer 7.500 7.500
Algemene reserve vrije deel 12.356 14.814
Totaal algemene reserve 19.856 22.314

Kengetallen

Terug naar navigatie - Kengetallen

Met ingang van 2016 zijn een vijftal financiële kengetallen verplicht gesteld. Deze kentallen maken de financiële positie van de gemeente voor de raad inzichtelijker en beter vergelijkbaar. Het gaat om de netto schuldquote, de solvabiliteitsratio en indicatoren met betrekking tot de grondexploitatie, structurele exploitatieruimte en belastingcapaciteit. Deze kengetallen hebben een signalerende functie, geven inzicht in de financiële positie en over de weerbaarheid en wendbaarheid van een gemeente. Zoals opgenomen in de nota Financieel beleid vanaf 2017 (zie ook hiervoor onder ‘beleid omtrent de weerstandscapaciteit en de risico’s’) sluiten we aan voor de verplichte kengetallen bij de signaleringswaarden uit de stresstest voor gemeenten.

Ons streven is minimaal te voldoen aan categorie B. Over het algemeen kan worden gesteld dat categorie A het minst risicovol is en categorie C het meest. Als de uitkomst van één van de kengetallen uit de pas schiet, wil dat niet zeggen dat we financieel niet (langer) gezond zijn. Het is een mogelijke indicatie dat er (aanvullende) beheersmaatregelen moeten worden getroffen of herijkt.

Kengetal Categorie A Categorie B Categorie C
Netto schuldquote a. zonder correctie doorgeleende gelden < 90% 90 - 130% > 130%
b. met correctie doorgeleende gelden < 90% 90 - 130% > 130%
Solvabiliteitsratio > 50% 20 - 50% < 20%
Structurele exploitatieruimte Eerste jaar en meerjarig > 0% Begroting en meerjarig 0% Begroting en meerjarig < 0%
Grondexploitatieruimte < 20% 20 - 35% > 35%
Belastingcapaciteit < 95% 95 - 105% > 105%
Kengetallen Jaarrekening 2021 Begroting 2022 Jaarrekening 2022
Netto schuldquote 19,8% 35,5% 8,6%
Netto schuldquote excl. verstrekte leningen 19,8% 35,5% 8,6%
Solvabiliteit 30,7% 26,4% 37,4%
Structurele exploitatieruimte 10,5% -0,2% 5,4%
Grondexploitatie 2,1% 3,3% -0,5%
Belastingcapaciteit 92,1% 96,0% 91,5%

Frauderisico's en continiïteit

Terug naar navigatie - Frauderisico's en continiïteit

Bij de beoordeling van de continuïteit van een gemeente is sprake van de beoordeling van zowel de formele continuïteit als een materiele beoordeling. De eerste gaat over het voortbestaan van de organisatie als zodanig en op dat vlak heeft het Rijk harde waarborgen getroffen. De continuïteit staat in dat opzicht dus niet ter discussie. Materieel kan het wel zo zijn dat activiteiten nu of in de toekomst, niet of anders worden vormgegeven als gevolg van externe of interne ontwikkelingen. Dat kan leiden tot aanpassing in taken, activiteiten, beleid, projecten of doelstellingen. Politieke keuzes daarin kunnen leiden tot bijvoorbeeld afwaardering van activa of de noodzaak om voorzieningen te treffen. Indien dat majeure financiële effecten heeft dienen ook deze in de continuïteitsbeoordeling of risicoparagraaf te worden betrokken voor zover deze niet al in de jaarrekening zijn verwerkt.

Op dit moment ziet de gemeente Opsterland geen verhoogde continuïteitsrisico.

Mocht er een fraude blijken, dan zal dat op deze plaats aangegeven worden. Uit diverse controles blijken geen signalen voor fraude door eigen medewerkers.  

Onderhoud kapitaalgoederen

Onderhoud kapitaalgoederen

Terug naar navigatie - Onderhoud kapitaalgoederen

Inleiding

De gemeente is verantwoordelijk voor het beheer en onderhoud van een groot deel van de openbare ruimte. Deze ruimte is opgebouwd uit onze kapitaalgoederen. Dit zijn onder andere de wegen, riolering, bruggen, verlichting, openbaar groen en gebouwen. De kwaliteit van deze kapitaalgoederen heeft invloed op de beleving door inwoners, bezoekers en ondernemers bij hun activiteiten in de openbare ruimte. Daarnaast vertegenwoordigen de kapitaalgoederen een aanzienlijke waarde en brengt vroegtijdige vervanging onnodige kosten met zich mee. Het is daarom belangrijk dat we goed op deze kapitaalgoederen passen om de leefbaarheid en veiligheid te waarborgen en kapitaalverlies te voorkomen. 

De kaders voor het onderhouden van de arealen verhardingen, openbare verlichting, civiele kunstwerken en het openbare groen zijn vastgelegd in het Beeldkwaliteitsplan Beheer Openbare Ruimte 2021-2025. Het onderhoud van deze arealen is daarbij gedifferentieerd naar gebruik; netjes waar het moet, sober waar het kan. Hierin is gezocht naar een verantwoorde balans tussen kosten enerzijds en een prettige leefomgeving anderzijds.

De kaders voor het beheren onderhouden van de riolering en daarbij horende (zuiverings)installaties zijn vastgelegd in het Watertakenprogramma 2020-2025. Naast de verankering van de zorgplicht voor de inzameling van het afvalwater, hemelwater en grondwater voorziet het plan in kaders voor de klimaatadaptatie en andere gemeentelijke watertaken.

Het gemeentelijke vastgoed dat nog in overeenstemming met de functie in gebruik is wordt in stand gehouden door preventief onderhoud binnen de daarvoor gestelde bestekskwaliteit.

Kaderstellende documenten

Beeldkwaliteitsplan Beheer Openbare Ruimte 2021-2025
Watertakenprogramma 2020-2025
Notitie licht in de duisternis (2009)

Verharding en openbare verlichting

Terug naar navigatie - Verharding en openbare verlichting

Kerncijfers en kwaliteitsambitie

De gemeente heeft ongeveer 2,81 miljoen m2 verharding in beheer. Deze bestaat voor 51% uit dicht asfaltbeton, 41% elementenverharding (klinkers, tegels e.a.), 3 % cementbeton en 5% overige soorten verharding. De totale verharding vertegenwoordigt een geschatte waarde van € 175 mln. In de gemeente staan ongeveer 4.400 lantaarnpalen, waarvan 4.121 in beheer en eigendom van de gemeente. De overige palen zijn in beheer en eigendom van de Provincie Fryslân, Rijkswaterstaat, woningcorporaties en VvE’s. De ondergrondse infrastructuur die hierbij hoort is voor het grootste deel in eigendom van netbeheerder Liander. Van het areaal bestaat ongeveer 80% uit energiezuinige LED armaturen. De totale vervangingswaarde van de installatie bedraagt ongeveer € 6 mln.

In onderstaande tabel is het gemeentelijke areaal van verhardingen en openbare verlichting weergegeven met daarbij de vastgestelde kwaliteitsambitie.

Verharding en openbare verlichting Hoeveelheid Structuurelement
Bedrijventerrein Begraafplaats Buitengebied Centrum Groengebied Hoofdstructuur Woongebied
Rijbanen 204 ha Basis Basis Basis Basis Basis Basis Basis
Parkeerstroken / overig 17 ha Basis Basis Basis Basis Basis Basis Basis
Fietspaden 26 ha Basis N.v.t. Basis Basis Basis Basis Basis
Voetpaden 34 ha Basis Basis Basis Basis Basis Basis Basis
Openbare verlichting 4.121 stuks Basis Basis Basis Basis Basis Basis Basis
Vastgelegde kwaliteitsambitie (CROW) in overeenstemming met het Beeldkwaliteitsplan Beheer Openbare Ruimte 2021-2025

Toekomst

Uit de laatste inspectie is naar voren gekomen dat het areaal er op plaatsen onvoldoende bijligt. Op deze plekken zijn schadebeelden geconstateerd die conform de verwachte levensduur van de betreffende wegvakken niet zijn voorzien. Deze schades zijn voornamelijk aangetroffen op de wegen in het westen van de gemeente (veengronden) en zijn gerelateerd aan de lange droge periodes van de afgelopen jaren. Voor het aanpakken van deze schades zijn met het vaststellen van het Beeldkwaliteitsplan aanvullende middelen beschikbaar gesteld. Vanaf 2022 zijn de beschikbare middelen jaarlijks structureel met € 200.000 verhoogd. Aanvullend wordt in 2022 en 2023 incidenteel € 200.000 geïnvesteerd.

Riolering

Terug naar navigatie - Riolering

Kerncijfers

De gemeente is voor een (groot) deel verantwoordelijk voor de inzameling, transport en verwerking van afvalwater, hemelwater en grondwater. Hiervoor zijn drie verschillende systemen in de gemeente aanwezig: vrijvervalriolering, drukriolering en individuele systemen voor de behandeling van afvalwater (IBA's). Van de vrijvervalriolering bestaat nog ongeveer 70% uit een gemengd systeem. Bij de rest is sprake van scheiding tussen hemelwater (HWA) en afvalwater (DWA). Het totale systeem vertegenwoordigt een geschatte waarde van € 150 mln.

In de tabel hieronder is een overzicht weergegeven van het volledige areaal.

Riolering Hoeveelheid
Vrijvervalriolering 215.003 m1
Putten 4.582 stuks
Straatkolken 10.796 stuks
Bergbezinkvoorzieningen 5 stuks
Overstorten 34 stuks
Drukriolering / persleiding 137.082 m1
Minigemalen 522 stuks
Opvoer- / tussengemalen 28 stuks
Gemalen overig 8 stuks
IBA-systeem (individuele behandeling afvalwater)* 112 stuks
* 21 IBA's zijn in beheer bij het Wetterskip Fryslan

Kwaliteitsambitie

Het gewenste kwaliteitsniveau van de installatie is vastgelegd in het Watertakenprogramma 2020-2025. Met het voortzetten van het huidige beleid wordt de installatie op de vastgestelde niveaus onderhouden.

Areaal Structuurelement
Centrum Woongebied Bedrijventerrein Buitengebied
Afvalwater Inzameling Hoog > Basis Hoog > Basis Hoog > Basis Basis
Transport Basis > Hoog Basis > Hoog Basis > Hoog Basis > Hoog
Hemelwater Inzameling (overtollig) Basis > Hoog Basis > Hoog Basis > Hoog Basis
Verwerking (in riolering) Basis Basis Basis Basis
Verwerking (in openbare ruimte) Basis Basis Basis Basis
Grondwater Inzameling Basis Basis Basis Basis
Verwerking Basis Basis Basis Basis
Vastgelegde kwaliteitsambitie (CROW) in overeenstemming met het Watertakenprogramma 2020-2025

Toekomst

De voorziening geeft voldoende dekking voor de uitvoering van de gestelde ambities. Bij de te nemen onderhoudsmaatregelen wordt rekening gehouden met de klimaatverandering. Gestreefd wordt naar het voorkomen of beperken van wateroverlast en hittestress. 

Vaarwegen en kunstwerken (water)

Terug naar navigatie - Vaarwegen en kunstwerken (water)

Kerncijfers en kwaliteitsambitie

In de gemeente liggen twee grote vaarroutes. De civiele kunstwerken die hierbij horen zijn deels in beheer en eigendom van de gemeente. Daarbuiten zijn diverse (kleinere) civiele kunstwerken. Van drie tunnels die in eigendom zijn van de Provincie Fryslân of Rijkswaterstaat heeft de gemeente het dagelijkse beheer. Het totale areaal vertegenwoordigt een vervangingswaarde van ongeveer € 55 mln.

In onderstaande tabel is het gemeentelijke areaal voor de civiele kunstwerken weergegeven met daarbij de vastgestelde kwaliteitsambitie.

Civiele kunstwerken Hoeveelheid Structuurelement
Bedrijventerrein Begraafplaats Buitengebied Centrum Groengebied Hoofdstructuur Woongebied
Bruggen (vast) 31 stuks Basis N.v.t. Basis Basis N.v.t. Basis Basis
Bruggen (hout) 85 stuks N.v.t. N.v.t. Basis N.v.t. Basis Basis Basis
Bruggen (beweegbaar) 17 stuks N.v.t. N.v.t. Basis Basis N.v.t. Basis Basis
Vaarrecreatieve voorzieningen 33 stuks Basis N.v.t. Basis N.v.t. N.v.t. N.v.t. Basis
Waterwerken 7 stuks N.v.t. N.v.t. Basis Basis N.v.t. N.v.t. N.v.t.
Tunnels* 7 stuks N.v.t. N.v.t. Basis N.v.t. N.v.t. N.v.t. N.v.t.
Kademuren 6838 m1 Basis N.v.t. Basis Basis N.v.t. N.v.t. Basis
Beschoeiingen 5791 m1 N.v.t. N.v.t. Basis N.v.t. Basis N.v.t. Basis
Vastgelegde kwaliteitsambitie (CROW) in overeenstemming met het Beeldkwaliteitsplan Beheer Openbare Ruimte 2021-2025
*Van drie tunnels heeft de gemeente het dagelijks beheer. Het eigendom ligt bij de Provincie Fryslân of Rijkswaterstaat

Toekomst

Voor kunstwerken is geen verwachte vervangingspiek. Tot en met 2025 betreft de theoretische vervanging circa €5 mln. Tot en met 2040 bedraagt dit circa €12 mln. Op dit moment is er geen sprake van kapitaalvernietiging aan vaste en houten bruggen. 

 

Groen

Terug naar navigatie - Groen

Kerncijfers en kwaliteitsambities

Opsterland is een groene gemeente met een diversiteit aan openbaar groen. De werkzaamheden aan het openbaar groen worden deels uitgevoerd door de eigen dienst en Caparis.

In onderstaande tabel is het gemeentelijke areaal voor groen weergegeven met daarbij de vastgestelde kwaliteitsambitie.

Openbaar groen Hoeveelheid Structuurelement
Bedrijventerrein Begraafplaats Buitengebied Centrum Groengebied Hoofdstructuur Woongebied
Bomen 51.337 stuks Basis (bio) Basis (bio) Basis (bio) Basis (bio) Basis (bio) Basis (bio) Basis (bio)
Natuurlijke beplanting 9.600 are Laag (bio) Basis (bio) Laag (bio) Basis (bio) Laag (bio) Laag (bio) Basis (bio)
Cultuurlijke beplanting 702 are Laag Hoog Laag Basis Basis Basis Basis
Hagen 106 are Basis Hoog Laag Basis Laag Basis Basis
Gras 30.338 are Laag (bio) Hoog Laag (bio) Basis Laag (bio) Laag (bio) Laag (bio)
Bermen Basis (bio) Basis (bio) Basis (bio) N.v.t. Basis (bio) Basis (bio) Basis (bio)
Watergangen (waterlopen en sloten) 442 km Basis (bio) Basis (bio) Basis (bio) Basis (bio) Basis (bio) Basis (bio) Basis (bio)
Watervlakte (vijvers) 1.423 are Basis (bio) Basis (bio) Basis (bio) Basis (bio) Basis (bio) Basis (bio) Basis (bio)
Parkmeubilair 559 stuks Basis Hoog Basis Basis Basis Basis Basis
Op basis van de CROW-kwaliteitsnorm zoals vastgesteld in het Beeldkwaliteitsplan Beheer Openbare Ruimte 2021-2025

Gebouwen

Terug naar navigatie - Gebouwen

Kerncijfers en beheer

De gemeente heeft divers vastgoed in eigendom en beheer en heeft een herbouwwaarde van circa € 63 mln. Het grootste deel (90%) van de gebouwen wordt onderhouden op basis van de kwaliteit ‘instandhouding’. Dit betekent dat aan de gebouwen werkzaamheden worden verricht om het gebouw te behouden in de staat waarin het zich bevindt. Deze gebouwen voldoen wat betreft het onderhoud aan de gestelde bestekskwaliteit. De overige gebouwen (10%) zijn niet meer in gebruik of zullen binnenkort niet meer in gebruik zijn en worden verkocht of gesloopt. Aan deze gebouwen wordt het minimaal noodzakelijke onderhoud gepleegd. Deze gebouwen zijn meestal al geheel afgeschreven, indien dit niet het geval is, is de boekwaarde lager dan de marktwaarde.

Voor het planmatig onderhoud van de gemeentelijke gebouwen is een voorziening beschikbaar. Er is jaarlijks een zodanige dotatie aan de voorziening dat deze toereikend is voor het gemiddelde van het planmatig onderhoud voor de komende 10 jaar.

In onderstaande tabel is het gemeentelijke areaal voor gebouwen weergegeven.

Gemeentelijk vastgoed
Functieomschrijving Aantal
Bedrijfsvoering 11
Maatschappelijk 15
Monumentaal 8
Voormalige scholen en leegstaande gebouwen 2
Dorpshuizen 7
Overig 9
Totaal 52

In 2022 zijn twee voormalige scholen toegevoegd aan het gemeentelijke areaal.

Financiering

Financiering

Terug naar navigatie - Financiering

Inleiding

Deze paragraaf gaat over de taken financiering, cashmanagement en renterisicobeheer. Deze taken hebben als doel de gemeente te voorzien van voldoende vreemd vermogen tegen zo laag mogelijke kosten en de gemeente te beschermen tegen ongewenste financiële risico’s.

Beleid ten aanzien van het risicobeheer van de financieringsportefeuille

In de financiële verordening heeft de raad het college bestuurlijk mandaat gegeven voor het uitoefenen van de financieringsfunctie. Het college zorgt daarbij voor:

  1. Het aantrekken van voldoende financiële middelen en het uitzetten van tijdelijke overtollige gelden;
  2. Het beheersen van de risico’s verbonden aan de financieringsfunctie, zoals renterisico’s, koersrisico’s en kredietrisico’s.
  3. Het beperken van de kosten van leningen en het bereiken van voldoende rendement op uitzettingen.
  4. Het beperken van de interne verwerkingskosten en externe kosten bij het beheren van de geldstromen en financiële posities.

Kaderstellende documenten

Financiële verordening ex artikel 212 Gemeentewet (2017).
Beleidskader reserves en voorzieningen (2016).

Renterisicobeheer

Het renterisico is het volume aan uitstaande schuld, dat aan renteherziening onderhevig is. De wetgever heeft in de Wet financiering decentrale overheden (Fido) eisen gesteld aan het renterisico dat een gemeente in enig jaar mag lopen. Deze eisen komen tot uitdrukking in de kasgeldlimiet (voor leningen met een looptijd tot 1 jaar) en de renterisiconorm (voor leningen met een looptijd vanaf 1 jaar). Het college zorgt ervoor dat de gemeente verantwoord en goedkoop financiert binnen de gegeven normen.

Kasgeldlimiet

De kasgeldlimiet houdt in, dat maximaal 8,5% van de totale begroting met kort geld gefinancierd mag zijn. Voor 2022 is dit voor onze gemeente maximaal € 6,9 miljoen. Normaliter wordt getracht tot aan de kasgeldlimiet via kortlopende leningen te financieren omdat de rente voor kortlopende leningen lager is dan die van langlopende leningen. Eind 2020 is een nieuwe langlopende lening aangegaan met een positief rentepercentage. Deze lening is nog niet volledig ingezet. Daarnaast zorgen de positieve resultaten van de afgelopen jaren voor een betere kaspositie. Uit onderstaande tabel blijkt dat we de kasgeldlimiet in 2022 niet hebben overschreden.

De Wet Fido geeft aan dat de kasgeldlimiet niet mag worden overschreden. Als een overschrijding voor het derde achtereenvolgende kwartaal geschiedt, dan dient de toezichthouder daarvan via een rapportage op de hoogte te worden gebracht en dient een plan te worden overgelegd waarin is vermeld hoe de gemeente binnen de kasgeldlimiet blijft. Het geheel is aan goedkeuring onderworpen. Om te voorkomen dat in het derde kwartaal de kasgeldlimiet ook wordt overschreden wordt in het eerste of tweede kwartaal geanticipeerd op het tenietdoen van de overschrijding door het aantrekken van langlopende leningen. Als de overschrijding het gevolg is van incidentele wijzigingen in de inkomsten en uitgaven, bijvoorbeeld met betrekking tot de grondexploitaties kan aan de toezichthouder een ontheffing worden gevraagd.

Renterisiconorm

De renterisiconorm houdt in, dat maximaal 20% van het totaal van de begroting aan een renteherziening onderhevig mag zijn. Dit betekent dat we maximaal over € 16,9 miljoen renterisico mogen lopen. Het totaal op de langlopende leningen af te lossen bedrag in 2023 bedraagt € 3,8 miljoen. We voldoen aan de renterisiconorm.

Renteschema

In eerste instantie is de omslagrente voor 2022 realisatie opnieuw berekend zodat de daadwerkelijke rente toegerekend zou worden. In een laat stadium werd bekend dat er nog € 110.000 aan rente ontvangen is/wordt over 2022 voor het schatkistbankieren. Er is voor gekozen om de omslagrente niet opnieuw te berekenen en te boeken gezien de geringe impact per programma maar de grote impact op het jaarwerk. Het restant van €112.000 is opgenomen onder taakveld treasury in programma 0.

x € 1.000
Kasgeldlimiet 1e 2e 3e 4e
kwartaal kwartaal kwartaal kwartaal
2022 2022 2022 2022
Omvang begroting (stand primaire begroting) 81.151 81.151 81.151 81.151
Grondslagpercentage 8,5% 8,5% 8,5% 8,5%
Toegestane kasgeldlimiet 6.898 6.898 6.898 6.898
Vlottende schuld 858 1.150 822 292
Vlottende middelen 30.167 31.865 32.046 33.773
Totaal netto vlottende schuld (29.309) (30.715) (31.224) (33.481)
Toets kasgeldlimiet
Toegestane kasgeldlimiet 6.898 6.898 6.898 6.898
Totaal netto vlottende schuld (29.309) (30.715) (31.224) (33.481)
Ruimte (+)/Overschrijding (-) 36.207 37.613 38.122 40.379
x € 1.000
Renterisico vaste schuld over de jaren 2023 t/m 2026 2023 2024 2025 2026
Omvang begroting (stand primaire begroting) 84.866 84.866 84.866 84.866
Grondslagpercentage 20% 20% 20% 20%
Renterisiconorm 16.973 16.973 16.973 16.973
Renteherziening 0 0 0 0
Aflossingen 3.800 3.800 3.800 3.800
Rente risico 3.800 3.800 3.800 3.800
Toets renterisico
Renterisiconorm 16.973 16.973 16.973 16.973
Totaal rente risico 3.800 3.800 3.800 3.800
Ruimte (+)/Overschrijding (-) 13.173 13.173 13.173 13.173
x € 1.000
Renteschema realisatie 2022
a. Werkelijke lasten over de korte en lange financiering 228
b. Werkelijke externe rentebaten (idem) 150
Saldo rentelasten en rentebaten 78
c1. Werkelijke rente die aan de grondexploitatie moet worden doorgerekend 6
c2. Werkelijke rente van projectfinanciering 0
c3. Werkelijke rentebaat van doorverstrekte leningen indien daar een specifieke 0
lening voor is aangetrokken (=projectfinanciering)
6
Aan taakvelden toe te rekenen externe rente 73
d1. Werkelijke rente over eigen vermogen 0
d2. Werkelijke rente over voorzieningen 0
Totaal aan taakvelden toe te rekenen rente 73
e. De aan taakvelden werkelijke toegerekende rente 185
Verschil -112

Bedrijfsvoering

Bedrijfsvoering

Terug naar navigatie - Bedrijfsvoering

Wát we als gemeente willen bereiken met ons beleid, staat in de programma’s van de begroting. Om het beleid te kunnen maken en uitvoeren, hebben we hulpmiddelen nodig: personele inzet, financiële middelen en administratie, communicatie, ICT, onderzoek, informatievoorziening en archivering, juridische adviezen, inkoop, huisvesting e.d. Al deze middelen bij elkaar vormen onze bedrijfsvoering.  

Het gaat bij de bedrijfsvoering onder andere om sturing en control. Met de vraag "zijn we in control” vragen we feitelijk of er goede sturing en beheersing op de ambtelijke organisatie zit. Vragen die daarin een rol spelen zijn: hebben we onze processen goed ingericht en houden we ons aan de afspraken daarover, beheersen we de kosten, kennen en benoemen we de (financiële) risico’s, nemen we op tijd maatregelen om de risico's te beheersen, hebben we de resultaten die we willen halen helder en smart geformuleerd, halen we de resultaten ook en leggen we op de juiste momenten verantwoording af? Al deze zaken hebben in onze bedrijfsvoering structureel aandacht.

Het gaat bij bedrijfsvoering ook over innovatie: kunnen we de processen slimmer organiseren, beter en goedkoper? In deze paragraaf bedrijfsvoering geven we inzicht gegeven in de belangrijkste ontwikkelingen die in de gemeentelijke bedrijfsvoering in 2022 hebben gespeeld.

Kaderstellende documenten

Terug naar navigatie - Kaderstellende documenten

Organisatiebesluit (2021)
OWO-Visie (2021)
Inkoop en aanbestedingsbeleid OWO 2018 (2018-16078)
Uitvoeringsnotitie inkoop en aanbestedingen 2021
Normenkader rechtmatigheid (wordt jaarlijks door het college vastgesteld)
Bestuursovereenkomst OWO 2015 (2016-13886)

Accountantscontrole en rechtmatigheid

Terug naar navigatie - Accountantscontrole en rechtmatigheid

De raad heeft een kaderstellende rol met betrekking tot de accountantscontrole. In het Besluit accountantscontrole decentrale overheden staan de wettelijke goedkeurings- en rapporteringstoleranties in een percentage van de omvangsbasis (de totale lasten van de gemeente) vermeld. De raad kan een lager percentage voor deze toleranties vaststellen. De uitgangspunten voor de accountantscontrole zijn vastgelegd in het programma van eisen bij de aanbesteding van de accountant en zijn voor het controlejaar 2022 ongewijzigd:

De goedkeuringstolerantie is vastgesteld op de wettelijke norm van 1% voor fouten en 3% voor onzekerheden.
De rapporteringstolerantie is vastgesteld op 0,5% voor fouten en 1,5% voor onzekerheden.

Overige uitgangspunten zijn:

1. Budgetrecht gemeenteraad

Als blijkt dat het door de raad geautoriseerde budget onvoldoende is, dan doet het college voorstellen aan de raad voor aanvullende budgettaire ruimte. Deze stap is niet nodig als hiervoor door het college dekking wordt gevonden binnen het programma. Als de uitgave echter inhoudelijk niet overeenkomt met de doelstellingen van de raad, dan moet het college dit alsnog ter besluitvorming voorleggen aan de raad. Mutaties worden elk jaar bij de Perspectiefbrief gemeld, waarbij het college een voorstel aan de raad overlegt tot het wijzigen van de lopende begroting.

2. Normenkader

Het normenkader bestaat uit alle wet- en regelgeving die van belang is voor de accountantscontrole. Het normenkader per 31 december wordt jaarlijks door het college vastgesteld en ter kennis van de raad gebracht.

3. Controleplan

Het controleplan van de accountant wordt jaarlijks met de auditcommissie van de raad afgestemd.

Met het vaststellen van de begroting worden ook de bovenvermelde uitgangspunten voor de accountantscontrole vastgesteld.

Vanaf 2023 moet het college van B&W een verantwoording opnemen in de jaarstukken over de rechtmatigheid. De eerste keer zal dit plaatsvinden in 2024 over de jaarstukken van 2023. Er zijn meerdere wijzigingen nodig, zoals het vaststellen van een verantwoording- en rapportagegrens. De wijzigingen zullen in vernieuwde verordeningen door de raad vastgesteld worden.

Informatiebeveiliging

Terug naar navigatie - Informatiebeveiliging

Informatiebeveiliging wordt steeds belangrijker. Informatie is een van de belangrijkste bedrijfsmiddelen van de gemeente. Ook als gemeenteraad baseert u beslissingen steeds vaker op steeds meer onderliggende informatie. Als gemeente hebben wij daarom een grote verantwoordelijkheid in het beveiligen van de informatie van onze inwoners. Het beveiligen van de informatie en het borgen van de privacy van onze inwoners is niet alleen onze wettelijke, maar zeker ook maatschappelijke plicht. Vanwege het grote belang hiervan, hebben we in 2022 een verdere verbeterslag gemaakt.

Als gemeente werken we met de Baseline Informatiebeveiliging Overheid (BIO). De BIO bestaat uit een stelsel van maatregelen op organisatorisch, fysiek en technisch gebied en geldt voor de gehele overheid. Daarnaast zijn er specifieke wetten die eisen stellen op het gebied van privacy en informatiebeveiliging, zoals: de Wet basisregistratie personen (BRP), de Paspoortuitvoeringsregeling Nederland (PUN), de Wet structuur uitvoeringsorganisatie werk en inkomen (Suwinet), de Wet basisregistratie adressen en gebouwen (BAG), de Wet basisregistratie grootschalige topografie (BGT), de Wet basisregistratie ondergrond (BRO) en DigiD.

ENSIA-audit
Door middel van de ENSIA-audit zijn we als gemeente in staat om te kijken hoe de organisatie ervoor staat op het gebied privacy en informatiebeveiliging. De audit wordt jaarlijks uitgevoerd en bestaat voor een deel uit een zelfevaluatie en voor een deel uit een toetsing door een externe IT-auditor. De audit is in 2022 positief afgerond. Door het verkrijgen van zicht op de stand van zaken kunnen concrete acties worden gesteld om de beveiliging van de informatie van onze inwoners verder te versterken. ENSIA sluit aan op de gemeentelijke planning & control-cyclus en heeft tot doel het verantwoordingsproces over informatieveiligheid bij gemeenten verder te professionaliseren.

In 2022 is de ENSIA-audit positief afgerond. Het normenkader waarop wordt getoetst met de ENSIA-audit is de BIO aangevuld met normen uit respectievelijke specifieke wetten. Voor het deel zelfevaluatie (BRP, PUN, BAG, BGT, BRO en WOZ) voldoet de gemeente aan vrijwel alle normen. Er worden maatregelen getroffen voor de normen waar op dit moment niet aan wordt voldaan. Voor het deel dat wordt getoetst door een externe IT-auditor (Suwinet en DigiD) voldoet de gemeente aan alle normen. Bovengenoemde resultaten maken dat de gemeente op vrijwel alle genoemde onderdelen voldoet aan de minimale eisen voor informatiebeveiliging. 

Wpg-audit VTH

Terug naar navigatie - Wpg-audit VTH

In 2022 is de externe Wpg-audit uitgevoerd binnen afdeling VTH. Voor het einde van 2022 is het auditrapport opgestuurd aan de Autoriteit Persoonsgegevens. De resultaten van de uitgevoerde externe Wpg-audit zijn wisselend. Aan delen van het normenkader wordt voldaan, maar aan andere delen niet of ten dele. De voornaamste reden hiervoor is dat een genomen maatregel of inrichting van een werkproces niet (volledig) staat beschreven, terwijl de uitvoering vaak wel volgens de wettelijke norm plaatsvindt. 
 
Zoals de wet verplicht stelt wordt er binnen drie maanden na oplevering van het externe auditrapport een verbeterplan opgemaakt. Hier wordt op dit moment aan gewerkt. De maatregelen uit het verbeterplan worden in de loop van 2023 genomen. Aan het einde van 2023 vindt er een hercontrole plaats.

Rekenkamercommissie Opsterland

Terug naar navigatie - Rekenkamercommissie Opsterland

De Rekenkamercommissie (rkc) heeft als taak het onderzoeken van de doeltreffendheid, doelmatigheid en rechtmatigheid van het door de gemeente vastgestelde beleid en de uitvoering van het beleid. De rkc is onafhankelijk.

In 2022 heeft de rkc onderzoeken uitgevoerd of rapportages aan de raad gestuurd over het gebiedsteam, de uitvoering van de Wet openbaarheid bestuur, de doorwerking van aanbevelingen van eerdere rkc-onderzoeken en inwonerparticipatie. De onderzoeken over het gebiedsteam en de Wob zijn behandeld door de raad en de organisatie is bezig de aanbevelingen uit te voeren. De andere twee onderzoeksrapporten komen in 2023 op de agenda van de raad.

Voor 2023 zal de Rekenkamercommissie een onderzoeksprogramma aan de raad voorleggen.

Organisatieontwikkeling

Terug naar navigatie - Organisatieontwikkeling

Traject organisatieontwikkeling

In 2020 is de ambtelijke organisatie gestart met een traject voor organisatieontwikkeling. Het doel daarvan is dat onze organisatie haar rol in de netwerksamenleving beter kan vervullen.  We willen als gemeente meer en beter aansluiten bij de initiatieven van inwoners, bedrijven, maatschappelijke organisaties en andere overheden, zowel lokaal als regionaal.  Niet alleen het politieke bestuur maar ook de ambtelijke organisatie heeft daarvoor een open houding nodig.

De organisatieontwikkeling bestaat uit drie sporen. Spoor 1 en spoor 2 (aanpassing van de hoofdstructuur van de organisatie en de inrichting van de teamstructuur) zijn in 2021 afgerond.  Wat altijd blijft is het finetunen van de structuur aan steeds veranderende omstandigheden, ook in 2022.

De organisatie is daarna begonnen met spoor 3, dat zich richt op samen leren en ontwikkelen. Kernbegrippen hierin zijn eigenaarschap nemen, feedback geven en ontvangen, integraal werken en rolduidelijkheid creëren. Management en medewerkers volgen trainingen om deze competenties verder te ontwikkelen. Alle medewerkers hebben in 2022 de training feedback geven en ontvangen gevolgd. In 2023 volgen meer trainingen.

Middelen en taken

U heeft als gemeenteraad in 2022, bij het vaststellen van de begroting 2023, extra middelen beschikbaar gesteld voor de ambtelijke organisatie. Daarmee was er, met de kennis en feiten van dat moment, voldoende geld beschikbaar om het werk te kunnen doen. Tegelijk staat ook op dit punt de tijd niet stil.  De ontwikkeling dat het Rijk meer taken bij de gemeenten belegt, gaat nog steeds door. Voorbeeld daarvan is de belangrijke rol die we als gemeente hebben bij de opvang van vluchtelingen en het ondersteunen in de energiearmoede.  Ook zullen we als gemeente op de een of andere manier een verantwoordelijkheid hebben in de stikstofproblematiek en de ontwikkeling van de landbouw in het algemeen. 

Voor al deze ontwikkelingen geldt dat nieuwe taken geld kosten. Geld voor het beleid zelf en geld voor de uitvoeringskosten. Tenzij we als gemeente ervoor kiezen om andere taken niet of minder uit te voeren.

Arbeidsmarkt

In 2022 hebben we gemerkt dat de arbeidsmarkt steeds krapper wordt. Tegelijk neemt de druk op de arbeidsvoorwaarden toe. Het betekent dat we tijdelijk personeel moeten inhuren, toelagen moeten geven e.d. We verwachten dat deze trend zich in 2023 door zal zetten.

 

Openbaarheidsparagraaf (Wet Open Overheid)

Inleiding

Terug naar navigatie - Inleiding

Per 1 mei 2022 is de Wet open overheid (Woo) inwerking getreden. De wet is bedoeld om overheidsorganisaties transparanter te maken. De wet moet ervoor zorgen dat overheidsinformatie beter vindbaar en uitwisselbaar is. De Woo vervangt de Wob (Wet openbaarheid van bestuur) en kent drie doelstellingen:

  1. Actieve openbaarmaking. Hieronder valt het actief openbaar maken van informatie. Dit zal via een landelijke voorziening (PLOOI) verlopen, deze treedt medio 2023 in werking. Daarnaast bevat de Woo een inspanningsverplichting, waarbij overheidsorganisaties gevraagd worden om meer openbaar te maken dan de verplichte categorieën.
  2. Passieve openbaarmaking. De Woo volgt de Wob op en daarmee is de reactietermijn van overheden op Woo-verzoeken verkort van 4 naar 2 weken. Feitelijk betekent dit dat Woo-verzoeken binnen 6 weken afgehandeld moeten worden in plaats van 8 weken.
  3. Duurzame informatiehuishouding. Overheidsorganisaties dragen de zorgplicht om maatregelen te treffen voor het duurzaam toegankelijk maken van digitale documenten en het daarmee verbeteren van hun informatiehuishouding. De Woo heeft daardoor impact op de organisatieprocessen en de werkwijzen van de medewerkers. Medewerkers moeten zich bewust zijn van het feit dat in beginsel alle informatie die zij creëren openbaar is. Dit vraagt om een gedragsverandering binnen de OWO-gemeenten.

Wat hebben we gedaan?

Terug naar navigatie - Wat hebben we gedaan?

De voorbereiding op de wet open overheid heeft in 2022 geresulteerd in het aanstellen van een projectleider. De website is aangepast met informatie over deze wet. Een impactanalyse en nulmeting zijn gestart in 2022. Met de impactanalyse brengen we op het niveau van de organisatie in kaart wat de gevolgen zijn van de invoering van de Woo. Vervolgens bepalen we wat er nodig is om te voldoen aan de wettelijke minimale eisen van de Woo en achterhalen we in gesprekken met de professionals van de gemeenten wat dit betekent voor de organisatie, de processen, de mensen en de middelen. Met een nulmeting wordt inzicht gecreëerd in waar de organisatie staat als het gaat om de mate waarin medewerkers zich de doelstelling van de wet eigen hebben gemaakt, de bekwaamheid van de medewerkers in relatie tot de actieve openbaarmaking en de staat van de informatiehuishouding vanuit het perspectief van de medewerkers en de managers.  De resultaten van de impactanalyse en de nulmeting komen in 2023 beschikbaar.

Ook is er anonimiseringssoftware aangeschaft. Met deze software worden documenten of hele dossiers automatisch geanonimiseerd. Deze software helpt ons op een snellere manier te werken in het proces van anonimiseren bij openbaarmaking. Wij zitten samen met andere gemeentes in een “koplopers groep” waarin wij samen met de leverancier de software verder te ontwikkelen.  

Op dit moment zijn er al diverse kanalen waar informatie openbaar gemaakt wordt.

  • Vergunningen via officiële bekendmakingen
  • Ruimtelijke plannen, zoals bestemmingsplannen via ruimtelijkeplannen.nl
  • Raadsstukken en door het college aan de gemeenteraad gestuurde stukken. Deze zijn te vinden in het raadsinformatiesysteem
  • Beleid en regelgeving via overheid.nl
  • Informatie over perceelgrenzen, woningwaardes, akten en eigendomsgegevens van woningen en gebouwen via het Kadaster
  • Informatie over bedrijven via de Kamer van Koophandel

Conclusie
In 2022 hebben we een aantal stappen gezet die de Woo van gemeenten vraagt. We voldoen daarmee aan de wettelijke verplichtingen.

Verbonden partijen

Verbonden partijen

Terug naar navigatie - Verbonden partijen

Het doel van deze paragraaf

In de verschillende programma’s worden maatschappelijke effecten beoogd die (mede) door externe organisaties worden verwezenlijkt. In een aantal daarvan heeft de gemeente een bestuurlijk en een financieel belang. In deze paragraaf wordt daarvan een overzicht gegeven.

Definitie verbonden partijen

Een verbonden partij is een privaatrechtelijke of publiekrechtelijke organisatie waarin de gemeente een bestuurlijk én een financieel belang heeft.

Van een financieel belang is sprake als:

  • Een aan de verbonden partij ter beschikking gesteld bedrag niet verhaalbaar is als de verbonden partij failliet gaat.
  • De gemeente voor bedragen aansprakelijk kan worden gesteld als de verbonden partij haar verplichtingen niet nakomt.

Van een bestuurlijk belang is sprake als de gemeente zeggenschap heeft, hetzij door vertegenwoordiging in het bestuur, hetzij door stemrecht. Dit betekent concreet dat er sprake is van een bestuurlijk belang als de burgemeester, een wethouder of een raadslid van de gemeente namens de gemeente in het bestuur van de partij plaatsneemt of namens de gemeente stemt.

 Visie op en de beleidsvoornemens betreffende verbonden partijen

De gemeente heeft met het oog op het beperken van regelgeving geen afzonderlijke Kadernota verbonden partijen vastgesteld. Visie en beleid op verbonden partijen zijn daarom terug te vinden in deze paragraaf. De gemeente voert overheidstaken uit en wil doelen bereiken in de samenleving. Dit moet effectief en efficiënt. In een aantal gevallen kan de gemeente deze taken en doelen niet of moeilijk zelf uitvoeren en is er een noodzaak om met andere gemeenten, provincie of waterschap samen te werken. De gemeente Opsterland voert hierbij een terughoudend beleid. Verbonden partijen worden alleen aangegaan als dit door de wet verplicht wordt gesteld of als er een ondubbelzinnig gemeentelijk belang is, gerelateerd aan grensoverschrijdende belangen en/of de kwaliteit en efficiëntie van de uitvoering van de taken.

Bij deelname aan een verbonden partij moet aan de volgende voorwaarden worden voldaan:

  1. De op te richten verbonden partij moet bij uitstek het instrument zijn om het gemeentelijke doel te realiseren.
  2. Er moet een gedegen afweging plaatsvinden met betrekking tot de vorm van de verbonden partij (praktisch en beperken van bestuurlijke drukte).
  3. De verdeling van taken, verantwoordelijkheden en bevoegdheden moet helder en duaal omschreven worden.
  4. Bij het aangaan van verbonden partijen moet volstrekte duidelijkheid bestaan over zaken als werkwijze, zeggenschapsverhoudingen, winst- en risicoverdeling en te leveren (toetsbare) prestaties.
  5. Er moeten duidelijke afspraken worden gemaakt over de inzichtelijkheid en beheersbaarheid van (financiële) risico’s.
  6. Er moeten voldoende waarborgen in de regeling worden opgenomen voor democratische legitimatie (bij overdracht raadsbevoegdheden) en voor controle en beïnvloeding door o.a. inzichtelijke en transparante begrotingen en verantwoordingen, het verstrekken van relevante en adequate informatie (nieuwsbrieven en tussenrapportages) en door controlemechanismen als financiële adviescommissies en rekenkameronderzoek.

 Kaderstellende documenten

De diverse gemeenschappelijke regelingen en daaraan ten grondslag liggende collegebesluiten en raadsbesluiten.

Overzicht verbonden partijen

Terug naar navigatie - Overzicht verbonden partijen

Lijst verbonden partijen

  • Gemeenschappelijke regelingen:
    • Veiligheidsregio Fryslân te Leeuwarden
    • Fryske Utfieringstsjinst Miljeu en Omjouwing (FUMO) te Grou
    • Sociale werkvoorziening Fryslân te Drachten
    • Recreatieschap De Marrekrite te Leeuwarden
    • Adviescommissie Ruimtelijke Kwaliteit (voorheen Hûs en Hiem) te Leeuwarden
    • Exploitatiemaatschappij Bedrijvenpark Drachten te Drachten
  • Vennootschappen:
    • Caparis NV te Drachten
    • NV Afvalsturing Fryslân
    • NV Fryslân Miljeu
    • NV Bank Nederlandse Gemeenten te Den Haag
    • BV Publiek Belang Elektriciteitsproductie te Den Bosch
    • CSV Amsterdam BV Den Bosch
Veiligheidsregio Fryslân
Rechtsvorm Gemeenschappelijke regeling
Vestigingsplaats Leeuwarden
Deelnemende partijen De Friese gemeenten
Bestuurlijk belang Samenwerkingsverband van de Friese gemeenten op de terreinen van publieke gezondheidszorg, brandweerzorg, geneeskundige hulpverlening bij ongevallen en rampen, rampenbestrijding en crisisbeheersing. Bevorderen van de multidisciplinaire samenwerking en de coördinatie in de uitvoering van de rampenbestrijding en crisisbeheersing. Het instandhouden en beheren van een gemeenschappelijke meldkamer en tot slot het zijn van een platvorm voor samenwerking voor aan hulpverlening gelieerde diensten, partners, dan wel organisaties en andere openbare lichamen.
Zeggenschap 3,70%
Financieel belang Bijdrage 2021 € 2.968
x1.000 Bijdrage 2022 € 3.089
Eigen vermogen 1-1-2021 € 6.076
x1.000 31-12-2021 € 9.753
Vreemd vermogen 1-1-2021 € 63.002
x1.000 31-12-2021 € 78.106
Financieel resultaat 2021 € 2.985
Risico's De risico’s zijn in beginsel niet heel groot. Wel is er een inherent risico bij een gemeenschappelijke regeling dat alle deelnemers moeten bijspringen bij eventuele tekorten.
Programma 1 Veiligheid; 4 Onderwijs; 6 Sociaal domein; 7 Volksgezondheid en milieu
Portefeuillehouder Lex Roolvink
Fryske Utfieringstsjinst Miljeu en Omjouwing (FUMO)
Rechtsvorm Gemeenschappelijke regeling
Vestigingsplaats Grou
Deelnemende partijen De Friese gemeenten
Bestuurlijk belang Het behartigen van de belangen van de 18 deelnemende Friese gemeenten, de provincie en het waterschap bij de uitvoering van taken en bevoegdheden op het gebied van het milieu- en omgevingsrecht in ruime zin in het algemeen en de Wet algemene bepalingen omgevingsrecht (Wabo) in het bijzonder, alsmede taken en bevoegdheden op het terrein van vergunningverlening, toezicht en handhaving op grond van de in artikel 5.1 van de Wabo genoemde wetten.
Zeggenschap Het aantal stemmen is afhankelijk van de financiële bijdragen van de deelnemers en wordt jaarlijks vastgesteld. Opsterland heeft op dit moment 1 stem van de 75 (1,33%).
Financieel belang Bijdrage 2021 € 321
x1.000 Bijdrage 2022 € 310
Eigen vermogen 1-1-2021 € 1.626
x1.000 31-12-2021 € 1.422
Vreemd vermogen 1-1-2021 € 5.556
x1.000 31-12-2021 € 5.258
Financieel resultaat 2021 € 121
Risico's Er is een inherent risico bij een gemeenschappelijke regeling dat alle deelnemers moeten bijspringen bij eventuele tekorten.
Programma 7 Volksgezondheid en milieu; 8 Bouwen, wonen en gronden
Portefeuillehouder Anko Postma
Sociale werkvoorziening Fryslân
Rechtsvorm Gemeenschappelijke regeling
Vestigingsplaats Drachten
Deelnemende partijen Achtkarspelen, Heerenveen, Leeuwarden, Ooststellingwerf,Weststellingwerf, Opsterland, Smallingerland en Tytsjerksteradiel
Bestuurlijk belang De taken vanuit de voormalige Wet sociale werkvoorziening (WSW) moeten door ons als gemeente worden uitgevoerd. Op basis van efficiency en financiële redenen zijn deze taken uitbesteed aan de GR. Vanaf 1 januari 2015 is nieuwe instroom in de WSW niet meer mogelijk. Dit heeft tot gevolg dat de WSW alleen nog van kracht blijft voor de huidige werknemers met een vaste aanstelling. Voor de toekomst heeft de GR besloten de WSW verantwoord en versneld af te bouwen, met aandacht voor de positie van de huidige werknemers. Dit doen we door een gezamenlijk beschutwerkbedrijf (met 8 deelnemende gemeenten) in stand te houden. Nieuwe activiteiten van Caparis N.V. komen niet voor rekening van de aandeelhouders. Verder streeft de GR naar het terugdringen van het subsidie- en exploitatietekort bij Caparis N.V. Vanaf 1-1-2020 zijn de activiteiten van de GR veranderd waarbij er geen sprake meer is van de uitvoering van de WSW. Door de gemeente is een dienstverleningsovereenkomst afgesloten met Caparis voor de uitvoering van deze activiteiten. Vanaf 2020 is daarom ook geen bijdrage aan de GR meer.
Zeggenschap 12,50%
Financieel belang Bijdrage 2021 € 0
Eigen vermogen 1-1-2021 € 0
x1.000 31-12-2021 € 0
Vreemd vermogen 1-1-2020 € 7.172
x1.000 31-12-2020 € 6.386
Financieel resultaat 2021 € 0
Risico's Als gemeente lopen we het risico dat het subsidietekort oploopt in de komende jaren. Daarnaast zijn we verantwoordelijk voor uitstaande geldleningen van de GR.
Programma 6 Sociaal domein
Portefeuillehouder Libbe de Vries
Recreatieschap De Marrekrite
Rechtsvorm Gemeenschappelijke regeling
Vestigingsplaats Leeuwarden
Deelnemende partijen Provincie Fryslân en 13 Friese gemeenten
Bestuurlijk belang Het behartigen van de gemeenschappelijke belangen van 13 deelnemende Friese gemeenten (excl. Ooststellingwerf en de vier eilanden) en de provincie Friesland op het gebied van een evenwichtige en gecoördineerde ontwikkeling van de watersport en van andere vormen van recreatie op en aan het water, met inachtneming van de belangen van natuur en landschap. In de praktijk wordt gezorgd voor de bevaarbaarheid van waterwegen (baggeren), beheer en onderhoud aanlegsteigers en andere voorzieningen, vuilnisophaal in watersportgebieden en een uniforme regeling brugbediening.
Zeggenschap 4,55%
Financieel belang Bijdrage 2021 € 28
x1.000 Bijdrage 2022 € 29
Eigen vermogen 1-1-2021 € 5.163
x1.000 31-12-2021 € 4.795
Vreemd vermogen 1-1-2021 € 886
x1.000 31-12-2021 € 1.996
Financieel resultaat 2021 € 131
Risico's De risico’s zijn in beginsel niet heel groot. Wel is er een inherent risico bij een gemeenschappelijke regeling dat de deelnemers moeten bijspringen bij eventuele tekorten.
Programma 5 Sport, cultuur en recreatie
Portefeuillehouder Rob Jonkman
Adviescommissie Ruimtelijke Kwaliteit (voorgeen Hûs en Hiem)
Rechtsvorm Gemeenschappelijke regeling
Vestigingsplaats Leeuwarden
Deelnemende partijen 17 Friese gemeenten
Bestuurlijk belang De commissie Ruimtelijke Kwaliteit Hûs en Hiem, welstandadvisering en monumentenzorg heeft als doel de gemeenschappelijke belangen van de deelnemende gemeente te behartigen op het gebied van de bouwkunstige, stedenbouwkundige en landschappelijke schoonheid in de provincie Fryslân. Betrokken gemeenten moeten op grond van de nieuwe Omgevingswet een onafhankelijke commissie benoemen die zich uitspreekt over verbouwingen, sloop of verplaatsing van rijksmonumenten. Daarnaast adviseert deze commissie ook over meer kwaliteitsvragen dan monumenten alleen.
Zeggenschap 3,85%
Financieel belang Voor de dienstverlening door Hûs en Hiem is de gemeente een vergoeding verschuldigd die via de gemeentelijke leges wordt doorberekend aan de vergunning aanvragers. Er is dus geen vaste gemeentelijke bijdrage.
Eigen vermogen 1-1-2021 € 350
x1.000 31-12-2021 € 455
Vreemd vermogen 1-1-2021 € 81
x1.000 31-12-2021 € 136
Financieel resultaat 2021 € 96
Risico's De risico’s zijn in beginsel niet heel groot. Wel is er een inherent risico bij een gemeenschappelijke regeling dat alle deelnemers moeten bijspringen bij eventuele tekorten.
Programma 8 Bouwen, wonen en gronden
Portefeuillehouder Anko Postma
Exploitatiemaatschappij Bedrijvenpark Drachten
Rechtsvorm Gemeenschappelijke regeling
Vestigingsplaats Drachten
Deelnemende partijen Gemeenten Opsterland en Smallingerland
Bestuurlijk belang Het te behartigen belang is het ontwikkelen en exploiteren van het bedrijvenpark Drachten en het verzorgen van een optimale afstemming van alle hiermee samenhangende aspecten en bevoegdheden van de beide deelnemers, de gemeenten Smallingerland en Opsterland.
Zeggenschap 50%
Financieel belang Er wordt geen exploitatiebijdrage betaald. De activiteiten binnen de GR worden door medewerkers van de beide gemeenten verricht.
Eigen vermogen 1-1-2021 € 5.532
x1.000 31-12-2021 € 6.083
Vreemd vermogen 1-1-2021 € 4.331
x1.000 31-12-2021 € 2.947
Financieel resultaat 2021 € 551
Risico's De prognoses van de resultaten zijn gebaseerd op aannames (restant looptijd, tempo van verkopen, fasering woonrijp maken). De verwachtingen, waar de resultaten op zijn gebaseerd zijn zo goed mogelijk onderbouwd. Echter hoe langer de looptijd (in dit geval tot 2040) van de exploitatie, hoe minder betrouwbaar de prognoses en dus ook het berekende resultaat zijn. Beide gemeenten zijn op basis van de afgesproken verdeelsleutel aansprakelijk voor eventuele verliezen. Al gerealiseerde winsten worden binnen de exploitatie gehouden ter dekking van eventuele risico’s. De gemeente Smallingerland heeft in de jaren 2012-2013 2,6 miljoen bijgestort als gevolg van een voorzienbaar tekort. Daarmee gaan we er op basis van de huidige verwachtingen vanuit dat er sprake is van een minimaal kostendekkende exploitatie.
Programma 3 Economie
Portefeuillehouder Anko Postma
Caparis NV
Rechtsvorm Naamloze vennootschap
Vestigingsplaats Drachten
Deelnemende partijen Heerenveen, Leeuwarden,Opsterland, en Smallingerland
Bestuurlijk belang Op initiatief van een gemeente, die de regierol vervult in de uitvoering van de Participatiewet, werkt Caparis met mensen met een afstand tot de reguliere arbeidsmarkt. Caparis kijkt welk werk bij hen past. Caparis ontwikkelt en bemiddelt mensen naar regulier of beschut werk en zorgt voor begeleiding als een bedrijf dat wenst. Door de gemeente is een dienstverleningsovereenkomst afgesloten met Caparis voor de uitvoering van deze activiteiten.
Zeggenschap 12,5% aandelenkapitaal, 25% zeggenschap
Financieel belang Bijdrage 2021 € 3.400
x1.000 Bijdrage 2022 € 3.162
Eigen vermogen 1-1-2021 € 8.496
x1.000 31-12-2021 € 8.724
Vreemd vermogen 1-1-2021 € 26.850
x1.000 31-12-2021 € 23.613
Financieel resultaat 2021 € 228
Risico's Caparis NV is omgevormd naar een sociale onderneming. We blijven aansprakelijk voor mogelijke tekorten op de bedrijfsvoering die ontstaan bij de NV. Door ons geringe aandeel (12,5%) in de nieuwe NV blijft het risico qua omvang beperkt. Onze invloed wordt wel groter omdat in de nieuwe NV de vier eigenaren elk een gelijke stem krijgen.
Programma 5 Sport, cultuur en recreatie; 6 Sociaal domein; 7 Volksgezondheid en milieu
Portefeuillehouder Rob Jonkman
Omrin: NV Afvalsturing Fryslân (AF) en NV Fryslân Miljeu (FM)
Rechtsvorm Naamloze vennootschap
Vestigingsplaats Leeuwarden
Deelnemende partijen De Friese gemeenten en diverse andere gemeenten
Bestuurlijk belang Omrin :NV Afvalsturing (afvalverwerking) en NV Fryslân Miljeu (inzameling) is het bedrijf van en voor gemeenten voor de reinigingstaken. Zij verwerkt het ingezamelde huishoudelijke afval en exploiteert de gemeentelijke milieustraat. Het bedrijf wil als totaaloplosser de gehele afvalketen bestrijken (van kringloop tot storten). Samen met de aandeelhouders wordt het beleid bepaald.
Zeggenschap De aandeelhouders hebben zeggenschap via het stemrecht op de aandelen. Opsterland bezit 120 aandelen in de NV Afvalsturing (4,00 %) en 11.381 in de NV Fryslân Miljeu (8,10%).
AF en FM
Financieel belang Bijdrage 2020 € 2.920
x1.000 Bijdrage 2021 € 2.882
NV Afvalsturing Fryslân NV Fryslân Miljeu
Eigen vermogen 1-1-2021 € 61.055 € 9.426
x1.000 31-12-2021 € 64.575 € 11.485
Vreemd vermogen 1-1-2021 € 132.770 € 20.976
x1.000 31-12-2021 € 128.437 € 25.342
Financieel resultaat 2021 € 4.936 € 2.834
Risico's De technische beschikbaarheid van de kapitaalintensieve installaties, de beschikbaarheid van afval en de ontwikkelingen op de energiemarkt. De naar verwachting stijgende energieprijzen zullen geen nadelig effect op de exploitatie hebben door de meestijgende opbrengsten. De belangrijkste risico’s zijn beheersbaar en zijn in lijn met het gewenste risicoprofiel van de onderneming. De onderneming heeft een gezonde financiële positie.
Programma 2 Verkeer en vervoer; 7 Volksgezondheid en milieu
Portefeuillehouder Rob Jonkman
BNG Bank NV
Rechtsvorm Naamloze vennootschap
Vestigingsplaats Den Haag
Deelnemende partijen De Staat, gemeenten, provincies en een hoogheemraadschap
Bestuurlijk belang BNG is de bank van en voor overheden en instellingen voor het maatschappelijk belang. De kerntaak van de BNG is om tegen lage tarieven krediet te verstrekken aan of onder garantie van Nederlandse overheden. Daarmee speelt de bank een essentiële rol in de financiering van door overheden gewenste maatschappelijke investeringen. De bank draagt duurzaam bij aan het laag houden van de kosten van maatschappelijke voorzieningen voor de burger.
Zeggenschap De aandeelhouders hebben zeggenschap in de BNG via het stemrecht op de aandelen. Opsterland bezit 66.651 aandelen (0,12 %).
Financieel belang De gemeente ontvangt jaarlijks dividend. Over 2020 was dit € 120.638.
Bijdrage voor verrichte diensten is niet van toepassing.
Eigen vermogen 1-1-2021 € 5.097.000
x1.000 31-12-2021 € 5.062.000
Vreemd vermogen 1-1-2021 € 155.262.000
x1.000 31-12-2021 € 143.995.000
Financieel resultaat 2021 € 162.000
Risico's De BNG is een solide bank in handen van overheden met een beperkt statutair werkterrein. Dit biedt financiers vertrouwen. De bank heeft een uitstekende toegang tot financieringsmiddelen tegen scherpe prijzen. De bank heeft een gezonde financiële positie. Bij een faillissement valt het geplaatst/gestort aandelenkapitaal van € 151.225 weg en moeten kosten worden gemaakt om de uitvoering op andere wijze te continueren.
Programma 0 Bestuur en ondersteuning
Portefeuillehouder Rob Jonkman
Publiek Belang Elektriciteitsproductie BV
Rechtsvorm Besloten vennootschap
Vestigingsplaats Den Bosch
Deelnemende partijen Enkele gemeenten en provincies (oa. Voormalig aandeelhouders Essent)
Bestuurlijk belang Geen.
Zeggenschap De aandeelhouders hebben zeggenschap via het stemrecht op de aandelen. Opsterland bezit 34.746 aandelen in de PBE (0,02 %).
Financieel belang Bijdrage voor verrichte diensten is niet van toepassing.
Eigen vermogen 1-1-2021 € 1.569
x1.000 31-12-2021 € 1.542
Vreemd vermogen 1-1-2021 € 20
x1.000 31-12-2021 € 2
Financieel resultaat 2021 € -27
Risico's De boekwaarde van de aandelen is verwaarloosbaar, namelijk € 1. Het risico is nihil.
Programma 0 Bestuur en ondersteuning
Portefeuillehouder Rob Jonkman
CSV Amsterdam BV
Rechtsvorm Besloten vennootschap
Vestigingsplaats Den Bosch
Deelnemende partijen Enkele gemeenten en provincies (oa. Voormalig aandeelhouders Essent)
Bestuurlijk belang Deze BV is van tijdelijke aard en handelt reserveringen voor risico’s en verstrekte leningen aan derden van het voormalige Essent af.
Zeggenschap De aandeelhouders hebben zeggenschap via het stemrecht op de aandelen. Opsterland bezit 464 aandelen in de BV (0,02 %).
Financieel belang Bijdrage voor verrichte diensten is niet van toepassing.
Eigen vermogen 1-1-2021 € 393
x1.000 31-12-2021 € 314
Vreemd vermogen 1-1-2021 € 27
x1.000 31-12-2021 € 21
Financieel resultaat 2021 € -41
Risico's De boekwaarde van de aandelen is verwaarloosbaar, namelijk € 5. Het risico en daarmee de aansprakelijkheid voor de aandeelhouders is relatief gering en beperkt tot de hoogte van het gestort aandelenkapitaal en het resterend werkkapitaal van deze vennootschap.
Programma 0 Bestuur en ondersteuning
Portefeuillehouder Rob Jonkman

Grondbeleid

Grondbeleid

Terug naar navigatie - Grondbeleid

Uitgangspunten
De hoofdlijnen van het grondbeleid zijn vastgelegd in de Nota grondbeleid. Dit beleid staat ten dienste van de programma’s 3 Economie (bedrijventerreinen) en 8 Bouwen, Wonen en Gronden (niet-bedrijventerreinen). In overeenstemming met de Nota grondbeleid wordt de keuze voor het voeren van een actief of faciliterend grondbeleid bij het ontwikkelen van nieuwe locaties jaarlijks vastgelegd in de paragraaf grondbeleid. Per ruimtelijke ontwikkeling wordt beoordeeld of een actief of faciliterend grondbeleid wenselijk is.

In de verantwoording (en de begroting) zijn de baten en lasten van de bouwgrondexploitatie, en de daarmee samenhangende financiële risico’s, als incidenteel opgenomen (o.b.v. de voorschriften BBV). Doordat (bouw-)gronden een grote (boek-)waarde vertegenwoordigen, heeft het grondbeleid invloed op het weerstandsvermogen (eigen vermogen om risico's op te vangen). Door de grond marktconform te waarderen en door voorzieningen te vormen voor verwachte tekorten, zijn de financiële risico’s beheersbaar.

Evenals in voorgaande jaren is in 2022 een behoedzaam actief grondbeleid gevoerd over ruimtelijke ontwikkelingen op gemeentelijke grond. Bij ontwikkelingen op particuliere gronden is de gemeente faciliterend en ondersteunend geweest en heeft anterieure overeenkomsten afgesloten om het kostenverhaal en andere belangrijke voorwaarden te verzekeren.

In nagenoeg alle dorpen zijn op dit moment gronden in eigendom voor woningbouw. Er zijn in 2022 geen gronden verworven. De ontwikkelingen op het gebied van bedrijfsvestigingen concentreren zich voornamelijk in Gorredijk. Het bedrijventerrein Drachten-Azeven is onderdeel van de gemeenschappelijke regeling Exploitatiemaatschappij Bedrijvenpark Drachten en valt buiten het kader van deze paragraaf. Zie hiervoor de paragraaf Verbonden partijen in deze Verantwoording.

In financieel opzicht wordt een gedegen koers gevaren. Dit uit zich in de navolgende zaken:

  • Exploitaties worden zorgvuldig en behoedzaam opgezet. Zo wordt bijvoorbeeld bij het investeren in het bouw- en woonrijp maken van locatie(s) rekening gehouden met de verwachte grondopbrengsten. Het streven is betalingen optimaal gedekt te houden door inkomsten; dit verlaagt het (rente-)risico.
  • Winstbepaling en winstneming vindt plaats volgens de geldende verslaggevingsvoorschriften (BBV).
  • De algemene reserve is de dekking voor de financiële risico’s.

Kaderstellende documenten
Financiële verordening ex artikel 212 Gemeentewet (2017)
Nota Grondbeleid 2018-2021

Ontwikkelingen grondbedrijf

Terug naar navigatie - Ontwikkelingen grondbedrijf

1. Economische situatie en meerjarenperspectief

Het meerjarenperspectief voor woningbouw en bedrijventerreinen is positief ondanks de verschillende crises zoals de stikstofproblematiek, stijgende rente, hoge inflatie en de oorlog in Oekraine. Het verwachte resultaat op de verkoop van bouwkavels is in 2022 gehaald. De vraag naar bedrijventerreinen leed onder de voornoemde crises.

2. Bouwgrond in exploitatie (BIE)

Er waren in 2022, verspreid over de verschillende dorpen, negen bouwgrondcomplexen in exploitatie. Deze bestonden uit acht woningbouwlocaties en het bedrijventerrein Gorredijk industrie (Overtoom en Tolbaas). In 2022 zijn er geen nieuwe complexen in exploitatie genomen. De boekwaarde per 31 december 2022 van alle complexen tezamen was + € 0,7 miljoen inclusief (na aftrek van) de voorziening voor het verwachte tekort van het complex Gorredijk industrie (€ 0,3 miljoen) en de voorziening nog uit te voeren werken (€ 0,2 miljoen voor de afronding van afgesloten complexen). 

Prognose van het meerjarige resultaat

Het verwachte nog te realiseren resultaat van de BIE is € 737.000 (voordelig) en is gebaseerd op recente verkoopprognoses. In de tijd uitgezet zullen de resultaten naar verwachting als volgt worden gerealiseerd: 

x € 1.000
Verwacht resultaat BIE
Verwacht resultaat
in begrotingsjaar 2023 238
in de jaren 2024 t/m 2026 782
in de jaren na 2026 -283
Totaal 737

3. Belangrijke ontwikkelingen/wijzigingen in de prognose van het resultaat

In 2022 was het gerealiseerde resultaat van de verkoop van woonkavels ( € 946.000) nagenoeg gelijk aan het begrote resultaat (€ 950.000).  Er worden geen belangrijke wijzigingen in de prognose van het toekomstige financiele resultaat verwacht (vanaf 2023).

4. Algemene risico’s in de grondexploitatie

Het nemen van risico’s is inherent aan grondexploitaties. De volgende risico’s zijn van belang:

  • Conjunctuur- en renterisico’s, waardoor de vraag naar bouwgrond kan afnemen en extra rentekosten kunnen ontstaan.
  • Verandering in woon- en werkvoorkeuren en behoeftes, tussen het tijdstip van het tot stand komen van het plan en het moment van aanbieden van de bouwgrond, waardoor het product niet meer aansluit op de vraag.
  • Het niet tijdig kunnen verwerven van gronden en het stijgen van aankoopprijzen.
  • Milieurisico’s.
  • Planschadeclaims.
  • Hogere prijsstijgingen en lagere opbrengststijgingen dan voorzien in exploitatieberekeningen.
  • Archeologische risico’s
  • Onvoldoende mogelijkheden in de met de provincie overeengekomen woningbouwruimte.

De risico’s worden beheerst door het uitvoeren van (markt)onderzoeken, door te zorgen voor flexibiliteit in het proces en door vroegtijdige verwerving van grond tijdens de planontwikkeling. Daarnaast wordt de financiële ontwikkeling van de onderhanden complexen jaarlijks beoordeeld ten opzichte van de door de gemeenteraad vastgestelde exploitaties (kredieten). Als de risico’s leiden tot verwachte negatieve resultaten, zijn hiervoor voorzieningen gevormd. 

Actuele risico’s in de bouwgrond in exploitatie

In de lopende grondexploitaties is het risico aanwezig dat toekomstige gebiedsontwikkelingen minder winstpotentie zullen hebben dan verwacht, bijvoorbeeld doordat de boekwaarden hoog opgelopen zijn door de gemaakte kosten, zoals bouwrijp maken, of door tegenvallende verkoopopbrengsten.

5. Nog te realiseren resultaten bouwgrond in exploitatie

Eind 2022 waren nog zeven gemeentelijke kavels voor woningbouw te koop in de lopende bouwgrond exploitaties (BIE, waarvan vier kavels in Gorredijk-Loevestein fase 4 west en drie kavels in Ureterp-Noord (Wilster/Fugelliet). Er was op dat moment nog 3.686 m2 bouwgrond beschikbaar voor woningbouw. Dit is exclusief 10.900 m2 grond in Terwispel Kolderveen waarop een geurcirkel (milieucirkel) van een boerderij ligt. Hierdoor is deze grond voor onbepaalde tijd niet beschikbaar voor woningbouw. Ten westen van dit gebied loopt een dorpsinitiatief voor woningbouw. Daar heeft de deze geurcirkel geen betrekking op.
Op de bedrijventerreinen Overtoom en Tolbaas in Gorredijk zijn eind 2022 nog twee kavels (5.619 m2) respectievelijk negen kavels (21.203 m2) te koop. Enkele kavels zijn gereserveerd of onder optie.

Gerealiseerd resultaat

Programma 3.2 Fysieke bedrijfsinfrastructuur

Het gerealiseerde resultaat is € 277.500,- lager dan de begroting. De oorzaak hiervan is de vorming van een voorziening latente (vennootschaps-)belastingverplichtingen ter grootte van € 215.000.

Programma 8.2 Grondexploitatie niet-bedrijventerreinen

Het gerealiseerde resultaat is vrijwel gelijk  aan de begroting en bedraagt € 948.000 (voordelig).  Dit resultaat is inclusief de vrijval van een voorziening nog uit te voeren werken van € 2.000.

De resultaten van de bouwgrond in exploitatie (BIE) worden per complex gespecificeerd in het bijlagenboek bij deze Verantwoording.  Het in 2022 gerealiseerd resultaat van de BIE bedraagt  € 946.000 (voordelig). De  gerealiseerde resultaten per complex zien er als volgt uit:

x € 1.000
Resultaat Bouwgrond in exploitatie (BIE) per complex
Resultaat 2022 Nog te realiseren resultaat Looptijd
Woningbouwlocaties:
Frieschepalen  - De Skâns 108 167 afgesloten in 2022
Gorredijk - Loevestein fase 4 - west 113 0 2025
Gorredijk - Loevestein fase 4 - oost 262 0 afgesloten in 2022
Hemrik - Fabryksleane 25 0 afgesloten in 2022
Terwispel - Kolderveen 0 11 2023
Ureterp - Noord 0 371 2025
Ureterp - De Hege Kamp 376 472 2025
Wijnjewoude - Zuidwest 63 0 afgesloten in 2022
Totaal woningbouwlocaties 946 1.020
Bedrijventerreinen:
Gorredijk - Industrie *) - -283 2026
Totaal bedrijventerreinen - -283
Totaal saldo resultaat 946 737
*)  Het verwachte verlies in het complex Gorredijk Industrie is afgedekt door een voorziening. Dit verwachte verlies is ontstaan door vertraging in de verkopen in de achterliggende jaren in combinatie met doorlopende kosten.

Projecten

Inleiding

Terug naar navigatie - Inleiding

Binnen de gemeente Opsterland worden regelmatig projecten opgestart. In sommige gevallen zijn het initiatieven van burgers uit de gemeente waar de gemeente een toetsende en faciliterende rol heeft en in andere gevallen zijn het projecten die worden opgestart door de gemeente. De projecten komen ook naar voren in de programma's. De volgende projecten zijn de belangrijkste projecten waaraan in 2022 is gewerkt.

MFA de Tynje

Terug naar navigatie - MFA de Tynje

In de MFA De Tynje worden verschillende (basis)voorzieningen gecombineerd, waaronder onderwijs, ontmoeting en sport. Het dorp wil door het integreren en combineren van functies en ruimten in het gebouw én door het uitvoeren van zelfwerkzaamheid de gymnastiekvoorziening voor het dorp behouden. Daartoe heeft het dorp in samenwerking met Stichting Comprix en de gemeente plannen uitgewerkt.

De projectpartners hebben eind 2022 het ontwerp van het MFA aan de gemeente voorgelegd, waarbij gevraagd is om het gemeentelijk deel van het benodigde uitvoeringskrediet voor de daadwerkelijke bouw beschikbaar te stellen. Dit was geagendeerd voor de raadsbijeenkomst van 16 januari 2023.

MFC De Finne

Terug naar navigatie - MFC De Finne

2022 stond in het teken van het uitwerken van de overeenkomsten tussen gemeente, Comprix, VV De Sweach en Kinderwoud over eigendom, exploitatie en gebruik van het gebouw. Deze afspraken bevinden zich in de afrondende fase.  Door de stijgende (bouw)kosten moest de financiële dekking voor alle onderdelen (school, KOV, VV De Sweach) worden herzien. Dit heeft voor oponthoud gezorgd. Daarom wordt het uitvoeringskrediet voor de bouw van het kind centrum en de inrichting van het openbaar gebied niet in 2022, maar in 2023 aangevraagd. De basis voor berekening van dit krediet is het ontwerp van het gebouw en de bouwkosten.

Eben Haezer

Terug naar navigatie - Eben Haezer

De Eben Haezer in Ureterp is aan (ver)nieuwbouw toe. Het schoolbestuur Noorderbasis heeft afgelopen jaar met de gemeente afspraken gemaakt over de vernieuwbouw en neemt het bouwheerschap op zich voor dit project. De gemeente heeft een voorbereidingskrediet afgegeven waarmee de planvorming is opgestart. 
De school met kinderopvang blijft op de huidige locatie. Hiervoor wordt in 2023 het ontwerp opgesteld en vergunningen aangevraagd om te komen tot een bestek gereed uitvoeringsontwerp. De raad wordt hierover dit jaar geïnformeerd waarna er een uitvoeringskrediet wordt aangevraagd

De Opdracht

Terug naar navigatie - De Opdracht

De schoolbesturen van de Opdracht en de Twirre in Ureterp, resp. VCSO en Comprix, zijn bezig met een traject om beide scholen te fuseren. De verwachting is dat de scholen per 1 augustus 2023 gaan fuseren. Als de fusie is afgerond gaan de scholen fysiek onder één dak verder, waarvoor het voornemen is om het gebouw van de Opdracht uit te bereiden en een IKC te vormen. VCSO heeft hierin het bouwheerschap op zich genomen. Het huidige gebouw waarin de Twirre  is gehuisvest verliest hiermee haar onderwijsfunctie en valt terug naar de gemeente.

Op dit moment wordt het project door VCSO opgestart. Na de afronding van de fusie wordt er een voorbereidingskrediet aangevraagd. Na het gereedkomen van de ontwerpen, ruimtelijke en vergunningprocedures wordt er een besteksgereed uitvoeringsontwerp opgesteld.  De raad wordt hierover geïnformeerd waarna er een uitvoeringskrediet wordt aangevraagd.

De Wjukslach

Terug naar navigatie - De Wjukslach

De scholen de Hoekstien in Luxwoude en de Wjukslach in Langezwaag zijn gefuseerd. Alle leerlingen zijn nu gehuisvest in de Wjukslach in Langezwaag. De Hoekstien is daarmee komen te vervallen. De Wjukslach zal op termijn ook vervallen, omdat het voornemen is om een nieuwe school te realiseren. Het schoolbestuur en PB hebben als voorkeurslocatie de Boenders aangegeven. De locatiekeuze en bijbehorende afweging wordt nog voorgelegd aan het college.

Comprix is als schoolbestuur bouwheer en het ontwerptraject wordt in 2023 opgestart om te komen tot een definitieve locatie en goede inpassing. In 2019 is al een voorbereidingskrediet beschikbaar gesteld door de raad.

BHS

Terug naar navigatie - BHS

De Burgemeester Harmsma School (BHS) in Gorredijk is een school voor voortgezet onderwijs in de gemeente Opsterland. Nadat de BHS op eigen initiatief uit het nieuwbouwtraject MFA Gorredijk is gestapt tijdens de ontwerpfase, heeft het schoolbestuur in 2019 een huisvestingsaanvraag ingediend voor vervangende nieuwbouw.

Deze aanvraag is geparkeerd in afwachting van de ontwikkelingen bij de BHS. Inmiddels heeft een bestuurlijke fusie plaatsgevonden tussen Stichting BHS en Stichting OSG Singelland. Beide schoolbesturen hebben in 2021 de intentie uitgesproken dat het voortbestaan van de BHS in Gorredijk ook na de fusie gewaarborgd blijft op lange termijn. De huisvestingssituatie van de BHS is daarbij van belang. Op basis van voortschrijdend inzicht en een nieuwe situatie zijn de plannen van de BHS veranderd ten opzichte van de oorspronkelijke aanvraag. De BHS streeft nu naar een renovatie- of vernieuwbouwvariant van de school. De school wil hierbij graag het voorste (en nieuwste) deel van het gebouw afstoten, bijvoorbeeld door dit in te zetten voor andere functies.

School Lyndesteyn

Terug naar navigatie - School Lyndesteyn

In het IHP staat een grote aanpassing opgenomen voor 2022-2027. De eerste fase is opgestart om noodzakelijk klimaatverbeteringen te realiseren met toegekende SUVIS-subsidie. De planontwikkeling is nu in uitvoering. Lyndesteyn georganiseerd dit als bouwheer, inclusief de latere uitvoering. Het krediet voor de eerste fase inclusief de subsidie wordt uitgekeerd, zodra Lyndesteyn een uitgewerkt plan aanlevert en na goedkeuring door college van B&W. Dat plan verwachten we binnenkort zodat in 2023 ook daadwerkelijk de uitvoering start.

Zonnepanelen De Wier

Terug naar navigatie - Zonnepanelen De Wier

In de zomer van 2022 zijn de laatste zonnepanelen geplaatst en is de hele installatie opgeleverd. Plaatselijk belang heeft een stichting duurzame energie opgericht voor de verdeling van de opbrengst. Eerder zijn afspraken gemaakt over de verdeling van de kosten en baten. In februari 2023 volgt een overleg met De Wier en plaatselijk belang Ureterp voor de afrekening en de eerste jaarlijkse uitkering.

Snelfietsroute Hegebrechsterleane Drachten – Ureterp

Terug naar navigatie - Snelfietsroute Hegebrechsterleane Drachten – Ureterp

In 2022 is in samenwerking met de gemeente Smallingerland de Hegebrechsterleane tussen Drachten en Ureterp aangepast. Hierbij zijn de oude fietspaden langs weerszijden van de rijbaan verwijderd. De hoofdrijbaan is verplaatst om ruimte te maken voor een breed tweerichtingenfietspad van 3 meter breed. De nieuwe hoofdrijbaan is ingericht als erftoegangsweg, waardoor de Hegebrechsterleane is afgewaardeerd van 80km/u naar 60km/u. De kruising met De Feart andere ingericht waardoor de voorrangssituatie is gewijzigd. Op 31 oktober 2022 hebben wethouders Maria le Roy (gemeente Smallingerland) en Durk Durksz (gemeente Opsterland) samen met basisschoolleerlingen uit Ureterp de nieuwe snelfietsroute tussen Ureterp en Drachten officieel geopend.

Sportcentrum Kortezwaag

Terug naar navigatie - Sportcentrum Kortezwaag

De gemeenteraad heeft op 14 februari 2022 besloten niet in te stemmen met de plannen (het zogenaamde stichtingsmodel) van de mienskip voor SOC Kortezwaag. Daarmee is de regie voor de ontwikkelingen weer terug bij de gemeente. Inmiddels is er een architect en installatie adviseur gecontracteerd en wordt er gewerkt aan een schetsontwerp.

Het ontwerp en bijbehorende kredietaanvraag worden voor de zomer 2023 aan de raad voorgelegd voor besluitvorming en vervolg. Na besluitvorming kan de aanbesteding plaatsvinden en daarna de realisatie starten. 

De Skâns

Terug naar navigatie - De Skâns

Om te komen tot een (ver)nieuwbouw van De Skâns te Gorredijk is er in het najaar 2022 een locatiestudie uitgevoerd. De uitkomsten van de locatiestudie zijn gepresenteerd aan de raad tijdens de  in december 2022 gehouden raadsconferentie. Ook zijn tijdens deze raadsconferentie kaders en richtinggevende uitspraken geformuleerd. De resultaten worden aan de raad voorgelegd voor besluitvorming. Ook wordt in deze besluitvorming voorgesteld een haalbaarheidsonderzoek uit te voeren om voorkeursscenario’s van de locatiestudie verder op detailniveau uit te werken. Na afronding van de haalbaarheidsstudie volgt opnieuw een bestuurlijk afwegingsmoment (Go or No Go).

In de volgende fase wordt een Schets Ontwerp (SO) opgesteld waarin het opgestelde programma van eisen en het vlekkenplan (de wensen) van De Skâns visueel gemaakt wordt. In het SO worden de mogelijkheden en onmogelijkheden verkend. Het is in feite een ‘praatplaatje’ om na te gaan of er bepaalde wensen en eisen bijgesteld moeten worden in samenspraak met de gebruikers. De ontwerpfase resulteert uiteindelijk in het Definitief Ontwerp (DO) met kredietaanvraag aan de gemeenteraad.

Hierna kan de aanbesteding voor de realisatie opgestart worden met aansluitend de uitvoering van de werkzaamheden.

Tiny houses Gorredijk

Terug naar navigatie - Tiny houses Gorredijk

Tiny houses in Gorredijk is een project van de initiatiefgroep tiny houses Gorredijk. Het plan wordt gestart als een pilot. De rol van de gemeente is gericht op het ondersteunen in het proces om tot de tiny houses te komen.

De gemeenteraad heeft november 2022 besloten de locatie aan de Sinneblom te Gorredijk bouw- en woonrijp te maken voor het (tijdelijk) realiseren van zeven tiny houses en hiervoor een krediet beschikbaar gesteld. Tegen het raadsbesluit is door een aantal omwonenden bezwaar aangetekend.

De initiatiefnemers hebben de vereniging Tiny Sinneblom opgericht. Verwacht wordt dat de eerste omgevingsvergunningen voor de tiny houses het eerste kwartaal 2023 worden ingediend. Afhankelijk van de uitkomsten van de bezwaarprocedure wordt er het tweede kwartaal 2023 gestart met het bouwrijp maken. Aansluitend kunnen de huisjes geplaatst worden.

Invoering omgevingswet

Terug naar navigatie - Invoering omgevingswet

Naar verwachting treedt de Omgevingswet op 1 januari 2024 in werking. Met deze wet wil de overheid de regels voor ruimtelijke ontwikkeling vereenvoudigen en samenvoegen. Het uitgangspunt bij de Omgevingswet is ‘decentraal wat kan, centraal wat moet’.

Bij onze planologische producten, zoals Omgevingsvisie en Omgevingsplan, krijgen we meer ruimte voor eigen afwegingen en maatwerk. De voorbereiding op de nieuwe wetgeving betekent een bijzondere veranderopgave. Niet alleen op inhoud maar ook voor werkwijzen van personeel en inzet van middelen. De OWO-gemeenten werken hierin volgens een gezamenlijke aanpak. Uitgangspunt is ‘samenwerken waar dat kan’.

De fysieke leefomgeving wordt met de nieuwe wet breed en samenhangend benaderd. Een sterk en steeds sneller veranderende wereld met andere opgaven in de fysieke leefomgeving dan voorheen vraagt om meer ruimte voor initiatieven. Thema’s als duurzaamheid, gezondheid en veiligheid komen samen in nieuwe instrumenten als de Omgevingsvisie, het Omgevingsplan en programma’s.

Projecten Gorredijk

Terug naar navigatie - Projecten Gorredijk

Onder projecten Gorredijk vallen vier projecten, deze zijn:
1. Gordyk oan set
Er is een digitaal burgerparticipatieplatform gelanceerd, waar de inwoners van Gorredijk initiatieven kunnen indienen en zelf kunnen stemmen op de initiatieven die zij graag uitgevoerd zien worden. Per januari 2023 is de tweede fase afgerond en is de derde fase (beoordeling van de plannen) begonnen. Er zijn veel initiatieven ingediend en alles verloopt volgens planning.
2. Museum Opsterlân
Er zijn twee onderzoeken gestart. Bij het eerste onderzoek, dat inmiddels is afgerond, zijn de mogelijkheden voor de realisatie van een horecagelegenheid in het museum onderzocht. In dit onderzoek is geconcludeerd dat een bescheiden en ondersteunende horeca de beste optie is voor het museum. Een tweede onderzoek kijkt naar de mogelijkheden om het museum een upgrade te geven. De uitkomsten daarvan worden in Q1 van 2023 verwacht. 
3. Burgerinitiatief Impuls aan Gorredijk
Een initiatiefgroep uit Gorredijk heeft al in 2020 een plan ingediend onder de titel Impuls aan Gorredijk. Hiervoor is steun van Plaatselijk Belang en Whi. Het plan bestaat uit verschillende thema’s waarop zij verbeteringen beogen. Deels is al uitvoering gegeven aan een onderdeel van het plan met de zogenaamde Gordykster Túntsjes. Maandelijks is er overleg met Plaatselijk Belang, de ondernemersvereniging en de initiatiefnemers, om een keuze te maken in welke initiatieven er binnen het budget uitgevoerd gaan worden en te starten met de uitvoering. De initiatieven worden in 2023 uitgevoerd en afgerond.
4. Kansen verduurzaming zwembad De Delte
Verduurzaming van de energiebehoefte is voor het zwembad van groot belang, zowel ideologisch als financieel. We willen het mogelijk maken voor Stichting De Delte hun verduurzamingsplannen verder vorm te geven. De afdekzeilen van de zwembaden zijn compleet versleten, waardoor ervoor gekozen is om deze te vervangen met nieuwe afdekzeilen. Het plaatsen van deze zeilen zal voor het nieuwe zwemseizoen klaar zijn.  Het zwembad ligt niet in het centrumgebied, maar heeft wel een nauwe relatie met het mienskipsinitiatief en het zwembad heeft een belangrijke maatschappelijke waarde voor Gorredijk als geheel.

Regio Deal Zuidoost Friesland

Terug naar navigatie - Regio Deal Zuidoost Friesland

De volgende projecten zijn momenteel in uitvoering

  • Quick-wins (o.a. Hoofdstraat en Vitale Regio/Preventie-agenda);
  • Projecten Gorredijk;
  • De Brink Bakkeveen (zie hiervoor herinrichting de Brink Bakkeveen).

Hieronder worden de verschillende componenten toegelicht.
Onder de quick-wins vallen drie projecten waarvan de eerste is afgerond. Het betreffen:

1. Onderzoek tweerichtingsverkeer Hoofdstraat Gorredijk. 
Dit is inmiddels afgerond.

2. Vitale regio, onderdeel van de preventieagenda. 
Voor het project Vitale Netwerken is door Code Hans (welzijnsorganisatie) een ideeënmakelaar aangesteld. Deze ideeënmakelaar ondersteunt inwoners van Gorredijk bij het uitwerken van hun initiatieven. Door de inzet van Code Hans op de opvang van Oekraïners heeft het project een tijdje stilgelegen. Vitale netwerken is sinds oktober 2022 weer actief en loopt in 2023 door. Inmiddels zijn er slimme verbindingen gemaakt met andere projecten uit de regiodeal.

3. Loft Mrakels (voorheen: Verbinding sport en cultuur Gorredijk). 
Er wordt een reeks kunstobjecten in het landschap en kernen van Zuidoost-Friesland gerealiseerd. Dit project realiseert het eerste kunstobject in Gorredijk. Een blikvanger voor toeristen. Een kunstenares is bezig geweest met een ontwerp voor het kunstwerk. Een definitief ontwerp en een locatie worden begin 2023 bekend. Door veranderingen in het project heeft het wat vertraging opgelopen.

Herinrichting de Brink Bakkeveen

Terug naar navigatie - Herinrichting de Brink Bakkeveen

In het najaar van 2022 is gestart met de uitvoering van de werkzaamheden. De uitvoering loopt door in het voorjaar 2023. Verwacht wordt de herinrichting april 2023 op te leveren. De herinrichting van de Brink geeft het dorp een impuls. Het centrumgebied wordt verbeterd en aantrekkelijker voor de regio, recreatie en toerisme. We zetten in op behoud en versterking van de lokale economie en de toeristische en regionale aantrekkingskracht van het dorp. 

OWO samenwerking

Inleiding

Terug naar navigatie - Inleiding

OWO is het antwoord van de gemeenten Ooststellingwerf, Weststellingwerf en Opsterland op nauwer samenwerken tussen de gemeenten. Door krachten en kennis te bundelen, kunnen we de kwaliteit verhogen, de kwetsbaarheid verminderen en kosten besparen. OWO bestaat uit drie samenwerkende gemeenten die naast de eigen afdelingen drie gezamenlijke afdelingen hebben. Hier werkt ongeveer één derde van alle medewerkers. De OWO-visie is begin 2021 door de drie gemeenteraden vastgesteld en bevat 10 topprioriteiten, waarvan in deze OWO-paragraaf de voortgang wordt beschreven.

We kijken terug op een goed en ook intensief OWO jaar. Een jaar waarin het elkaar live opzoeken weer normaal is geworden. Na de gemeentelijke verkiezingen, zijn nieuwe samenstellingen van de raden en colleges ontstaan, die zich opnieuw dienden te verhouden tot de OWO-samenwerking. Tijdens de twee besprekingen in 2021 over de in datzelfde jaar vastgestelde OWO-visie, is door de drie raden verzocht om een klankbordgroep OWO raden op te richten. Bedoeld om de voortgang van de samenwerking in brede zin te kunnen bespreken, daar waar de raden via de P&C cyclus op hooflijnen worden geïnformeerd en indien wenselijk via speciale themabijeenkomst over speciale gezamenlijke samenwerkingsonderwerpen. In december 2022 is deze klankbordgroep OWO raden voor het eerst bijeengekomen. De OWO-colleges hebben hun eerste bijeenkomst in de nieuwe samenstelling in oktober 2022 gehad en er hebben al themabijeenkomsten plaatsgevonden voor de OWO raden. Het OWO Directie en Managementoverleg (DMO) heeft meerdere besprekingen gehad over de doorontwikkeling van de OWO-samenwerkingen hoe deze het beste kan aansluiten bij wat onze omgeving van ons vraagt.
Er zijn in september 2022 zes OWO-trainees gestart, twee per gemeente. Zij doorlopen een traineetraject van twee jaar, waarbij ze na elk half jaar hun opdracht afronden en een nieuwe starten. Daarnaast doen ze mee aan het gehele aanbod aan trainingen dat in OWO verband wordt gegeven. Er is gestart met het opstellen van een OWO HR agenda, waarvan de inzet is om na vaststelling ervan, de uitwerking vanaf 2023 start.
Binnen het sociaal domein, onderdeel jeugd, is een drietal projecten ingericht op grip op de financiën, samenwerking en verdeling van werk. 
Daarvoor is een structuur neergezet en wordt er gebruik gemaakt van elkaars deskundigheid en de verbinding tussen drie gemeenten. 
Voor wat betreft de omgevingswet zijn in 2022 de interne opleidingen opgepakt en is verder gewerkt aan de minimaal noodzakelijke acties voor de invoering. Er is hard gewerkt aan de voorbereiding van het laatste te nemen raadsbesluit in dit kader, namelijk een legesverordening die Omgevingswet-proof is. Inmiddels is de invoeringsdatum weer uitgesteld naar 1 januari 2024.
In het kader van de energietransitie is eind vorig jaar in OWO-samenwerking door de drie gemeenteraden de transitievisie warmte vastgesteld.
De drie raden zijn gedurende het proces in een aantal gezamenlijke bijeenkomsten over de voortgang geïnformeerd. De besluitvorming heeft plaatsgevonden in de afzonderlijke raden.
Bestuurlijke afstemming heeft plaatsgevonden in het bestuurlijk overleg van de OWO-beleidstafel duurzaamheid.

Onderstaande informatie is een inhoudelijke verantwoording over het jaar 2022 en is afkomstig van de drie OWO-afdelingen Beheer en Registratie, Vergunningverlening, Toezicht en Handhaving en Bedrijfsvoering) en bestaat uit twee onderdelen. In deel 1 ‘Algemeen’ worden de onderwerpen benoemd die gelden voor alle drie OWO-afdelingen en/of OWO-gemeenten, in deel 2 ‘Topprioriteiten’ wordt een actualisatie gegeven van de stand van zaken van de uitvoering.

1. Algemeen

Terug naar navigatie - 1. Algemeen

Hybride werken
De afgelopen paar jaren is gebleken dat digitaal werken en digitale informatievoorziening belangrijke en onmisbare pijlers zijn voor het functioneren van onze drie OWO-gemeenten. Het als gevolg van Covid-19 in 2021 ontstane hybride werken, heeft zijn effecten op de kantoorwerkplek inrichting, zowel thuis als op kantoor. Op elke gemeentelijke locatie is/wordt gewerkt aan het inrichten van flexibele werkplekken en werkruimten, zoals centrale werkcafés.

Strategisch personeelsbeleid
Het invullen van nieuwe specifieke functies is in de huidige arbeidsmarkt niet gemakkelijk. Dit geldt ook voor de bestaande specialistische functies en de komende jaren komen hiervan meerdere posities vrij. In het afgelopen jaar hebben we het verloop in juist deze waardevolle functies op zien lopen. Dit maakte ons kwetsbaarder dan ooit. Rekening houdend met toekomstige ontwikkelingen en de wettelijk verplichtingen in alle inhoudelijke gemeentelijke domeinen, maar ook kijkend naar een efficiëntere procesvoering, zijn veranderingen in de processen nodig. Dit vraagt andere competenties van de medewerkers. Efficiëntie en dus de veranderende procesvoering, helpt ook bij vraagstukken van de teams voor de toekomst, als het gaat over de invulling van functies n.a.v. natuurlijke verlopen, zoals bijvoorbeeld pensionering.

Er wordt kritisch gekeken naar de ontwikkelingen in het werk, de pensioneringen etc. om te blijven voldoen aan de vier kernwaarden van de OWO-samenwerking. De verwachting is echter dat we vanaf heden én de komende jaren meer moeten (blijven) investeren, om nieuwe en bestaande functies in te vullen en ingevuld te houden door middel van opleidingen, talentontwikkeling stimuleren, zij-, in-/uitstroom bevorderen, een OWO-traineeprogramma en het herijken van functies.
Los van bovengenoemde ontwikkelingen wordt ook onderzocht of bepaalde taken/functies waarvoor wordt ingehuurd, beter zelf uitgevoerd kunnen worden. En om daarnaast actief in te zetten op strategisch personeelsbeleid en de werving van nieuwe medewerkers met een ontwikkelpotentieel.

Aanbestedingen
De aanbesteding van ICT-applicaties is begin 2022 afgerond. In de periode 2022 - 2026 wordt het ICT-applicatielandschap gefaseerd geïmplementeerd. In 2022 zijn de voorbereidingen gestart. Vanwege onder andere migratie naar de Cloud en een Multitenant omgeving (met één user in drie verschillende omgevingen kunnen werken), vraagt de implementatie de nodige voorbereiding qua opleidingen, veranderingen in processen, gebruikershandleidingen, migratie van systemen, ingerichte beheerorganisatie et cetera.

2. Topprioriteiten

Terug naar navigatie - 2. Topprioriteiten

In de herijkte visie op de OWO-samenwerking zijn onder de noemer ‘uitbouwen en door ontwikkelen’ 10 topprioriteiten opgenomen. De prioriteiten dragen nadrukkelijk bij aan de doelen van de samenwerking: doorontwikkeling, verdieping en optimalisatie. De regiegroep heeft zich uitgesproken met deze prioriteiten aan de slag te willen. De vraag is of deze 10 topprioriteiten nog actueel genoeg zijn. Hierover wordt in 2023 verder gesproken op zowel ambtelijk als bestuurlijk niveau.

1a. OWO 2.0 – herijken OWO-afdelingen
In 2022 is gestart met een analyse van de afdeling OWO BV, wat heeft geleid tot een verbeterplan dat is vastgesteld en waarvoor de drie gemeenteraden middelen beschikbaar hebben gesteld. Het doel is ‘de basis op orde’ richting een toekomstbestendige afdeling OWO BV, oftewel voldoen aan de minimale eisen die ons werk stelt aan digitale informatievoorziening en archivering, personeels-, salaris- en financiële administratie en centraal en verantwoord inkopen en aanbesteden. Eind 2022 hebben zowel de OWO-colleges als de klankbordgroep OWO-raden gevraagd om een dergelijke analyse óók uit te voeren voor de OWO-afdelingen VTH en B&R. Dit zal in 2023 worden opgestart.

1b. OWO 2.0 – zoektocht OWO-identiteit
Met het herijken van de visie in 2021 is een hernieuwde solide basis gelegd onder de samenwerking.’ Samen zelfstandig’ is het motto. De OWO-samenwerking heeft daarmee opnieuw “smoel” gekregen. Deze visie en de uitwerking van onder andere de prioriteiten, geven koers en identiteit en vormen de start van OWO 2.0. In een continu ontwikkelproces is het belangrijk de doelen van de OWO-afdelingen scherp te houden. Drie afdelingen in drie verschillende huizen die samenwerken: welke overeenkomsten en welke verschillen zien we? De invulling van de OWO-identiteit is nog volop gaande.

2. Ambities en inrichting dienstverleningsconcept
Het richting geven aan de OWO-ambities en het dienstverleningsconcept is een continu proces dat we zijn opgestart na vaststelling van de herijkte visie in 2021. 

3. Door ontwikkelen inkoop- en aanbestedingsbeleid
In het in 2022 opgestarte ontwikkeltraject van OWO BV is het inkoop- en aanbestedingsbeleid een integraal onderdeel. 

4. Datagedreven werken
In 2021 en 2022 is gestart met het project Datagedreven werken binnen de OWO-gemeenten. Ook is onderzocht of aansluiting bij DataFryslân interessant kan zijn voor de gemeenten. De kosten voor het datagedreven werken en aansluiten bij DataFryslân zijn vanaf begrotingsjaar 2022 al structureel opgenomen in de programmabegrotingen van de gemeenten. Deelname aan de coöperatie DataFryslân vraagt om formele besluitvorming door de drie colleges. Daarbij krijgen de drie gemeenteraden gelegenheid hun wensen en bedenkingen kenbaar te maken. Deze definitieve besluitvorming vindt plaats in 2023. 

Eind 2022 is het uitvoeringsplan opgesteld en in januari 2023 wordt deze getoetst door een extern bureau. Na deze toetsing wordt het uitvoeringsplan ter vaststelling aangeboden aan de OWO-directie.

5. Positioneren verzekeringen
Bij het samengaan is het duidelijk geworden dat er bij de verzekeringsfunctie kansen zijn voor kostenbesparing en kwaliteitsverbetering. In de afgelopen twee jaren zijn de verzekeringsportefeuilles van de drie gemeenten op het moment van opnieuw moeten afsluiten, samengevoegd en op de inhoud op elkaar afgestemd. Hiermee zijn betere marktcondities in combinatie met verbeterde verzekeringscondities gerealiseerd. Dit blijven we doen. Daarnaast is het beleid geschreven waarmee wij de centrale adviespositie in de drie organisaties met de verschillende afdelingen verder kunnen gaan uitwerken en rollen.

6. Harmonisatie APV
De invoeringsdatum voor de Omgevingswet is ook in 2022 weer opgeschoven. Reden om de herziening van de APV op te schuiven naar 2023. Daarmee wordt de APV Omgevingswet-'proof' en kijken we ook naar verdergaande harmonisatie.

7. Actualiseren VTH-beleidsplan
Eind 2019 is voor de periode 2020-2024 een OWO-breed beleidsplan vastgesteld. Daarmee is ook deze prioriteit gerealiseerd. De drie gemeenteraden hebben kaders meegegeven voor dit beleidsplan. 
In 2022 is op basis van de college en coalitieakkoorden van de OWO-gemeenten gekeken of de doelstellingen uit het VTH-beleidsplan nog aansluiten bij de bestuurlijke wensen. Hierbij springen de Omgevingswet en Ondermijning eruit.

8a. Omgevingswet
Het motto van de Omgevingswet is ‘Ruimte voor ontwikkeling, waarborgen voor kwaliteit’. Met de beoogde oorspronkelijke invoeringsdatum 1-1-2022 voor ogen, is hard gewerkt om tijdig te voldoen aan de minimaal gestelde eisen. Onder regie van OWO-VTH zijn in de drie gemeenteraden noodzakelijke besluiten genomen. Diverse projectgroepen werken in OWO-verband aan de implementatie van de Omgevingswet zoals leges, Omgevingsplan, procesinrichting en inrichting van de applicaties en aansluiting op de landelijke Digitale Stelsel Omgevingswet (DSO). Met name dit stelsel is er oorzaak van dat de invoeringsdatum wederom is uitgesteld. Van 1 juli 2022 naar 1 januari 2023 en via 1 juli 2023 recentelijk naar 1 januari 2024.  Niet alleen de DSO zorgt voor invoeringsproblemen. Er is nog steeds onduidelijkheid over taken die overgaan naar de omgevingsdienst FUMO. Voor zowel gemeenten als voor de FUMO is het daardoor nog niet mogelijk geweest een goede inschatting te maken van taken en financiële gevolgen. Binnen VTH wordt waar mogelijk wel voorbereiding getroffen voor de implementatie en overdracht van taken.

8b. Ondermijning
Het thema ondermijning heeft meer bestuurlijke prioriteit gekregen en in 2022 zijn er meerdere dagen geweest waarop gemeente, politie en andere organisaties brancheonderzoek hebben gedaan om ondermijning onder de aandacht te brengen en/of op te sporen. Er wordt ook ingezet op smart-solutions op dit vlak. Denk daarbij aan de inzet van een drone en data-onderzoek. Dit beleid en deze acties worden in 2023 ingezet.

9.  Informatieveiligheidsbeleid en privacy
De beveiligingsvraagstukken/cybercriminaliteit zijn een steeds groter risico geworden. In het afgelopen jaar is de kwetsbaarheid gebleken om inbraakpogingen te kunnen signaleren en daarmee ook deels te kunnen voorkomen. Daarop vooruitlopend is al in 2022 een verschuiving van taken naar systeem- en netwerkbeveiliging doorgevoerd. Het is zeker dat dit de komende jaren een nóg groter deel van het takenpakket rondom onze ICT-omgeving zal gaan innemen. Daarnaast zijn er nieuwe vraagstukken en verplichtingen uit bijvoorbeeld nieuwe wetgevingen bij gekomen, zoals de Omgevingswet. 

10. Innovatie
Hierbij gaat het om het in een kort tijdsbestek ontwikkelen van nieuwe oplossingen voor actuele problemen, gekenmerkt door een experimenteel en innovatief karakter. Innovatiedrang en –behoefte vraagt om een andere aansturing, anders denken en anders werken. Het is zoeken naar een nieuwe balans tussen beheer en innovatie met consequenties voor cultuur, werkzaamheden en competenties van medewerkers. Voorbeelden zijn het digitaliseren van archieven en poststromen van facturering e.d.

Oekraïne

Gevoerd beleid

Terug naar navigatie - Gevoerd beleid

In deze paragraaf verantwoorden wij ons over het gevoerde beleid, de gemaakte kosten en de te ontvangen compensatie in verband met de opvang van vluchtelingen uit de Oekraïne.

Financiën Oekraine

Terug naar navigatie - Financiën Oekraine

Bij aanvang van de oorlog in Oekraïne in februari 2022 was al spoedig duidelijk dat iedere gemeente in Nederland een inspanning moest leveren voor de opvang van vluchtelingen uit Oekraïne. In de gemeente Opsterland ontstonden veel initiatieven vanuit de Mienskip. Zo werden er veel spullen aangeboden, maar ook veel verschillende zelfstandige opvanglocaties, waar door de gemeente direct op ingespeeld is.

De woningeigenaren die een zelfstandige opvanglocatie hebben aangemeld bij de gemeente krijgen voor de opvang die zij aanbieden een maandelijkse onkostenvergoeding. De vergoeding is bedoeld voor onder andere de hoge energiekosten die de opvang met zich mee brengt. De hoogte hiervan varieert van € 250 tot € 1.100, afhankelijk van het aantal opgevangen vluchtelingen. Door deze zelfstandige opvanglocaties konden al in een vroeg stadium ongeveer 100 opvangplekken aangeboden worden aan de Veiligheidsregio die de opvang van Oekraïners coördineert. 

Verder is ook binnen het eigen vastgoed van de gemeente gezocht naar beschikbare gebouwen voor opvang. Zo zijn er verschillende gemeentelijke gebouwen (de Trimbeets en de Flambou) in korte tijd technisch gereed gemaakt en ingericht, zodat hier Oekraïense vluchtelingen opgevangen konden worden.

In totaal zijn er in 2022 ongeveer 155 personen in de gemeente opgevangen, inclusief 28 in de particuliere opvang (POO). In de gemeente Opsterland zijn er relatief veel vrouwen en gezinnen opgevangen. Alle leerplichtige kinderen gaan naar school en veel volwassenen hebben werk gevonden. De Oekraïense vluchtelingen ontvangen leefgeld, dit wordt stopgezet bij inkomsten uit werk.

Welzijnsorganisatie Code Hans is sinds het begin betrokken en biedt begeleiding bij praktische zaken. Ook bieden zij Nederlandse les aan de vluchtelingen en faciliteren zij themabijeenkomsten. In het afgelopen jaar is er een structureel en volwaardig ambtelijk kernteam Oekraïne ontstaan binnen de gemeente dat zich bezig houdt met alle verschillende gemeentelijke taken op het gebied van begeleiding en financiering van Oekraïners en hun opvang.  Financieel gezien worden de kosten van deze crisis als incidenteel aangemerkt. Dit geldt ook voor de van het rijk te ontvangen compensatie. 

Corona

Gevoerd beleid

Terug naar navigatie - Gevoerd beleid

In deze paragraaf verantwoorden wij ons over het gevoerde beleid, de gemaakte kosten en de ontvangen compensatie in verband met de coronacrisis.

Het is ons primaire doel om te voorkomen dat organisaties van maatschappelijk belang omvallen als gevolg van financiële problemen als gevolg van de crisis. Voor dit doel is door ons een algemeen handelingskader bij financieel-economische vraagstukken (hierna: handelingskader) vastgesteld. De meest actuele versie hiervan kunt u vinden op onze website.

Het toekennen van verzoeken om financiële steun van maatschappelijke organisaties is gebaseerd op het handelingskader. We volgen daarin de lijn met betrekking tot landelijk gemaakte afspraken over financiële steunverlening aan maatschappelijke voorzieningen en organisaties. Financiële steun kan de vorm hebben van een (aanvullende) subsidie, het niet in rekening brengen van huren, het compenseren van opgelegde (en betaalde) onroerendezaakbelastingen of het treffen van een betalingsregeling.

We hanteren een helder criterium voor het toekennen van financiële steun. We verlenen financiële steun als zonder deze steun de betreffende maatschappelijke organisatie dreigt om te vallen. Dit betekent dat geleden (omzet)verliezen eerst zelf opgevangen moeten worden. Het feit dat er rijksvergoedingen toegekend zijn aan gemeenten voor sommige maatschappelijke sectoren is geen reden om deze middelen één op één door te sluizen, tenzij er een landelijke afspraak onder ligt. Er zijn immers ook verlieslijdende maatschappelijke voorzieningen waarvoor geen compensatie van het Rijk wordt ontvangen. De ontvangen compensatie van het Rijk (via het gemeentefonds) aan gemeenten zijn algemene dekkingsmiddelen, met andere woorden, het zijn geen geoormerkte middelen.

Elke maatschappelijke organisatie die dreigt om te vallen door de gevolgen van de coronacrisis kan financiële steun vragen als de ondergang ervan maatschappelijk grote consequenties heeft, ongeacht of er wel of geen (rijks)compensatie beschikbaar is.

Voor de continuïteit van de financiering op het vlak van het sociaal domein is gehandeld volgens de landelijke richtlijnen.

Financiën Corona

Terug naar navigatie - Financiën Corona

De kosten van deze crisis zijn incidenteel van aard. Dit geldt ook voor de ontvangen compensatie. 

Corona-steunpakket vanuit het Rijk
5de steun pakket 125.900
6de steun pakket 61.800
Totale ontvangsten Gemeentefonds 187.700
Corona uitgaven in programma's
Programma 0 74.700
Programma 4 2.300
Programma 5 55.200
Programma 6 84.900
Opgenomen in programma's 217.100
Onttrekking Egalisatiereserve Corona -29.400

Egalisatiereserve

Terug naar navigatie - Egalisatiereserve

In 2021 is bij vaststelling van de jaarstukken 2020 een egalisatiereserve Corona ingesteld. In 2022 zijn meer uitgaven mbt corona gemaakt dan inkomsten ontvangen. Het tekort is gedekt door de egalisatiereserve corona. De verwachting is dat in 2023 alsnog verzoeken om ondersteuning vanwege Corona gaan komen. Deze kunnen dan uit de egalisatiereserve gedekt worden. In 2022 heeft de raad besloten een deel van de reserve Corona om te zetten naar een reserve voor verduurzaming van dorpshuizen, sportverenigingen en zwembaden.