Programma 0 | Bestuur en ondersteuning

Programma 0 | Bestuur en ondersteuning

Terug naar navigatie - Programma 0 | Bestuur en ondersteuning

In 2018 is de coalitie van Opsterlands Belang, PvdA en ChristenUnie gestart. In het coalitieakkoord is gekozen voor een nieuwe manier van besturen: modern besturen. Juist in de gemeente staat de overheid dichtbij mensen en moet duidelijk zijn wat je wel of niet van die overheid kan verwachten. Ook moet duidelijk zijn hoe besluiten tot stand komen en hoe en wanneer je daar invloed op kan hebben. De gemeenteraad komt meer aan bod aan de voorkant van het proces. Daarnaast gaan we door met het integriteitsbeleid van de afgelopen jaren. De kernwaarden van modern bestuur zijn transparantie, openbaarheid en resultaatgerichtheid.

Opsterland is een zelfstandige gemeente in Zuidoost-Friesland en wil die zelfstandigheid behouden. De gemeente Opsterland zoekt naast de samenwerking in OWO-verband ook de verbinding met andere gemeenten, zoals met Heerenveen en Smallingerland, maar ook breder. Wij maken deel uit van de P10, momenteel als voorzitter, het snelgroeiende samenwerkingsverband van inmiddels 30 grote plattelandsgemeenten. Burgemeester Van Selm is voorzitter. Vanuit deze positie brengen wij onze ambities en uitdagingen onder de aandacht van de landelijke en Europese politiek. Dit doen wij bijvoorbeeld via de VNG en de VFG.

Adequate en persoonlijke dienstverlening is belangrijk. Naast de dienstverlening in het gemeentehuis zullen steeds meer producten digitaal beschikbaar zijn voor inwoners en bedrijven. Over onze dienstverlening en andere onderwerpen communiceren we actief en professioneel. We zijn een professionele organisatie, met aandacht voor modern werkgever- en werknemerschap. De strategische personeelsplanning (juiste persoon op de juiste plaats op het juiste moment) is hier een belangrijk onderdeel van. Maar we kijken ook naar de beschikbare kantoorruimte en de (digitale) werkprocessen. Hierbij hebben we de ervaringen die we in 2020 en 2021 hebben opgedaan met thuiswerken meegenomen. 

Kaderstellende documenten

Terug naar navigatie - Kaderstellende documenten

Coalitieakkoord 2018-2022 - Brêge nei de takomst
Informatiebeleidsplan OWO-gemeenten 2017-2020
Raadsbesluit samenwerken met andere gemeenten
Standpuntbepaling voortgang OWO-samenwerking (2016)
OWO-Visie (2021)
Romte en ferskaat 2013

Beleidsindicatoren

Terug naar navigatie - Beleidsindicatoren

De formatie is in 2021 gestegen met 13 fte. Deze stijging kent twee oorzaken. De eerste oorzaak is dat inhuur die een structureel karakter blijkt te hebben in de perspectiefbrief 2021 is omgezet in formatie. Deze omzetting is op de langere termijn voordeliger omdat dezelfde capaciteit minder kost. De tweede oorzaak is dat de gemeente elk jaar meer taken krijgt overgedragen vanuit het rijk. In principe wordt altijd geprobeerd om deze taken uit te voeren binnen de formatie. Maar soms blijkt die niet mogelijk en is formatie-uitbreiding onvermijdelijk.

Waar formatie voor de maximale omvang van de organisatie staat is bezetting de feitelijke omvang van de organisatie. Voor de jaarstukken 2021 is het gepresenteerde cijfer de realisatie. Hieruit is ook af te leiden dat de ophoging van de formatie met 13 fte nauwelijks tot een hogere bezetting heeft geleid. Dit komt omdat de arbeidsmarkt krap is waardoor werving moeizaam is. Ook is het een gemiddeld cijfer over het hele jaar terwijl de besluitvorming over de uitbreiding pas halverwege het jaar heeft plaats gevonden.

De stijging van de apparaatskosten komt vooral doordat de loonsom is toegenomen. Die stijging wordt gedeeltelijk veroorzaakt doordat budget ingezet voor inhuur is overgezet naar de loonsom. Daarnaast zijn de loonkosten gestegen door de nieuwe CAO-afspraken.

De externe inhuur is gestegen omdat niet alle formatieplaatsen kunnen worden ingevuld door de krapte op de arbeidsmarkt. Omdat een aantal taken (en daarmee dus functies) uitgevoerd moeten worden is er meer ingehuurd dan in 2020. Ook het hogere ziekteverzuim door Corona heeft aan de hogere inhuur bijgedragen.

De kosten door Corona zoals ziekteverzuim en inhuur hoger zijn uitgevallen dan begroot. Ook waren er tegenvallers in de overige bedrijfsvoeringskosten, zoals loonkosten en OWO-kosten, die onder de overhead vallen. Het effect hiervan is dat het aandeel overhead van de totale lasten met 1,6% is gestegen t.o.v. 2020. Voor verdere details zie de onderstaande financiële toelichting.

Beleidsindicatoren Eenheid 2019 2020 2021
Formatie Fte per 1.000 inwoners 7,3 7,4 7,6
Bezetting Fte per 1.000 inwoners 7,1 7,0 7,1
Apparaatskosten Kosten per inwoner 692 688 735
Externe inhuur Kosten als % van totale loonsom + totale kosten inhuur externen 11,0% 10,3% 14,4%
Overhead % van totale lasten 9,0% 11,4% 13,0%
Bron: eigen gegevens
De berekening van deze indicatoren is gebaseerd op het document van de VNG ´Definities beleidsindicatoren ‘bestuur en organisatie´.

Thema Bestuur

Wat willen we bereiken?

Terug naar navigatie - Wat willen we bereiken?

Wij bewaken en bevorderen rechtsstatelijke en democratische waarden en burgerschap in de samenleving en we hebben een modern bestuur met als kernwaarden transparantie, openbaarheid en resultaatgerichtheid.

Terug naar navigatie - Wij bewaken en bevorderen rechtsstatelijke en democratische waarden en burgerschap in de samenleving en we hebben een modern bestuur met als kernwaarden transparantie, openbaarheid en resultaatgerichtheid.

Zo gaan we dat doen

Opsterland is bestuurlijk zelfstandig en in staat om toekomstige opgaven uit te voeren, zelf of in samenwerking met (keten)partners

Terug naar navigatie - Opsterland is bestuurlijk zelfstandig en in staat om toekomstige opgaven uit te voeren, zelf of in samenwerking met (keten)partners

Zo gaan we dat doen

Thema Dienstverlening en Organisatie

Wat willen we bereiken?

Terug naar navigatie - Wat willen we bereiken?

Toelichting beleidsindicatoren

Terug naar navigatie - Toelichting beleidsindicatoren

De formatie is in 2021 gestegen met 13 fte. Deze stijging kent twee oorzaken. De eerste oorzaak is dat inhuur die een structureel karakter blijkt te hebben in de perspectiefbrief 2021 is omgezet in formatie. Deze omzetting is op de langere termijn voordeliger omdat dezelfde capaciteit minder kost. 
Waar formatie voor de maximale omvang van de organisatie staat is bezetting de feitelijke omvang van de organisatie. Voor de jaarstukken 2021 is het gepresenteerde cijfer de realisatie. Hieruit is ook af te leiden dat de ophoging van de formatie met 13 fte nauwelijks tot een hogere bezetting heeft geleid. Dit komt omdat de arbeidsmarkt krap is waardoor werving moeizaam is. Ook is het een gemiddeld cijfer over het hele jaar terwijl de besluitvorming over de uitbreiding pas halverwege het jaar heeft plaats gevonden.
De stijging van de apparaatskosten komt vooral doordat de loonsom is toegenomen. Die stijging wordt gedeeltelijk veroorzaakt doordat budget ingezet voor inhuur is overgezet naar de loonsom. Daarnaast zijn de loonkosten gestegen door de nieuwe CAO-afspraken.
De externe inhuur is gestegen omdat niet alle formatieplaatsen kunnen worden ingevuld door de krapte op de arbeidsmarkt. Omdat een aantal taken (en daarmee dus functies) uitgevoerd moeten worden is er meer ingehuurd dan in 2020. Ook het hogere ziekteverzuim door Corona heeft aan de hogere inhuur bijgedragen.
De kosten door Corona zoals ziekteverzuim en inhuur zijn hoger uitgevallen dan begroot. Ook waren er tegenvallers in de overige bedrijfsvoeringskosten, zoals loonkosten en OWO-kosten, die onder de overhead vallen. Het effect hiervan is dat het aandeel overhead van de totale lasten met 1,6% is gestegen t.o.v. 2020. Voor verdere details zie de financiële toelichting van programma 0.

Vennootschapsbelasting

Terug naar navigatie - Vennootschapsbelasting

In de begroting 2021 is voor vennootschapsbelasting geen last opgenomen. De belastingaangifte over 2021 is nog niet definitief, we zijn nog in overleg met de belastingdienst. Er is geen voorlopige aanslag over 2021 opgelegd.

Onvoorzien

Terug naar navigatie - Onvoorzien

Voor onvoorziene uitgaven was in 2021 € 37.500 beschikbaar (€ 1,26 per inwoner).  Hiervan is € 15.000 gebruikt voor het door Synarchis opgestelde rapport voor de MFA de Tynje. Daardoor resteerde er € 22.500.

Wat heeft het gekost? ->Resultaat programma

Terug naar navigatie - Wat heeft het gekost? ->Resultaat programma
x € 1.000
Exploitatie Realisatie 2020 Begroting 2021 (primair) Begroting 2021 (incl wijzigingen) Realisatie 2021 Mutatie begroting/ realisatie 2021
Lasten 17.617 15.652 16.004 17.332 1.327
Baten 59.272 58.566 60.994 62.443 1.448
Saldo voor bestemming 41.656 42.914 44.990 45.111 121
Mutaties reserves
Lasten 1.906 1.900 2.249 3.402 1.153
Baten 1.197 269 688 423 -265
Saldo na bestemming 40.946 41.283 43.429 42.132 -1.297
Specificatie per taakveld
x € 1.000
Specificatie Begroting 2021 Realisatie 2021 Mutatie begroting/ realisatie 2021
Saldo per taakveld
0.1 Bestuur -1.278 -1.083 195
0.10 Mutaties reserves -669 -3.263 -2.594
0.11 Resultaat van de rekening van baten en lasten -621 -2.936 -2.316
0.2 Burgerzaken -980 -1.015 -36
0.3 Beheer overige gebouwen en gronden 751 -568 -1.320
0.4 Overhead -10.633 -11.738 -1.104
0.5 Treasury -102 59 161
0.61 OZB woningen 2.322 2.321 -2
0.62 OZB niet-woningen 1.545 1.473 -72
0.64 Belastingen overig 1.998 2.387 389
0.7 Algemene uitkeringen en overige uitkeringen gemeentefonds 51.392 53.264 1.872
0.8 Overige baten en lasten -25 12 37
Saldo voor bestemming 43.701 38.912 -4.789
Stortingen reserves
Algemene reserve precariorechten -1.900 -1.900 -
Corona egalisatiereserve 2020 -349 -349 -
Corona egalisatiereserve 2021 - -1.153 -1.153
Organisatiedoelstellingenfonds - - -
Totaal stortingen reserves -2.249 -3.402 -1.153
Onttrekkingen reserves
AR vrije deel resultaat begroting en perspectiefbrief 269 -269
Onttrekking AR OWO-bedrijfsvoering 30 30 -
Onttrekking AR Juridische kosten sportgebouw Kortezwaag 40 40 -
Organisatiedoelstellingenfonds - 4 4
Onttrekking AR tbv Corona egalisatiereserve 2020 349 349 -
Totaal onttrekkingen reserves 688 423 -265
Saldo na bestemming 42.140 35.933 -6.207
Tussen het hoofdoverzicht en de specificatie per taakveld vor bestemming zit een verschil van -6.199 (-1.289 begroting). Dit ontstaat door dat alle mutaties reserves op taakveld 0.10 geboekt zijn. In de specificatie laten we deze echter zien in het programma waar de reserve betrekking op heeft. Daarnaast is in de specificatie het resultaat opgenomen op taakveld 0.11.

Toelichting op de financiën

Terug naar navigatie - Toelichting op de financiën

Het saldo na bestemming van dit programma is in 2021 € 1.297.000 nadeliger dan geraamd.
Dit saldo kan als volgt worden gespecificeerd:

Taakveld 0.1 Bestuur geeft in 2021 een voordeel van € 195.000 ten opzichte van de raming.
In 2021 is een bedrag van € 90.000 vrijgevallen aan de voorziening wethouderpensioenen. Per balansdatum 31 december 2021 zijn de actuariële berekeningen van toekomstige pensioenverplichtingen voor wethouderpensioenen geactualiseerd. Door een stijging van de wettelijk verplichte rekenrente was deze onttrekking mogelijk. De voorziening is per balansdatum toereikend om de toekomstige pensioenverplichtingen te dekken.  Bij de begroting was rekening gehouden met een storting van € 25.000. Dus per saldo een voordeel van € 115.000 ten opzichte van de raming. Daarnaast waren de wachtgeldverplichtingen € 45.000 lager dan waar in de begroting rekening mee was gehouden. Verder waren de kosten van de bestuurlijke samenwerking (€ 12.000) en voor de Friese projectenmachine (€ 5.000) lager dan geraamd. De overige voordelen op dit taakveld waren per saldo € 18.000.

Taakveld 0.10 Reserves geeft in 2021 een nadeel van € 1.418.000 ten opzichte van de raming
De mutaties in de reserves worden steeds bij het desbetreffende programma toegelicht. Het resultaat van de reserves binnen programma 0 geeft per saldo een nadeel van € 1.418.000. Hier is een storting in de egalisatiereserve corona van € 1.153.000 verwerkt. Voor een totaaloverzicht van de uitgaven en inkomsten op het gebied van corona wordt verwezen naar de paragraaf Corona. Daarnaast was er een onttrekking uit de algemene reserve van € 269.000 geraamd vanwege een verwacht nadelig saldo over 2021 van € 269.000. In afwachting van besluitvorming door de raad is de mutatie in de reserve van het werkelijke resultaat over 2021 nog niet geboekt. Verder is een onttrekking van € 4.000 uit de reserve organisatiedoelstellingenfonds verantwoord.  

Taakveld 0.11 Resultaat van de rekening baten en lasten. 
Hier is het resultaat van de Verantwoording 2021 verwerkt. 

Taakveld 0.2 Burgerzaken geeft in 2021 een nadeel van € 36.000 ten opzichte van de raming.
In 2021 is er ca. € 58.000 uitgegeven aan coronakosten. Dit waren de extra kosten die gemaakt werden om de Tweede kamer verkiezingen volgens de toen geldende richtlijnen van de landelijke overheid te laten verlopen. Voor een totaaloverzicht van de coronakosten kan verwezen worden naar de paragraaf corona. Verder waren in 2021 de kosten voor de dienstverlening € 11.000 hoger dan geraamd. Hier staat tegenover dat de opbrengsten voor leges burgerzaken en reisdocumenten dit jaar € 33.000 hoger waren dan geraamd.

Taakveld 0.3 Beheer overige gebouwen en gronden geeft in 2021 een nadeel van € 1.320.000 ten opzichte van de raming.
In de begroting 2021 is als een bezuiniging een incidentele opbrengst van € 1.450.000 opgevoerd in verband met de verkoop van gemeentelijke gebouwen (niet voor openbare dienst). Deze bezuiniging is in 2021 niet gerealiseerd, er zijn geen gemeentelijke gebouwen verkocht omdat aan aantal gebouwen die op de nominatie stonden om verkocht te worden inmiddels een andere bestemming is toegewezen. Dus een incidenteel nadeel van € 1.450.000 ten opzichte van de raming. Daarnaast waren er niet geraamde kosten voor externe ondersteuning bij het ontwikkelen van zowel dorpshuizen- als vastgoedbeleid (€ 80.000). De exploitatiekosten voor de overige gebouwen en landerijen waren per saldo € 18.000 lager. Tenslotte was er een niet geraamde opbrengst van € 192.000 door verkopen van gemeentelijke groenstroken en -gronden.    

Taakveld 0.4 Overhead geeft in 2021 een nadeel van € 1.059.000 ten opzichte van de raming
Het totaal van de personeelskosten geeft nadeel van € 293.000 (ongeveer 2% van het totale budget). Het budget wat beschikbaar was voor inhuur bij ziekte (€115.000) was lang niet toereikend en is met € 195.000 overschreden. Het ziekteverzuim was in 2021 hoger dan verwacht mede door de coronacrisis. Daarnaast is er eind 2021 een nieuwe CAO afgesloten. Het effect hiervan was voor 2021 € 60.000 nadeliger dan vooraf werd ingeschat. Verder moet volgens de verslaggevingsrichtlijnen jaarlijks het verlofstuwmeer van het personeel als schuld op de balans worden opgenomen. Deze was eind 2021 hoger dan eind 2020. Dit gaf in 2021 een nadeel van € 107.000 op de exploitatie. Hier staat tegenover dat op reis- en verblijfkosten er een voordeel was van € 60.000, dit vanwege het vele thuiswerken. De overige personeelskosten gaven per saldo een voordeel van € 9.000.
De kosten voor bedrijfsvoering (niet zijnde personeelskosten) geven een nadeel van € 161.000. Een belangrijke oorzaak hiervan is dat dit jaar een storting van € 181.000 in de voorziening dubieuze debiteuren noodzakelijk was (raming € 40.000) door o.a. een failliete debiteur. Verder waren er hogere kosten voor juridische inhuur en hogere onderhoudskosten, daartegenover staat lagere kosten voor anders werken, huishoudelijke dienst, repro etc. (dit i.v.m. meer thuiswerken als gevolg van de coronacrisis). Voorgesteld wordt het voordeel op het budget voor anders werken (€ 30.000) via resultaatbestemming over te hevelen naar 2022. Zodat dit budget ingezet kan worden om de transitie naar het hybride werken zo snel mogelijk te realiseren.  
Ook was er in 2021 sprake van een nadeel op de kosten voor het derde deel van de OWO-afdelingen van € 182.000. Dit heeft te maken doordat er meer inhuur van personeel nodig was door ziekte en langdurige vacatures. Ook was er extra capaciteit nodig vanwege de invoering van de omgevingswet en een grote toename van de omgevingsvergunningen. De extra opbrengsten hiervan zijn in programma 8 verantwoord.  
Op het gebied van bedrijfsvoering is aan coronakosten een bedrag van € 155.000 uitgegeven. Voor een totaaloverzicht van de uitgaven en inkomsten op het gebied van corona kan worden verwezen naar de paragraaf Corona.
Verder was er een nadeel in dit taakveld van € 254.000 als gevolg van minder doorberekende uren naar andere programma's. Dit betreft met name een lagere doorberekening naar de bouwgrondexploitatie. 
De overige kosten op dit taakveld waren per saldo € 14.000 nadeliger. 

Taakveld 0.5 Treasury geeft in 2021 een voordeel van € 116.000 ten opzichte van de raming.
In 2021 waren de werkelijke dividendopbrengst hoger dan geraamd (€50.000). Enerzijds werd meer dividend ontvangen van Omrin (€ 120.000), anderzijds was er een lagere dividendopbrengst Bank Nederlandse Gemeenten (€ 69.000). Verder waren de rentekosten voor de gemeente in 2021 € 65.000 lager dan geraamd (langlopende leningen en bouwgrondexploitatie).  

Taakvelden 0.61 OZB woningen en 0.62 OZB niet woningen geven in 2021 een nadeel van € 74.000 ten opzichte van de raming.
De OZB-opbrengst is in 2021 € 74.000 lager dan geraamd. Voor een toelichting kan verwezen worden naar de paragraaf lokale heffingen. 

Taakveld 0.64 Belastingen overig geeft in 2021 een voordeel van € 389.000 ten opzichte van de raming.
De Precariobelasting is in 2021 voor het laatst geraamd en opgelegd. De totale incidentele opbrengst bedroeg € 2.327.000, een incidenteel voordeel van € 427.000. Daarnaast was er nog een nadeel van € 38.000, dit met name doordat er minder aanmaningskosten in rekening zijn gebracht dan geraamd.  

Taakveld 0.7 Algemene uitkeringen en overige uitkeringen gemeentefonds geeft in 2021 een voordeel van € 1.872.000 ten opzichte van de raming.
De uitkering uit het gemeentefonds was per saldo € 1.872.000 voordeliger dan geraamd. Dit hoofdzakelijk doordat er in 2021 via het gemeentefonds een extra uitkering van € 1.674.000 voor coronacompensatie. Voor een totaaloverzicht van de uitgaven en inkomsten op het gebied van corona kan worden verwezen naar de paragraaf coronakosten. 
Over voorgaande jaren was er een voordelig afwikkelingsverschil van € 84.000. Verder was er over 2021 via het gemeentefonds € 114.000 meer ontvangen dan geraamd, met name door wat aanpassingen in de hoeveelheden bij de maatstaven.

Taakveld 0.8 Overige baten en lasten geeft in 2021 een voordeel van € 37.000 ten opzichte van de raming.
In de begroting is een structurele raming opgenomen van € 37.500 voor onvoorzien. In 2021 is hiervan € 15.000 besteed aan advisering ontwikkeling MFA de Tynje. Dit geeft een voordeel van € 22.500. Daarnaast was hier nog een voordeel van € 14.500 door een nagekomen specifieke uitkering van het rijk over 2019. Deze was niet geraamd.