Paragrafen

Lokale heffingen

Lokale heffingen

Terug naar navigatie - Lokale heffingen

Het beleid ten aanzien van de lokale heffingen

De diverse verordeningen belastingen en heffingen worden jaarlijks in december voorafgaand aan het betreffende jaar vastgesteld. In de begroting is al uitgegaan van het nieuwe niveau van de tarieven. Waar dat mogelijk is en wettelijk is toegestaan worden de tarieven verhoogd met de indexering (CPI conform coalitieakkoord) van 3,1% (begroting 2023 2,4%). Een uitzondering hierop vormen de tarieven voor afval en riolering. Deze tarieven zijn gebaseerd op 100% kostendekkendheid.

Kaderstellende documenten
De jaarlijks vastgestelde verordeningen belastingen en heffingen.

Overzicht geraamde inkomsten
In onderstaand overzicht staan de in onze gemeente geldende belastingen en heffingen. De verwachte opbrengst aan belastingen en heffingen bedraagt in 2024 € 13,0 miljoen, ongeveer 15% van de totale gemeentelijke baten.

Leges publiekszaken
Dit betreffen de leges ten aanzien van o.a. rijbewijzen, paspoorten en huwelijken.

Onroerendezaakbelasting
De tarieven voor 2024 worden vastgesteld in de betreffende verordening.

Toeristenbelasting
Het tarief voor de toeristenbelasting bedraagt 5% van de logiesomzet in onderkomens niet toebehorende of ter beschikking gesteld door de belastingplichtige en 2,5% van de logiesomzet in onderkomens van of ter beschikking gesteld door belastingplichtige. Deze percentages zijn niet gewijzigd.

Afvalstoffenheffing
De tarieven voor 2024 worden vastgesteld in de betreffende verordening. In principe zijn de tarieven kostendekkend.

Rioolheffing
De tarieven voor 2024 worden vastgesteld in de betreffende verordening. In principe zijn de tarieven kostendekkend.

Leges omgevingsvergunningen
Op dit moment loopt de invoering van de omgevingswet nog. Het is daarom moeilijk in te schatten wat de verwachte legesopbrengsten zullen zijn in de nieuwe situatie. De verwachte opbrengst is gedaald ten opzichte van vorig jaar en ligt nu ruim onder de daadwerkelijke opbrengst van de afgelopen jaren. Door voorzichtig te begroten wordt al rekening gehouden met een mogelijke daling van de legesopbrengsten. De uiteindelijke tarieven voor 2024 worden vastgesteld in de betreffende leges verordening.

Overzicht op hoofdlijnen van de diverse heffingen
Bestemmingsheffingen (afvalstoffenheffing en rioolrecht) en retributies (bijvoorbeeld leges, marktgelden en standplaatsgelden) zijn bedoeld om met de inkomsten uit die belastingheffing de gemeentelijke lasten van die activiteiten te bekostigen. Om te voorkomen dat een gemeente met deze specifieke belastingen ook andere activiteiten financiert, is in de Gemeentewet het verbod opgenomen dat de geraamde baten de geraamde lasten overschrijden. (De wetsbepalingen die de kostendekkende tarieven voorschrijven, spreken steeds over geraamde bedragen. Dit komt doordat de rechtsbescherming vereist dat de verordening voor aanvang van de belastingheffing moet zijn vastgesteld. Op dat moment zijn alleen de verwachtingen bekend. De mate van kostendekkendheid moet daarom op begrotingsbasis worden vastgesteld.) Door dit vereiste mogen de opbrengsten hooguit kostendekkend zijn. In de praktijk spreekt men dan ook wel van kostendekkende tarieven. Als de opbrengsten minder dan kostendekkend zijn, zullen de lasten uit andere inkomsten worden betaald. Bijvoorbeeld uit de algemene belastingen (met name ozb) of uit de algemene middelen. Als de gemeente niet voor kostendekkende tarieven kiest, betekent dit dat niet alleen de kostenveroorzakers, maar alle belastingplichtigen meebetalen. Het uitgangspunt dat de veroorzaker betaalt, wordt dan losgelaten.

Kruissubsidiëring
Zeker bij leges waarbij de tarieven voor verschillende activiteiten in één belastingverordening worden geregeld, kan zich de vraag voordoen op welk niveau de kostendekkendheid moet worden getoetst. Het uitgangspunt daarbij is toetsing op verordeningenniveau, waarbij de geraamde lasten van alle benoemde activiteiten worden gedekt door de gezamenlijke baten uit de te heffen belastingen/leges. Hierdoor is zogenoemde kruissubsidiëring mogelijk: een verwacht overschot bij de ene activiteit wordt gebruikt voor de dekking van een verwacht tekort bij een andere activiteit en omgekeerd.

x € 1.000
Programma Lokale belastingen en heffingen Begroting 2024 Begroting 2023 (incl wijzigingen) Jaarrekening 2022
0 Leges publiekszaken 313 313 353
0 Onroerendezaakbelasting 4.962 4.813 4.756
1 Algemeen plaatselijke verordening 18 25 15
3 Toeristenbelasting 220 178 225
7 Begrafenisrechten 150 150 154
7 Afvalstoffenheffing (excl. kwijtscheldingen) 3.095 3.064 3.339
7 Rioolheffing, baten 3.539 3.180 2.974
8 Leges omgevingsvergunning 432 756 997
Totaal 12.730 12.479 12.813

Kostendekkendheid

Terug naar navigatie - Kostendekkendheid

De mate van kostendekkendheid wordt in de onderstaande tabellen weergegeven.

Soort Dekkingspercentage Begroot 2023 Dekkingspercentage Begroot 2024
Afval 100% 100%
Riolering 97% 100%
Omgevingsvergunningen 85% 47%

Afval en Riolering

Terug naar navigatie - Afval en Riolering

Onze gemeente heeft als vastgesteld beleid dat de tarieven van afvalstoffenheffing en rioolheffing kostendekkend moeten zijn.

Afval

Voor 2024 is het uitgangspunt een kostendekkend tarief. In het jaar 2022 was er een eenmalig voordeel van € 61.000,- Dit voordeel is bij het bepalen van het tarief 2024 gebruikt voor het dekken van een aantal kosten. Hierdoor daalt het vast tarief voor 2024 met anderhalve euro naar € 157,- voor een meerpersoonshuishouden.

Riolering

De tarieven voor de rioolheffing stijgen niet t.o.v. 2023.  Dit ondanks dat de kosten van riolering door de hogere energie en personele lasten zijn gestegen. Het afgelopen jaar zijn er nieuwe aansluitingen bijgekomen.  De toename van het aantal aansluitingen maakt dat de kosten over meer aansluitingen kan worden verdeeld. Het effect hiervan is dat de tarieven 2024 dus niet stijgen terwijl de kostendekkendheid toeneemt van 97% naar 100%.

x € 1.000
Afval Begroting 2023 Begroting 2024
Directe kosten
Totaal van de gemeentelijke lasten 2.894 2.941
Totaal van de gemeentelijke baten; niet zijnde heffingen 445 445
Netto directe kosten taakveld 2.449 2.496
Indirecte kosten
Btw 557 560
Overhead en rente 58 39
Netto indirecte kosten taakveld 615 599
Totale lasten 3.064 3.095
Totale heffingen
Afvalstoffenheffing 2.036 2.025
Verrekening overdekking 2022 61
Afvalstoffenheffing Restafval 989 967
Afvalstoffenheffing GFT 41 42
Totale heffingen 3.066 3.095
Dekkingspercentage 100% 100%
x € 1.000
Riolering Begroting 2023 Begroting 2024
Directe kosten
Totaal van de gemeentelijke lasten 2.460 2.637
Totaal van de gemeentelijke baten; niet zijnde heffingen - -
Netto directe kosten taakveld 2.460 2.637
Indirecte kosten
Btw 388 403
Overhead en rente 439 500
Netto indirecte kosten taakveld 827 903
Totale lasten 3.287 3.540
Totale heffingen
Rioolheffing 3.180 3.539
Totale heffingen 3.180 3.539
Dekkingspercentage 97% 100%

Omgevingsvergunningen

Terug naar navigatie - Omgevingsvergunningen

De Omgevingswet en Wet kwaliteitsborging bouwen (Wkb) gaan in per 2024. Gelijktijdig met het invoeren van de nieuwe wetgeving, word ook de legesverordening aangepast om aan te sluiten op de nieuwe wetgeving. Tot op heden zitten er aanzienlijke verschillen in de legesverordeningen van de OWO-gemeenten. Bestuurlijk is de ambitie uitgesproken om zowel beleidsinhoudelijk als qua financiën (zoveel mogelijk) in te zetten op harmonisatie binnen de OWO-gemeenten. De harmonisatie betreft de hoofdstukken 2 (omgevingsvergunningen) en 3 in de leges verordening. Dit omdat de diensten binnen deze hoofdstukken worden uitgevoerd door de OWO-afdeling VTH. Via themabijeenkomsten bent u geïnformeerd over de belangrijkste gevolgen van de nieuwe wetgeving. U ontvangt eind dit jaar het voorstel voor een nieuwe geharmoniseerde legesverordening.

Berekening van kostendekkendheid leges
In onderstaande tabel staan de berekeningen van kostendekkendheid van de heffingen omgevingsvergunningen. De kostendekkendheid komt uit op 47%. De kostendekkendheid daalt als gevolg van Wet kwaliteitsborging bouwen (Wkb). De kostendekkendheid varieert daarnaast jaarlijks door de omvang van bouwactiviteiten. De berekening van de tarieven geschiedt extracomptabel. Bij de kosten zijn de directe personeelskosten en de materiële kosten opgenomen die samenhangen met het verstrekken van de diensten waarvoor leges geheven wordt. Denk hierbij aan de uren van van de medewerkers bij Vergunningen, Toezicht en Handhaving (VTH) en Ruimtelijke Ordening (RO). De basis voor de toerekening van deze kosten zijn de teamplannen en historische cijfers. De overhead wordt via een opslag op de directe personeelskosten toegerekend. BTW is niet als kostenelement mee te wegen, daar het overgrote deel van de kosten de eigen personele kosten betreft, waarvoor geen BTW verschuldigd is. De wel toerekenbare BTW maakt slechts een klein onderdeel uit van de kosten.

x € 1.000
Omgevingsvergunningen Begroting 2023 Begroting 2024
Directe kosten
Totaal van de gemeentelijke lasten 736 630
Totaal van de gemeentelijke baten; niet zijnde heffingen - -
Netto directe kosten taakveld 736 630
Indirecte kosten
Btw - nvt
Overhead en rente 158 281
Netto indirecte kosten taakveld 158 281
Totale lasten 894 911
Totale heffingen
Heffingen 756 432
Totale heffingen 756 432
Dekkingspercentage 85% 47%

Toelichting invoering Omgevingswet en Wet kwaliteitsborging bouwen (Wkb)

De invoering van de Omgevingswet en de Wet kwaliteitsborging bouwen (Wkb) hebben impact op de legesbaten. De impact van de Omgevingswet is in 2024 nog relatief beperkt, doordat de OWO gemeenten beleidsneutraal overgaan. Tot 2032 krijgen gemeenten de tijd om het omgevingsplan vast te stellen. Hierin zullen gemeentelijk keuzes worden gemaakt of omgevingsplanactiviteiten vergunningsplichtig blijven, meldingsplichtig worden of geen van beide. Deze keuze hebben gevolgen voor de legesbaten. 

Door de Wkb wordt de leges voor bouwactiviteiten opgeknipt in een ruimtelijk en een bouwtechnisch deel. De technische bouwkundige toets wordt voor gevolgklasse 1 door kwaliteitsborgers uitgevoerd en niet meer door de gemeente. Hierdoor komt de leges voor het bouwtechnisch deel te vervallen. Gevolgklasse 1 zijn bijvoorbeeld eensgezinswoningen en simpele bedrijfspanden. Circa 90% van alle bouwvergunningen in de OWO gemeenten zit in gevolgklasse 1. Historisch heeft ruim 90% van de legesopbrengsten van titel 2 en 3 betrekking op bouwvergunningen. De consequenties voor de legesopbrengsten zijn derhalve aanzienlijk. 

De raming van de legesopbrengsten bevat een groot aantal onzekerheden. Die onzekerheden waren er in andere jaren ook, maar zijn door de nieuwe wetgeving nu groter. Door de knip tussen de ruimtelijke en technische vergunning (Wkb) hebben we de kosten voor deze vergunningssoorten opnieuw geraamd. Na invoering van de Wkb moet blijken of deze raming accuraat is. Ook het aantal vergunningsaanvragen varieert jaarlijks. Het eerste jaar waarin we met de nieuwe wetgeving werken is een overgangsjaar, waarin ivm overgangsrecht ook nog oud recht van toepassing is. We monitoren de komende jaren de werkelijke kosten en opbrengsten en kunnen tarieven desgewenst bijstellen. Een echt goed beeld van de werkelijke kostendekkendheid ontstaat naar verwachting in 2025.

Lokale lastendruk

Terug naar navigatie - Lokale lastendruk

De lokale lastendruk 2023 kan niet eerder vastgesteld worden dan na vaststelling van de tarieven. Bij het vaststellen van de tarieven zal rekening worden gehouden met de uitgangspunten uit het coalitieakkoord en de aangekondigde maatregelen.

De tarieven van afval en riolering zijn al wel bekend:

  • Afval vast tarief                  € 157,-     (2023 € 158,50, 2022 € 179,50)
  • Rioolheffing                          € 277,-      (2023 € 277,-, 2022 € 256,-)

In 2024 dalen de lasten voor afval en riolering met € 1,50. Dit is mogelijk omdat bij afval de overrealisatie 2022 in het tarief is teruggegeven. De rioolheffing kan gelijk blijven omdat de grondslag (aantal aansluitingen waarover geheven wordt) zo is toegenomen dat het tarief niet hoeft te stijgen terwijl de kostendekkendheid toeneemt tot 100%. 

Hierdoor dalen de totale lasten met -0,4% van € 435,50 naar € 434,00

De “Atlas van de lokale lasten 2023” (COELO) geeft voor onze gemeente het volgende rangnummer (nummer 1 heeft de laagste woonlasten, nummer 375 de hoogste):

  • Woonlasten meerpersoonshuishouden eigenaar-bewoner rangnummer 49 (2022 nr. 66, 2021 nr. 82)

Kwijtscheldingsbeleid
Voor de onroerendezaakbelastingen en de heffingen voor riool- en afvalstoffenheffing, zoals die elk jaar gecombineerd worden opgelegd, kan kwijtschelding worden verkregen. Bij kwijtschelding vindt een vermogenstoets en een inkomenstoets plaats. De gemeente moet hiervoor een norm vaststellen. Deze norm wordt gerelateerd aan de bijstandsnorm. In onze gemeente is de kwijtscheldingsnorm gelijk aan de bijstandsnorm (100%).

Weerstandsvermogen en risicobeheersing

Inleiding

Terug naar navigatie - Inleiding

Het weerstandsvermogen bestaat uit de relatie tussen de weerstandscapaciteit, zijnde de middelen en mogelijkheden waarover de gemeente beschikt of kan beschikken om niet begrote kosten te dekken en alle risico's waarvoor geen maatregelen zijn getroffen en die van materiële betekenis kunnen zijn in relatie tot de financiële positie. Een juist oordeel over de toereikendheid van de weerstandscapaciteit kan alleen maar worden gegeven als er een juist en volledig beeld bestaat van de risico’s, de kans hierop en de eventuele financiële gevolgen. Daartoe wordt jaarlijks een risicoprofiel opgesteld.

Kaderstellende documenten
Beleidskader reserves en voorzieningen
Beleidskader vaststelling bedrag post onvoorzien

Risicobeheersing

Terug naar navigatie - Risicobeheersing

In onderstaande tabel benoemen we de risico’s en schatten daarbij de factoren "kans" (dat het risico zich voordoet) en "invloed" (de impact als het risico zich voordoet) in. De genoemde maximale financiële gevolgen zijn relatief. Een risico met een groot maximaal financieel gevolg kan op basis van de “kans” en “invloed” een relatief beperkte invloed op het aan te houden minimale weerstandscapaciteit hebben. Omgekeerd kan een klein maximaal financieel gevolg een grote invloed hebben. De grootste risico’s, op basis van de invloed op de weerstandscapaciteit, zijn:

De belangrijkste risico's met de geschatte "kans" en de "invloed" (x €)
Risico Kans Max fin. effect Invloed Totaal risico
1 Algemene uitkering (gemeentefonds) fluctueert 50% 1.000.000 8% 500.000
2 Onzekerheid werving personeel 45% 500.000 4% 225.000
3 Effecten invoering Omgevingswet en Wet kwaliteitsborging voor bouwen (Wkb) 60% 750.000 7% 450.000
4 Borgstellingen 1% 31.552.000 5% 315.520
5 Effect invoering eigen belastinggebied gemeenten per 2026 70% 5.000.000 57% 3.500.000
6 Mogelijke WW-verplichtingen personeel 25% 1.200.000 5% 300.000
7 Financiële tegenvallers projecten 60% 10.000.000 2% 150.000
8 Effect fluxtuerende energieprijzen 50% 300.000 2% 150.000
9 Tegenvallende resultaten grondexploitaties 15% 1.000.000 2% 150.000
10 Effecten hoge inflatie op exploitatielasten 40% 1.000.000 7% 400.000
Totaal 52.302.000 100% 6.140.520

Toelichting op de risico's

  1. Algemene uitkering fluctueert: De omvang van de algemene uitkering (het gemeentefonds) is niet constant. Elk jaar wordt de groei of krimp van de basisomvang gebaseerd op uitgaven die het Rijk verwacht te gaan doen in het begrotingsjaar. Het gevolg hiervan is dat de omvang dus kan fluctueren. Een krimp van het gemeentefonds is in het lopende begrotingsjaar vaak niet meer op te vangen met bezuinigingen en kan tot een negatief rekeningresultaat leiden.
  2. Onzekerheid werving personeel: De arbeidsmarkt is overspannen. Dat maakt het moeilijk om als gemeente tijdig nieuwe medewerkers aan te trekken. Ook het vasthouden van medewerkers is een uitdaging. Het mogelijk risico is dat er niet voldoende eigen personeel beschikbaar is voor het uitvoeren van het vastgestelde beleid. Om toch de doelen te realiseren is dan aanvullende inhuur noodzakelijk wat meer kosten met zich meebrengt dan eigen personeel.
  3. Effecten invoering omgevingswet en Wet kwaliteitsborging voor bouwen (Wkb): De Omgevingswet en de Wkb worden op 1 januari 2024 definitief ingevoerd. Een effect is dat door de wijziging een aantal legesinkomsten vervallen maar dat een deel van de werkzaamheden (o.a. registratie) wel moeten worden uitgevoerd. Omdat alleen voor de aanvragen na invoering van de nieuwe wetgeving gelden de nieuwe legestarieven. Voor 2024 betekent dit dat er ook nog aanvragen onder het oude regime zullen vallen met de bijbehorende opbrengsten.
  4. Borgstellingen: De gemeente staat borg voor de leningen die de Stichting Waarborg Woningbouw de woningcorporaties verstrekt. Deze borgstelling is in breed landelijk verband met alle gemeenten afgesproken. Het optreden van het risico is echter zeer beperkt. Zo heeft het faillissement van de woningcorporatie Vestia (2012) niet geleid tot het aanspreken van de borgstelling.
  5. Effecten invoering eigen belastinggebied gemeenten per 2026: Dit is geen risico voor 2023, maar het effect is groot en de invulling is nog onbekend. Het effect is ook zichtbaar in het meerjarenperspectief. Daarom is het risico al opgenomen zodat er rekening kan worden gehouden met dit risico in de omvang van het weerstandsvermogen.
  6. Mogelijke WW-verplichtingen personeel: Als een arbeidsovereenkomst met wederzijdse goedkeuring wordt ontbonden of het contract niet wordt verlengd dan kan er sprake zijn van een WW-verplichting. De gemeente is hier niet voor verzekerd en is dus zelf WW-risicodrager. Op voorhand is niet bekend of en zo ja in welke mate er sprake is van een WW-verplichting en daarom is deze ook niet begroot.
  7. Financiële tegenvallers projecten: Projecten kennen risico's. Deze risico's worden in de projecten zelf benoemd. Het risico op de risico's is niet financieel afgedekt in de projecten. Een aantal risico's, zoals hyperinflatie, rampen en oorlogen, zijn te generiek en daarom worden ze op een hoger niveau algemeen afgedekt. De reden dat ondanks de omvang van het risico het effect beperkt is komt doordat de meeste projecten in 40 of 50 jaar worden afgeschreven. Hierdoor is het af te dekken risico een stuk lager, een factor 40 c.q. 50, uit dan het effect.
  8. Effecten fluctuerende energieprijzen: De gemeente moet in 2024 nieuwe energiecontracten afsluiten. Door de huidige marktsituatie kan het af te sluiten contract duurder uitvallen dan waarmee in de begroting rekening is gehouden. Het risico richt zich op uitschieters die nu niet te voorzien zijn maar als ze zich voordoen onontkoombaar zijn. 
  9. Tegenvallende resultaten grondexploities: Het resultaat van de grondexploitaties is afhankelijk van de mate waarin er verkocht kan worden en of er gronden beschikbaar zijn. Ook externe ontwikkelingen zoals de stikstof problematiek en hogere bouwkosten kunnen het resultaat beïnvloeden.
  10. Effecten inflatie op exploitatielasten: De momentele hoge inflatie is gedeeltelijk vertaald in een bijstelling in de algemene uitkering. Hierdoor kan er in het lopende jaar een verschil ontstaan die tot een tegenvaller bij het opstellen van jaarrekening kan leiden.

Weerstandsvermogen

Terug naar navigatie - Weerstandsvermogen

Beheersing van de hiervoor genoemde risico's
Financiële consequenties die voortvloeien uit het actueel worden van bovengenoemde risico's worden opgenomen in de jaarstukken (verantwoording) en komen via het resultaat ten laste van de algemene reserve. Zoals hierna aangegeven is het niveau van de algemene reserve voldoende.

Bepalen weerstandscapaciteit
De benodigde weerstandscapaciteit is berekend op € 6,1 miljoen. De weerstandscapaciteit is € 21,8 miljoen. Dit betekent dat wij in staat zijn om met de huidige weerstandscapaciteit ook grotere risico’s het hoofd te bieden. Naast de incidentele weerstandscapaciteit is er ook een structurele weerstandscapaciteit in de begroting opgenomen namelijk de post onvoorzien (€ 37.500). In onderstaande tabellen wordt de (incidentele) weerstandscapaciteit en het verloop van de algemene reserve weergegeven. De bedragen zijn geactualiseerd tot het moment van opstellen van de begroting.

Het beleid betreffende de weerstandscapaciteit en de risico's
Jaarlijks worden de risico’s geïnventariseerd. Daarnaast berekenen we het beschikbare weerstandsvermogen. Het weerstandsvermogen moet minimaal de berekende risico’s kunnen dekken.

x € 1.000
Incidenteel weerstandsvermogen
Algemene reserve ultimo 2022 22.314
Mutaties 2023
Resultaat 2022 14.800
Resultaatbestemming -15.162
Primaire Begroting 2023 564
Begrotingsmutaties 2023 (PPB en RV) -750
Totaal algemene reserve 21.766
Totaal incidenteel weerstandvermogen 1-1-2024 21.766

Kengetallen

Terug naar navigatie - Kengetallen

Met ingang van 2016 zijn een vijftal financiële kengetallen verplicht gesteld. Dit onder andere om de financiële positie van de gemeente voor de raad inzichtelijker en beter vergelijkbaar te maken. Het gaat om de netto schuldquote, de solvabiliteitsratio en indicatoren met betrekking tot de grondexploitatie, structurele exploitatieruimte en belastingcapaciteit.
Kengetallen hebben een signalerende functie, geven inzicht in de financiële positie en over de weerbaarheid en wendbaarheid van een gemeente. Zoals opgenomen in de nota Financieel beleid vanaf 2017 (zie ook hiervoor onder ‘beleid omtrent de weerstandscapaciteit en de risico’s’) sluiten we aan voor de verplichte kengetallen bij de signaleringswaarden uit de stresstest voor gemeenten. Ons streven is minimaal te voldoen aan categorie B. Over het algemeen kan worden gesteld dat categorie A het minst risicovol is en categorie C het meest.

Als de uitkomst van één van de kengetallen uit de pas schiet, wil dat niet zeggen dat we financieel niet (langer) gezond zijn. Het is een mogelijke indicatie dat er (aanvullende) beheersmaatregelen moeten worden getroffen of herijkt.

Kengetal Categorie A Categorie B Categorie C
Netto schuldquote a. zonder correctie doorgeleende gelden < 90% 90 - 130% > 130%
b. met correctie doorgeleende gelden < 90% 90 - 130% > 130%
Solvabiliteitsratio > 50% 20 - 50% < 20%
Structurele exploitatieruimte Eerste jaar en meerjarig > 0% Begroting en meerjarig 0% Begroting en meerjarig < 0%
Grondexploitatieruimte < 20% 20 - 35% > 35%
Belastingcapaciteit < 95% 95 - 105% > 105%
Kengetallen Jaarrekening 2022 Begr. 2023 (P) Begr.2024 Begr.2025 Begr.2026 Begr.2027
Netto schuldquote 8,6% 24,2% 11,8% 16,1% 25,2% 26,2%
Netto schuldquote excl. verstrekte leningen 8,6% 24,2% 12,1% 16,4% 25,5% 26,5%
Solvabiliteit 37,4% 31,7% 41,9% 47,1% 47,4% 47,8%
Structurele exploitatieruimte 5,4% 0,1% 3,7% 6,9% -1,1% -1,0%
Grondexploitatie -0,5% 2,5% 0,2% 0,9% 0,0% 0,0%
Belastingcapaciteit 91,5% 85,3% 78,5% 78,5% 78,5% 78,5%

Toelichting kengetallen

Terug naar navigatie - Toelichting kengetallen

Beoordeling van de onderlinge verhouding tussen de kengetallen in relatie tot de financiële positie:

Netto Schuldquote

We verwachten dat de netto schuldquote in 2024 daalt ten opzichte van 2023. De schuldquote van Opsterland bevindt zich ruim binnen de in de theorie genoemde (en door de VNG gehanteerde) grens van 130 procent.

Netto Schuldquote (gecorrigeerd voor alle verstrekte leningen aan derden)

Het kengetal van de netto schuldquote (gecorrigeerd voor alle verstrekte leningen aan derden) is bij Opsterland gelijk aan het kengetal netto schuldquote.

Solvabiliteitsratio

We verwachten dat de solvabiliteit van de gemeente stijgt ten opzichte van de begroting 2023 en de komende jaren ook blijft stijgen. Solvabiliteit is de verhouding tussen leningen en eigen vermogen (reserves). De stijging komt doordat de gemeente de komende jaren een positief resultaat heeft waardoor het eigen vermogen stijgt. Het solvabiliteitspercentage is aanvaardbaar.

Structurele exploitatieruimte

Een positief percentage betekent dat incidentele lasten deels uit structurele middelen wordt gedekt. Een negatief percentage houdt in dat structurele lasten incidenteel gedekt worden. Het kengetal drukt dus niet uit of sprake is van een begrotingstekort of –overschot. Een overzicht van de incidentele lasten en baten is opgenomen in de financiële begroting.

Grondexploitatie

Het kengetal grondexploitatie geeft inzicht in de waarde van de gronden ten opzichte van de totale baten van de gemeente. Het percentage geeft aan dat Opsterland geen bovenmatige risico’s op de grondexploitaties loopt afgezet tegen de omvang van de begroting. Daar komt bij dat de gemeente met de algemene reserve ook nog over voldoende weerstandsvermogen beschikt.

Belastingcapaciteit

De belastingcapaciteit wordt berekend met de tarieven voor een meerpersoonshuishouden. Bij een percentage hoger dan 100 zijn de woonlasten hoger dan het landelijk gemiddelde. Bij een percentage lager dan 100 zijn ze lager. De woonlasten bevinden zich op een stabiel en landelijk gezien laag niveau.

Frauderisico's en continuïteit

Terug naar navigatie - Frauderisico's en continuïteit

Bij de beoordeling van de continuïteit van een gemeente is sprake van de beoordeling van zowel de formele continuïteit als een materiele beoordeling. De eerste gaat over het voortbestaan van de organisatie als zodanig en op dat vlak heeft het Rijk harde waarborgen getroffen. De continuïteit staat in dat opzicht dus niet ter discussie. Materieel kan het wel zo zijn dat activiteiten nu of in de toekomst, niet of anders worden vormgegeven als gevolg van externe of interne ontwikkelingen. Dat kan leiden tot aanpassing in taken, activiteiten, beleid, projecten of doelstellingen. Politieke keuzes daarin kunnen leiden tot bijvoorbeeld afwaardering van activa of de noodzaak om voorzieningen te treffen. Indien dat majeure financiële effecten heeft dienen ook deze in de continuïteitsbeoordeling of risicoparagraaf te worden betrokken voor zover deze niet al in de jaarrekening zijn verwerkt.

Op dit moment ziet de gemeente Opsterland geen verhoogde continuïteitsrisico.

Mocht er een fraude blijken, dan zal dat op deze plaats aangegeven worden. Uit diverse controles blijken geen signalen voor fraude door eigen medewerkers.  

Onderhoud kapitaalgoederen

Onderhoud kapitaalgoederen

Terug naar navigatie - Onderhoud kapitaalgoederen

Inleiding

De gemeente is verantwoordelijk voor het beheer en onderhoud van een groot deel van de openbare ruimte. Deze ruimte is opgebouwd uit onze kapitaalgoederen. Dit zijn onder andere de wegen, riolering, bruggen, verlichting, openbaar groen en gebouwen. De kwaliteit van deze kapitaalgoederen heeft invloed op de beleving door inwoners, bezoekers en ondernemers bij hun activiteiten in de openbare ruimte. Daarnaast vertegenwoordigen de kapitaalgoederen een aanzienlijke waarde en brengt vroegtijdige vervanging onnodige kosten met zich mee. Het is daarom belangrijk dat we goed op deze kapitaalgoederen passen om de leefbaarheid en veiligheid te waarborgen en kapitaalverlies te voorkomen. 

De kaders voor het onderhouden van de arealen verhardingen, openbare verlichting, civiele kunstwerken en het openbare groen zijn vastgelegd in het Beeldkwaliteitsplan Beheer Openbare Ruimte 2021-2025. Het onderhoud van deze arealen is daarbij gedifferentieerd naar gebruik; netjes waar het moet, sober waar het kan. Hierin is gezocht naar een verantwoorde balans tussen kosten enerzijds en een prettige leefomgeving anderzijds.

De kaders voor het beheren onderhouden van de riolering en daarbij horende (zuiverings)installaties zijn vastgelegd in het Watertakenprogramma 2020-2025. Naast de verankering van de zorgplicht voor de inzameling van het afvalwater, hemelwater en grondwater voorziet het plan in kaders voor de klimaatadaptatie en andere gemeentelijke watertaken.

Het gemeentelijke vastgoed dat nog in overeenstemming met de functie in gebruik is wordt in stand gehouden door preventief onderhoud binnen de daarvoor gestelde bestekskwaliteit.

Kaderstellende documenten

Beeldkwaliteitsplan Beheer Openbare Ruimte 2021-2025
Watertakenprogramma 2020-2025
Notitie licht in de duisternis (2009)

Verharding en openbare verlichting

Terug naar navigatie - Verharding en openbare verlichting

Kerncijfers en kwaliteitsambitie

De gemeente heeft ongeveer 2,81 miljoen m2 verharding in beheer. Deze bestaat voor 51% uit dicht asfaltbeton, 41% elementenverharding (klinkers, tegels e.a.), 3 % cementbeton en 5% overige soorten verharding. De totale verharding vertegenwoordigt een geschatte waarde van € 175 mln. In de gemeente staan ongeveer 4.400 lantaarnpalen, waarvan 4.121 in beheer en eigendom van de gemeente. De overige palen zijn in beheer en eigendom van de Provincie Fryslân, Rijkswaterstaat, woningcorporaties en VvE’s. De ondergrondse infrastructuur die hierbij hoort is voor het grootste deel in eigendom van netbeheerder Liander. Van het areaal bestaat ongeveer 80% uit energiezuinige LED armaturen. De totale vervangingswaarde van de installatie bedraagt ongeveer € 6 mln.

In onderstaande tabel is het gemeentelijke areaal van verhardingen en openbare verlichting weergegeven met daarbij de vastgestelde kwaliteitsambitie.

Verharding en openbare verlichting Hoeveelheid Structuurelement
Bedrijventerrein Begraafplaats Buitengebied Centrum Groengebied Hoofdstructuur Woongebied
Rijbanen 204 ha Basis Basis Basis Basis Basis Basis Basis
Parkeerstroken / overig 17 ha Basis Basis Basis Basis Basis Basis Basis
Fietspaden 26 ha Basis N.v.t. Basis Basis Basis Basis Basis
Voetpaden 34 ha Basis Basis Basis Basis Basis Basis Basis
Openbare verlichting 4.121 stuks Basis Basis Basis Basis Basis Basis Basis
Vastgelegde kwaliteitsambitie (CROW) in overeenstemming met het Beeldkwaliteitsplan Beheer Openbare Ruimte 2021-2025

Toekomst

Uit de laatste inspectie is naar voren gekomen dat het areaal er op plaatsen onvoldoende bijligt. Op deze plekken zijn schadebeelden geconstateerd die conform de verwachte levensduur van de betreffende wegvakken niet zijn voorzien. Deze schades zijn voornamelijk aangetroffen op de wegen in het westen van de gemeente (veengronden) en zijn gerelateerd aan de lange droge periodes van de afgelopen jaren. Voor het aanpakken van deze schades zijn met het vaststellen van het Beeldkwaliteitsplan aanvullende middelen beschikbaar gesteld. We blijven de schadebeelden nauwlettend monitoren en voeren proeven uit om ervaring op te doen met lichtere wegen. 

Riolering

Terug naar navigatie - Riolering

Kerncijfers

De gemeente is voor een (groot) deel verantwoordelijk voor de inzameling, transport en verwerking van afvalwater, hemelwater en grondwater. Hiervoor zijn drie verschillende systemen in de gemeente aanwezig: vrijvervalriolering, drukriolering en individuele systemen voor de behandeling van afvalwater (IBA's). Van de vrijvervalriolering bestaat nog ongeveer 70% uit een gemengd systeem. Bij de rest is sprake van scheiding tussen hemelwater (HWA) en afvalwater (DWA). Het totale systeem vertegenwoordigt een geschatte waarde van € 150 mln.

In de tabel hieronder is een overzicht weergegeven van het volledige areaal.

Riolering Hoeveelheid
Vrijvervalriolering 215.003 m1
Putten 4.582 stuks
Straatkolken 10.796 stuks
Bergbezinkvoorzieningen 5 stuks
Overstorten 34 stuks
Drukriolering / persleiding 137.082 m1
Minigemalen 522 stuks
Opvoer- / tussengemalen 28 stuks
Gemalen overig 8 stuks
IBA-systeem (individuele behandeling afvalwater)* 112 stuks
* 21 IBA's zijn in beheer bij het Wetterskip Fryslan

Kwaliteitsambitie

Het gewenste kwaliteitsniveau van de installatie is vastgelegd in het Watertakenprogramma 2020-2025. Met het voortzetten van het huidige beleid wordt de installatie op de vastgestelde niveaus onderhouden.

Areaal Structuurelement
Centrum Woongebied Bedrijventerrein Buitengebied
Afvalwater Inzameling Hoog > Basis Hoog > Basis Hoog > Basis Basis
Transport Basis > Hoog Basis > Hoog Basis > Hoog Basis > Hoog
Hemelwater Inzameling (overtollig) Basis > Hoog Basis > Hoog Basis > Hoog Basis
Verwerking (in riolering) Basis Basis Basis Basis
Verwerking (in openbare ruimte) Basis Basis Basis Basis
Grondwater Inzameling Basis Basis Basis Basis
Verwerking Basis Basis Basis Basis
Vastgelegde kwaliteitsambitie (CROW) in overeenstemming met het Watertakenprogramma 2020-2025

Toekomst

De voorziening geeft voldoende dekking voor de uitvoering van de gestelde ambities. Bij de te nemen onderhoudsmaatregelen wordt rekening gehouden met de klimaatverandering. Gestreefd wordt naar het voorkomen of beperken van wateroverlast en hittestress. In 2024 wordt verder gewerkt aan een nieuw Watertakenprogramma voor de periode vanaf 2025.

Vaarwegen en kunstwerken (water)

Terug naar navigatie - Vaarwegen en kunstwerken (water)

Kerncijfers en kwaliteitsambitie

In de gemeente liggen twee grote vaarroutes. De civiele kunstwerken die hierbij horen zijn deels in beheer en eigendom van de gemeente. Daarbuiten zijn diverse (kleinere) civiele kunstwerken. Van drie tunnels die in eigendom zijn van de Provincie Fryslân of Rijkswaterstaat heeft de gemeente het dagelijkse beheer. Het totale areaal vertegenwoordigd een vervangingswaarde van ongeveer € 55 mln.

In onderstaande tabel is het gemeentelijke areaal voor de civiele kunstwerken weergegeven met daarbij de vastgestelde kwaliteitsambitie.

Civiele kunstwerken Hoeveelheid Structuurelement
Bedrijventerrein Begraafplaats Buitengebied Centrum Groengebied Hoofdstructuur Woongebied
Bruggen (vast) 31 stuks Basis N.v.t. Basis Basis N.v.t. Basis Basis
Bruggen (hout) 85 stuks N.v.t. N.v.t. Basis N.v.t. Basis Basis Basis
Bruggen (beweegbaar) 17 stuks N.v.t. N.v.t. Basis Basis N.v.t. Basis Basis
Vaarrecreatieve voorzieningen 33 stuks Basis N.v.t. Basis N.v.t. N.v.t. N.v.t. Basis
Waterwerken 7 stuks N.v.t. N.v.t. Basis Basis N.v.t. N.v.t. N.v.t.
Tunnels* 7 stuks N.v.t. N.v.t. Basis N.v.t. N.v.t. N.v.t. N.v.t.
Kademuren 6838 m1 Basis N.v.t. Basis Basis N.v.t. N.v.t. Basis
Beschoeiingen 5791 m1 N.v.t. N.v.t. Basis N.v.t. Basis N.v.t. Basis
Vastgelegde kwaliteitsambitie (CROW) in overeenstemming met het Beeldkwaliteitsplan Beheer Openbare Ruimte 2021-2025
*Van drie tunnels heeft de gemeente het dagelijks beheer. Het eigendom ligt bij de Provincie Fryslân of Rijkswaterstaat

Toekomst

Voor kunstwerken is geen verwachte vervangingspiek. Tot en met 2040 betreft de theoretische vervanging circa €19 mln. Op dit moment is er geen sprake van kapitaalvernietiging aan vaste en houten bruggen. 

Groen

Terug naar navigatie - Groen

Kerncijfers en kwaliteitsambities

Opsterland is een groene gemeente met een diversiteit aan openbaar groen. De werkzaamheden aan het openbaar groen worden deels uitgevoerd door de eigen dienst en Caparis.

In onderstaande tabel is het gemeentelijke areaal voor groen weergegeven met daarbij de vastgestelde kwaliteitsambitie.

Openbaar groen Hoeveelheid Structuurelement
Bedrijventerrein Begraafplaats Buitengebied Centrum Groengebied Hoofdstructuur Woongebied
Bomen 51.337 stuks Basis (bio) Basis (bio) Basis (bio) Basis (bio) Basis (bio) Basis (bio) Basis (bio)
Natuurlijke beplanting 9.600 are Laag (bio) Basis (bio) Laag (bio) Basis (bio) Laag (bio) Laag (bio) Basis (bio)
Cultuurlijke beplanting 702 are Laag Hoog Laag Basis Basis Basis Basis
Hagen 106 are Basis Hoog Laag Basis Laag Basis Basis
Gras 30.338 are Laag (bio) Hoog Laag (bio) Basis Laag (bio) Laag (bio) Laag (bio)
Bermen Basis (bio) Basis (bio) Basis (bio) N.v.t. Basis (bio) Basis (bio) Basis (bio)
Watergangen (waterlopen en sloten) 442 km Basis (bio) Basis (bio) Basis (bio) Basis (bio) Basis (bio) Basis (bio) Basis (bio)
Watervlakte (vijvers) 1.423 are Basis (bio) Basis (bio) Basis (bio) Basis (bio) Basis (bio) Basis (bio) Basis (bio)
Parkmeubilair 559 stuks Basis Hoog Basis Basis Basis Basis Basis
Op basis van de CROW-kwaliteitsnorm zoals vastgesteld in het Beeldkwaliteitsplan Beheer Openbare Ruimte 2021-2025

Gebouwen

Terug naar navigatie - Gebouwen

Kerncijfers en beheer

De gemeente heeft divers vastgoed in eigendom en beheer en heeft een herbouwwaarde van circa € 63 mln. Het grootste deel (90%) van de gebouwen wordt onderhouden op basis van de kwaliteit ‘instandhouding’. Dit betekent dat aan de gebouwen werkzaamheden worden verricht om het gebouw te behouden in de staat waarin het zich bevindt. Deze gebouwen voldoen wat betreft het onderhoud aan de gestelde bestekskwaliteit. De overige gebouwen (10%) zijn niet meer in gebruik of zullen binnenkort niet meer in gebruik zijn en worden verkocht of gesloopt. Aan deze gebouwen wordt het minimaal noodzakelijke onderhoud gepleegd. Deze gebouwen zijn meestal al geheel afgeschreven, indien dit niet het geval is, is de boekwaarde lager dan de marktwaarde.

Voor het planmatig onderhoud van de gemeentelijke gebouwen is een voorziening beschikbaar. Er is jaarlijks een zodanige dotatie aan de voorziening dat deze toereikend is voor het gemiddelde van het planmatig onderhoud voor de komende 10 jaar.

In onderstaande tabel is het gemeentelijke areaal voor gebouwen weergegeven.

Gemeentelijk vastgoed
Functieomschrijving Aantal
Bedrijfsvoering 11
Maatschappelijk 15
Monumentaal 8
Voormalige scholen en leegstaande gebouwen 2
Dorpshuizen 7
Overig 9
Totaal 52

Toekomst

Overbodig vastgoed wordt afgestoten (sloop of verkoop). Voor het in stand houden van de gemeentelijke gebouwen is een voorziening beschikbaar.

Financiering

Financiering

Terug naar navigatie - Financiering

Inleiding

Deze paragraaf gaat over de taken financiering, cashmanagement en renterisicobeheer. Deze taken hebben als doel de gemeente te voorzien van voldoende vreemd vermogen tegen zo laag mogelijke kosten en de gemeente te beschermen tegen ongewenste financiële risico’s.

Beleid ten aanzien van het risicobeheer van de financieringsportefeuille

In de financiële verordening heeft de raad het college bestuurlijk mandaat gegeven voor het uitoefenen van de financieringsfunctie. Het college zorgt daarbij voor:

  1. Het aantrekken van voldoende financiële middelen en het uitzetten van tijdelijke overtollige gelden;
  2. Het beheersen van de risico’s verbonden aan de financieringsfunctie, zoals renterisico’s, koersrisico’s en kredietrisico’s.
  3. Het beperken van de kosten van leningen en het bereiken van voldoende rendement op uitzettingen.
  4. Het beperken van de interne verwerkingskosten en externe kosten bij het beheren van de geldstromen en financiële posities.

Kaderstellende documenten

Financiële verordening ex artikel 212 Gemeentewet (2017).
Beleidskader reserves en voorzieningen (2016).

Rentelasten, rentebaten, renteverdeling

De door de gemeente betaalde en ontvangen rente wordt per saldo verantwoord op Algemene dekkingsmiddelen.

Financieringsbehoefte

De financieringsbehoefte is vastgesteld op basis van ongewijzigd beleid. Voor komend jaar wordt niet verwacht dat er een nieuwe langlopende lening aangetrokken hoeft te worden.

Renteverwachtingen 2024

Een belangrijke variabele bij de uitvoering van het financieringsbeleid is de toekomstige renteontwikkeling. De keuze tussen korte en lange looptijden wordt mede bepaald door de verwachte renteontwikkelingen. Het gewogen gemiddelde rentepercentage in 2024 is 0,51% (2023 0,52%).

Renterisicobeheer

Het renterisico is het volume aan uitstaande schuld, dat aan renteherziening onderhevig is. De wetgever heeft in de Wet financiering decentrale overheden (Fido) eisen gesteld aan het renterisico dat een gemeente in enig jaar mag lopen. Deze eisen komen tot uitdrukking in de kasgeldlimiet (voor leningen met een looptijd tot 1 jaar) en de renterisiconorm (voor leningen met een looptijd vanaf 1 jaar). Het college zorgt ervoor dat de gemeente verantwoord en goedkoop financiert binnen de gegeven normen.

Kasgeldlimiet
De kasgeldlimiet houdt in, dat maximaal 8,5% van de totale begroting met kort geld gefinancierd mag zijn. Voor 2024 is dit voor onze gemeente maximaal € 8,1 miljoen (2023 € 7,2 miljoen). Normaliter wordt getracht tot aan de kasgeldlimiet via kortlopende leningen te financieren omdat de rente voor kortlopende leningen lager is dan die van langlopende leningen. Eind 2020 hebben we echter een langlopende lening afgesloten waardoor we verwachten in 2024 geen kortlopende lening te hoeven afsluiten.

Renterisiconorm
De renterisiconorm houdt in dat maximaal 20% van het totaal van de begroting aan een renteherziening onderhevig mag zijn. Dit betekent dat we maximaal over € 19 miljoen (2023 € 17 miljoen) renterisico mogen lopen. Het totaal op de langlopende leningen af te lossen bedrag in 2024 bedraagt € 3,8 miljoen (gelijk aan 2023). We voldoen aan de renterisiconorm.

Renteschema
Er is voor 2024 geen rente geen toegerekend aan de verschillende taakvelden op basis van de boekwaarde van de activa. Dit doordat het verplicht schatkistbankieren op dit moment meer oplevert dan dat we kwijt zijn aan de rentes voor de lopende leningen. Deze situatie is van tijdelijke aard door de geplande investeringen in de komende jaren. Rente aan het grondbedrijf is toegerekend op basis van het gewogen gemiddelde rentepercentage afgezet tegen de waarde van de bouwgrondexploitaties.

Liquiditeiten

Ook in de toekomst zullen wij een beroep moeten blijven doen op de kapitaalmarkt. Aan de hand van de vastgestelde begroting 2024 wordt een meerjarige liquiditeitenplanning opgesteld. Op deze wijze hebben we sturing op onze financieringsbehoefte en de daaraan verbonden kosten.

Schatkistbankieren
Door de wet over schatkistbankieren zijn de decentrale overheden verplicht het grootste deel van hun liquide middelen aan te houden in de schatkist. De hoogte van deze drempel bedraagt 0,75% van het jaarlijkse begrotingstotaal en bedraagt voor onze gemeente voor 2024 ongeveer € 713.000,- (2023 ongeveer € 636.000).

x € 1.000
Renterisico vaste schuld over de jaren 2023 t/m 2026 2024 2025 2026 2027
Omvang begroting (stand primaire begroting) 95.126 92.879 84.236 84.098
Grondslagpercentage 20% 20% 20% 20%
Renterisiconorm 19.025 18.576 16.847 16.820
Renteherziening 0 0 0 0
Aflossingen 3.800 3.800 1.800 1.800
Rente risico 3.800 3.800 1.800 1.800
Toets renterisico
Renterisiconorm 19.025 18.576 16.847 16.820
Totaal rente risico 3.800 3.800 1.800 1.800
Ruimte (+)/Overschrijding (-) 15.225 14.776 15.047 15.020
x € 1.000
Renteschema begroting 2024
a. Werkelijke lasten over de korte en lange financiering 182
b. Werkelijke externe rentebaten (idem) 182
Saldo rentelasten en rentebaten 0
c1. Werkelijke rente die aan de grondexploitatie moet worden doorgerekend -2
c2. Werkelijke rente van projectfinanciering 0
c3. Werkelijke rentebaat van doorverstrekte leningen indien daar een specifieke 0
lening voor is aangetrokken (=projectfinanciering)
-2
Aan taakvelden toe te rekenen externe rente 2
d1. Werkelijke rente over eigen vermogen 0
d2. Werkelijke rente over voorzieningen 0
Totaal aan taakvelden toe te rekenen rente 2
e. De aan taakvelden werkelijke toegerekende rente 0
Verschil 2

Bedrijfsvoering

Bedrijfsvoering

Terug naar navigatie - Bedrijfsvoering

De hoofdpunten van beleid worden beschreven in de programma’s van de begroting. Het realiseren van die beleidsdoelen kan alleen met de inzet van diverse middelen als personele inzet, financiële middelen en administratie, communicatie, ICT, onderzoek, informatievoorziening en archivering, juridische adviezen, inkoop, huisvesting en andere ondersteunende faciliteiten. De inzet dient effectief, efficiënt en integer te zijn.

De bedrijfsvoering en de ontwikkeling daarvan hangt nauw samen met vraagstukken rondom sturing en control. Met de woorden: "zijn we in control” wordt bedoeld of de besturing van de ambtelijke organisatie beheerst wordt. Lopen de processen zoals ze moeten lopen en zijn ze efficiënt ingericht, worden de processen en de kosten beheerst en zijn (financiële) risico’s benoemd, zijn risicobeheersmaatregelen tijdig getroffen, zijn de te behalen resultaten helder en smart geformuleerd, boeken we de resultaten die zijn afgesproken, wordt er op de juiste momenten verantwoording afgelegd? Al deze zaken hebben permanent aandacht.

Bedrijfsvoering gaat daarnaast ook over innovatie: kunnen we de processen slimmer organiseren en kan het beter en goedkoper? In deze paragraaf wordt inzicht gegeven in de belangrijkste ontwikkelingen die in de gemeentelijke bedrijfsvoering spelen.

Kaderstellende documenten

Terug naar navigatie - Kaderstellende documenten

Organisatiebesluit (2021)
OWO-Visie (2021)
Inkoop en aanbestedingsbeleid OWO 2018 (2018-16078)
Uitvoeringsnotitie inkoop en aanbestedingen 2021
Normenkader rechtmatigheid (wordt jaarlijks door het college vastgesteld)
Bestuursovereenkomst OWO 2015 (2016-13886)

Accountantscontrole en rechtmatigheid

Terug naar navigatie - Accountantscontrole en rechtmatigheid

De raad heeft een kaderstellende rol met betrekking tot de accountantscontrole. In het Besluit accountantscontrole decentrale overheden staan de wettelijke goedkeurings- en rapporteringstoleranties in een percentage van de omvangsbasis (de totale lasten van de gemeente) vermeld. De raad kan een lager percentage voor deze toleranties vaststellen. De uitgangspunten voor de accountantscontrole 2023 zijn ongewijzigd ten opzichte van voorgaande jaren:

De goedkeuringstolerantie is vastgesteld op de wettelijke norm van 1% voor fouten en 3% voor onzekerheden.
De rapporteringstolerantie is vastgesteld op 0,5% voor fouten en 1,5% voor onzekerheden.

Overige uitgangspunten zijn:

1. Budgetrecht raad

Als blijkt dat het door de raad geautoriseerde budget onvoldoende is dan doet het college voorstellen aan de raad voor aanvullende budgettaire ruimte. Deze stap is niet nodig als hiervoor door het college dekking wordt gevonden binnen het programma. Als de uitgave echter inhoudelijk niet overeenkomt met de doelstellingen van de raad, dan moet het college dit alsnog ter besluitvorming voorleggen aan de raad. Mutaties worden elk jaar bij de Perspectiefbrief gemeld, waarbij het college een voorstel aan de raad overlegt tot het wijzigen van de lopende begroting.

2. Normenkader

Het normenkader bestaat uit alle wet- en regelgeving, die van belang zijn voor de accountantscontrole. Het normenkader per 31 december wordt jaarlijks door het college vastgesteld en ter kennis van de raad gebracht.

3. Controleplan

Het controleplan van de accountant wordt met de auditcommissie van de raad afgestemd. Met het vaststellen van de begroting worden ook de bovenvermelde uitgangspunten voor de accountantscontrole vastgesteld.

Vanaf 2023 moet het college van B&W een verantwoording opnemen in de jaarstukken over de rechtmatigheid. De eerste keer zal dit plaatsvinden in 2024 over de jaarstukken van 2023. Er zijn meerdere wijzigingen nodig, zoals het vaststellen van een verantwoording- en rapportagegrens. De wijzigingen zullen in vernieuwde verordeningen door de raad vastgesteld worden.

Informatiebeveiliging

Terug naar navigatie - Informatiebeveiliging

De gemeente heeft een grote hoeveelheid aan informatie van onder andere inwoners, burgers, medewerkers en samenwerkingspartners. Informatie is een van de belangrijkste bedrijfsmiddelen van de gemeente. Het beschermen van deze informatie is van groot belang in de huidige digitale samenleving. De ontwikkelingen in de digitale wereld vragen om een continue doorontwikkeling van onze informatiebeveiliging. Met het oog op de toekomst wordt in 2024 het strategische informatiebeveiligingsbeleid herzien. Hierin wordt de nadruk gelegd op de (door)ontwikkeling van toekomstbestendig (afdelingsspecifiek)beleid, procedures en werkprocessen op het gebied van informatiebeveiliging.

Als gemeente werken we met de Baseline Informatiebeveiliging Overheid (BIO). De BIO bestaat uit een stelsel van maatregelen op organisatorisch, fysiek en technisch gebied en geldt voor de gehele overheid. Daarnaast zijn er specifieke wetten die eisen stellen op het gebied van privacy en informatiebeveiliging, zoals: de Wet basisregistratie personen (BRP), de Paspoortuitvoeringsregeling Nederland (PUN), de Wet structuur uitvoeringsorganisatie werk en inkomen (Suwinet). De eisen uit de BIO, aangevuld met eisen uit specifieke nationale wetten & Europese richtlijnen en verordeningen, dienen als basis voor de ontwikkeling van nieuw beleid voor de gemeente op het gebied van informatiebeveiliging.

ENSIA-audit
Door middel van de ENSIA-audit zijn we als gemeente in staat om te kijken hoe de organisatie ervoor staat op het gebied privacy en informatiebeveiliging. De audit wordt jaarlijks uitgevoerd en bestaat voor een deel uit een zelfevaluatie en voor een deel uit een toetsing door een externe IT-auditor. Door het verkrijgen van zicht op de stand van zaken kunnen concrete acties worden gesteld om de beveiliging van de informatie van onze inwoners verder te versterken. ENSIA sluit aan op de gemeentelijke planning & control-cyclus en heeft tot doel het verantwoordingsproces over informatieveiligheid bij gemeenten verder te professionaliseren. Ook in 2024 wordt de ENSIA-audit uitgevoerd. De toetsing van de externe IT-auditor wordt uitgebreider voor een vijftal DigiD-normen. De gemeente speelt in op deze ontwikkelingen door beleid en werkprocessen te herzien en/of aan te vullen.

Rekenkamercommissie Opsterland

Terug naar navigatie - Rekenkamercommissie Opsterland

De Rekenkamercommissie heeft als taak het onderzoeken van de doeltreffendheid, doelmatigheid en rechtmatigheid van het door de gemeente vastgestelde beleid en de uitvoering van het beleid. De Rekenkamercommissie is volledig onafhankelijk.

Voor 2024 zal de Rekenkamercommissie een onderzoeksprogramma aan de raad voorleggen.

Openbaarheidsparagraaf

Inleiding

Terug naar navigatie - Inleiding

Per 1 mei 2022 is de Wet open overheid (Woo) inwerking getreden. De wet is bedoeld om overheidsorganisaties transparanter te maken en dat moet ervoor zorgen dat overheidsinformatie beter vindbaar en uitwisselbaar is. Het grote verschil tussen de Woo en de Wob betreft de actieve openbaarmaking van documenten behorende tot 11 informatiecategorieën. Dat is een belangrijke aanvulling op de Wob.

De Woo kent enkele doelstellingen waarvan de belangrijkste onderstaand zijn weergegeven:
1.  Actieve openbaarmaking. Hieronder valt het actief openbaar maken van informatie uit eigen beweging.
2.  Passieve openbaarmaking (Woo-verzoeken). Met de inwerkingtreding van de Woo is de afhandelingstermijn op Woo-verzoeken verkort. Feitelijk betekent dit dat Woo-verzoeken nu binnen 6 weken afgehandeld moeten worden in plaats van 8 weken die er onder de Wob nog voor stonden. Een Woo-verzoek moet daarbij elektronisch kunnen worden ingediend.
3.   Bestuursorganen moeten maatregelen treffen om de duurzame toegankelijkheid van digitale documenten te borgen als randvoorwaarde om uitvoering te geven aan openbaarheid.

Wat hebben we gedaan?

Terug naar navigatie - Wat hebben we gedaan?

In 2023 werden de eerste stappen gezet ten behoeve van de Woo-implementatie. In 2023 zijn de wettelijke kaders van het niveau basis ingericht zoals het instellen van een Woo-coördinator. Daarnaast is er anonimiserings-software aangeschaft die bij het verwerken van Woo-verzoeken nu gebruikt wordt; niet alle informatie is namelijk openbaar, zeker omdat er bijvoorbeeld tevens rekening gehouden dient te worden met de privacy vanuit de AVG.

Wat gaan we doen

Terug naar navigatie - Wat gaan we doen

De focus zal komen te liggen op de implementatie van de actieve openbaarmaking vanuit de informatiecategorieën die in 2024 verplicht worden. Dat betreft dus het Woo-ambitieniveau Basis. We willen echter doorgroeien naar het ambitieniveau Medium, om daarmee nog meer stappen te kunnen zetten t.a.v. de optimalisering van de transparantie. In 2024 zal daarom worden gewerkt aan diverse stappen. Dat betreft onder andere:

- Het onderzoeken welke stukken openbaar gemaakt dienen te worden vanuit zowel het niveau Basis als ook het niveau Medium.
- Het publiceren (actief openbaar maken) van stukken die onder de verplichte informatiecategorieën vallen (niveau Basis).
- Een start maken met het publiceren van overige informatiecategorieën (niveau Medium).
- Onderzoeken van de mogelijkheden die het e-depot biedt. Stukken worden namelijk openbaar zodra ze worden overgebracht naar het e-depot en hoeven dan niet langer of ook nog eens elders gepubliceerd te worden.

Tevens wordt voor inbedding van alle te zetten stappen gezorgd in de drie OWO-organisaties. Dat betreft dan niet alleen het uitvoering geven aan de verplichtingen, maar zeker ook het communiceren over de verplichtingen die de Woo met zich meebrengt. Als ook het opleiden van medewerkers om hier binnen hun huidige werkzaamheden opvolging aan te kunnen geven. Want de implementatie van een wet als de Woo betreft een cultuurverandering die moet zorgen voor een verandering van een houding van ‘gesloten mits' naar 'open tenzij’.

Verbonden partijen

Verbonden partijen

Terug naar navigatie - Verbonden partijen

Het doel van deze paragraaf

In de verschillende programma’s worden maatschappelijke effecten beoogd die (mede) door externe organisaties worden verwezenlijkt. In een aantal daarvan heeft de gemeente een bestuurlijk en een financieel belang. In deze paragraaf wordt daarvan een overzicht gegeven.

Definitie verbonden partijen

Een verbonden partij is een privaatrechtelijke of publiekrechtelijke organisatie waarin de gemeente een bestuurlijk én een financieel belang heeft.

Van een financieel belang is sprake als:

  • Een aan de verbonden partij ter beschikking gesteld bedrag niet verhaalbaar is als de verbonden partij failliet gaat.
  • De gemeente voor bedragen aansprakelijk kan worden gesteld als de verbonden partij haar verplichtingen niet nakomt.

Van een bestuurlijk belang is sprake als de gemeente zeggenschap heeft, hetzij door vertegenwoordiging in het bestuur, hetzij door stemrecht. Dit betekent concreet dat er sprake is van een bestuurlijk belang als de burgemeester, een wethouder of een raadslid van de gemeente namens de gemeente in het bestuur van de partij plaatsneemt of namens de gemeente stemt.

 Visie op en de beleidsvoornemens betreffende verbonden partijen

De gemeente heeft met het oog op het beperken van regelgeving geen afzonderlijke Kadernota verbonden partijen vastgesteld. Visie en beleid op verbonden partijen zijn daarom terug te vinden in deze paragraaf. De gemeente voert overheidstaken uit en wil doelen bereiken in de samenleving. Dit moet effectief en efficiënt. In een aantal gevallen kan de gemeente deze taken en doelen niet of moeilijk zelf uitvoeren en is er een noodzaak om met andere gemeenten, provincie of waterschap samen te werken. De gemeente Opsterland voert hierbij een terughoudend beleid. Verbonden partijen worden alleen aangegaan als dit door de wet verplicht wordt gesteld of als er een ondubbelzinnig gemeentelijk belang is, gerelateerd aan grensoverschrijdende belangen en/of de kwaliteit en efficiëntie van de uitvoering van de taken.

Bij deelname aan een verbonden partij moet aan de volgende voorwaarden worden voldaan:

  1. De op te richten verbonden partij moet bij uitstek het instrument zijn om het gemeentelijke doel te realiseren.
  2. Er moet een gedegen afweging plaatsvinden met betrekking tot de vorm van de verbonden partij (praktisch en beperken van bestuurlijke drukte).
  3. De verdeling van taken, verantwoordelijkheden en bevoegdheden moet helder en duaal omschreven worden.
  4. Bij het aangaan van verbonden partijen moet volstrekte duidelijkheid bestaan over zaken als werkwijze, zeggenschapsverhoudingen, winst- en risicoverdeling en te leveren (toetsbare) prestaties.
  5. Er moeten duidelijke afspraken worden gemaakt over de inzichtelijkheid en beheersbaarheid van (financiële) risico’s.
  6. Er moeten voldoende waarborgen in de regeling worden opgenomen voor democratische legitimatie (bij overdracht raadsbevoegdheden) en voor controle en beïnvloeding door o.a. inzichtelijke en transparante begrotingen en verantwoordingen, het verstrekken van relevante en adequate informatie (nieuwsbrieven en tussenrapportages) en door controlemechanismen als financiële adviescommissies en rekenkameronderzoek.

 Kaderstellende documenten

De diverse gemeenschappelijke regelingen en daaraan ten grondslag liggende collegebesluiten en raadsbesluiten.

Overzicht verbonden partijen

Terug naar navigatie - Overzicht verbonden partijen

Lijst verbonden partijen

  • Gemeenschappelijke regelingen:
    • Veiligheidsregio Fryslân te Leeuwarden
    • Fryske Utfieringstsjinst Miljeu en Omjouwing (FUMO) te Grou
    • Sociale werkvoorziening Fryslân te Drachten
    • Recreatieschap De Marrekrite te Leeuwarden
    • Adviescommissie Ruimtelijke Kwaliteit (voorheen Hûs en Hiem) te Leeuwarden
    • Exploitatiemaatschappij Bedrijvenpark Drachten te Drachten
  • Vennootschappen:
    • Caparis NV te Drachten
    • NV Afvalsturing Fryslân
    • NV Fryslân Miljeu
    • NV Bank Nederlandse Gemeenten te Den Haag
    • BV Publiek Belang Elektriciteitsproductie te Den Bosch
    • CSV Amsterdam BV Den Bosch
Veiligheidsregio Fryslân
Rechtsvorm Gemeenschappelijke regeling
Vestigingsplaats Leeuwarden
Deelnemende partijen De Friese gemeenten
Bestuurlijk belang Samenwerkingsverband van de Friese gemeenten, Brandweer Fryslân, GGD Fryslân en andere partners. Ze werken samen op de terreinen van publieke gezondheidszorg, brandweerzorg, geneeskundige hulpverlening bij ongevallen en rampen, rampenbestrijding en crisisbeheersing. Bevorderen van de multidisciplinaire samenwerking en de coördinatie in de uitvoering van de rampenbestrijding en crisisbeheersing. Het instandhouden en beheren van een gemeenschappelijke meldkamer en tot slot het zijn van een platvorm voor samenwerking voor aan hulpverlening gelieerde diensten, partners, dan wel organisaties en andere openbare lichamen.
Zeggenschap 3,70%
Financieel belang Bijdrage 2024 € 3.408
x € 1.000 Bijdrage 2023 € 3.176
Verwacht eigen vermogen 1-1-2024 € 7.801
x € 1.000 31-12-2024 € 7.000
Verwacht vreemd vermogen 1-1-2024 € 80.075
x € 1.000 31-12-2024 € 86.445
Vewacht financieel resultaat 2024 € 0
Risico's De risico’s zijn in beginsel niet heel groot. Wel is er een inherent risico bij een gemeenschappelijke regeling dat alle deelnemers moeten bijspringen bij eventuele tekorten.
Programma 1 Veiligheid; 4 Onderwijs; 6 Sociaal domein; 7 Volksgezondheid en milieu
Portefeuillehouder Andries Bouwman
Fryske Utfieringstsjinst Miljeu en Omjouwing (FUMO)
Rechtsvorm Gemeenschappelijke regeling
Vestigingsplaats Grou
Deelnemende partijen De Friese gemeenten, de provincie Fryslân en het Wetterskip Fryslân
Bestuurlijk belang Deelname aan de FUMO is wettelijk verplicht gesteld voor alle Friese gemeenten. Hiermee wordt beoogd de uitvoering van de milieuregelgeving te professionaliseren, te uniformeren en de afstemming met andere handhavingspartners (Justitie) te verbeteren. In het basistakenpakket is vastgelegd voor welke activiteiten (van bedrijven en instellingen) de FUMO haar werkzaamheden moet uitvoeren. De gemeente blijft het bevoegd gezag. De FUMO voert voor de gemeente gedeeltelijk het omgevingsrecht uit: de vergunningverlening en het toezicht van het milieucomponent van grote en complexe bedrijven en instellingen.
Zeggenschap Het aantal stemmen is afhankelijk van de financiële bijdragen van de deelnemers en wordt jaarlijks vastgesteld. Opsterland heeft op dit moment 1 stem van de 75 (1,33%).
Financieel belang Bijdrage 2024 € 313.273
Bijdrage 2023 € 318.202
Verwacht eigen vermogen 1-1-2024 € 1.400
x € 1.000 31-12-2024 € 1.400
Verwacht vreemd vermogen 1-1-2024 € 0
x € 1.000 31-12-2024 € 0
Vewacht financieel resultaat 2024 € 0
Risico's Er is een inherent risico bij een gemeenschappelijke regeling dat alle deelnemers moeten bijspringen bij eventuele tekorten.
Programma 7 Volksgezondheid en milieu; 8 Bouwen, wonen en gronden
Portefeuillehouder Marcel van Opzeeland
Sociale werkvoorziening Fryslân
Rechtsvorm Gemeenschappelijke regeling
Vestigingsplaats Drachten
Deelnemende partijen Achtkarspelen, Heerenveen, Leeuwarden, Ooststellingwerf,Weststellingwerf, Opsterland, Smallingerland en Tytsjerksteradiel
Bestuurlijk belang Vanaf 1-1-2020 zijn de activiteiten van de GR veranderd waarbij er geen sprake meer is van de uitvoering van de WSW. Door de gemeente is een dienstverleningsovereenkomst afgesloten met Caparis voor de uitvoering van deze activiteiten. Vanaf 2020 is daarom ook geen bijdrage aan de GR meer.
Zeggenschap 12,50%
Financieel belang Bijdrage 2023 opgenomen bij Caparis NV
Bijdrage 2022 opgenomen bij Caparis NV
Verwacht eigen vermogen 1-1-2024 € 0
x € 1.000 31-12-2024 € 0
Verwacht vreemd vermogen 1-1-2024 € 3.397
x € 1.000 31-12-2024 € 3.420
Vewacht financieel resultaat 2024 € 0
Risico's Het risico voor de GR bestaat, dat Caparis in staat moet zijn om aan de vereiste aflossingsverplichtingen te kunnen voldoen en dat bij ingebrekestelling de waarde van de verkregen zekerheden niet toereikend is voor het aflossen van de financiering. Wel blijven we aansprakelijk voor mogelijke tekorten op de bedrijfsvoering die ontstaan bij de NV. Door ons geringe aandeel in de nieuwe NV blijft het risico qua omvang beperkt.
Programma 6 Sociaal domein
Portefeuillehouder Libbe de Vries
Recreatieschap De Marrekrite
Rechtsvorm Gemeenschappelijke regeling
Vestigingsplaats Leeuwarden
Deelnemende partijen Provincie Fryslân en 13 Friese gemeenten
Bestuurlijk belang Het behartigen van de gemeenschappelijke belangen van 13 deelnemende Friese gemeenten (excl. Ooststellingwerf en de vier eilanden) en de provincie Fryslân met als doel een uniforme, toeristische recreatieve infrastructuur op water en land te bewerkstelligen. Voor waterrecreatie betreft dit onderhoud en beheer van aanlegvoorzieningen, boeien en bakens, het baggeren van waterwegen en de afvoer van recreatieafval. Voor landrecreatie worden Toeristische Overstap Punten (TOP's) en het fiets-en wandelknooppuntennetwerk beheerd.
Zeggenschap 4,55%
Financieel belang Bijdrage 2024 € 27.921
Bijdrage 2023 € 27.108
Verwacht eigen vermogen 1-1-2024 € 4.240
x € 1.000 31-12-2024 € 3.995
Verwacht vreemd vermogen 1-1-2024 € 3.907
x € 1.000 31-12-2024 € 3.753
Vewacht financieel resultaat 2024 € 9.579
Risico's De risico’s zijn in beginsel niet heel groot. Wel is er een inherent risico bij een gemeenschappelijke regeling dat de deelnemers moeten bijspringen bij eventuele tekorten.
Programma 5 Sport, cultuur en recreatie
Portefeuillehouder Rob Jonkman
Adviescommissie Ruimtelijke Kwaliteit (voorheen Hûs en Hiem)
Rechtsvorm Gemeenschappelijke regeling
Vestigingsplaats Leeuwarden
Deelnemende partijen 17 Friese gemeenten
Bestuurlijk belang De commissie Ruimtelijke Kwaliteit Hûs en Hiem, welstandadvisering en monumentenzorg heeft als doel de gemeenschappelijke belangen van de deelnemende gemeente te behartigen op het gebied van de bouwkunstige, stedenbouwkundige en landschappelijke schoonheid in de provincie Fryslân. Betrokken gemeenten moeten op grond van de nieuwe Omgevingswet een onafhankelijke commissie benoemen die zich uitspreekt over verbouwingen, sloop of verplaatsing van rijksmonumenten. Daarnaast adviseert deze commissie ook over meer kwaliteitsvragen dan monumenten alleen.
Zeggenschap 3,85%
Financieel belang Voor de dienstverlening biedt de gemeente geen vergoeding aan deze GR. Leges die de GR bij de gemeente in rekening brengt worden één op één doorberekend naar de aanvrager.De GR is budgetneutraal.
Eigen vermogen 1-1-2024 € 338.222
31-12-2024 € 338.222
Vreemd vermogen 1-1-2024 € 443.000
31-12-2024 € 421.000
Vewacht financieel resultaat 2024 € 0
Risico's De risico’s zijn in beginsel niet heel groot. Wel is er een inherent risico bij een gemeenschappelijke regeling dat alle deelnemers moeten bijspringen bij eventuele tekorten.
Programma 8 Bouwen, wonen en gronden
Portefeuillehouder Marcel van Opzeeland
Exploitatiemaatschappij Bedrijvenpark Drachten
Rechtsvorm Gemeenschappelijke regeling
Vestigingsplaats Drachten
Deelnemende partijen Gemeenten Opsterland en Smallingerland
Bestuurlijk belang Het te behartigen belang is het ontwikkelen en exploiteren van het bedrijvenpark Drachten en het verzorgen van een optimale afstemming van alle hiermee samenhangende aspecten en bevoegdheden van de beide deelnemers, de gemeenten Smallingerland en Opsterland.
Zeggenschap 50%
Financieel belang Er wordt geen exploitatiebijdrage betaald. De activiteiten binnen de GR worden door medewerkers van de beide gemeenten verricht.
Eigen vermogen 1-1-2022 € 6.044
(x1.000) 31-12-2022 € 5.532
Vreemd vermogen 1-1-2022 € 2.260
(x1.000) 31-12-2022 € 2.947
Financieel resultaat 2022 € 551
(x1.000)
Risico's De prognoses van de resultaten zijn gebaseerd op aannames (restant looptijd, tempo van verkopen, fasering woonrijp maken). De verwachtingen, waar de resultaten op zijn gebaseerd zijn zo goed mogelijk onderbouwd. Echter hoe langer de looptijd van de exploitatie, hoe minder betrouwbaar de prognoses en dus ook het berekende resultaat zijn. Beide gemeenten zijn op basis van de afgesproken verdeelsleutel aansprakelijk voor eventuele verliezen. We gaan er op basis van de huidige verwachtingen vanuit dat er sprake is van een winstgevende exploitatie.
Programma 3 Economie
Portefeuillehouder Marcel van Opzeeland
Caparis NV
Rechtsvorm Naamloze vennootschap
Vestigingsplaats Drachten
Deelnemende partijen Heerenveen, Leeuwarden,Opsterland, en Smallingerland
Bestuurlijk belang De gemeente Opsterland is aandeelhouder van het sociaal ontwikkelbedrijf Caparis NV. Caparis helpt de gemeente bij de bemiddeling van mensen naar regulier werk of biedt mensen een beschutte werkplek (sociale werkvoorziening, afspraakbanen en beschut werk). De gemeente Opsterland heeft hiervoor dienstverleningsovereenkomsten afgesloten voor de uitvoering van deze activiteiten.
Zeggenschap 12,5% aandelenkapitaal, 25% zeggenschap
Financieel belang Bijdrage 2023 € 3.218
(x1.000) Bijdrage 2022 € 3.162
Eigen vermogen 1-1-2022 € 8.724
(x1.000) 31-12-2022 € 8.174
Vreemd vermogen 1-1-2022 € 21.255
(x1.000) 31-12-2022 € 20.696
Financieel resultaat 2022 € -550
(x1.000)
Risico's Caparis NV is omgevormd naar een sociale onderneming. We blijven aansprakelijk voor mogelijke tekorten op de bedrijfsvoering die ontstaan bij de NV. Door ons geringe aandeel (12,5%) in de nieuwe NV blijft het risico qua omvang beperkt. Onze invloed wordt wel groter omdat in de nieuwe NV de vier eigenaren elk een gelijke stem krijgen.
Ontwikkelingen Caparis wil hét Talentbedrijf van Fryslân worden. De komende jaren ligt het accent op drie centrale thema’s: talentontwikkeling, rendement en leiderschap. Doelstelling is om in 2030 het eerste circulaire talentbedrijf van Nederland te zijn. Door de nieuwe cao Sociale Werkvoorziening (SW) kunnen medewerkers nog eerder met vroegpensioen, waardoor de krimp van de voormalige sociale werkvoorziening nog harder gaat. Om blijvend ontwikkelkansen te geven aan zowel de nieuwe doelgroep vanuit de Participatiewet als de huidige sociale werkvoorziening-medewerkers is instroom van nieuwe doelgroepen (zowel afspraakbanen als beschut werk) noodzakelijk om de infrastructuur overeind te kunnen houden. Hiervoor zijn nieuwe afspraken gemaakt om meer mensen vanuit de Participatiewet bij Caparis te plaatsen. Indien dit niet lukt zullen er andere keuzes moeten worden gemaakt voor de toekomst van Caparis.
Programma 6 Sociaal domein
Portefeuillehouder Rob Jonkman
Omrin: NV Afvalsturing Fryslân (AF) en NV Fryslân Miljeu (FM)
Rechtsvorm Naamloze vennootschap
Vestigingsplaats Leeuwarden
Deelnemende partijen De Friese gemeenten en diverse andere gemeenten
Bestuurlijk belang Omrin :NV Afvalsturing (afvalverwerking) en NV Fryslân Miljeu (inzameling) is het bedrijf van en voor gemeenten voor de reinigingstaken. Zij verwerkt het ingezamelde huishoudelijke afval en exploiteert de gemeentelijke milieustraat. Het bedrijf wil als totaaloplosser, op de meest duurzame wijze, de gehele afvalketen bestrijken (van kringloop tot storten). Samen met de aandeelhouders wordt het beleid bepaald.
Zeggenschap De aandeelhouders hebben zeggenschap via het stemrecht op de aandelen. Opsterland bezit 120 aandelen in de NV Afvalsturing (4,00 %) en 11.381 in de NV Fryslân Miljeu (8,10%).
AF en FM
Financieel belang Bijdrage 2024 (begroot) € 2.715
(x1.000) Bijdrage 2021 (realisatie) € 2.747
NV Afvalsturing Fryslân NV Fryslân Miljeu
Eigen vermogen 1-1-2022 € 64.757 € 11.485
(x1.000) 31-12-2022 € 70.303 € 11.303
Vreemd vermogen 1-1-2022 € 193.129 € 36.816
(x1.000) 31-12-2022 € 189.374 € 34.789
Financieel resultaat 2022 € 7.870 € 1.432
(x1.000)
Risico's De technische beschikbaarheid van de kapitaalintensieve installaties, de beschikbaarheid van afval en de ontwikkelingen op de energiemarkt. De naar verwachting stijgende energieprijzen zullen geen nadelig effect op de exploitatie hebben door de meestijgende opbrengsten. De belangrijkste risico’s zijn beheersbaar en zijn in lijn met het gewenste risicoprofiel van de onderneming. De onderneming heeft een gezonde financiële positie.
Ontwikkelingen Inzetten op het maximaal terugwinnen van grondstoffen en duurzame energie uit afval: door innovatie, door verbetering van voor- en nascheiding en door het aangaan van nieuwe samenwerkingen. Omrin gaat voor circulaire bedrijfsvoering: volledig duurzaam transport, meer biodiversiteit op de bedrijfslocaties en circulaire inkoop en een optimale benutting van de installaties.
Programma 7 Volksgezondheid en milieu
Portefeuillehouder Rob Jonkman
BNG Bank NV
Rechtsvorm Naamloze vennootschap
Vestigingsplaats Den Haag
Deelnemende partijen De Staat, gemeenten, provincies en een hoogheemraadschap
Bestuurlijk belang BNG is de bank van en voor overheden en instellingen voor het maatschappelijk belang. De kerntaak van de BNG is om tegen lage tarieven krediet te verstrekken aan of onder garantie van Nederlandse overheden. Daarmee speelt de bank een essentiële rol in de financiering van door overheden gewenste maatschappelijke investeringen. De bank draagt duurzaam bij aan het laag houden van de kosten van maatschappelijke voorzieningen voor de burger.
Zeggenschap De aandeelhouders hebben zeggenschap in de BNG via het stemrecht op de aandelen. Opsterland bezit 66.651 aandelen (0,12 %).
Financieel belang De gemeente ontvangt jaarlijks dividend. Over 2022 was dit € 166.627,-.
Bijdrage voor verrichte diensten is niet van toepassing.
Eigen vermogen 1-1-2022 € 5.062.000
(x1.000) 31-12-2022 € 4.615.000
Vreemd vermogen 1-1-2022 € 143.995.000
(x1.000) 31-12-2022 € 107.459.000
Financieel resultaat 2022 € 300.000
(x1.000)
Risico's De BNG is een solide bank in handen van overheden met een beperkt statutair werkterrein. Dit biedt financiers vertrouwen. De bank heeft een uitstekende toegang tot financieringsmiddelen tegen scherpe prijzen. De bank heeft een gezonde financiële positie. Bij een faillissement valt het geplaatst/gestort aandelenkapitaal van € 151.225 weg en moeten kosten worden gemaakt om de uitvoering op andere wijze te continueren.
Ontwikkelingen Het fundingsbeleid van de BNG Bank blijft onveranderd gericht op permanente toegang tot de geld- en kapitaalmarkt voor de gewenste looptijden en volumes tegen zo laag mogelijke kosten. Er wordt verwacht dat de toenemende inflatie een drukkend effect zal hebben op de ontwikkeling van de winst. De impact van De oorlog in Oekraïne zal zeker impact hebben, maar de maatschappelijke gevolgen hiervan zijn nog niet goed in te schatten.
Programma 0 Bestuur en ondersteuning
Portefeuillehouder Rob Jonkman
Publiek Belang Elektriciteitsproductie BV
Rechtsvorm Besloten vennootschap
Vestigingsplaats Den Bosch
Deelnemende partijen Enkele gemeenten en provincies (oa. Voormalig aandeelhouders Essent)
Bestuurlijk belang Geen.
Zeggenschap De aandeelhouders hebben zeggenschap via het stemrecht op de aandelen. Opsterland bezit 34.746 aandelen in de PBE (0,02 %).
Financieel belang Bijdrage voor verrichte diensten is niet van toepassing.
Eigen vermogen 1-1-2022 € 1.532.074
31-12-2022 € 1.480.014
Vreemd vermogen 1-1-2022 € 6.925
31-12-2022 € 9.914
Financieel resultaat 2022 € -52.060
Risico's De boekwaarde van de aandelen is verwaarloosbaar, namelijk € 1. Het risico is nihil.
Ontwikkelingen Het voornemen is om de vennootschap in 2022 te ontbinden en dat de resterende liquide middelen kunnen worden uitgekeerd aan de aandeelhouders naar rato van het aandelenbelang. Het risico en daarmee de aansprakelijkheid voor de aandeelhouders is beperkt tot de hoogte van het nominale aandelenkapitaal van deze vennootschap.
Programma 0 Bestuur en ondersteuning
Portefeuillehouder Rob Jonkman
CSV Amsterdam BV
Rechtsvorm Besloten vennootschap
Vestigingsplaats Den Bosch
Deelnemende partijen Enkele gemeenten en provincies (oa. Voormalig aandeelhouders Essent)
Bestuurlijk belang Deze BV is van tijdelijke aard en handelt reserveringen voor risico’s en verstrekte leningen aan derden van het voormalige Essent af.
Zeggenschap De aandeelhouders hebben zeggenschap via het stemrecht op de aandelen. Opsterland bezit 464 aandelen in de BV (0,02 %).
Financieel belang Bijdrage voor verrichte diensten is niet van toepassing.
Eigen vermogen 1-1-2022 € 210.079
31-12-2022 € 312.379
Vreemd vermogen 1-1-2022 € 13.351
31-12-2022 € 22.664
Financieel resultaat 2022 € -102.300
Risico's De boekwaarde van de aandelen is verwaarloosbaar, namelijk € 5. Het risico en daarmee de aansprakelijkheid voor de aandeelhouders is relatief gering en beperkt tot de hoogte van het gestort aandelenkapitaal en het resterend werkkapitaal van deze vennootschap.
Ontwikkelingen
CSV Amsterdam BV; In de algemene Vergadering van Aandeelhouders van 9 april 2020 is ingestemd met het bereikte compromis over de beëindiging van een geschil over vier betwiste claims en een belastingteruggave. Eveneens heeft de AVA ingestemd het uitkeren van de bedragen genoemd in de vaststellingsovereenkomst (onder inhouding van € 150.000 voor aanvulling werkkapitaal) aan de aandeelhouders na rato van het aandelenbelang in CSV. De vennootschap zal voorlopig nog voortbestaan om op eigen kosten en risico namens Deponie Zuid B.V. (vennootschap onder Attero Holding B.V.), in overleg met de aandeelhoudersommissie, het bezwaar en/of beroep te voeren tegen de Belastingdienst ten aanzien van de naheffingsaanslag afvalstoffenbelasting. Op het moment is de vennootschap in afwachting van de reactie van de Belastingdienst op het bezwaar. Afhankelijk van de reactie van de Belastingdienst en de kans van slagen van een gerechtelijke procedure zal in overleg met Aandeelhouderscommissie de procedure al dan niet worden voortgezet. Na afwikkeling van deze bezwaar- en/of beroepsprocedure of eventuele voortijdige beëindiging van deze procedure zal de vennootschap kunnen worden opgeheven en de resterende liquide middelen kunnen worden uitgekeerd aan de aandeelhouders naar rato van het aandelenbelang.Het risico en daarmee de aansprakelijkheid voor de aandeelhouders is relatief gering en beperkt tot de hoogte van het gestort aandelenkapitaal en het resterend werkkapitaal van deze vennootschap.
Programma 0 Bestuur en ondersteuning
Portefeuillehouder Rob Jonkman

Grondbeleid

Grondbeleid

Terug naar navigatie - Grondbeleid

Uitgangspunten

De hoofdlijnen van het grondbeleid zijn vastgelegd in de nota Grondbeleid. Dit beleid staat ten dienste van de programma’s 3 Economie (bedrijventerreinen) en 8 Bouwen, Wonen en Gronden (niet-bedrijventerreinen). Conform de nota Grondbeleid wordt de keuze voor het voeren van een actief of faciliterend grondbeleid bij het ontwikkelen van nieuwe locatieplannen jaarlijks vastgelegd in de paragraaf grondbeleid.

In de begroting zijn de baten en lasten van de bouwgrondexploitatie, en de daarmee samenhangende financiële risico’s, als incidenteel opgenomen. Doordat (bouw-)grond een grote (boek-)waarde vertegenwoordigt, heeft het grondbeleid invloed op het weerstandsvermogen (hoogte van eigen vermogen). Door de grond marktconform te waarderen en door voorzieningen te vormen voor verwachte tekorten, zijn de financiële risico’s beheersbaar.

In de nota Grondbeleid is vastgesteld dat de keuze voor het voeren van een actief of faciliterend grondbeleid bij het ontwikkelen van nieuwe locatieplannen jaarlijks gedaan wordt in deze paragraaf grondbeleid. In tegenstelling tot voorgaande jaren zal in 2024 een actiever grondbeleid worden gevoerd over ruimtelijke ontwikkelingen op gemeentelijke grond om de woningbouw te stimuleren. Bij ontwikkelingen op particuliere gronden zal de gemeente faciliterend en ondersteunend optreden.

In nagenoeg alle dorpen zijn op dit moment gronden in eigendom voor woningbouw. De ontwikkelingen op het gebied van bedrijfsvestigingen concentreren zich in de dorpen Gorredijk en (in mindere mate) Wijnjewoude. Het bedrijventerrein Drachten-Azeven is onderdeel van de gemeenschappelijke regeling Exploitatiemaatschappij Bedrijvenpark Drachten en valt daarom buiten het kader van deze paragraaf.

In financieel opzicht wordt een gedegen koers gevaren. Dit uit zich in de navolgende zaken:

  • Exploitaties worden zorgvuldig en behoedzaam opgezet. Zo wordt bijvoorbeeld bij het investeren in het bouw- en woonrijp maken van locatie(s) rekening gehouden met de verwachte grondopbrengsten. Het streven is betalingen optimaal gedekt te houden door inkomsten; dit verlaagt het (rente-)risico.
  • Winstbepaling en winstneming vindt plaats volgens de geldende verslaggevingsvoorschriften (BBV).
  • De algemene reserve is de dekking voor de financiële risico’s.

Kaderstellende documenten
Financiële verordening ex artikel 212 Gemeentewet (2017)
Nota Grondbeleid 2018-2021

Ontwikkelingen grondbedrijf

Terug naar navigatie - Ontwikkelingen grondbedrijf

1. Economische situatie en meerjarenperspectief

In 2024 en de daaropvolgende jaren zal de prognose van het financiële resultaat zich stabiliseren ten opzichte van de prognose in de begroting van 2023. Door de aantrekkende woningmarkt is er een toename van de vraag naar (koop-)woningen. Zowel in de begroting van 2024 als in het meerjarenperspectief 2025-2027 zijn de verkopen behoedzaam geraamd.

2. Bouwgrond in exploitatie (BIE)

Er zijn, verspreid over de verschillende dorpen, vijf bouwgrondcomplexen in exploitatie bestaande uit woningbouwlocaties en het bedrijventerrein Gorredijk industrie (Overtoom en Tolbaas). De boekwaarde was per 31 december 2022 circa € 0,5 miljoen inclusief de gevormde voorziening voor het complex Gorredijk industrie (€ 0,3 miljoen).

Prognose van het meerjarige resultaat

Het verwachte nog te realiseren resultaat voor de BIE is € 0,5 miljoen (voordelig) en is gebaseerd op recente verkoopprognoses. In de tijd uitgezet zullen de resultaten naar verwachting als volgt worden gerealiseerd:

Verwacht resultaat BIE
Verwacht resultaat
In het begrotingsjaar 2024 0,5
In de jaren 2025 t/m 2027 0,1
In de jaren ná 2027 0,0
Totaal 0,5

3. Belangrijke ontwikkelingen/wijzigingen in de prognose van het resultaat

Het begrote nog te realiseren resultaat vanaf 2024 voor de BIE is € 0,4 miljoen hoger dan in de begroting 2023. Dit betreft een verschuiving in de winstneming en wordt veroorzaakt door een vertraging in de verkopen in de complexen Loevestein fase 4 west en Ureterp noord en het later dan gepland afsluiten van complex Hege Kamp.  

Het begrote saldo op de bouwgrondexploitatie is in het jaar 2024 € 180.000,-  hoger dan begroot in 2023. Dit hogere resultaat wordt veroorzaakt door de verkoop van de laatste kavels in het complex Ureterp Noord. Zie Programma 8 Bouwen, wonen en gronden (8.2 Grondexploitatie  niet-bedrijventerreinen).

 

4. Algemene risico’s in de grondexploitatie

Het nemen van risico’s is inherent aan grondexploitaties. De volgende risico’s zijn van belang:

  • Conjunctuur- en renterisico’s, waardoor de vraag naar bouwgrond kan afnemen en extra rentekosten kunnen ontstaan.
  • Verandering in woon- en werkvoorkeuren en behoeftes, tussen het tijdstip van het tot stand komen van het plan en het moment van aanbieden van de bouwgrond, waardoor het product niet meer aansluit op de vraag.
  • Het niet tijdig kunnen verwerven van gronden en het stijgen van aankoopprijzen.
  • Milieurisico’s.
  • Planschadeclaims.
  • Hogere prijsstijgingen en lagere opbrengststijgingen dan voorzien in exploitatieberekeningen.
  • Archeologische risico’s
  • Onvoldoende mogelijkheden in de met de provincie overeengekomen woningbouwruimte.

De risico’s worden beheerst door het uitvoeren van (markt)onderzoeken, door te zorgen voor flexibiliteit in het proces en door vroegtijdige verwerving van grond tijdens de planontwikkeling. Daarnaast wordt de financiële ontwikkeling van de onderhanden complexen jaarlijks beoordeeld ten opzichte van de door de gemeenteraad vastgestelde exploitaties (kredieten). Als de risico’s leiden tot verwachte negatieve resultaten, zijn hiervoor voorzieningen gevormd. 

Actuele risico’s in de bouwgrond in exploitatie

In de lopende grondexploitaties is het risico aanwezig dat toekomstige gebiedsontwikkelingen minder winstpotentie zullen hebben dan verwacht, bijvoorbeeld doordat de boekwaarden hoog opgelopen zijn door de gemaakte kosten, zoals bouwrijp maken, of door tegenvallende verkoopopbrengsten.

5. Nog te realiseren resultaten bouwgrond in exploitatie

Eind augustus 2023 waren nog 3 gemeentelijke kavels voor woningbouw te koop in lopende bouwgrond exploitaties (BIE), waarvan 1 kavel in Gorredijk-Loevestein fase 4 west en 2 kavels in Ureterp-Noord. Er was toen nog 1.632 m2 bouwgrond beschikbaar voor woningbouw. Dit is exclusief 11.000 m2 grond in Terwispel Kolderveen waarop een geurcirkel (milieucirkel) van een boerderij ligt. Hierdoor is deze grond voor onbepaalde tijd niet beschikbaar voor woningbouw. Ten westen van dit gebied loopt een dorpsinitiatief voor woningbouw. Daar heeft de geurcirkel geen betrekking op.

Op de bedrijventerreinen Overtoom en Tolbaas in Gorredijk waren eind augustus 2023 nog 9 kavels (18.870 m2) respectievelijk 1 kavel (2.596 m2) te koop. Enkele kavels zijn gereserveerd of onder optie.

x € 1.000
Nog te realiseren resultaten onderhanden complexen
Verwacht resultaat 2024 Verwacht resultaat ná 2024 Totaal nog te realiseren resultaat Looptijd
Woningbouwlocaties:
Gorredijk - Loevestein fase 4 - west 42 45 87 2025
Terwispel - Kolderveen 11 11 2024
Ureterp - Noord 254 133 387 2025
Ureterp - De Hege Kamp 157 157 314 2025
Totaal woningbouwlocaties 464 335 799
Bedrijventerreinen:
Gorredijk - Industrie - - 277 *) -277 2025
Totaal bedrijventerreinen - -277 -277
Totaal nog te realiseren resultaat 464 58 522
*)  Het verwachte verlies wordt veroorzaakt door het complex Gorredijk Industrie en is afgedekt door een voorziening. Dit verwachte verlies is ontstaan door meerjarige vertraging in de verkopen terwijl de kosten doorliepen.

Projecten

Inleiding

Terug naar navigatie - Inleiding

Binnen de gemeente Opsterland worden regelmatig projecten opgestart. In sommige gevallen zijn het initiatieven van burgers uit de gemeente waar de gemeente een toetsende en faciliterende rol heeft en in andere gevallen zijn het projecten die worden opgestart door de gemeente. De volgende projecten zijn de belangrijkste projecten die in 2024 zullen worden uitgevoerd. 

MFA De Tynje

Terug naar navigatie - MFA De Tynje

In de MFA De Tynje worden verschillende (basis)voorzieningen gecombineerd, waaronder onderwijs, ontmoeting en sport. Het dorp wil door het integreren en combineren van functies en ruimten in het gebouw én door het uitvoeren van zelfwerkzaamheid de gymnastiekvoorziening voor het dorp behouden. Daartoe heeft het dorp in samenwerking met Stichting Comprix en de gemeente plannen uitgewerkt. In de raadsbijeenkomst van 16 januari 2023 is het gemeentelijk deel van het benodigde uitvoeringskrediet voor de daadwerkelijke bouw beschikbaar gesteld. Het technisch ontwerp en bestek is op 20 juni 2023 door de stuurgroep akkoord bevonden. Er zijn inmiddels drie geldige aanbestedingsinschrijvingen gedaan. In najaar 2023 zal de opdracht worden gegund.

MFC De Finne

Terug naar navigatie - MFC De Finne

Medio 2023 is de vaststellingsovereenkomst ondertekend tussen gemeente, Comprix, VV De Sweach en Kinderwoud over eigendom, exploitatie en gebruik van het gebouw. Comprix heeft aangegeven bouwheerschap op zicht te nemen. Nu deze overeenkomst is vastgelegd, zit dit project in de fase van uitwerking van het daadwerkelijke ontwerp. Zodra het ontwerp gereed is en de daaraan gekoppelde bouwkosten bekend zijn, kan het uitvoeringskrediet voor de bouw van het kindcentrum en de inrichting van het openbaar gebied aangevraagd worden. De inschatting is dat dat voorjaar 2024 zal zijn.

De Verbinding

Terug naar navigatie - De Verbinding

De Verbinding (voorheen Eben Haëzer) in Ureterp is aan (ver)nieuwbouw toe. Het schoolbestuur Noorderbasis heeft afgelopen jaar met de gemeente afspraken gemaakt over de vernieuwbouw en neemt het bouwheerschap op zich voor dit project. De gemeente heeft een voorbereidingskrediet afgegeven waarmee de planvorming is opgestart. De school met kinderopvang blijft op de huidige locatie. Op dit moment ligt er een voorlopig ontwerp welke is afgestemd met de omgeving en welstand. Het ontwerp wordt verder uitgewerkt tot vergunningsaanvraag en een bestek gereed uitvoeringsontwerp. Zodra er een aanbestedingsgereed bouwplan is opgesteld, wordt er een uitvoeringskrediet  aangevraagd. Het voornemen is dan ook om in 2024 te starten met de sloop en vernieuwbouw.

De Opdracht

Terug naar navigatie - De Opdracht

De schoolbesturen van De Opdracht en De Twirre in Ureterp, resp. VCSO en Comprix zijn medio 2023 gefuseerd. Met de fusie is het besluit genomen dat de scholen fysiek onder één dak verder gaan. Het voornemen is om het gebouw van de Opdracht uit te bereiden en hierin meteen een IKC te vormen. VCSO heeft aangegeven het bouwheerschap op zich te willen nemen en heeft een projectplan en schetsontwerp opgesteld. Op basis hiervan wordt er een voorbereidingskrediet aangevraagd. In 2024 wordt er verder gewerkt aan de ontwerpen, ruimtelijke en vergunningprocedures om te komen tot een bestek gereed uitvoeringsontwerp. Het voornemen is dat er vervolgens in 2024 een uitvoeringskrediet wordt aangevraagd.

It Aventoer

Terug naar navigatie - It Aventoer

De scholen De Hoekstien in Luxwoude en De Wjukslach in Langezwaag zijn gefuseerd. Zij gaan verder onder de naam 'It Aventoer', waarbij alle leerlingen nu zijn gehuisvest in het gebouw van de Wjukslach in Langezwaag. It Aventoer is de tijdelijke huisvestingssituatie voor de leerlingen, omdat het voornemen is om een nieuwe school te realiseren. Het schoolbestuur en PB hebben als voorkeurs locatie de Boenders aangegeven. De locatiekeuze en bijbehorende afweging wordt nog voorgelegd aan het college. Comprix is als schoolbestuur bouwheer en het voorbereidingstraject is momenteel opgestart en loopt door in 2024. In 2019 is al een voorbereidingskrediet beschikbaar gesteld door de raad.

School Lyndesteyn

Terug naar navigatie - School Lyndesteyn

In het IHP staat een grote aanpassing opgenomen voor 2022-2027. De eerste fase zou in 2023 worden opgestart om noodzakelijke klimaatverbeteringen te realiseren met toegekende SUVIS-subsidie. Lyndesteyn (bouwheer) heeft echter besloten om niet verder te werken aan de investering voor de installatie in 2023 maar verder te werken aan het totale masterplan vernieuwbouw 2025-2027 dat later in één keer zal worden uitgevoerd.

Singelland BHS

Terug naar navigatie - Singelland BHS

De Singelland Burgemeester Harmsma School (BHS) in Gorredijk is een school voor voortgezet onderwijs in de gemeente Opsterland. Het schoolbestuur heeft in 2019 een huisvestingsaanvraag ingediend voor vervangende nieuwbouw. Deze aanvraag is geparkeerd in afwachting van de ontwikkelingen bij de BHS. Inmiddels heeft een bestuurlijke fusie plaatsgevonden tussen Stichting BHS en Stichting OSG Singelland. Beide schoolbesturen hebben in 2021 de intentie uitgesproken dat het voortbestaan van de BHS in Gorredijk ook na de fusie gewaarborgd blijft op lange termijn. De huisvestingssituatie van de BHS is daarbij van belang. Op basis van voortschrijdend inzicht en een nieuwe situatie zijn de plannen van de BHS veranderd ten opzichte van de oorspronkelijke aanvraag. De BHS streeft nu naar een renovatie- of vernieuwbouwvariant van de school. De school wil hierbij graag het voorste (en nieuwste) deel van het gebouw afstoten en dit inzetten voor een nieuwe Skâns. In de raadsvergadering van september 2023 is hierover een besluit genomen.

De Skâns

Terug naar navigatie - De Skâns

In 2023 zijn de scenario’s nieuwbouw van De Skâns op het parkeerterrein van de huidige locatie en vernieuwbouw bij Singelland Burgemeester Harmsma School in een haalbaarheidsonderzoek onderzocht. Het functioneel programma van eisen is in samenwerking met De Skâns en haar gebruikers geactualiseerd. Daarnaast is de denktank De Skâns, waar ook Plaatselijk Belang zitting in heeft, hierbij nauw betrokken geweest. In de raadsvergadering van september 2023 is hierover een besluit genomen en zijn in het najaar 2023 de verdere voorbereidingen opgestart. 

Sportcentrum Kortezwaag

Terug naar navigatie - Sportcentrum Kortezwaag

De gemeenteraad heeft op 3 juli 2023 het definitief ontwerp vastgesteld en het bijbehorende krediet voor de uitbreiding en renovatie beschikbaar gesteld. Daarnaast is een krediet ter beschikking gesteld voor de herinrichting van het omliggend openbaar gebied. Het aanbestedingstraject is inmiddels gestart. Vanwege de lange wachttijd op de verplaatsing van een stroomtrafo die nodig is voor de nieuwbouw, is besloten om het project in tweeën te splitsen. De verwachting is om de renovatie in najaar 2024 op te leveren. De nieuwbouw zal waarschijnlijk pas in jaar 2025 doorgang vinden. Inmiddels maakt de verduurzaming van zwembad De Delte ook onderdeel uit van de plannen, het gaat dan met name om de technische installaties.

Tiny houses Gorredijk

Terug naar navigatie - Tiny houses Gorredijk

De gemeenteraad heeft november 2022 besloten de locatie aan de Sinneblom te Gorredijk bouw- en woonrijp te maken voor het (tijdelijk) realiseren van zeven tiny houses en hiervoor een krediet beschikbaar gesteld. De initiatiefnemers hebben de vereniging Tiny Sinneblom opgericht. De eerste vergunningsaanvraag is inmiddels verleend. Hiertegen is bezwaar gemaakt, deze procedure is in behandeling. Een andere vertragende factor bij de realisatie van de tiny houses is dat er een ontheffingstraject bij de provincie loopt vanwege flora en fauna (poelkikker). Afhankelijk van de duur van dat traject en de uitkomsten van de bezwaarprocedure kan worden gestart met het bouwrijp maken. Een bijkomende vertragende factor hierbij is dat de nutsbedrijven hebben aangegeven hun werkzaamheden pas te kunnen starten in 2025.

Doorfietsroute Drachten Heerenveen

Terug naar navigatie - Doorfietsroute Drachten Heerenveen

De aanleg van een doorfietsroute is zeer wenselijk om meerdere redenen. Het fietspad wordt onderdeel van een netwerk van snelle fietsroutes door de provincie en moet genoeg ruimte geven voor fietsers. Dat past bij deze tijd, waarin ook snelle, elektrische fietsen steeds vaker worden gebruikt. Het buiten zijn en het fietsen wordt daarbij gestimuleerd. Bovendien worden hierdoor knelpunten in het verkeer opgelost door fietsers van de weg te halen. Dit project wordt uitgevoerd in samenwerking met de gemeenten Smallingerland en Heerenveen en de provinsje Fryslân. De werkgroep hoopt in 2023 de plannen verder vorm te geven zodat in 2024 daadwerkelijk kan worden gestart.

OWO samenwerking

Inleiding

Terug naar navigatie - Inleiding

De OWO-samenwerking is uniek te noemen. De samenwerking in de drie afdelingen, de samenwerking op het regionale of provinciale speelveld én de samenwerking op terreinen waar dit vanzelfsprekend of kostenefficiënt is, werkt. En daar mogen we trots op zijn. 

Deze OWO-paragraaf gaat in op algemene ontwikkelingen en staat vervolgens stil bij de topprioriteiten uit de OWO-visie. 

Algemene ontwikkelingen

Terug naar navigatie - Algemene ontwikkelingen

De klankbordgroep
De klankbordgroep heeft in 2023 tweemaal overleg gehad, waarbij zij hebben nagedacht over de eigen rolinvulling en hebben meegedacht over de verdere ontwikkeling van de OWO-samenwerking. Ook in 2024 zal de klankbordgroep tweemaal bij elkaar komen om zo te kunnen blijven meedenken over de OWO-samenwerking in brede zin.

Harmonisatie in OWO-verband
Vanuit de OWO-samenwerking wordt continue gekeken of het mogelijk is over te gaan op de harmonisering van beleid waarbij de eigen gemeentelijke ‘kleur’ altijd een plek kan krijgen. Zoveel mogelijk werken met uniform beleid zorgt voor eenvoudigere processen, efficiënter kunnen werken en een kleinere kans op fouten. In 2024 werken we aan de harmonisatie van de arbeidsvoorwaarden en de financiële administratie.

Voortgang van de topprioriteiten

Terug naar navigatie - Voortgang van de topprioriteiten

OWO 2.0: herijken en identiteit
De OWO-samenwerking brengt mensen vanuit verschillende organisaties met ieder een eigen cultuur samen. We werken aan een programma waarmee we in 2024 actief aan de slag gaan met het verder samenbrengen van de gemeenten, medewerkers en bestuurders om zo te leren van elkaar en verder te werken aan de gezamenlijke OWO-identiteit. 
Eerder hebben we onderzoek gedaan wat er nodig is de OWO-afdeling Bedrijfsvoering toekomstbestendig te maken. In 2023 starten we een soortgelijk onderzoek voor de OWO-afdelingen Beheer & Registratie (B&R) en Vergunningverlening, Toezicht & Handhaving (VTH). De uitkomsten verwachten we in de eerste maanden van 2024. 

Ambities en inrichting dienstverlening
De inrichting van de ‘digitale’ dienstverlening is een continue proces. In 2022 zijn we begonnen met een verandertraject binnen de OWO-afdeling Bedrijfsvoering dat gericht is op het bouwen van een toekomstbestendige afdeling waar de ICT, informatievoorziening en archivering voor de gehele OWO op orde is.

ICT 
In 2022 is de aanbesteding van vijf kernapplicaties gedaan. Dat zijn de programma’s die ondersteunen op het vlak van Belastingen, Dienstverlening, Sociaal Domein en Zaakgericht werken en de onderliggende koppelingen tussen programma’s. De implementatie is deels in 2023 gerealiseerd, in 2024 ronden we dit af. 
Wijzigingen in wet- en regelgeving dragen bij aan de verdere digitalisering binnen de gemeenten. Denk bijvoorbeeld aan het Digitaal Stelsel Omgevingswet en de invoer van landelijke administratieprotocollen. 
We zijn in 2023 ook begonnen met het overbrengen van zoveel mogelijk applicaties naar de cloud (het internet), in 2024 gaan we hiermee verder. De overgang naar Microsoft 365 is hierbij de meest omvangrijke. Dit grote project, waarbij we ook de telefonie moderniseren ronden we in de zomer van 2024 af. In navolging van de gemeente Opsterland, sluiten we in 2024 ook de gemeenten Ooststellingwerf en Weststellingwerf aan op de berichtenbox van mijnoverheid.nl. Hiermee zetten we verdere stappen in het verbeteren van de dienstverlening aan onze inwoners.  

In 2023 zijn door de drie gemeenteraden aanvullende middelen beschikbaar gesteld om met name op het vlak van ICT een forse inhaalslag te maken. Vanuit een meerjarenplan (de ‘roadmap ICT’) werken we aan de versterking van onze ICT. Bij de kadernota 2025 komt het eerste ijkmoment, waarbij we u inzicht geven in de gehele stand van zaken van de ontwikkelingen in de ICT en we vooruitkijken naar de verdere ontwikkelingen. Vooralsnog gaan we ervan uit dat we met de genomen maatregelen een goed basisniveau kunnen borgen. 

(Documentaire) Informatievoorziening
We werken aan de uitvoering van het verbeterplan rondom onze (documentaire) informatievoorziening met als doel onze post- en interne processen eenvoudiger in te richten en te digitaliseren. Onderdelen van dit project zijn het vervangen van de papieren post voor een digitaal origineel (de zogenaamde ‘substitutie’), het invoeren van een digitaal archief (een e-depot) en het verminderen het aantal zaaktypes in ons zaaksysteem zodat we gemakkelijker stukken kunnen vinden. We harmoniseren hiermee direct de werkwijze in de drie gemeenten zodat we een hogere doelmatigheid krijgen en een kleinere foutgevoeligheid. In 2024 zien we hiervan de concrete resultaten.  

Archivering
In 2023 heeft u incidenteel middelen beschikbaar gesteld voor het wegwerken van achterstanden bij het archief. Het project ‘wegwerken achterstanden archief’ is ondertussen op stoom. We hebben de medewerkers met kennis van de papieren archieven vrijgemaakt om te werken aan het rubriceren en ontsluiten van de nog te archiveren stukken. Bij de kadernota 2024 is de financiering van dit project doorgetrokken naar 2024 en 2025, daarna moet het project afgerond zijn. 

Verdere voortgang inkoop- en aanbestedingsbeleid
Met de gezamenlijke inkoop en aanbesteding worden naast inkoopvoordelen door goedkopere contracten, ook voordelen behaald op het gebied van de voorbereiding van de aanbesteding en de kwaliteit van de uitvraag. 
In 2024 gaan we verder met het professionaliseren van het contract- en leveranciersbeheer om ook de beheersing op lopende contracten te versterken. Tenslotte kijken we naar het gehele proces (van de inkoop tot aan de betaling) of daar winst te behalen is. Dat kan bijvoorbeeld leiden tot meer raamovereenkomsten, tot minder contracten en tot minder facturen. Bij het jaarverslag over 2024 zullen we de effecten inzichtelijk maken, door de opname van prestatie indicatoren.

Datagedreven werken
Datagedreven werken is steeds meer onderdeel van onze organisaties. Het benutten van beschikbare data moet volledig onderdeel worden bij zowel het opstellen van beleid als het uitvoeren van onze gemeentelijke taken. Om dit te organiseren bouwen we binnen ICT een cluster waar data-deskundigen een plek krijgen.  

Slimmer verzekeren
De OWO-samenwerking biedt ook kansen door de verzekeringsportefeuilles van de drie gemeenten te integreren. Daarom werken we in OWO nauw met elkaar samen op het gebied van verzekeren. In het eerste kwartaal van 2024 gaan we het verzekeringsbeleid actualiseren.

Harmonisatie en verduidelijking apv
De Omgevingswet is een uitgelezen kans om de APV-en van de OWO-gemeenten tegen het licht te houden en waar mogelijk deze te harmoniseren. In het eerste kwartaal van 2024 zal een voorstel aangeboden worden aan de raden van de OWO-gemeenten

Actualiseren VTH-beleidsplannen
Voor de periode 2020-2024 is een OWO-breed beleidsplan VTH vastgesteld. De drie gemeenteraden hebben kaders meegegeven voor dit beleidsplan. Met name verkeersveiligheid, leefbaarheid en ondermijning vragen meer inzet van de afdeling VTH. Niet alleen formatief, maar ook in veiligheid voor de betrokken medewerkers (opleidingen, uitrusting, wagenpark) wordt dit vertaald in deze begroting.

Zorgvuldige invoering omgevingswet
De invoeringsdatum voor de Omgevingswet is definitief vastgesteld op 1-1-2024. Tegelijkertijd treedt ook de Wet kwaliteitsborging in werking. Beide wetten hebben een forse impact op de organisaties en specifiek op de OWO-afdeling VTH. Er vindt namelijk een verschuiving van taken plaats van provincie naar gemeenten en van gemeenten naar de omgevingsdienst als gevolg van de Omgevingswet. 
De Wet kwaliteitsborging voor de bouw heeft tot gevolg dat taken van VTH naar de markt gaan en de gemeente een meer controlerende taak moet gaan invullen. Ook mag er meer vergunningsvrij gebouwd worden. Beide hebben gevolgen voor de legesinkomsten. De effecten van deze veranderingen zijn meegenomen in een aangepaste, geharmoniseerde legesverordening 2024. Een mooi voorbeeld van de OWO-samenwerking.

Inwoners en bedrijven moeten wennen aan de nieuwe wet- en regelgeving en we verwachten dan ook veel vragen. Ook denken we dat er intern extra inzet nodig is om de nieuwe regelgeving toe te passen en af te stemmen met de omgevingsdienst. Wij verwachten daarom dat we in 2024 en 2025 te maken krijgen met extra frictiekosten voor onze organisatie. Hoewel het Rijk middelen voor de invoering van deze wetgeving beschikbaar stelt, is de verwachting dat deze middelen niet toereikend zullen zijn voor de te maken kosten. 
Per jaar monitoren we de ontwikkelingen als gevolg van deze grote wetswijziging. 

Informatiebeveiliging en veiligheid
In 2024 nemen we de WOO (wet open overheid) en de Wmbev (Wet modernisering elektronisch bestuurlijk verkeer) op in onze werkprocessen. Samen met de AVG en de nieuwe Archiefwet is dit het nieuwe wettelijk kader voor onze informatiehuishouding. Het is nodig onze processen, systemen en werkwijzen hier opnieuw op in te richten. Vanuit een uniform en overkoepelend toetsingskader gaan we vanaf 2024 de naleving van de diverse wetten en regels op het vlak van de informatiehuishouding monitoren. 
 
We gaan daarnaast door met de versterking van de cybersecurity en het moderniseren van netwerk- en systeembeheer. Doordat steeds vaker software in de cloud draait, is er steeds meer aandacht voor de netwerkbeveiliging en het managen van koppelvlakken met de leveranciers. We zien hierdoor een verschuiving van lasten van investering in hardware naar hogere licentie- en netwerkkosten.
 
Innoveren voor de toekomst
Anders denken, anders doen en anders werken is nodig om te kunnen innoveren. Dit vraagt iets van de organisaties, de medewerkers en de aansturing. Ook zijn er faciliteiten nodig om op andere manieren te kunnen werken. Ondertussen kunnen alle medewerkers thuis of op ieder gemeentekantoor inloggen om te werken. Ook wordt hybride werken steeds beter gefaciliteerd en kent ieder gemeentekantoor verschillende werkplekken die aansluiten bij de behoefte van de medewerker. Denk bijvoorbeeld aan het kunnen samenkomen in een werkcafé, het kunnen bellen in een speciale belruimte of het kunnen samenwerken in projectruimtes. Hier wordt in iedere OWO-gemeente op dit moment aan gewerkt, ondersteund door de OWO afdeling Bedrijfsvoering.