Het saldo van dit programma is in 2024 € 1.037.000 nadeliger dan in 2023
Algemeen
De directe personeelslasten worden verplicht toegerekend aan die taakvelden waar het personeel in kwestie wordt ingezet. De gedachte hierachter is dat zo inzichtelijk wordt hoeveel van de lasten in taakveld nodig zijn voor de personele inzet op dat taakveld. De toerekening van de personeelslasten over de verschillende taakvelden is in 2024 gestegen. Dit is het gevolg van de hogere personele kosten (zie toelichting hieronder bij taakveld 0.4). Over alle programma's gerekend, is deze toerekening budgettair neutraal.
Toelichting per taakveld:
Taakveld 0.1 Bestuur geeft in 2024 een nadeel van € 88.000 ten opzichte van 2023
De toerekening van de directe personeelslasten naar dit taakveld geeft een nadeel van € 84.000. De indexatie van de vergoedingen van het college en de raad geven een nadeel van € 65.000. In de perspectiefbrief 2023 (jaarschijf 2024) was deze indexatie volledig begroot (in taakveld 0.4). De eenmalige budgetten in 2023 uit de perspectiefbrief 2023 geven een voordeel van € 68.000. Het betreft kosten voor: de werving van de burgemeester (€ 30.000), de bijdrage aan de wederopbouw Syrië en Turkije (€ 30.000) en het afscheid van de waarnemend burgemeester en de installatie van de nieuwe burgemeester (€8.000). De overige posten geven per saldo een nadeel van € 7.000.
Taakveld 0.10 Reserves geeft in 2024 een nadeel van € 1.428.000 ten opzichte van 2023
De mutaties in de reserves worden steeds bij het desbetreffende programma toegelicht.
Taakveld 0.11 Resultaat van de rekening baten en lasten geeft in 2024 een verschil van € 4.116.000 ten opzichte van 2023
Het verwachte resultaat van de begroting 2023 na verwerking van alle raadsbesluiten bedraagt € 186.000 nadelig. Het verwachte voordelige begrotingsresultaat 2024 is € 3.930.000. Het begrotingsresultaat is in 2024 dus € 4.116.000 voordeliger dan in 2023.
Taakveld 0.2 Burgerzaken geeft in 2024 een voordeel van € 64.000 ten opzichte van 2023
De doorberekening van de directe personeelslasten geeft een voordeel van € 64.000.
Taakveld 0.3 Beheer overige gebouwen en gronden geeft in 2024 een nadeel van € 368.000 ten opzichte van 2023
De effecten van de nieuwbouw Langezwaag Noord en Landerijen (beide perspectiefbrief 2023) geven in 2023 eenmalig een voordeel van € 283.000. Ten opzichte van 2024 is dit een nadeel van € 283.000. De doorbelasting van de directe personeelskosten geeft een nadeel van € 204.000. Als gevolg van de verbetering en de verduurzaming van het voormalig Groene Kruis gebouw (raadsbesluit 4-11-2022) worden deze kosten (€ 12.000) vanaf 2024 afgeschreven. Dit geeft vanaf 2024 hogere kosten Dit is een nadeel.
De eenmalige verlaging van energiekosten in 2023 (perspectiefbrief 2023, € 9.000) geeft, voor de gebouwen in dit taakveld, een nadeel in 2024.
In 2023 is de inventarisatie van ruimtelijke projecten (€ 140.000, begroting 2023) begroot, dit eenmalige budget geeft een voordeel in 2024.
Taakveld 0.4 Overhead geeft in 2024 een voordeel van € 2.059.000 ten opzichte van 2023
De personeelskosten zijn in 2024 gestegen € 300.000 ten opzichte van 2023. Dit is een nadeel. De personeelskosten zijn begroot op basis van de werkelijke salariskosten voor 2024. In de perspectiefbrief 2023 zijn voor zowel formatie als indexatie middelen opgenomen. Ten opzichte van de perspectiefbrief is in de begroting 2024 geen aanvullende formatie opgenomen.
In de begroting 2024 is voor knelpunten in de ambtelijke organisatie € 120.000 opgenomen. Dit bedrag is vanaf 2024 structureel opgenomen. In 2024 geeft dit een nadeel.
In de perspectiefbrief 2023 zijn de financiële gevolgen verwerkt van de eerste management rapportage 2023 en de kaders 2024 van de drie OWO-afdelingen. Dit geeft in 2024 een lagere last van € 28.000 ten opzichte van 2023. De personeelskosten voor de OWO-afdelingen zijn in 2024 gestegen € 307.000 ten opzichte van 2023. Dit is een nadeel. De totale kosten voor het derde deel van de OWO-afdelingen zijn in 2024 met € 279.000 gestegen ten opzichte van 2023.
In de perspectiefbrief 2023 zijn eenmalige budgetten voor 2023 beschikbaar gesteld voor: Opleidingen € 75.000, RI&E werkplek klimaat € 50.000, RI&E verbouw balies Publiekscentrum € 50.000, Informatiebeveiligingsplan € 25.000 en media-apparatuur € 20.000. In 2024 geeft dit een voordeel van € 220.000.
In 2023 zijn de energielasten eenmalig verlaagd met € 45.000 (perspectiefbrief 2023). Voor 2024 geeft deze eenmalige verlaging een nadeel van € 45.000 in dit taakveld.
De toerekening van de directe personeelslasten naar alle taakvelden in de begroting 2024 geeft een voordeel van € 3.109.000. De toerekening van de directe personeelslasten geeft aan taakveld 0.4 een nadeel van € 505.000. Per saldo geeft dit een voordeel van € 2.604.000.
De kapitaallasten voor de Werkplek van de toekomst zijn vanaf 2024 € 17.000. Dit geeft een nadeel. In de reserve mutatie worden deze onttrokken de kapitaallastendekkingsreserve.
De overige verschillen geven een nadeel van € 4.000.
Taakveld 0.5 Treasury geeft in 2024 een voordeel van € 18.000 ten opzichte van 2023
Dit is veroorzaakt doordat in 2024 geen rente meer wordt toegerekend aan de kapitaalslasten.
Taakvelden 0.61 OZB woningen en 0.62 OZB niet woningen geven in 2024 een voordeel van € 75.000 ten opzichte van 2023
Er is een een hogere opbrengst OZB van € 149.000. Dit voordeel is het gevolg van de jaarlijkse indexering van de OZB-tarieven. Daarnaast zijn de kosten (in OWO-verband) voor de aanslagoplegging (zowel personeel als materieel) met € 74.000 gestegen. Per saldo een voordeel van € 75.000.
Taakveld 0.64 Belastingen overig geeft in 2024 geen verschil ten opzichte van 2023
Taakveld 0.7 Algemene uitkeringen en overige uitkeringen gemeentefonds geeft in 2024 een voordeel van € 3.505.000 ten opzichte van 2023
Dit voordeel is ontstaan door diverse voor- en nadelen waaronder de uitkeringsfactor (€ 4.180.000 voordelig), de herijking van het gemeentefonds (€ 321.000 nadelig), diverse integratie en decentralisatie uitkeringen (€ 240.000 nadelig) en mutaties in de grondslagen van de maatstaven (€ 114.000 nadelig).
Taakveld 0.8 Overige baten en lasten geeft in 2024 geen verschil ten opzichte van 2023
De mutatie in de reserves
De stortingen in de reserves in 2023 zijn besloten in de perspectiefbrief 2023. In 2024 zijn geen stortingen begroot. De onttrekking uit de reserve in 2023 is besloten in de perspectiefbrief 2023. In 2024 worden de afschrijvingslasten uit de reserve Werkplek van de toekomst onttrokken.