Het saldo na bestemming van dit programma is in 2021 € 1.297.000 nadeliger dan geraamd.
Dit saldo kan als volgt worden gespecificeerd:
Taakveld 0.1 Bestuur geeft in 2021 een voordeel van € 195.000 ten opzichte van de raming.
In 2021 is een bedrag van € 90.000 vrijgevallen aan de voorziening wethouderpensioenen. Per balansdatum 31 december 2021 zijn de actuariële berekeningen van toekomstige pensioenverplichtingen voor wethouderpensioenen geactualiseerd. Door een stijging van de wettelijk verplichte rekenrente was deze onttrekking mogelijk. De voorziening is per balansdatum toereikend om de toekomstige pensioenverplichtingen te dekken. Bij de begroting was rekening gehouden met een storting van € 25.000. Dus per saldo een voordeel van € 115.000 ten opzichte van de raming. Daarnaast waren de wachtgeldverplichtingen € 45.000 lager dan waar in de begroting rekening mee was gehouden. Verder waren de kosten van de bestuurlijke samenwerking (€ 12.000) en voor de Friese projectenmachine (€ 5.000) lager dan geraamd. De overige voordelen op dit taakveld waren per saldo € 18.000.
Taakveld 0.10 Reserves geeft in 2021 een nadeel van € 1.418.000 ten opzichte van de raming
De mutaties in de reserves worden steeds bij het desbetreffende programma toegelicht. Het resultaat van de reserves binnen programma 0 geeft per saldo een nadeel van € 1.418.000. Hier is een storting in de egalisatiereserve corona van € 1.153.000 verwerkt. Voor een totaaloverzicht van de uitgaven en inkomsten op het gebied van corona wordt verwezen naar de paragraaf Corona. Daarnaast was er een onttrekking uit de algemene reserve van € 269.000 geraamd vanwege een verwacht nadelig saldo over 2021 van € 269.000. In afwachting van besluitvorming door de raad is de mutatie in de reserve van het werkelijke resultaat over 2021 nog niet geboekt. Verder is een onttrekking van € 4.000 uit de reserve organisatiedoelstellingenfonds verantwoord.
Taakveld 0.11 Resultaat van de rekening baten en lasten.
Hier is het resultaat van de Verantwoording 2021 verwerkt.
Taakveld 0.2 Burgerzaken geeft in 2021 een nadeel van € 36.000 ten opzichte van de raming.
In 2021 is er ca. € 58.000 uitgegeven aan coronakosten. Dit waren de extra kosten die gemaakt werden om de Tweede kamer verkiezingen volgens de toen geldende richtlijnen van de landelijke overheid te laten verlopen. Voor een totaaloverzicht van de coronakosten kan verwezen worden naar de paragraaf corona. Verder waren in 2021 de kosten voor de dienstverlening € 11.000 hoger dan geraamd. Hier staat tegenover dat de opbrengsten voor leges burgerzaken en reisdocumenten dit jaar € 33.000 hoger waren dan geraamd.
Taakveld 0.3 Beheer overige gebouwen en gronden geeft in 2021 een nadeel van € 1.320.000 ten opzichte van de raming.
In de begroting 2021 is als een bezuiniging een incidentele opbrengst van € 1.450.000 opgevoerd in verband met de verkoop van gemeentelijke gebouwen (niet voor openbare dienst). Deze bezuiniging is in 2021 niet gerealiseerd, er zijn geen gemeentelijke gebouwen verkocht omdat aan aantal gebouwen die op de nominatie stonden om verkocht te worden inmiddels een andere bestemming is toegewezen. Dus een incidenteel nadeel van € 1.450.000 ten opzichte van de raming. Daarnaast waren er niet geraamde kosten voor externe ondersteuning bij het ontwikkelen van zowel dorpshuizen- als vastgoedbeleid (€ 80.000). De exploitatiekosten voor de overige gebouwen en landerijen waren per saldo € 18.000 lager. Tenslotte was er een niet geraamde opbrengst van € 192.000 door verkopen van gemeentelijke groenstroken en -gronden.
Taakveld 0.4 Overhead geeft in 2021 een nadeel van € 1.059.000 ten opzichte van de raming
Het totaal van de personeelskosten geeft nadeel van € 293.000 (ongeveer 2% van het totale budget). Het budget wat beschikbaar was voor inhuur bij ziekte (€115.000) was lang niet toereikend en is met € 195.000 overschreden. Het ziekteverzuim was in 2021 hoger dan verwacht mede door de coronacrisis. Daarnaast is er eind 2021 een nieuwe CAO afgesloten. Het effect hiervan was voor 2021 € 60.000 nadeliger dan vooraf werd ingeschat. Verder moet volgens de verslaggevingsrichtlijnen jaarlijks het verlofstuwmeer van het personeel als schuld op de balans worden opgenomen. Deze was eind 2021 hoger dan eind 2020. Dit gaf in 2021 een nadeel van € 107.000 op de exploitatie. Hier staat tegenover dat op reis- en verblijfkosten er een voordeel was van € 60.000, dit vanwege het vele thuiswerken. De overige personeelskosten gaven per saldo een voordeel van € 9.000.
De kosten voor bedrijfsvoering (niet zijnde personeelskosten) geven een nadeel van € 161.000. Een belangrijke oorzaak hiervan is dat dit jaar een storting van € 181.000 in de voorziening dubieuze debiteuren noodzakelijk was (raming € 40.000) door o.a. een failliete debiteur. Verder waren er hogere kosten voor juridische inhuur en hogere onderhoudskosten, daartegenover staat lagere kosten voor anders werken, huishoudelijke dienst, repro etc. (dit i.v.m. meer thuiswerken als gevolg van de coronacrisis). Voorgesteld wordt het voordeel op het budget voor anders werken (€ 30.000) via resultaatbestemming over te hevelen naar 2022. Zodat dit budget ingezet kan worden om de transitie naar het hybride werken zo snel mogelijk te realiseren.
Ook was er in 2021 sprake van een nadeel op de kosten voor het derde deel van de OWO-afdelingen van € 182.000. Dit heeft te maken doordat er meer inhuur van personeel nodig was door ziekte en langdurige vacatures. Ook was er extra capaciteit nodig vanwege de invoering van de omgevingswet en een grote toename van de omgevingsvergunningen. De extra opbrengsten hiervan zijn in programma 8 verantwoord.
Op het gebied van bedrijfsvoering is aan coronakosten een bedrag van € 155.000 uitgegeven. Voor een totaaloverzicht van de uitgaven en inkomsten op het gebied van corona kan worden verwezen naar de paragraaf Corona.
Verder was er een nadeel in dit taakveld van € 254.000 als gevolg van minder doorberekende uren naar andere programma's. Dit betreft met name een lagere doorberekening naar de bouwgrondexploitatie.
De overige kosten op dit taakveld waren per saldo € 14.000 nadeliger.
Taakveld 0.5 Treasury geeft in 2021 een voordeel van € 116.000 ten opzichte van de raming.
In 2021 waren de werkelijke dividendopbrengst hoger dan geraamd (€50.000). Enerzijds werd meer dividend ontvangen van Omrin (€ 120.000), anderzijds was er een lagere dividendopbrengst Bank Nederlandse Gemeenten (€ 69.000). Verder waren de rentekosten voor de gemeente in 2021 € 65.000 lager dan geraamd (langlopende leningen en bouwgrondexploitatie).
Taakvelden 0.61 OZB woningen en 0.62 OZB niet woningen geven in 2021 een nadeel van € 74.000 ten opzichte van de raming.
De OZB-opbrengst is in 2021 € 74.000 lager dan geraamd. Voor een toelichting kan verwezen worden naar de paragraaf lokale heffingen.
Taakveld 0.64 Belastingen overig geeft in 2021 een voordeel van € 389.000 ten opzichte van de raming.
De Precariobelasting is in 2021 voor het laatst geraamd en opgelegd. De totale incidentele opbrengst bedroeg € 2.327.000, een incidenteel voordeel van € 427.000. Daarnaast was er nog een nadeel van € 38.000, dit met name doordat er minder aanmaningskosten in rekening zijn gebracht dan geraamd.
Taakveld 0.7 Algemene uitkeringen en overige uitkeringen gemeentefonds geeft in 2021 een voordeel van € 1.872.000 ten opzichte van de raming.
De uitkering uit het gemeentefonds was per saldo € 1.872.000 voordeliger dan geraamd. Dit hoofdzakelijk doordat er in 2021 via het gemeentefonds een extra uitkering van € 1.674.000 voor coronacompensatie. Voor een totaaloverzicht van de uitgaven en inkomsten op het gebied van corona kan worden verwezen naar de paragraaf coronakosten.
Over voorgaande jaren was er een voordelig afwikkelingsverschil van € 84.000. Verder was er over 2021 via het gemeentefonds € 114.000 meer ontvangen dan geraamd, met name door wat aanpassingen in de hoeveelheden bij de maatstaven.
Taakveld 0.8 Overige baten en lasten geeft in 2021 een voordeel van € 37.000 ten opzichte van de raming.
In de begroting is een structurele raming opgenomen van € 37.500 voor onvoorzien. In 2021 is hiervan € 15.000 besteed aan advisering ontwikkeling MFA de Tynje. Dit geeft een voordeel van € 22.500. Daarnaast was hier nog een voordeel van € 14.500 door een nagekomen specifieke uitkering van het rijk over 2019. Deze was niet geraamd.